Leefmilieuverordening Akerstraat en omgeving

Geldend van 05-10-2000 t/m heden

Intitulé

Leefmilieuverordening Akerstraat en omgeving

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 2 Begripsbepalingen

b. Begane grondlaag: een bouwlaag geen verdieping zijnde.

c. Bouwbesluit: de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2 Woningwet.

d. Bouwlaag: bouwlaag als bedoeld in NEN 2580, uitgave 1991.

e. Bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de bouwverordening.

f. Gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet.

g. Fastfood-vestiging: een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en\of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig verstrekken van drank en/of eetwaren, bestemd en gereed voor direct gebruik ter plaatse of om mee te nemen. Een restaurant hier niet onder begrepen.

h. Speelautomatenhallen: een gebouw of een gedeelte van een gebouw bestemd of gebruikt om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen. Hieronder is eveneens begrepen het gebruik van een gebouw of een gedeelte daarvan ten behoeve van de diverse vormen van het biljartspel.

i. Horecagebouw: een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende en/of alcoholvrije drank, al dan niet in combinatie met eetwaren, bestemd en gereed voor direct gebruik ter plaatse, alsmede een logiesgebouw als bedoeld in artikel 1 van het Bouwbesluit.

j. Coffeeshop: een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig verstrekken van soft-drugs, al dan niet in combinatie met eetwaren en alcoholvrije dranken, bestemd en gereed voor direct gebruik ter plaatse. Het afhalen van waren is hieronder eveneens begrepen. Het verstrekken in welke vorm dan ook van ecodrugs, in casu opwekkende en hallucinerende middelen, als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet is hieronder begrepen.

k. Softdrugswinkel: een gebouw

of een gedeelte van een gebouw dat wordt gebruikt voor het verkopen van softdrugs en/of artikelen voor het vervaardigen van deze waren.

l. Headshop/ecoshop/growshop: een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat wordt gebruikt voor het verkopen van voor het opkweken en gebruiksklaar maken van softdrugs benodigde middelen.

m. Seksinrichting: een voor publiek toegankelijk gebouw of een gedeelte van een gebouw, in welk gebouw of welk gedeelte handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel, zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Ook het (gelegenheid geven tot) het uitoefenen van prostitutie is hieronder begrepen.

n. Verblijfsgebouw: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, niet zijnde een logiesgebouw als bedoeld in artikel 1 van het Bouwbesluit, dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bij wijze van beroep of nevenberoep, bedrijf of gewoonte, al dan niet tijdelijk, verschaffen van nacht- en/of dagverblijf aan 5 of meer personen, niet behorende tot het gezin van de eigenaar en/of bewoner en/of beheerder. Het verhuren van een of meerdere kamers voor dagdelen of per uur is hieronder begrepen.

Hoofdstuk 2 Inrichting en/of gebruik van gronden en opstallen

Paragraaf 1 Ongewenste ontwikkelingen

Artikel 2 Seksinrichtingen

Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen, de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 3 Coffeeshop

Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van een coffeeshop.

Artikel 4 Headshop/ecoshop/growshop

Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van een headshop/ecoshop/growshop.

Artikel 5 Softdrugswinkel

Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van de verkoop van softdrugs, al dan niet ter plaatse, of van artikelen ten behoeve van het gebruik of de vervaardiging van softdrugs.

Artikel 6 Speelautomatenhallen

Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van een speelautomatenhal of poolcentrum.

Artikel 7 Horecagebouwen

  • 1. Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw met inbegrip van de bij een gebouw behorende gronden geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van een horecagebouw.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid genoemde verbod ontheffing verlenen tenzij er door de genoemde wijziging sprake zou zijn van een achteruitgang van de woon-en werkomstandigheden in en het uiterlijk aanzien van het gebied waarvoor het verbod van kracht is.

  • 3. Van een achteruitgang als bedoeld in het tweede lid is in ieder geval sprake wanneer: a. een onaanvaardbare toename van het verkeer of de parkeerdruk te verwachten is; b. een onaanvaardbare toename van geluidsoverlast te verwachten is.

Artikel 8 Verblijfsgebouw

  • 1. Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van een verblijfsgebouw.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid genoemde verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Een ontheffing als bedoeld in het tweede lid wordt slechts verleend indien: het aantal panden in gebruik ten behoeve van een verblijfsgebouw na het verlenen van de ontheffing niet meer bedraagt dan twee in de straat waarvoor de ontheffing wordt gevraagd.

  • 4. Geen ontheffing wordt verleend ten behoeve van de verhuur van een of meerdere kamers voor dagdelen of enkele uren.

Artikel 9 Fastfood

  • 1. Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van een fastfoodvestiging.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid genoemde verbod ontheffing verlenen, echter uitsluitend voor gebouwen aan de Akerstraat en Plein.

  • 3. Een ontheffing als bedoeld in het tweede lid wordt slechts verleend indien: het aantal panden in gebruik ten behoeve van een fastfoodvestiging na het verlenen van de ontheffing niet meer bedraagt dan vijf in de Akerstraat en niet meer dan twee aan het Plein.

Paragraaf 2 Bescherming van de woonbestemming

Artikel 10 Woonbestemming

  • 1. Het is verboden al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en/of het gebruik van een gebouw geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van het realiseren van een andere dan de woonbestemming. Dit verbod is niet van toepassing ten aanzien van een kantoorgebouw in of ten behoeve van een woning mits de hoofdfunctie "wonen" blijft gehandhaafd. Hiervan is sprake indien het pand voor minimaal 2/3 deel tot bewoning bestemd blijft. Onder kantoorgebouw wordt in dit verband mede verstaan een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd voor het uitoefenen van (neven)werkzaamheden aan huis.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid genoemde verbod voorzover zulks niet leidt tot een achteruitgang van de woon-en werkomstandigheden in of het uiterlijk aanzien van het gebied waarvoor dit verbod van kracht is.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen van het in het eerste lid bepaalde indien:

    a. het gebouw qua aard en ligging ongeschikt is voor de functie "wonen";

    b. de vestiging van een bijzondere winkelformule aan de orde is, welke van belang is voor en een goede aanvulling betekent op het bestaande voorzieningenniveau.

Hoofdstuk 4 Procedurebepalingen

Paragraaf 1 Algemene bepalingen terzake ontheffing

Artikel 11 Aanvraag om ontheffing dan wel vergunning

  • 1. Voor het verkrijgen van een ontheffing dan wel een vergunning niet zijnde een sloopvergunning als bedoeld in artikel 15 moet een schriftelijke aanvraag worden ingediend. De aanvrager moet hiertoe gebruik maken van het door of namens burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier. De gegevens als gevraagd op dit aanvraagformulier moeten bij het indienen van de aanvraag verstrekt worden. Het aanvraagformulier moet worden ondertekend door de aanvrager en voorover een gemachtigde wordt aangewezen de gemachtigde.

    Niet van toepassing is het vereiste tot het indienen van een schriftelijke aanvraag ter verkrijging van een ontheffing indien:

    a. een aanvraag om bouwvergunning als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet wordt ingediend.

    b. een verzoek tot wijziging van een ingevolge het bestemmingsplan vigerende bestemming wordt ingediend. De verzoeken als bedoeld onder a en b worden geacht mede een verzoek in te houden tot het verlenen van een ontheffing ingevolge deze verordening.

  • 2. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid moet in tweevoud worden ingediend bij burgemeester en wethouders. 3. Wanneer meerdere aanvragen worden ingediend voor hetzelfde gebruik in dezelfde straat worden de aanvragen in volgorde van ontvangst bij de gemeente afgehandeld.

Artikel 12 Bevoegdheid tot het stellen van voorwaarden

Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de bescherming van de woon- en werkomstandigheden in of het uiterlijk aanzien van het gebied waarop deze verordening van toepassing is, voorwaarden verbinden aan een ontheffing dan wel een vergunning.

Artikel 13 Overdraagbaarheid van een ontheffing/vergunning

Burgemeester en wethouders schrijven een ontheffing op verzoek van degene op wiens naam de vergunning dan wel de ontheffing is gesteld of van diens rechtverkrijgende, over op naam van een ander.

Artikel 14 Intrekken of wijzigen van een ontheffing/vergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing dan wel een vergunning intrekken of wijzigen indien blijkt dat: a. de ontheffing dan wel de vergunning is verleend ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave en niet verleend zou zijn indien de gegevens

ten tijde van de aanvraag bekend waren.

b. niet voldaan wordt aan voorwaarden welke zijn verbonden aan de ontheffing dan wel de vergunning.

c. binnen 26 weken na de dag waarop de ontheffing dan wel de vergunning is verleend, hiervan geen gebruik is gemaakt of indien het gebruik langer dan 26 weken is gestaakt.

d. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing of vergunning is vereist.

e. indien de houder van de ontheffing of vergunning of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Paragraaf 2 Sloopvergunning

Artikel 15 Aanvraag sloopvergunning

  • 1. Voor het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 20 eerste lid van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing moet een schriftelijke aanvraag worden ingediend. De aanvrager moet hiertoe gebruik maken van het door of namens burgemeester en wethouders vastgestelde aanvraagformulier. De gegevens als gevraagd op dit aanvraagformulier moeten bij het indienen van de aanvraag verstrekt worden. Het aanvraagformulier moet worden ondertekend door de aanvrager en, voorzover een gemachtigde wordt aangewezen, de gemachtigde.

  • 2. Bij het indienen van de aanvraag om sloopvergunning moeten de navolgende bescheiden worden overgelegd.

    a. een situatietekening, schaal tenminste 1:1000, waaruit blijkt de situering van het te slopen bouwwerk en de aangrenzende terreinen met de daaop voorkomende bebouwing.

    b. een beschrijving van de wijze waarop het slopen zal plaatsvinden. c. een of meer tekeningen waaruit blijkt:

    - de plattegrond van iedere bouwlaag van het te slopen bouwwerk;

    - lengte- en dwarsdoorsnede;

    - de gevelaanzichten.

    Deze bescheiden moeten voldoen aan de in bijlage 1 van de bouwverordening in artikel 6 eerste tot en met derde lid gestelde eisen. d. tekeningen of foto's van de op de belendende percelen aanwezige bebouwing. Deze verplichting geldt niet indien door of namens burgemeester en wethouders wordt medegedeeld dat het overleggen van deze bescheiden niet noodzakelijk is in verband met de beoordeling van de aanvraag.

  • 3. De aanvraag om sloopvergunning bestaat uit de in het eerste en tweede lid genoemde bescheiden.

  • 4. De aanvraag om sloopvergunning moet in drievoud worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 5. De aanvraag mag meer dan 1 bouwwerk betreffen, indien zij betrekking heeft op het slopen van bouwwerken op hetzelfde terrein of op met elkaar samenhangende terreinen.

Artikel 16 Overdraagbaarheid van een sloopvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders schrijven een sloopvergunning op verzoek van degene op wiens naam de vergunning is gesteld of van diens rechtverkrijgende over op naam van een ander.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen daarbij de voorwaarde stellen dat bij de overdracht - voorzover van toepassing - tevens de tenaamstelling van de bouwvergunning en/of de daarbij vereiste bankgarantie als bedoeld in artikel 26 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing wordt overgeschreven.

Hoofdstuk 5 Straf-en slotbepalingen

Artikel 17 Strafbepalingen

Overtreding van het bepaalde in deze verordening is een strafbaar feit in de zin van artikel 47 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

Artikel 18 Citeertitel

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Leefmilieuverordening Akerstraat en omgeving ".

Ondertekening

Vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 31 mei 2000.
De voorzitter, de secretaris,
JJM Som mr. CM Kuikman