Regeling vervallen per 16-01-2016

Verordening op de raadscommissie

Geldend van 10-05-2012 t/m 15-01-2016

Intitulé

Verordening op de raadscommissie

nr. 2012/ 22

De raad van de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. april 2012;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Verordening op de raadscommissie

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van de raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • d.

    vergadering: vergadering van de raadscommissie;

  • e.

    presidium: de commissie, als bedoeld in het Reglement van orde van de gemeenteraad artikel 5;

  • f.

    schriftelijk: op papier of per mail.

Hoofdstuk 2: Taken en samenstelling

Artikel 2 Taken

De raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het voorbereiden van besluitvorming door de raad;

  • b.

    het voeren van overleg met het college van burgemeester en wethouders of met de burgemeester;

  • c.

    het voeren van overleg met burgers en vertegenwoordigers van instellingen.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

  • 1. Alle raadsleden zijn lid van de raadscommissie, met inachtneming van artikel 4.2.

  • 2. Elke fractie bepaalt zelf welke fractieleden bij een raadscommissie aanwezig zijn.

  • 3. Elke fractie kan een plaatsvervangend lid aanwijzen dat bij afwezigheid van een commissielid als vervanger optreedt. De fractievoorzitter meldt aan de griffier wie namens de fractie als vervanger kan optreden.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en diens plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd. Bij afwezigheid van de plaatsvervangend voorzitter zit het langst zittende raadslid de vergadering voor.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 5 Griffier

  • 1. De griffier ondersteunt de raadscommissie.

  • 2. De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een lid en zijn plaatsvervanger houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 3.4 gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een (plaatsvervangend) lid ontslaan op voorstel van de fractie, waarvoor het lid zitting heeft in de raadscommissie.

  • 4. De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 5. Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Deelname aan de vergadering door anderen dan de leden

  • 1. De burgemeester en de wethouders zijn als regel uitgenodigd de vergadering bij te wonen met als doel:

    • a.

      de raadscommissie, op haar verzoek, te informeren over geagendeerde onderwerpen;

    • b.

      informatie te verschaffen in het kader van de actieve informatieplicht.

  • 2. De burgemeester en de wethouders kunnen medewerkers uit de gemeentelijke organisatie namens hen het woord laten voeren over technische vragen vanuit de raadscommissie.

  • 3. Inwoners en vertegenwoordigers van instellingen kunnen deelnemen aan de beraadslaging over agendapunten, waarvan het presidium heeft aangegeven dat deze geschikt zijn voor interactief debat.

  • 4. De raadscommissie kan bepalen dat de burgemeester, de wethouders en anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan beraadslagingen over bepaalde agendapunten.

  • 5. Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten deel te nemen aan de beraadslaging, zijn de bepalingen van dit reglement van toepassing.

Hoofdstuk 3: Vergaderingen

Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 8 Vergaderfrequentie

  • 1. De vergaderingen vinden in de regel plaats op een donderdagavond vanaf 19.30 uur in de raadszaal van het gemeentehuis.

  • 2. De raadscommissie vergadert zo vaak als zij daartoe heeft besloten.

Artikel 9 Oproep

  • 1. De griffier zendt namens de voorzitter ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. In spoedeisende gevallen kan de griffier namens de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

Artikel 10 De agenda

  • 1. Het presidium stelt de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor de leden op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Overige belangstellenden kunnen deze stukken inzien na toestemming van de griffier.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken in afwijking van het eerste lid, alleen ter inzage gelegd voor de leden.

Artikel 12 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in het regionale huis-aan-huisblad en door plaatsing op de website van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt: .

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering; .

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien; .

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 14.

    • d.

      de mogelijkheid tot het deelnemen aan het debat als bedoeld in artikel 15.

Orde van de vergadering

Artikel 13 Presentielijst

  • 1. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raadscommissie onmiddellijk de presentielijst.

  • 2. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening gesloten.

Artikel 14 Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit ten minste 24 uur voor de aanvang van de vergadering bij de griffier. Inspreker vermeldt daarbij zijn naam, telefoonnummer, het onderwerp waarover en namens wie hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de insprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de inspreker.

  • 7. De voorzitter en de leden hebben het recht de inspreker vragen te stellen. Na het antwoord van de inspreker kunnen de voorzitter en de leden nog eenmaal een korte reactie daarop geven.

  • 8. Een burger die gebruik maakt van het recht om in te spreken kan bij hetzelfde onderwerp geen gebruik maken deelname aan het debat zoals bedoeld in artikel 15.

Artikel 15 Deelname aan het debat door inwoners

  • 1. Inwoners en vertegenwoordigers van organisaties worden in de gelegenheid gesteld om tijdens vergaderingen van de raadscommissie deel te nemen aan het debat over op de agenda vermelde onderwerpen van algemeen belang. Indien sprake is van een persoonlijk belang, is deelname niet mogelijk. In dat geval kan gebruik worden gemaakt van het spreekrecht (artikel 14).

  • 2. Het presidium besluit of een onderwerp geschikt is voor een interactief debat.

  • 3. Degene die van deze gelegenheid gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 48 uur voor de vergadering bij de griffier. Deelnemer vermeldt zijn naam, telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. Deelnemers aan het debat dienen zich te houden aan de regels in deze verordening.

  • 5. Degene die gebruik maakt van het recht om deel te nemen aan het debat kan bij hetzelfde onderwerp geen gebruik maken van het spreekrecht zoals bedoeld in artikel 14.

Artikel 16 Verslag

  • 1. Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld, al dan niet gewijzigd.

  • 2. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

  • 3. Het verslag van de vergadering wordt opgesteld onder de zorg van de griffier

  • 4. Het verslag bevat:

  • 5. De namen van de voorzitter, de griffier, de namen van de ter vergadering aanwezige leden, met afzonderlijke vermelding der leden, die na de opening ter vergadering verschijnen of de vergadering voor de sluiting verlaten

  • 6. Een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest

  • 7. Namen van degenen die op grond van artikel 14 en 15 het woord hebben gevoerd.

  • 8. Voor de verslaglegging van de vergadering wordt tevens gebruikgemaakt van geluidsbanden of andere technische hulpmiddelen.

Artikel 17 Lijst van toezeggingen

  • 1. De griffier actualiseert de lijst van toezeggingen, gedaan door het college tijdens vergaderingen van de raad en de raadscommissie.

  • 2. De geactualiseerde lijst van toezeggingen wordt geagendeerd in de vergadering.

  • 3. De raadscommissie brengt wijzigingen aan in deze lijst en stelt de lijst vast.

Artikel 18 Lopende zaken

  • 1. Tijdens het agendapunt ‘lopende zaken’ informeert het college de raadscommissie actief over actuele zaken.

  • 2. Per onderwerp is sprake van één ronde, tenzij raadscommissie anders beslist. De leden krijgen eenmalig de gelegenheid hun mening te geven of vragen te stellen, tenzij de raadscommissie anders beslist. Het college gaat daarna alleen nog op verzoek van de voorzitter in op vragen of opmerkingen van de leden.

  • 3. Ieder lid kan, met inachtneming van deze verordening, de raadscommissie verzoeken om een onderwerp waarover het college informeert, als agendapunt op te nemen voor een volgende vergadering.

Artikel 19 Vragenhalfuur

  • 1. Tijdens de vergadering is er een vragenhalfuur, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend.

  • 2. Een commissielid dat tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, meldt zijn vraag ten minste 24 uur en ingeval van spoedeisende vragen 6 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffier. Vragen die tussen 24 en 6 uur tevoren worden ingediend, mogen tijdens het vragenhalfuur gesteld worden vanwege het actualiteitsaspect, maar het is aan het college om de vraag op dat moment wel of niet te beantwoorden. Beantwoording dient in ieder geval plaats te vinden binnen 14 dagen na de vergadering.

  • 3. De griffier zorgt dat de gestelde vragen ter kennis komen van de overige leden van de commissie en het college, uiterlijk bij aanvang van de vergadering.

  • 4. De voorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen, als hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of als het onderwerp in de commissievergadering op diezelfde dag aan de orde komt.

  • 5. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenhalfuur aan de orde worden gesteld.

  • 6. De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college en voor de overige leden van de commissie.

  • 7. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 8. Na beantwoording door het college krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 9. Vervolgens kan de voorzitter andere leden van de commissie het woord geven om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college vragen te stellen over hetzelfde onderwerp

  • 10. Tijdens het vragenhalfuur worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 20 Volgorde sprekers

Een lid voert slechts het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

Artikel 21 Spreektijden en –termijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Het presidium bepaalt vooraf de maximale spreektijd per agendapunt. De spreektijd is voor alle fracties gelijk. De voorzitter bewaakt de spreektijd van alle leden.

  • 3. In de eerste termijn kunnen fracties vragen stellen die door het college worden beantwoord.

  • 4. In de tweede termijn beperken de fracties zich tot het onderling uitwisselen van standpunten.

  • 5. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 6. Een lid mag in de eerste termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel. In de tweede termijn mag dit wel.

  • 7. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 22 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 23 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: .

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit gebeurt over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 24 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, formuleert de voorzitter het advies aan de raad. Hij geeft daarbij ook aan of het voorstel als bespreekpunt of als hamerstuk in de raad wordt behandeld.

  • 3. De raadscommissie beslist over het adviesvoorstel van de voorzitter.

Hoofdstuk 4: Besloten vergadering

Artikel 25 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige

toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de

vergadering.

Artikel 26 Verslag

  • 1. Het verslag van een besloten vergadering worden uitsluitend aan de leden en de aanwezige leden van het college uitgereikt.

  • 2. Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

  • 3. Het vastgestelde raadscommissieverslag wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 27 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden op grond van artikel 86 van de Gemeentewet. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Hoofdstuk 5: Toehoorders en pers

Artikel 28 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken.

Artikel 29 Geluid- en beeldregistraties

Degenen, die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties

willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn

aanwijzingen.

Hoofdstuk 7: Slotbepalingen

Artikel 30 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, of bij twijfel over de toepassing van

deze verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 31 inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als verordening op de commissie 2012.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 10 mei 2012.

  • 3. Op het in lid twee genoemde tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissie 2011 gemeente Kollumerland c.a., vastgesteld bij raadsbesluit van januari 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 3 mei 2012,
I.L. Rozemeijer, griffier
B.Bilker, voorzitter