Regeling vervallen per 31-12-2018

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2018

Geldend van 30-12-2017 t/m 30-12-2018

Intitulé

‘Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2018’

De raad van de gemeente Kollumerland c.a;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 21 november 2017;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-

    zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt is vastgesteld.

    2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de

    heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

    • 3.

      In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.

    • 4.

      De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt

    overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet , met dien

    verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

    • 5.

      De belasting bedraagt bij een waarde van:

      • a.

        € 0,00 tot en met € 110.000,00: € 354,90

      • b.

        € 110.001,00 tot en met € 131.000,00: € 408,65

      • c.

        € 131.001,00 tot en met € 152.000,00: € 464,40

      • d.

        € 152.001,00 tot en met € 173.000,00: € 519,15

      • e.

        € 173.001,00 tot en met € 194.000,00: € 574,95

      • f.

        € 194.001,00 en hoger: € 629,70

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de

aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel

van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 9

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2017 van 15 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening Forensenbelasting 2018'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2017.
De griffier,
T.Toren
De burgemeester,
B.Bilker.