Beleidsregel tijdelijke ontheffing ex. artikel 35 Drank-en Horecawet

Geldend van 26-04-2007 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGEL TIJDELIJKE ONTHEFFING EX. ARTIKEL 35 VAN DE DRANK-EN HORECAWET

De burgemeester van Kerkrade, voorzover bevoegd,

Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen ten aanzien van de ontheffingsmogelijkheid die artikel 35 van de Drank- en Horecawet biedt;

Gelet op hetgeen bepaald wordt in de Drank-en Horecawet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

BESLUIT

Vast te stellen: " Beleidsregel tijdelijke ontheffing ex. artikel 35 van de Drank- en Horecawet".

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

a. ontheffing artikel 35 Drank-en Horecawet: ontheffing van het in artikel 3 vna de Drank-en Horecawet voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod ten behoeve van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank tijdens een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengeslotenperiode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een of meer personen die voldoen aan artikel 8, tweede en vierde lid van de Drank-en Horecawet.

b. bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard: een regionale of plaatselijke gewichtige (bijzondere) gebeurtenis van zeer tijdelijke aard die bestemd is voor de inwoners van de gemeente in het bijzonder. Als voorbeeld van een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard wordt in de toelichting van de Drank-en Horecawet genoemd: kermissen, braderieën, muziek-en sportfeesten, jaarmarkten en andere manifestaties die éénmalig, dan wel in de regel niet meer dan tweemaal per jaar plaatsvinden.

Artikel 2 Toepassingsbereik

De beleidsregel heeft alleen betrekking op: a. het verlenen van een tijdelijke ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank-en Horecawet.

Hoofdstuk 2 Tijdelijke ontheffing ex artikel 35 van de Drank-en Horecawet

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een ontheffing op grond van artikel 35 Drank-en Horecawet kan uitsluitend ingediend worden door:

    a. een natuurlijk persoon, welke voldoet aan de eisen die gesteld worden in artikel 8, tweede en vierde lid van de Drank-en Horecawet;

    b. rechtspersoon welke in het bezit is van een geldige horecavergunning op grond van artikel 3 van de Drank-en Horecawet.

  • 2.

    Een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank-en Horecawet kan uitsluitend worden verleend als:

    a. het een bijzondere gelegenheid betreft;

    b. een rechtsgeldige evenementenvergunning in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening is verleend;

    c. de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een of meerdere personen die voldoen aan artikel 8, tweede en vierde lid van de Drank-en Horecawet.

  • 3.

    De aanvrager dient bij zijn aanvraag de volgende stukken te overleggen:

    a. een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    b. de originele diploma's Sociale Hygiene van de leidinggevenden;

    c. een kopie van de rechtsgeldige evenementenvergunning; d. schriftelijke toestemming van de organisator van het evenement (bij inhuur); e. een schriftelijke en ondertekende verklaring van de aanvrager en leidinggevenden waarin deze verklaren dat tijdens het evenement ten allen tijde een van de leidinggevenden aanwezig zal zijn.

  • 4.

    De aanvraag dient uiterlijk 6 weken voorafgaande aan het te houden evenement, ingediend te worden bij de burgemeester.

Artikel 4 Weigeringsgronden

De burgemeester weigert de ontheffing ingevolge artikel 35 van de Drank-en Horecawet, als:

  • 1.

    niet wordt voldaan aan de eisen die gesteld worden in artikel 8, tweede en vierde lid van de Drank-en Horecawet en artikel 2, 3 en 4 van deze beleidsregels.

  • 2.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet overeenkomt met hetgeen in de aanvraag wordt gesteld;

  • 3.

    er aanwijzingen zijn dat de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid in het gedrang komt.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1.

    Aan de ontheffing worden in ieder geval in relatie met de drankverstrekking de volgende voorschriften verbonden:

    a. Nabij de plaats waar de zwakalcoholhoudende drank zal worden verstrekt moet op duidelijk leesbare en zichtbare wijze aan het publiek kennis worden gegeven, dat aan personen beneden de leeftijd van 16 jaar geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt.

    b. Gedurende de tijd dat van deze ontheffing gebruik wordt gemaakt, mag geen sterke drank aanwezig zijn, noch worden toegelaten dat zodanige drank aan het publiek wordt verstrekt.

    c. Personen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren of die door hun gedrag aanstoot geven, moeten worden geweerd of verwijderd.

    d. Gedurende de tijd dat van de ontheffing gebruik wordt gemaakt moeten voor het publiek steeds alcoholvrije dranken verkrijgbaar zijn.

  • 2.

    De  burgemeester is bevoegd per geval te bekijken of aan de ontheffing aanvullende voorwaarden dienen te worden verbonden, waaronder de verplichting om tijdens het evenement uitsluitend gebruik te maken van statiegeldbekers of plastic drinkglazen. In dat geval moet ook op de terrassen die bij het evenement betrokken zijn gebruik worden gemaakt van plastic.

Hoofdstuk 3 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel tijdelijke ontheffing ex. artikel 35 van de Drank-en Horecawet;

  • 2.

    Indien de beleidsregel voor de aanvrager gevolgen kunnen hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen, kan de burgemeester gemotiveerd besluiten van de beleidsregel af te wijken.

  • 3.

    De beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij zijn bekendgemaakt. 

Ondertekening

Kerkrade, 10 april 2007,
De burgemeester,
J.J.M. Som