Regeling vervallen per 28-02-2019

Beleidsregel ontheffing sluitingsuur (nachtvergunning)

Geldend van 21-11-2002 t/m 27-02-2019

Intitulé

BELEIDSREGEL MET BETREKKING TOT DE TOEPASSING VAN DE IN ARTIKEL 2.3.1.2, LID 3 VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING KERKRADE VERVATTE BEVOEGDHEID (TOT UITERLIJK 06.00 UUR) TOT HET VERLENEN VAN EEN ONTHEFFING SLUITINGSUUR

Artikel I Eisen ten aanzien van de situering van de horeca-inrichting

Het voorkomen van een aantasting van het woon-en leefklimaat staat voorop. Tegen deze achtergrond moet ten aanzien van de situering van een inrichting rekening worden gehouden met de volgende aspecten:

- De inrichting mag in geen geval zijn gelegen in een woonomgeving; bij voorkeur dient de inrichting te zijn gelegen op grotere afstand van een woonomgeving.

- De inrichting mag evenmin gelegen zijn in een gebied waar zich een concentratie van horeca-inrichtingen voordoet; van een concentratie is in ieder geval sprake indien binnen een loopafstand van 500 meter van de inrichting 5 of meer horeca-inrichtingen gevestigd zijn die primair zijn gericht op het verstrekken van alcoholhoudende dranken.

- De inrichting dient gelegen te zijn langs of op zeer korte rij-afstand van een doorgangsweg / doorgangsroute / verkeersader (een zogeheten verkeers-ruiszone).

- De inrichting dient over voldoende (eigen) parkeergelegenheid direct naast, dan wel in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting te beschikken; om overlast in de (late) nachtelijke uren te voorkomen mag geen beroep worden gedaan op parkeerruimte in de verder gelegen woonomgeving.

- De inrichting dient goed bereikbaar te zijn voor publiek, politie, brandweer, GGD en aanbieders van vervoer.

II Inrichtingseisen

- Voldaan dient te worden aan de standaardeisen Besluit eisen inrichtingen Drank-en Horecawet.

- In minimaal een van de lokaliteiten van de inrichtingen dienen een bar en een dansvloer aanwezig te zijn. 

- Deze lokaliteiten dient een oppervlakte te hebben van minimaal 100m2, met dien verstande dat voor het bepalen van het aantal m2 het door de bar en het podium in te nemen aantal m2 buiten berekening moet worden gelaten.

- In de inrichting mag geen pulserend, flikkerend of intermitterend licht worden gebezigd; van deze eis mag worden afgeweken tijdens het optreden van artiesten in de ruimte waarin dat optreden plaatsvindt.

- In de inrichting dient voor bezoekers een afzonderlijke en bewaakte garderobe aanwezig te zijn.

III Eisen ten aanzien van ondernemer(s) en leidinggevende(n)

- Door de ondernemer(s) en leidinggevende(n) dient voldaan te worden aan het bepaalde in artikel 5, lid 2 en 3 (Besluit eisen zedelijk gedrag) van de Drank-en Horecawet. Onder ondernemers wordt verstaan de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wiens rekening en risico de horeca-inrichting wordt geëxploiteerd. Indien het een rechtspersoon betreft zal/zullen degene(n) die de rechtspersoon rechtsgeldig vertegenwoordigt(en) moeten voldoen aan het bepaalde in artikel 5, lid 2 en 3 (Besluit eisen zedenlijk gedrag) van de Drank-en Horecawet. Daarnaast kan de burgemeester ook andere feiten en/of omstandigheden in de beoordeling van het levensgedrag van de ondernemer(s) en leidinggevende(n) meenemen, die hij van belang acht voor de exploitatie van de horeca-inrichting. Hierbij moet gedacht worden aan voorvallen tijdens eerdere horeca-exploitaties, opgemaakte processen-verbaal door politie en andere veroordelingen dan vermeld in het Besluit eisen zedelijk gedrag van de Drank-en Horecawet.

- De ondernemer(s) die een verzoek ter verkrijging van een zogenaamde nachtvergunning indient/indienen, moet/moeten ten minste 3 jaar een horeca-inrichting in exploitatie hebben.

- De ondernemer(s) die een verzoek ter verkrijging van een ontheffing sluitingsuur (tot uiterlijk 06.00 uur) indient/indienen, moet/moeten in het bezit zijn van een geldige Drank-en Horecawetvergunning.

- De leidinggevende(n) moeten minimaal de leeftijd van 27 jaar bereikt hebben.

IV Eisen ten aanzien van de exploitatie van een horeca inrichting

- Door de ondernemer(s) en leidinggevende(n) dient op de laatste dag van de maand aan de burgemeester een overzicht te worden verstrekt van de in die maand georganiseerde activiteiten; uit dit overzicht moet tevens blijken op welke dagen de horeca-inrichting voor het publiek geopend is geweest.

- Tussen 03.00 en 06.00 uur mogen geen bezoekers meer in de inrichting worden toegelaten.

- Tussen 03.00 en 06.00 uur mogen geen bezoekers beneden de leeftijdsgrens van 18 jaar in de inrichting aanwezig zijn.

- In de inrichting moet doorlopend gelegenheid tot dansen bestaan.

- De exploitant dient zorg te dragen voor afdoende toezicht tijdens de openingsuren van de inrichting, zowel in de inrichting als bij de toegang tot de inrichting en de bijbehorende parkeergelegenheid. De toezichthouders dienen te voldoen aan het bepaalde in de Wet op de particuliere beveiligings-organisaties en recherchebureaus.

- In de inrichting dienen voor bezoekers doorlopend warme en koude eetwaren verkrijgbaar te zijn.

- In de inrichting moet, naast mechanische muziek, vermaak worden geboden dat doorgaans niet in andere horeca-bedrijven wordt gegeven, zoals het optreden van muzikanten, zanger(e)s(sen), danser(e)s(sen), discjockeys etc.

- Van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt: 

* in de nacht aansluitend op dodenherdenking;

* in de nacht van 24 op 25 december en 

* op nader door de burgemeester te bepalen data.

- De exploitatie dient op zodanige wijze te geschieden dat de omgeving redelijkerwijs gevrijwaard is van overlast en verstoring van de openbare orde.

- De ondernemer(s) zijn verplicht: 

- Incidenten waardoor de openbare orde in en rond de onderneming wordt verstoord, zoals diefstallen, het  aanrichten van vernielingen, ruzie's, vechtpartijen, (zware) mishandelingen, bedreigingen met een wapen, steekpartijen, schietpartijen, telefonische bedreigingen etc., terstond aan de politie te melden. 

- De aanwezigheid van (een groep) lastige personen, van wie in ernstige mate gevreesd wordt dat zij de openbare orde in gevaar zullen brengen, terstond aan de politie te melden.

- Het bezit van vuurwapens, respectievelijk ander, door de politie nader aangeduid, wapentuig, terstond aan de politie te melden. 

- Dragers van bovengenoemde wapens aan te houden en aangehouden personen terstond aan de politie over te dragen.  

- Kleinere, door de politie nader aangeduide hoeveelheden middelen als bedoeld in de Opiumwet en andere, door de politie nader aangeduide, wapens dan hiervoren bedoeld, in een daarvoor bestemde verankerde, afgesloten en alleen voor politie toegankelijke) bak te deponeren. 

- Zichzelf en alle personeelsleden, die voor de uitvoering van bovenstaande zorg moeten dragen, door de politie te laten instrueren zodat een en ander gebeurt met inachtneming van de wettelijke bepalingen daarover. 

- De politie die middelen te verschaffen die zij, voor hun onderzoeken met betrekking tot bovengenoemde overtredingen/feiten nodig hebben, zoals:   * volledige personeelslijst met woonadressen; 

* geregistreerde video-opnamen van de beveiligings-camera's; 

* geregistreerde gegevens uit het toelatings- en controlesysteem;  

* de in bovengenoemde bak gedeponeerde gevonden voorwerpen.

5 Aan de ontheffing te verbinden voorschriften

- Het gestelde onder IV wordt in de vorm van voorschriften verbonden aan de af te geven ontheffing.

- Aan de te verlenen ontheffing worden tevens de volgende voorschriften verbonden:  

* de leidinggevende(n) moet)en) minimaal de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt;  

* de ontheffing is strikt persoonlijk; 

* de burgemeester is te allen tijde bevoegd de voorschriften verbonden aan de verleende ontheffing te wijzigen en/of aan de verleende ontheffing nieuwe voorschriften te verbinden; 

* gedurende de openingtijden dient minimaal een persoon die op de ingevolge de Drank-en Horecawet als leidinggevende is vermeld aanwezig te zijn; 

* indien een van de in de ingevolge de Drank-en Horecawet genoemde leidinggevenden zijn/haar functie beëindigt, dient de burgemeester hiervan terstond schriftelijk in kennis te worden gesteld; 

* de ontheffing vervalt binnen 6 weken nadat de leidinggevende zijn/haar functie heeft neergelegd, en de nieuwe (eventueel voorlopige) leidinggevende niet als zodanig is aangemeld bij de burgemeester. 

- De burgemeester kan de ontheffing schorsen en/of intrekken indien naar zijn oordeel gehandeld wordt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften c.q. het belang van de openbare orde zulks vordert.

- De burgemeester kan afhankelijk van specifieke omstandigheden ook andere voorschriften dan de reeds eerder genoemde aan de ontheffing verbinden.

VI Te volgen procedure bij het vertrek van leidinggevende(n)

Indien (een van) de in de Drank- en Horecawet genoemde leidinggevenden zijn/haar functie beëindigt, dient volgens een van de aan de ontheffing te verbinden voorschriften de burgemeester terstond schriftelijk in kennis te worden gesteld. Binnen 6 weken nadat de leidinggevende(n) zijn functie heeft neergelegd, dient de nieuwe (eventueel voorlopige) leidinggevende schriftelijk bij de burgemeester aangemeld te worden. Deze leidinggevende dient minimaal 27 jaar te zijn en te voldoen aan de eisen ten aanzien van het levensgedrag zoals gesteld in deze beleidsregel. Wordt binnen de termijn van 6 weken geen melding als hier bedoeld gedaan, dan vervalt de ontheffing (derhalve 6 weken na vertrekdatum van de leidinggevende).

Wordt binnen 6 weken wel opgave gedaan dan blijft de ontheffing van kracht, mits de leidinggevende voldoet aan de in deze beleidsregel gestelde leeftijds-en gedragseisen. Indien de toets een negatief resultaat tot gevolg heeft wordt de ontheffing ingetrokken. Van de inhoud van de beslissing van de burgemeester ontvangt de ontheffinghouder op de gebruikelijke wijze bericht, zulks met vermelding van mogelijke bezwaar-en beroepsprocedures.

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 15 november 2002,
De burgemeester,
J.J.M. Som