Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

Geldend van 24-05-2012 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening maatschappelijke participatie WWB 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de WWB.

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade.

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van Kerkrade.

    • d.

      sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.

Artikel 2. Doel en strekking

Diegenen, die tot de doelgroep behoren, alsmede aan de voorwaarden voldoen, hebben recht op een bijdrage in de kosten van activiteiten, die deelneming aan de samenleving van ten laste komende schoolgaande kinderen bevorderen

Artikel 3. Maatschappelijke participatie

Onder maatschappelijke participatie wordt bijvoorbeeld verstaan:

  • a.

    lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;

  • b.

    deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs;

  • c.

    bezoek aan zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop en/of pretpark;

  • d.

    seizoenkaart Roda JC;

  • e.

    deelname aan schoolreisjes, excursies en andere door school georganiseerde activiteiten.

Hoofdstuk 2 Voorwaarden

Artikel 4. Doelgroep

  • a. Ten laste komende schoolgaande kinderen uit gezinnen met een inkomen dat gelijk is aan of minder is dan 110 % van de bijstandsnorm die geldt voor het gezin waartoe hij behoort en een niet meer dan toegestaan vermogen.

  • b. Het kind waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd, dient op de aanvraagdatum te voldoen aan de criteria, zoals gesteld in de wet.

Artikel 5. Bedrag

  • 1. De hoogte van de bijdrage is € 200 per kind in een kalenderjaar.

  • 2. Het bedrag genoemd in het eerste lid wordt op 1 januari geïndexeerd met 2.5%. Het bedrag wordt op hele euro’s afgerond.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de bijdrage

Artikel 6.

Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag geschiedt met behulp van het daarvoor bestemde en beschikbaar gestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    De ouders/verzorgers van het tot de doelgroep behorend kind moeten de aanvraag indienen.

  • 3.

    Een aanvraag tot verlening van een bijdrage moet lopende het subsidiejaar worden ingediend.

Artikel 7. Termijn

Het college beslist op een aanvraag als bedoeld in artikel 6 binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

Hoofdstuk 4 Herziening besluit en terugvordering van de bijdrage

Artikel 8. Herziening en intrekking besluit en terugvordering

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, intrekken of herzien indien een besluit is genomen op grond van onjuiste gegevens en gebleken is dat als de juiste gegevens bekend waren geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Indien een besluit is ingetrokken of herzien, kan de reeds uitbetaalde bijdrage geheel of ten dele als zijnde onverschuldigd betaald worden teruggevorderd.

  • 3. Terugvordering kan plaatsvinden tot maximaal 5 jaar, nadat de beschikking aangaande het toekennen van de bijdrage is verzonden.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 9. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Onvoorziene situaties

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ”Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012”.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2012, voor de duur van 2 jaar, tot en met 31 december 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering d.d. 25 april 2012.
De voorzitter van de raad, de plv. griffier
J.J.M. Som H.P.G. Schrijnemaekers

Toelichting

Algemene toelichting

In de motie Blanksma-Spekman c.s. heeft de Tweede Kamer de regering gevraagd om gemeenten financieel af te rekenen door een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds, als die onvoldoende bijdragen aan de rijksdoelstelling om het aantal kinderen uit arme gezinnen dat vanwege financiële redenen maatschappelijk niet meedoet, met de helft terug te dringen. Bij de uitvoering van deze motie heeft de regering gekozen voor een uitwerking die recht doet aan het uiteindelijke doel van de motie, namelijk in de Wet werk en bijstand gemeenteraden voor te schrijven dat zij gehouden zijn een verordening op te stellen met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten in verband met maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Voorts dient invulling te worden gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie.

Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt alleen verstrekt aan personen met een inkomen van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnormen een niet meer dan toegestaan vermogen.

Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden op ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op oog op zijn of haar zelfredzaamheid in de toekomst. Alhoewel de regering er vanuit gaat dat de meeste ouders zich inzetten voor een goede toekomst voor hun kind, wil de regering voorkomen dat deze specifieke ondersteuning voor andere zaken kan worden aangewend. Om die reden acht de regering het wenselijk om de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep in natura en niet als geldbedrag uit te keren.

De regering realiseert zich dat gezien de aard van hetgeen geregeld wordt een verstrekking in natura in een aantal gevallen ondoelmatig of ondoeltreffend kan zijn, nog afgezien van het feit dat er discussie kan ontstaan over wat nu wel of niet als in natura is te duiden. Daarom is in de wet de mogelijkheid opgenomen,dat wanneer verstrekking in natura ondoelmatig is, het college mag afwijken van deze verplichting.

De gemeente Kerkrade zal, wanneer in 2014 na de evaluatie blijkt dat de regeling definitief wordt, waar mogelijk afspraken maken met verenigingen en organisaties met als doel het kunnen gaan verstrekken van een bijdrage in natura. Tot dan zal de gemeente Kerkrade de bijdrage contant aan de ouders/verzorgers van de tot de doelgroep behorende kinderen verstrekken.

De gemeente Kerkrade kent al sinds jaren de Verordening Sociale en culturele activiteiten (SCA) voor haar inwoners met een laag inkomen. In Kerkrade werd op deze wijze al voorzien in de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen. Doordat deze participatie nu vastgelegd dient te worden in een verordening moet de gemeente ook de SCA aanpassen en heeft zij vanaf 1 januari 2012 twee regelingen met hetzelfde doel: één voor schoolgaande kinderen en één voor de overige inwoners met een laag inkomen.

De verordening krijgt op voorhand geen structureel karakter. De effecten van de verordeningsplicht op de participatie van de betreffende doelgroep worden na twee jaar door het rijk geëvalueerd. Vervolgens vindt een beoordeling plaats of het wel of niet wenselijk is om structureel te blijven verplichten om op het beleidsterrein van participatie van kinderen, regels in een verordening vast te leggen en is er een afwegingsmoment om te bezien hoe hiermee verder moet worden omgegaan. Aansluitend hierop zal ook de gemeente Kerkrade deze regeling binnen 2 jaar evalueren. Derhalve kent de verordening een einddatum van 31 december 2013.

Een categoriale voorziening impliceert niet dat ambtshalve de bijdrage wordt verstrekt. Er moet nog steeds een aanvraag ingediend worden, maar de beoordeling hiervan is veel eenvoudiger. Er behoeft alleen getoetst te worden of de persoon behoort tot de categorie die in de wet is omschreven, dus zonder na te gaan of de kosten waarvoor die bijstand wordt verleend in het geval van aanvrager daadwerkelijk noodzakelijk en gemaakt zijn.

Artikelgewijze toelichting

 

Artikel 1.

In dit artikel worden definities gegeven van begrippen die in de verordening voorkomen en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan.

 

Artikel 3.

Gekozen is voor die activiteiten waarbij actief aan de samenleving wordt deelgenomen. Een uitzondering hierop is de seizoenskaart voor Roda JC. Via de SCA-regeling van de gemeente konden ook jeugdigen echter al sinds enkele jaren deze kaart aanschaffen. Wij willen deze jeugdigen die mogelijkheid nu niet ontnemen.

 

Artikel 4.

Benadrukt wordt, dat het hierbij gaat om ten laste komende kinderen. Dus kinderen waarvoor

de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak kan maken op kinderbijslag. Voorts dient onderwijs te worden gevolgd.

Na het bereiken van de 18-jarige leeftijd kan het kind voor deelname aan activiteiten gebruik maken van de gemeentelijke Regeling sociale en culturele activiteiten voor inwoners met een laag inkomen.

 

Artikel 5.

Per kalenderjaar bedraagt de categoriale bijzondere bijstand in de kosten van maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen € 200 per kind.

 

Artikelen 6 en 7.

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

 

Artikel 8.

Wanneer de ouders/verzorgers van ten laste komende kinderen onjuiste gegevens inleveren, met name inkomstengegevens, kan het voorkomen dat er ten behoeve van dat kind onterecht een bijdrage wordt verstrekt. Wanneer binnen 5 jaar na de toekenning blijkt dat hiervan sprake is, kan het college besluiten de ten onrechte verstrekte bijdrage geheel of gedeeltelijk terug te vordering.

 

Artikelen 9 tot en met 12.

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.

 

Financiële en personele onderbouwing

Financieel

Voor kinderen die onder de Verordening vallen geldt een tegemoetkoming van € 200 per kalenderjaar. Dit  bedrag sluit aan bij het bedrag zoals geadviseerd in de modelverordening van Schulinck.

 

Uitgaande van ongeveer 800 kinderen in deze categorie in gezinnen met een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm kost dit de gemeente maximaal 800 x € 200 = € 160000 per jaar.

 

De regering heeft toegezegd voor deze maatregel € 40 miljoen extra toe te voegen aan het gemeentefonds. Voor Kerkrade betekent dit een bijdrage van ongeveer € 120000. Dat betekent derhalve dat gemeente ongeveer € 40000 meer kwijt is voor de nieuwe regeling dan dat zij van de overheid ontvangt.

     

Schoolgaande kinderen ontvangen nu een tegemoetkoming via de SCA, zowel voor algemene SCA-activiteiten als voor indirecte schoolkosten. Voor kinderen op de middelbare school is de bijdrage dan maximaal € 330 per kind per kalenderjaar, voor kinderen op de basisschool maximaal € 110 per kind per kalenderjaar.

     

In 2010 werd per middelbare scholier, 174 personen, een gemiddeld bedrag van € 110 voor indirecte schoolkosten uitgegeven met een totaalbedrag van bijna € 20000.

Deze € 20000 kan uit het budget SCA overgeheveld worden naar het budget BB,  waaronder de categoriale regeling valt.

 

Verder werd aan algemene SCA-kosten een bedrag van ongeveer € 50000 toegekend aan kinderen uit de doelgroep. Ook dit bedrag kan uit het budget SCA overgeheveld worden naar het budget BB.

 

In totaal derhalve een bedrag van € 70000, waarmee de extra uitgaven voor de grotere doelgroep van de categoriale regeling gedekt zijn. Met daarbij natuurlijk wel de opmerking dat het maximaal toe te kennen bedrag voor een aantal gezinnen lager wordt dan dat het nu is, maar voor de meeste gezinnen juist hoger.