Beleidsregel ontheffingen vaste schenktijden paracommerciële rechtspersonen

Geldend van 12-02-2014 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGEL ONTHEFFINGEN VASTE SCHENKTIJDEN PARACOMMERCIELE RECHTSPERSONEN

“Beleidsregel ontheffingen vaste schenktijden paracommerciële rechtspersonen”

Beleidsregels van de burgemeester van Kerkrade voor de toepassing van de ontheffingsmogelijkheid als bedoeld in de artikelen 4, lid 4 van de Drank- en Horecawet en 2, lid 3 van de Verordening Paracommercie Gemeente Kerkrade 2013.

Achtergrond

Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Een van de belangrijkste wijzigingen betreft de opname van een verplichting aan gemeenteraden om een verordening vast te stellen met daarin regels ter voorkoming van oneerlijke mededinging door paracommerciële rechtspersonen. Deze regels dienen ingevolge de Drank- en Horecawet in ieder geval betrekking te hebben op de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank mag worden verstrekt en in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn. Op 18 december 2013 heeft de Raad de “Verordening Paracommercie gemeente Kerkrade 2013” vastgesteld. Daarmee is voldaan aan voornoemde verplichting.

Ingevolge de Drank- en Horecawet kan de burgemeester met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van hetgeen de Raad bij voornoemde verordening heeft vastgesteld.

Het wordt wenselijk gedacht om kaders, waarbinnen de burgemeester bereid is om voornoemde ontheffing te verlenen, te scheppen. Dit zowel in het kader van de belangen van paracommerciële rechtspersonen als die van de reguliere horeca-ondernemers.

Belangen van paracommerciële rechtspersonen versus die van reguliere horeca-ondernemers

Vooropgesteld dient te worden dat de Drank- en Horecawet gemeenten verplicht om maatregelen te treffen teneinde oneerlijke mededinging door paracommerciële rechtspersonen ten opzichte van reguliere horeca-ondernemers te voorkomen. De burgemeester heeft bij de totstandkoming van voorliggend beleid zoveel als redelijkerwijs mogelijk rekening gehouden met zowel de belangen van paracommerciële rechtspersonen als die van de reguliere horeca-ondernemers. Vandaar dat in voorliggend beleid o.a. wordt geregeld ten behoeve van welke activiteiten al dan niet ontheffing wordt verleend, hoeveel ontheffingen er maximaal per commerciële rechtspersoon op jaarbasis worden verleend, en welke voorschriften aan voornoemde ontheffingen worden verbonden.

De “Verordening Paracommercie gemeente Kerkrade 2013” en voorliggend beleid beogen gezamenlijk een kader te scheppen waarbinnen enerzijds gestand wordt gedaan aan hetgeen de Drank- en Horecawet gemeenten verplicht – en daarmee wordt het belang van de reguliere horeca-ondernemer gediend –, en anderzijds aan paracommerciële rechtspersonen de mogelijkheid geboden wordt om incidenteel ook buiten de vastgestelde schenktijden alcoholhoudende drank te verstrekken.

Beleidsregels

Artikel 1. Activiteiten waar ontheffing voor kan worden verleend.

  • 1. De burgemeester verleent aan een paracommercieel rechtspersoon enkel een ontheffing ingevolge artikel 4, lid 4 van de Drank- en Horecawet ten behoeve van de navolgende, of naar zijn oordeel daarmee gelijk te stellen activiteiten:

    • a.

      feest voor leden, vrijwilligers, donateurs, sponsoren of daarmee gelijk te stellen personen van de betreffende paracommerciële rechtspersoon in verband met een behaalde uitzonderlijke prestatie (bijvoorbeeld kampioenschap, promotie of periodetitel);

    • b.

      jaarfeest voor leden, vrijwilligers, donateurs, sponsoren of daarmee gelijk te stellen personen van de betreffende paracommerciële rechtspersoon in verband met het begin of eind van een seizoen c.q. jaar of jaargang;

    • c.

      nieuwjaarsreceptie voor leden, vrijwilligers, donateurs, sponsoren of daarmee gelijk te stellen personen van de betreffende paracommerciële rechtspersoon;

    • d.

      carnavalsavond voor leden, vrijwilligers, donateurs, sponsoren of daarmee gelijk te stellen personen van de betreffende paracommerciële rechtspersoon;

    • e.

      thema-avond voor leden, vrijwilligers, donateurs, sponsoren of daarmee gelijk te stellen personen van de betreffende paracommerciële rechtspersoon.

  • 2. Vanuit het oogpunt van het tegengaan van oneerlijke concurrentie t.o.v. de reguliere horeca-ondernemingen, verleent de burgemeester per kalenderjaar maximaal 10 ontheffingen per paracommerciële rechtspersoon.

Artikel 2. Activiteiten waar geen ontheffing voor wordt verleend.

De burgemeester verleent geen ontheffing van het in artikel 3 van de “Verordening Paracommercie gemeente Kerkrade 2013” bepaalde.

Artikel 3. Eindtijd schenken alcoholhoudende drank

  • 1. Indien de burgemeester een ontheffing ingevolge artikel 4, lid 4 van de Drank en Horecawet verleent, verbindt hij daaraan voorschriften die regelen tot welk tijdstip het de ontheffinghouder toegestaan is om alcoholhoudende drank te verstrekken.

  • 2. Het in het vorige lid bedoelde tijstip wordt door de burgemeester niet op een latere tijd vastgesteld dan de algemene sluitingstijden, zoals die ingevolge de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Kerkrade gelden voor reguliere horecabedrijven.

Artikel 4. Procedure aanvraag ontheffing

  • 1.

    De paracommerciële rechtspersoon die een ontheffing van de in de “Verordening Paracommercie gemeente Kerkrade 2013” opgenomen vaste schenktijden wenst te verkrijgen, dient daartoe een aanvraag in te dienen.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde aanvraag wordt gedaan door middel van het schriftelijk indienen van een door of namens de burgemeester op te stellen aanvraagformulier.

  • 3.

    De in lid 1 bedoelde aanvraag dient tenminste 4 weken voorafgaand aan de datum, waarop de activiteit waarvoor ontheffing wordt aangevraagd plaats zal vinden, te worden ingediend.

  • 4.

    Het in lid 3 bepaalde geldt niet voor activiteiten, zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder a. Dit betreft activiteiten, waarvan de aanvrager in de regel niet vier weken voor het plaatsvinden daarvan redelijkerwijs kan voorzien dat deze plaats zullen vinden. Voor dergelijke activiteiten dient de aanvraag om ontheffing tenminste 7 werkdagen voorafgaand aan de datum, waarop de activiteit waarvoor ontheffing wordt aangevraagd plaats zal vinden, te worden ingediend.

  • 5.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing geldt het legestarief conform de geldende legesverordening.

Ondertekening

Kerkrade, 12 februari 2014
De Burgemeester,
J.J.M. Som