Regeling vervallen per 12-11-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent de rekenkamercommissie Verordening Rekenkamercommissie Koggenland 2017

Geldend van 11-05-2017 t/m 11-11-2020

Intitulé

Verordening Rekenkamercommissie Koggenland 2017

De raad van de gemeente Koggenland;

heeft het voorstel van de rekenkamercommissie en van het presidium gelezen en neemt de onderbouwing daarvan over, en

besluit vast te stellen de

Verordening Rekenkamercommissie Koggenland 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie, niet zijnde raadslid;

  • b.

    Intern lid: lid van de rekenkamercommissie die raadslid is;

  • c.

    Extern lid: lid van de rekenkamercommissie die geen raadslid is;

  • d.

    Gemeentebestuur: leden van de gemeenteraad, raadscommissies en college van burgemeester en wethouders en burgemeester;

  • e.

    Raad: gemeenteraad;

  • f.

    College: college van burgemeester en wethouders;

  • g.

    Presidium: procedureel overlegplatform van alle fractievoorzitters in de gemeenteraad;

  • h.

    Griffie: ondersteunende afdeling voor de raad van de gemeente Koggenland;

  • i.

    Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Koggenland;

  • j.

    Secretaris: de persoon die conform artikel 9 is aangesteld door de rekenkamercommissie;

  • k.

    Budget: het door de gemeenteraad in de begroting opgenomen bijdrage per inwoner voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamercommissie.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie;

  • 2. De commissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd zoals genoemd in artikel 14 van deze verordening;

  • 3. De gemeentelijke rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Dit verslag wordt ter kennisgeving aan de raad aangeboden.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. De gemeentelijke rekenkamercommissie bestaat uit maximaal 5 leden: een externe voorzitter, twee externe leden en twee interne leden waarvan één uit de coalitie en één uit de oppositie afkomstig is;

  • 2. De raad benoemt de interne leden op voordracht van het Presidium, waarbij een advies van de rekenkamercommissie is meegewogen. De raad benoemt de externe leden op gezamenlijke voordracht van het presidium en de rekenkamercommissie. De voordracht voor (her) benoeming van externe leden (waaronder de voorzitter) en benoeming van interne leden wordt voorbereid onder verantwoordelijkheid van de rekenkamercommissie en met betrokkenheid van maximaal twee raadsleden, en met betrokkenheid van de griffie;

  • 3. Bij de samenstelling van de rekenkamercommissie ziet de raad toe op een evenwichtige spreiding van competenties, welke voor het goed functioneren van de rekenkamercommissie van belang zijn. Daartoe stelt de raad, op voorstel van de rekenkamercommissie, voor de externe leden van de rekenkamercommissie een profielschets vast;

  • 4. Artikel 15 en artikel 81f van de Gemeentewet zijn van toepassing op de externe leden;

  • 5. Artikel 81f van de Gemeentewet is van toepassing op de raadsleden met uitzondering van de bepalingen onder k en q;

  • 6. De leden worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingstermijn van de gemeenteraad en kunnen twee maal worden herbenoemd;

  • 7. Voormalige bestuurders en voormalige ambtenaren van de gemeente en van de voormalige gemeenten Obdam en Wester-Koggenland kunnen niet als extern lid worden benoemd in de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Taken voorzitter

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en werkwijze, het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming en het onderhouden van contact met de raad, ambtelijke organisatie en pers. De voorzitter stuurt functioneel de secretaris aan en fungeert als budgethouder. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met onderzoekers en met de secretaris;

  • 2. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

Artikel 5 Eed

Ten aanzien van de leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Einde van het lidmaatschap

  • 1. De gemeenteraad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief in overeenstemming met hetgeen daarover in lid 2 van dit artikel is bepaald;

  • 2. Het lidmaatschap van het lid / de voorzitter eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap / voorzitterschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. De leden kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen;

  • 4. Het lidmaatschap van een intern lid eindigt daarnaast indien het lid aftreedt als lid van de raad.

Artikel 7 Vergoeding voor werkzaamheden voor externe leden

  • 1. De externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie een onkostenvergoeding in overeenstemming met het bepaalde in de verordening ex artikel 96 van de Gemeentewet;

  • 2. De werkelijk gemaakte kosten ter zake van andere werkzaamheden of bemoeiingen ten behoeve van de rekenkamercommissie, worden op declaratiebasis vergoed;

  • 3. Externe leden ontvangen een reiskostenvergoeding conform de wettelijke regeling;

  • 4. De genoemde vergoedingen en kosten komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 8 Budget rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd, binnen het aan haar beschikbaar gestelde budget, uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen van de externe leden;

    • b.

      de secretaris;

    • c.

      eventuele onderzoek medewerkers en/of externe deskundigen;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad. Deze verantwoording wordt opgenomen in het verslag zoals bedoeld in artikel 2 lid 3.

Artikel 9 Ondersteuning Rekenkamercommissie.

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt hoe zij de secretariële ondersteuning vorm geeft. Dit kan hetzij door een ambtenaar verbonden aan de griffie, hetzij door één van de leden, hetzij door inschakelen van een externe secretaris;

  • 2. Indien de rekenkamercommissie besluit tot ondersteuning door een interne ambtenaar (griffie), dient zij dit verzoek in bij de griffie;

  • 3. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde;

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, verzamelen van informatie, de vorming van dossiers, de afstemming met externe onderzoeksbureaus dan wel andere rekenkamercommissies, het organiseren van het ambtelijk en bestuurlijk hoor en wederhoor en de aanbieding van het rapport aan de voorzitter van de raad, communicatietaken en overige voorkomende secretariële taken;

  • 5. De secretaris legt rechtstreeks en uitsluitend verantwoording af aan de rekenkamercommissie ter zake van de werkzaamheden welke worden verricht voor de rekenkamercommissie;

  • 6. De secretaris is, indien sprake is van een interne medewerker van de gemeente, hiërarchisch ondergebracht bij de Griffie. Op de secretaris zijn de arbeidsvoorwaarden van de gemeente Koggenland van toepassing;

  • 7. Voor de uitvoering van een onderzoek kan de rekenkamercommissie gebruik maken van externe onderzoekers of in samenwerking met andere (regionale) rekenkamers onderzoek uitvoeren. De rekenkamercommissie kan ook (delen van) onderzoek zelf uitvoeren. Zie ook de bepalingen onder artikel 8.

Artikel 10 Uitgangspunten werkwijze commissie

  • 1. De commissie hanteert voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      De leden geven in gezamenlijkheid vorm aan haar taken (jaarverslag, onderzoeken, etc.);

    • b.

      De vergaderingen zijn besloten, waarbij bij monde van de voorzitter derden uitgenodigd kunnen worden;

    • c.

      Voor geldige besluiten dient de mening van alle leden meegenomen te worden. In beginsel streven we naar consensus. Anders wordt besloten bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid 1 stem heeft. Als alle stemmen staken beslist de voorzitter. Minderheidsstandpunten worden niet naar buiten gebracht;

    • d.

      Verslagen van vergaderingen zijn beknopt en uitsluitend bestemd voor haar leden;

    • e.

      De leden betrachten zorgvuldigheid en terughoudendheid over lopende onderzoeken en werkwijze van de commissie;

    • f.

      De commissie kan ook openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 2. De rekenkamercommissie stelt een onderzoeksprotocol op. Na vaststelling zendt de rekenkamercommissie het protocol ter kennisneming naar de raad.

Artikel 11 Openbaarheid/geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 en 11 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overgelegd, geheimhouding opleggen;

  • 2. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 12 Onderwerpselectie en onderzoeksopzet

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast en neemt dit op in het jaarplan;

  • 2. De rekenkamercommissie verricht minimaal één meer omvangrijk dan wel twee kleinere onderzoeken per jaar, voor zover dat past binnen het budget;

  • 3. Het in lid 1 bedoelde jaarplan wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd;

  • 4. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gronden aanvoeren, welke zijn gebaseerd op de in artikel 13 genoemde criteria.

Artikel 13 Toe te passen criteria bij de selectie van onderzoeksonderwerpen

Het onderzoek dient aan de volgende criteria te voldoen:

  • a.

    een actueel maatschappelijk belang te hebben;

  • b.

    een toegevoegde waarde te hebben en bruikbare resultaten op te leveren in de vorm van aanbevelingen;

  • c.

    toekomstgericht te zijn;

  • d.

    een antwoord te geven op beredeneerde twijfel omtrent doelmatigheid, doeltreffendheid en/of rechtmatigheid van het onderzoeksonderwerp;

  • e.

    te gaan over beleid of producten die reeds langer dan een jaar geleden ingevoerd zijn;

  • f.

    positief onderscheidend te zijn ten opzichte van andere onderzoeken (doordat het onderwerp niet eerder is onderzocht, er andere elementen onderzocht zijn of andere onderzoeken minder diepgaand/kwalitatief minder goed zijn uitgevoerd);

  • g.

    bij te dragen aan enige evenwichtige spreiding van de opvolgende onderzoeken over de gemeentelijke beleidsterreinen. Het onderzoek kan aan de volgend criteria voldoen:

  • h.

    een oplossing te bieden voor de risico’s (financieel, juridisch, imago, politiek en dergelijke) die de gemeente ten aanzien van het onderzoeksonderwerp loopt;

  • i.

    een substantieel financieel belang voor de gemeente te bevatten.

Artikel 14 Onderzoek en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De secretaris van de rekenkamercommissie kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen;

  • 2. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren van de gemeente verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht, binnen de door de rekenkamer te stellen redelijke termijn;

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • b.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarvan de gemeente tenminste 50% van het aandelenkapitaal houdt;

    • d.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.

  • 4. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen;

  • 5. Om een onderzoek van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

Artikel 15 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet;

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren;

  • 3. De rekenkamercommissie stelt de betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek in het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt verder wie ook als betrokkenen worden aangemerkt. Opmerkingen waar de rekenkamercommissie mee instemt kunnen in dit stadium nog aanleiding geven het onderzoeksrapport aan te passen;

  • 4. De rekenkamercommissie stelt daarna het college in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamercommissie te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeksrapport inclusief conclusies en aanbevelingen aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken;

  • 5. Na vaststelling van het onderzoeksrapport met de zienswijze van het college en een eventueel nawoord van de rekenkamercommissie als bijlage, wordt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 16 Behandeling onderzoeksrapporten

  • 1. Het presidium kan bepalen dat rapporten en overige stukken voorafgaande aan het Besluit worden behandeld in het gesprek en het Debat.;

  • 2. De voorzitter van de rekenkamercommissie kan door het presidium worden uitgenodigd bij de behandeling van het rapport in het Gesprek en daar het rapport toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden;

  • 3. De rapporten en overige stukken worden door de raad in zijn vergadering, binnen drie maanden na ontvangst, behandeld. Daarbij stelt de raad desgewenst een termijn vast waarbinnen het college met een plan van aanpak dient te komen ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen.

Artikel 17 Voorziening en verdere uitwerking

  • 1. In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie de gemeenteraad gehoord hebbende.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking;

  • 3. Per gelijke datum wordt ingetrokken de Verordening Rekenkamercommissie Koggenland 2010.

Ondertekening

De raad van de gemeente Koggenland,
Datum 1 mei 2017, agendapunt 3.05.
de griffier,
mevrouw drs. P.M. Tromp
de voorzitter,
R.Posthumus