Telecommunicatieverordening

1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college. Het college kan op bepaalde gronden van deze termijn afwijken met opgave van redenen.

2. In geval van reparaties, onderhoud aan of het maken van aansluitingen op bestaande kabels moet voorafgaande aan de werkzaamheden een melding aan het college worden gedaan. Bij storingen, waarvoor uitstel van het verhelpen niet mogelijk is en de storing buiten normale werktijden plaatsvindt, dient de melding bij het college achteraf, doch uiterlijk binnen 48 uur, te worden gedaan.

3. De aanbieder dient omwonenden langs het tracé waar de werkzaamheden worden uitgevoerd minimaal veertien dagen voor de start schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

1. Voor de melding maakt de aanbieder gebruik van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

2. Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

• a.

  de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit afgegeven registratie;

• b.

  een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

• c.

  naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert;

• d.

  een opgave van de soort kabel en het beoogde gebruik;

• e.

  welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

• f.

  een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

• q

  een opgave van het gewenste tracé;

• q

  een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

• q

  een omschrijving van eventuele opbrekingen;

• q

  de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

• q

  de lengte en breedte van de kabelsleuf;

• q

  de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

• q

  het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

• q

  naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden;

• q

  Een opgave van het aantal mantelbuizen dat direct in gebruik wordt genomen en van het aantal buizen dat niet direct gevuld wordt.

3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoog-plichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

4. De aanbieder ontvangt van het college een ontvangstbevestiging met daarop vermeld de datum van binnenkomst van het meldingsformulier.

5. De aanbieder is verplicht al haar kabels binnen het grondgebied van de gemeente Koggenland te laten registeren bij het kabel- en leidinginformatiecentrum (KLIC).

6. Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt.

1. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de:

• a.

  openbare orde;

• b.

  het voorkomen of beperken van schade of overlast;

• c.

  de bruikbaarheid van de openbare gronden;

• d.

  het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

• e.

  het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

• f.

  de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

• g.

  de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

• h.

  de bescherming van groenvoorzieningen.

2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

3. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-) straatwerkzaamheden in Noord-Holland van december 2000 en, voorzover van toepassing de Leidraad Coördinatie tussen nutsbedrijven en grondbeheerders bij de voorbereiding en uitvoering van gecombineerde kabel- en leidingswerkzaamheden van 7 april 1998, zoals deze nadien zijn gewijzigd.

4. De aanbieder is leges verschuldigd conform de legesverordening Koggenland 2007, inclusief de wijzigingen, zoals deze nadien zijn vastgesteld.

5. Voor het realiseren van (huis)aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan 10 meter is geen instemming van het college noodzakelijk. Deze werkzaamheden moeten minimaal drie werkdagen voor de uitvoering bij de gemeente schriftelijk worden gemeld.