Destructieverordening 2007

Geldend van 11-01-2007 t/m heden

Intitulé

Destructieverordening 2007

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    wet: de Destructiewet;

  • b.

    destructiemateriaal: dode honden, dode katten en het krachtens artikel 2, tweede lid, van de wet aangewezen dierlijke afval.

  • c.

    aangifteplichtige: degene die als houder of eigenaar van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen.

Artikel 2

Burgemeester en wethouders wijzen een of meer verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.

Artikel 3

De aangifteplichtige is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het estructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren of te doen vervoeren naar de naastbij gelegen verzamelplaats en het daar aan te geven en af te staan.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de aangifte, het vervoer en de overdracht van het destructiemateriaal, alsmede omtrent de afgifte daarvan bij de verzamelplaats.

Artikel 5

Tot het tijdstip van afgifte is de afgifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.

Artikel 6

De artikelen 3 en 5 vinden geen toepassing voor zover artikel 30 van het Destructiebesluit van toepassing is.

Artikel 7

Deze verordening kan worden aangehaald als Destructieverordening 2007.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking één dag na publicatie.