Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels Loonkostensubsidie, scholingskosten en reiskosten v.a. 1.1.2014 Gemeente Kerkrade

Geldend van 13-02-2014 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Beleidsregels Loonkostensubsidie, scholingskosten en reiskosten v.a. 1.1.2014 Gemeente Kerkrade

Algemeen

 

De re-integratieverordening Wwb, Ioaw en Ioaz 2013 is door de Raad vastgesteld in de vergadering van 27 februari 2013. De verordening geeft het raamwerk en kader aan waarbinnen re-integratie van klanten plaatsvindt.

In een aantal artikelen wordt het College van burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven nadere regels te stellen. Deze nadere uitwerking wordt gegeven middels onderhavige beleidsregels die door het college in de vergadering van 17.12.2013 zijn vastgesteld.

De artikelen waar middels de beleidsregels een nadere invulling aan wordt gegeven zijn:

 - artikel 8

 - artikel 10

Deze artikelen worden hieronder verder uitgewerkt en toegelicht.

Voorts wil het College in deze beleidsregels bepalingen opnemen over de vraag hoe om te gaan met eventuele reiskostenvergoeding aan klanten.

Re-integratieverordening Artikel 8 Loonkostensubsidies

  • 1.

    Het college kan een loonkostensubsidie verstrekken aan werkgevers die met een kwetsbare, uiterst kwetsbare of gehandicapte werknemer een arbeidsovereenkomst sluiten.

  • 2.

    De loonkostensubsidie bedraagt ten hoogste 50% van de loonkosten gedurende maximaal 12 respectievelijk 24 maanden ten behoeve van de kwetsbare en de uiterst kwetsbare werknemer. Voor de gehandicapte werknemer bedraagt deze ten hoogste 75% van de loonkosten gedurende de gehele arbeidsperiode.

  • 3.

    Onder kwetsbare werknemer wordt verstaan de persoon die:

  • a.

    voorafgaand aan de indienstneming gedurende zes maanden geen reguliere betaalde betrekking heeft gevonden; of

  • b.

    geen startkwalificatie bezit; of

  • c.

    ouder is dan 50 jaar; of

  • d.

    alleenstaande ouder is.

  • 4.

    Onder uiterst kwetsbare werknemer wordt verstaan de persoon die onmiddellijk voorafgaand aan de indiensttreding 24 maanden of langer werkloos is geweest.

  • 5.

    De subsidie wordt alleen verstrekt indien hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt.

  • 6.

    De loonkostensubsidie wordt niet verstrekt indien de werkgever op grond van een andere regeling aanspraak maakt op financiële tegemoetkomingen in verband met de indiensttreding van de werknemer.

Toelichting

De in lid 3 genoemde criteria zijn facultatief. Dat wil zeggen dat de klant één van die voorwaarden moet voldoen om in aanmerking te komen.

Dit instrument kan ingezet worden onder de volgende voorwaarden:

De kwetsbare werknemer moet ten minste 6 maanden werkloos zijn.

De werkgever dient een arbeidsovereenkomst voor minimaal 6 maanden en minimaal 10 uur per week met de werknemer af te sluiten.

De loonkostensubsidie moet door de werkgever worden aangevraagd vóór aanvang dienstverband.

De arbeidsovereenkomst stuurt de werkgever met de aanvraag mee.

De loonkostensubsidie wordt vastgesteld conform onderstaand schema (bedragen zijn gebaseerd op een full-time dienstverband).

 Hierbij geldt het principe dat de loonkostensubsidie achteraf wordt betaald en na afloop van de loonkostensubsidieperiode definitief wordt vastgesteld middels een beschikking aan de werkgever. De werkgever dient hiervoor de loonspecificaties over de loonkostensubsidieperiode mee te sturen.

Het instrument loonkostensubsidie kan naast de modules worden toegepast. Cumulatie is dus mogelijk.

Schematisch overzicht loonkostensubsidie

Duur werkloosheid

Max. duur loonsub

Duur

Arbeidsovereen-komst

Subsidie bedrag

Wijze van bevoorschotting

 Minimaal 6 maanden

 

12 maanden

- 6 maanden

 

 

- Bij verlenging met 6 maanden

 

- Bij jaarcontract vanaf start

 

€ 2500

 

 

€ 3000

 

 

€ 7000

 

- €2500 na 6 maanden

 

 

- €3000 na 6 maanden

 

 

- € 3500 na 6 maanden en de volgende € 3500 na 12 maanden (v.a. start)

De loonkostensubsidie wordt bij een parttime dienstverband naar rato verleend en vastgesteld.

 

Voor jongeren tot 23 jaar is sprake van een leeftijdsafhankelijk procentueel recht, gekoppeld aan de systematiek van het Wettelijk Minimumloon.

Percentage Loonkostensubsidie

18 jaar 45,5%

19 jaar 52,5%

20 jaar 61,5%

21 jaar 72,5%

22 jaar 85,0%

Re-integratieverordening Artikel 10 Scholing en opleiding

  • 1. Indien een persoon met een WWB-, IOAW-, IOAZ- of Anw- uitkering, een niet-uitkeringsgerechtigde dan wel een persoon zoals bedoeld in artikel 10 lid 2 WWB niet beschikt over een startkwalificatie, kan een scholingstraject worden aangeboden dat tot die kwalificatie leidt.

  • 2. Lid 1 is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7 lid 3 onderdeel a WWB.

  • 3. Als een persoon additionele werkzaamheden verricht als bedoeld in artikel 10a WWB en niet beschikt over een startkwalificatie, bekijkt het college na een periode van zes maanden na aanvang van die werkzaamheden in hoeverre scholing of opleiding de toegang tot de arbeidsmarkt kan bevorderen. Geen scholing of opleiding wordt aangeboden als dit naar het oordeel van het college de krachten of bekwaamheden van belanghebbende te boven gaat of niet bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.  

    Toelichting

    In het kader van de bezuinigingen op het Re-integratiebudget is o.a. besloten geen middelen meer in te zetten voor scholingskosten.

    Nu het project Naar Buiten van start is gegaan, en daarnaast ook WSP in werking is, zullen er ook verzoeken komen voor overname scholingskosten. Er zal beleidsmatig een antwoord gegeven moeten worden op de vraag hoe daar mee om te gaan.

    Afbakening in de verordening 2013

    Lid 1 beperkt de “hoogte” van de scholing: tot het bereiken van de startkwalificatie.(HAVO/MBO2 niveau)

    Lid 2 bepaalt dat vergoeding van scholingskosten niet geldt voor jongeren tot 27 jaar. Vergoeding van scholingskosten is voor deze groep uitgesloten.

    Er kunnen feitelijk 2 soorten scholing(skosten) onderscheiden worden:

    • 1.

      Scholing als onderdeel van een project/aanbieding met baangarantie

    • 2.

      Sommige aanbieders hebben afspraken met werkgevers voor het plaatsen van klanten, mits die voldoen aan de gestelde scholingseisen. (Voorbeeld: project voor callcentermedewerkers, beveiliging, etc..)

    Meestal bestaat de aanbieding uit een periode scholing en aansluitend (na succesvolle afsluiting opleiding) een arbeidscontract van minimaal 6 maanden, waarbij gedurende de periode van het tijdelijke dienstverband, naast scholingskosten, ook begeleidingskosten worden gevraagd

    .

    Daarbij geldt als uitgangspunt dat de werkgever een zeker risico moet durven lopen (ondernemersrisico) en alleen betaald krijgt naar prestatie, waarbij zelfs sprake kan zijn van een bonus bij bovenmatig presteren.

    Aanbieders kunnen, op basis van voorselectie door de consulenten, de klanten zelf selecteren. Voor die klanten die men op basis van eigen selectie kiest moet men dus ook risico durven lopen. Niet  presteren betekent derhalve dan ook dat er niet betaald wordt. Dat voert de prestatiedruk bij de aanbieder op en zal dit het resultaat alleen maar positief beïnvloeden. De ervaring is dat het kaf van het koren gescheiden wordt op die manier, waardoor alleen de “echte” serieuze aanbieders overblijven.

     

    In het geval van een dergelijk aanbod wordt als richtlijn het volgende financieringsregime gehanteerd:

    • -

      De aanbieder conformeert zich aan minimaal 70% uitstroom (= betaalde baan) van de gestarte kandidaten

    • -

      50% van de totale opleidingkosten vanaf de start van de opleiding

    • -

      Rest van de kosten per kandidaat betalen na succesvolle beëindiging van de opleiding

    • -

      Eventuele begeleidingskosten tijdens dienstverband per kandidaat achteraf betalen

    • -

      Indien meer dan 10 klanten starten wordt bij een uitstroom van meer dan 70% van het overeengekomen aantal kandidaten een bonus ter beschikking gesteld van € 1000 per extra geplaatste kandidaat. (bonusregeling). Dit geldt alleen bij volledige uitstroom uit de uitkering van de klant.  

      Bovenstaand financieringsregime wordt als richtlijn toegepast. Het kan echter voor komen dat dit model niet in ieder geval van toepassing kan zijn. Indien noodzakelijk kan dan maatwerk worden toegepast.

      • 2.

        Scholing als onderdeel van de plaatsing van de klant bij een werkgever

        Nu het project Naar Buiten actief is zullen de accountmanagers geconfronteerd worden met scholingskosten. Uiteraard ligt de primaire verantwoordelijkheid daarvoor bij de werkgever. Het gesprek met de werkgever wordt ook op die manier gevoerd. Het kan echter voor komen dat een werkgever twijfelt om de kosten te betalen en, in het extreemste geval, het dan toch zinvol is de kosten voor onze rekening te nemen. Als de kans dat de klant daarmee duurzaam, en niet tijdelijk, geplaatst wordt is dat zeker zinvol en effectief. Het is aan de accountmanager om die beoordeling te doen en die afweging te maken en moet ter plekke bij de werkgever de “deal” kunnen sluiten.

        Daarnaast kan het voorkomen dat de accountmanager de klant wel bij die werkgever kan plaatsen voor bepaalde tijd, maar op voorhand duidelijk is dat de werkgever niet de mogelijkheid heeft of dit wil hebben om de klant daarna duurzaam te behouden. In een dergelijk geval kan de accountmanager van mening zijn dat het, ter bevordering van een duurzamere plaatsing bij een andere werkgever, goed zou zijn dat de klant toch een vorm van scholing gaat volgen.

    Invulling scholingskosten

     

    • -

      De hoogte

      Indien aan alle voorwaarden wordt voldaan kunnen scholingskosten worden vergoed tot een maximum van € 2500 per klant.

       

    Het volgende regime wordt gehanteerd:

    • a.

      Scholingskosten tot € 500

      Indien de kosten per werknemer maximaal € 500 bedragen dan hoeven geen bewijsstukken overgelegd te worden.

    • b.

       Scholingskosten boven de € 500

      Hier dient de werkgever een kopie van de kosten te overleggen. (Bewijsstukken zijn dus dan noodzakelijk

      • -

        Voor welke klanten? (Modules)

        We kennen de volgende modules:

    • 1.

      Oriëntatiestage

    • 2.

      Werken met behoud van uitkering

    • 3.

      Oriëntatiewerkplekken

    • 4.

      Soc. Activeringsplekken

    Bovenstaande vergoeding geldt alleen voor de modules 1 t/m 3.

    Omdat het bij Soc. Activeringsplekken niet gaat om trajecten en activiteiten gericht op betaald werk worden voor deze doelgroep geen scholingskosten vergoed.

     

     

    Werkproces (aanvraag en betaalbaarstelling)

    Hierbij gaat het om de vraag of er al dan niet door een klant een aanvraag moet worden ingediend en hoe de gevraagde scholingskosten tot uitbetaling komen.

    Bij scholing als bedoeld onder 1 (projecten)  zijn deze kosten een onderdeel van het contract dat we met de aanbieder maken en is als zodanig dus een vergoeding aan de aanbieder en niet aan de klant. In die gevallen hoeft de klant dus zelf geen aanvraag voor die scholingskosten in te dienen.

    Betaling vindt dan plaats op basis van de in het contract gemaakte afspraken rechtstreeks aan de aanbieder.

     

    Bij scholing als bedoeld onder 2  gelden 2 situaties:

    • a.

      De scholing is een onderdeel van de afspraak die de accountmanager van naar Buiten met de werkgever maakt

      Het kan voor komen dat de werkgever wel bereid is om zijn scholingsverantwoordelijkheid te nemen, maar niet geheel voor de kosten wil/kan op komen. Als de accountmanager dan een deal sluit met die werkgever in de wetenschap dat de klant daarmee duurzaam bij die werkgever geplaatst wordt, valt de vergoeding onder de deal met de werkgever en is derhalve een toekenning aan de werkgever en niet aan de klant. Het is dan ook primair aan de werkgever om die scholing te organiseren. De klant hoeft die vergoeding dan dus ook niet aan te vragen. De werkgever dient wel aan te vragen. De accountmanager kan de werkgever het aanvraagformulier tijdens het gesprek laten ondertekenen. In dat geval vindt de financiering plaats op basis van de afspraken die de accountmanager met de werkgever heeft gemaakt. Daarbij gelden dus wel de hierboven genoemde bedragen en systematiek.

    • b.

      De accountmanager heeft de klant wel bij een werkgever tijdelijk geplaatst, waarbij het op voorhand duidelijk is dat er geen verlenging van het tijdelijk contract mogelijk is bij die werkgever

      In dat geval kan het volgens de accountmanager toch wenselijk/noodzakelijk zijn dat de klant een vorm van scholing gaat volgen om zijn kansen op een duurzame baan bij een andere werkgever vergroten.

      Het is dan wel een vergoeding aan de klant, maar de klant hoeft geen aanvraag hiervoor in te dienen. De accountmanager wordt gemandateerd om een dergelijk instrument in te zetten en hierover te besluiten.

Reiskostenvergoeding

Hierover is in de re-integratieverordening niets opgenomen.

Artikel 13 van de verordening (Hardheidsclausule) biedt de mogelijkheid om af te wijken van de verordening.

Middels deze beleidsregels wordt aan dat artikel en de daarin genoemde bevoegdheid van het College invulling gegeven.

Voor de beoordeling of het redelijk en wenselijk is de noodzakelijk te maken reiskosten te vergoeden aan de klant geldt de volgende volgorde:

  • 1.

    Primair geldt dat de werkgever de reiskosten voor zijn rekening neemt.

  • 2.

    Gaat dat of kan dat per definitie niet, dan wordt van de klant verwacht dat hij zelf zorgt voor vervoer. Dan kan te voet zijn of per fiets, zeker als het binnen Kerkrade is.

  • 3.

    Is ook optie 2 naar de inschatting van de consulent in het individuele geval onredelijk of onmogelijk (bijv. op tijden waar geen openbaar vervoer rijdt, etc..) dan kunnen de reiskosten worden vergoed op basis van:

  • a.

    Kosten openbaar vervoer; of

  • b.

    Daadwerkelijk gemaakt kosten per kilometer (bijv. als toch met een auto gereden wordt omdat openbaar vervoer niet tot de mogelijkheden behoort).

 

De regels over de reiskostenvergoeding zijn van toepassing op klanten in alle modules!

 

De inschatting van de hierboven genoemde mogelijkheden wordt gemaakt door de accountmanager/re-integratieconsulent en is gemandateerd ook hierover te besluiten.

Mandaat voor accountmanager/re-integratieconsulent

De accountmanager/re-integratieconsulent is de spil langs wie de contacten met werkgevers en aanbieders lopen.

De accountmanager/re-integratieconsulent moet dan ook ter plekke besluiten kunnen nemen en afspraken verder afhandelen (aanvraagformulier indien nodig, beschikking verzorgen, etc..), maar ook een besluit mogen nemen.

De mandaatregeling zal zodanig worden aangepast dat de accountmanager/re-integratieconsulent daartoe maximaal gefaciliteerd wordt.

Financiering

In het Participatiebudget wordt voor 2014 voor deze instrumenten totaal € 250.000 gereserveerd. Het budget voor volgende jaren zal jaarlijks worden vastgesteld.

Evaluatie

Na afloop van het kalenderjaar zal een evaluatie plaatsvinden om het effect van de instrumenten te meten. Gemeten wordt welke klanten duurzaam zijn uitgestroomd. Onder duurzame uitstroom wordt in dit kader verstaan 12 maanden uit de uitkering.

Ondertekening

Aldus besloten door het college in zijn vergadering van 17 december 2013.
De burgemeester, de secretaris,
J.J.M. Som, H.J.M. Coumans MPM