Verordening op het burgerinitiatief

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening op het burgerinitiatief

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: de gemeenteraad van Katwijk;

  • b.

    commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Katwijk;

  • d.

    burgerinitiatief: een schriftelijke en gemotiveerd verzoek van ingezetenen aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een door hen geformuleerd voorstel dat betrekking heeft op een gemeentelijke aangelegenheid;

  • e.

    ingezetenen: personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Katwijk.

Artikel 2

Ingezetenen van zestien jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 3

Een burgerinitiatief kan niet worden ingediend over de volgende aangelegenheden:

  • a.

    de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • b.

    gemeentelijke procedures;

  • c.

    de gemeentelijke organisatie;

  • d.

    vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting;

  • e.

    gemeentelijke belastingen en tarieven;

  • f.

    geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers gewezen ambtsdragers dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbende;

  • g.

    onderwerpen waarover de raad korter dan twee jaar geleden voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen;

  • h.

    handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden of ambtenaren waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door de gemeenteraad of het college vastgestelde klachtenregeling;

  • i.

    benoemingen van personen en functioneren van personen;

  • j.

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of open heeft gestaan.

Artikel 4

  • 1. Het burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het burgerinitiatief dient te worden ondersteund door ten minste 300 ingezetenen van zestien jaar en ouder.

  • 3. De ondersteuning als bedoeld in het vorige lid blijkt uit ondertekening van een aan het burgerinitiatief gehechte, door de gemeente verstrekte lijst.

  • 4. Een ondertekening als bedoeld in het vorige lid is pas gelding als naast de handtekening tevens de naam, het adres en de geboortedatum van de ondersteuner worden vermeld.

  • 5. Digitale handtekeningen zijn niet geldig.

Artikel 5

  • 1. Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 2. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien, wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 3. Het burgerinitiatief vermeldt de naam, het adres en de geboortedatum van ten minste een en ten hoogste drie personen die als vertegenwoordiger van het burgerinitiatief optreden.

Artikel 6

  • 1. De voorzitter van de raad bericht de raad binnen twee weken na ontvangst van een burgerinitiatief of het burgerinitiatief voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 4 en 5 en of er sprake is van eventuele uitsluitingsgronden als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 4 stelt de voorzitter van de raad de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 5, derde lid, gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3. De voorzitter van de raad doet een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de vertegenwoordigers en aan de raad.

  • 4. De termijn bedoeld in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het derde lid.

Artikel 7

  • 1. De raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering na ontvangst van het advies van de voorzitter als bedoeld in artikel 6, eerste lid, over de behandeling van het burgerinitiatief.

  • 2. Indien de raad het burgerinitiatief in behandeling neemt, stelt het tegelijkertijd vast of gebruik wordt gemaakt van een van de mogelijkheden genoemd in het derde en vierde lid van dit artikel en in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaats vinden.

  • 3. De raad kan een burgerinitiatief om advies voorleggen aan het college. Hij stelt daarbij een termijn vast waarbinnen dit advies moet zijn uitgebracht.

  • 4. De raad kan besluiten om over een burgerinitiatief het advies in te winnen van een commissie. Het derde lid, tweede volzin, van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vindt plaats binnen acht weken nadat de raad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen. De termijn kan ten hoogste eenmaal met vier weken worden verlengd.

  • 6. Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juli of augustus worden de termijnen genoemd in het vijfde lid met acht respectievelijk vier weken verlengd.

  • 7. In afwijking van lid 5 vindt binnen acht weken voor de verkiezingen voor de gemeenteraad geen beraadslaging of besluitvorming plaats over een burgerinitiatief.

Artikel 8

Indien de raad toepassing heeft gegeven aan artikel 7, vierde lid, stelt de voorzitter van de desbetreffende commissie één of meer van de vertegenwoordigers als bedoeld in artikel 5, derde lid, in de gelegenheid het burgerinitiatief toe te lichten in de commissievergadering waarin de beraadslaging over het initiatief plaats vindt en eventuele vragen uit de commissie te beantwoorden.

Artikel 9

  • 1. De raad stelt de vertegenwoordigers bedoeld in artikel 5, derde lid, binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming heeft plaats gevonden schriftelijk in kennis van zijn besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de vertegenwoordigers binnen twee weken na de raadsvergadering als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van de gemeente Katwijk de vertegenwoordigers nadere inlichtingen kunnen inwinnen.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening burgerinitiatief.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk

in zijn openbare vergadering van 16 december 2010.

De griffier

De voorzitter