Regeling vervallen per 31-12-2018

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

Geldend van 08-08-2018 t/m 30-12-2018

Intitulé

‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018’

De raad van de gemeente Kollumerland c.a;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 21 november 2017;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet; 

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

Dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 1.

    Week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • 2.

    Maand: het tijdvak dat loopt van n e dag in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is.

  • 3.

    Jaar: het tijdvak dat loopt van de n e dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;

  • 4.

    Kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      Het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      Het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald

over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • 1.

    Het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen; stukken, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen;

  • 2.

    Het aan belanghebbenden verstrekken van minuten, afschriften of uittreksels van besluiten, akten en beschikkingen houdende: de benoeming van ambtenaren en leden van colleges of commissies dan wel de verhoging van de bezoldiging van ambtenaren en leden van colleges of commissies;

  • 3.

    De aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging daarvan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie- of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • 4.

    Het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • 5.

    De aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • 6.

    Nasporingen in de bij het gemeentearchief berustende stukken welke uitsluitend strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel;

  • 7.

    Het afgeven van stukken en het verstrekken van inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;

  • 8.

    Het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • 1

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel;

  • 2

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet;

  • 3

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota, aanslag, of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      Mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      Schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 28 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen;

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges, voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Overgangsrecht

1.De ‘Verordening legesverordening 2017’ van 15 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling, datum ingang heffing en citeertitel

  • 1.

    De verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 van 15 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2018".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2017.
De griffier,
T.Toren
De burgemeester,
B.Bilker

Tarieventabel, behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Kollumerland c.a. tot vaststelling van de verordening op de heffing en de invordering van leges 2018 van 21 december 2017.

Indeling tarieventabel

Titel 1: Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de gemeentelijke Basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister (n.v.t.)

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens (n.v.t.)

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet (n.v.t)

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

Hoofdstuk 13 Gemeentegaranties (n.v.t)

Hoofdstuk 14 (Markt)standplaatsen

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang (n.v.t.)

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20 Diversen

Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/

omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning (n.v.t)

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project (n.v.t)

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding (n.v.t)

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3: Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte (n.v.t)

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening (n.v.t.)

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening (n.v.t.)

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met ceremonie;

 

1.1.1.1

op een andere dag of een ander uur dan ingevolgde artikel 4 van de 23 april 1879, stbl72 voor kosteloze huwelijksvoltrekkingen is bepaald, wet van met uitzondering van de dagen genoemd onder :

179,30

1.1.1.2

op een zaterdag:

458,30

1.1.1.3

Wanneer het huwelijk of partnerschap wordt voltrokken op een alternatieve locatie, dan worden de onder 1.1.1.1 en 1.1.1.2 vermelde leges vermeerderd met de door de gemeente te betalen huur voor die locatie.

 

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van;

 

1.1.2.1

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

14,55

 

1.1.2.2

Inclusief uittreksel Burgerlijke Stand 27,75

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

17,45

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen, per getuige:

17,20

1.1.1.4

Voor het aanwijzen van een trouwlocatie voor eenmalig gebruik, bedraagt het tarief:

159,15

1.1.1.4.1

Het tarief bedraagt voor benoeming van een onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag:

104,95

  

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart (Wettelijke afger. max. tarieven)    

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1.

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

65,30

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar

52,00

 

nog niet heeft bereikt:

 

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):  

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

 65,30

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

 52,00

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld:

 

 

(faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

65,30

1.2.3.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar

 

 

nog niet heeft bereikt:

52,00

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

52,00

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

51,00

1.2.5.2

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar

 

nog niet heeft bereikt:

29,00

1.2.6

tot het aanbrengen van een wijziging in een reisdocument als bedoeld in de subonderdelen 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3, en 1.2.4: niet van toepassing.

 

1.2.7

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van:

47,55

    

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen (wett.maximumtarieven)

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

39,45

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd

met:

 34,10

1.3.3

Indien de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk

document bij de aanvraag niet of niet compleet kan worden overlegd, worden de ter zake verschuldigde leges verhoogd met:

 17,00

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de gemeentelijke Basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.2 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke Basisregistratie personen persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.  

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

6,10

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens

gedurende de periode van één jaar:

 

1.4.2.2.1

voor 100 verstrekkingen:

96,90

1.4.2.2.2

voor 500 verstrekkingen:

388,20

1.4.2.2.3

voor 1.000 verstrekkingen:

627,65

1.4.2.2.4

voor 5.000 verstrekkingen:

2.790,50

1.4.2.2.5

voor 10.000 verstrekkingen:

4.890,50

1.4.2.3

tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van:

 

 

geborenen , per kalenderjaar:

84,35

 

overledenen, per kalenderjaar:

27,85

 

van zowel geborenen en overledenen, per kalenderjaar:

102,80

1.4.2.4

Indien het verstrekken van de opgaven in de loop van een kalenderjaar een aanvang neemt is voor elke nog niet geëindigde maand in dat kalenderjaar één tiende verschuldigd van de onder a t/m c genoemde bedragen tot maximaal die bedragen. Indien de opgaven met adressen worden verstrekt, bedraagt de leges 1.5 maal onder a t/m c genoemde bedragen.

 

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke

basisregistratie, per kwartier (of gedeelte daarvan):

17,20

1.4.4. vervallen met ingang van 2014

1.4.5. In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in

behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens

Met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit

basisregistratie personen: 23,60

1.4.6 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in

behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van

gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:  2,27

1.4.7. Indien de onder 1.4.2. genoemde stukken op verzoek van de aanvrager aan de aanvrager worden toegezonden, worden de aangegeven tarieven verhoogd met de door de gemeente te betalen portokosten.

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister: n.v.t.

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens: n.v.t.

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken (tarieven 1.7.1.1 zijn excl. BTW)

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verstrekken van een;

 

1.7.1.1

exemplaar jaarverslaggeving

27,35

 

 

 

 

exemplaar productenbegroting:

29,00

 

 

 

 

exemplaar programmabegroting:

32,85

 

 

 

 

 

   

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de GBKN

(Grootschalige Basiskaart Nederland) per kwartier (of een gedeelte daarvan):

 17,20

1.8.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot informatieverstrekking GBKN of andersoortige vastgoedinformatie in,

 

 

A3 of A4 formaat:

14,30

 

idem in A0-, A1- of A2 formaat:

 13,30

1.8.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit de gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het  verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9,  eerste lid, onder c, van die wet: 17,20

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken  (Wettelijke maximumtarief 2018 van toepassing, zodra deze bekend is)  

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag;

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag;

41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn:

 6,10

1.9.3

tot het verkrijgen van een uittreksel uit de Basisregistratie personen:

 6,10

1.9.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening:

 4,35

1.9.5

voor het ter legalisatie opzenden van een stuk:

 2,90

1.9.6

Voor overige afschriften dan wel uittreksels uit de Burgerlijke stand (o.a. attestatie de vita), worden de tarieven in rekening gebracht, zoals die zijn opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

  

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Voor onderzoek van de in de archiefplaats gedeponeerde archieven per kwartier of een gedeelte daarvan, voor zover daarbij een medewerker(ster) van de gemeente behulpzaam is, bedraagt het tarief:

 17,20

1.10.2

Vervallen m.i.v. 1 januari 2018

 

  

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet: n.v.t.

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet:

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in art. 15, eerste lid van de Leegstandswet:

 62,60

1.12.2

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in art. 15, vierde lid, van de Leegstandswet:

 62,60

1.12.3

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1 en 1.12.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie: n.v.t.

     

Hoofdstuk 14 (Markt)standplaatsen

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.14.1

een vergunning om in de gemeente een standplaats in te nemen, geldig voor:

 

 

een dag:

5,75

 

ten hoogste een week:

13,90

 

ten hoogste een maand:

27,85

 

ten hoogste drie maanden:

55,75

 

ten hoogste zes maanden:

83,65

 

ten hoogste een jaar: 

125,60

 

langer dan een jaar:

180,70

1.14.2 Indien voor afgifte van de vergunning een publicatie nodig is, dan worden de

tarieven genoemd onder 1.14.1 verhoogd met:  34,15

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.15.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het

Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet, uitgezonderd een ontheffing voor een incidentele verruiming van de openingstijdenwet:

 39,00

1.15.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde

ontheffing over te dragen aan een ander:

 19,25

1.15.3

tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing

 19,25

   

Hoofdstuk 16 Kansspelen (maximum tarieven)

 

1.16.1

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het aanleggen en houden van een kansspel als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Wet op de Kansspelen:

 

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

9,40

1.16.2.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

56,50

1.16.2.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten,

 

 

voor de eerste kansspelautomaat:

56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

34,00

1.16.2.3

 

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar  of voor onbepaalde tijd:

226,50

1.16.2.4

 

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een

periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd,

 

 

voor de eerste kansspelautomaat:

226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

136,00

 

Hoofdstuk 17 Kinderopvang: n.v.t.

 

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

 

1.18.1

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband

met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de

Telecommunicatiewet:

 418,25

1.18.1.2

 

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen

gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het

netwerk, verhoogd met:

 279,65

1.18.1.3

 

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel

plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.18.1.4

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.1.3 is uitgebracht, wordt een melding

in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting

aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag

schriftelijk is ingetrokken.

 

     

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

35,85

1.19.2

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de

Regeling voertuigen:

 35,85

1.19.3

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) als bedoeld in

artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

(BABW):

 24,65

   

Hoofdstuk 20 Diversen  (LET OP: TARIEVEN 1.20.2 t/m 1.20.4 ZIJN EXCL. BTW).

 

1.20.1

M.i.v. 1-1-2013 opgenomen in de verordening Reinigingsheffingen.

 

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het door of vanwege de gemeente buiten opslaan van goederen, per dag:

5,45

 

Het tarief bedraagt voor het door of vanwege de gemeente binnen opslaan van goederen, per dag:

27,50

1.20.3

Voor het vervaardigen van (fotografische) afdrukken van tekeningen per m2:, waarbij;

7,05

 

A4 formaat = 0,0625 m2A3 formaat = 0,125 m2A2 formaat = 0,25 m2A1 formaat = 0,5 m2A0 formaat = 1 m2

 

1.20.3.1

Verschuldigd is voor het afgeven/verstrekken van:

 

 

Fotokopie/afdruk:

 

 

Zwart:

 

 

Formaat A4:

0,30

 

Formaat A3:

0,40

 

Kleur:

 

 

Formaat A4:

0,60

 

Formaat A3:

0,80

1.20.3.2

Verschuldigd is voor het afgeven/verstrekken van:

 

 

Scans:

 

 

scan of digitale opname 1-50 scans:

0,25

 

meer dan 50 scans

0,15

 

Verzending per e-mail:

Gratis

 

Bestand op USB-stick:

7,95

1.20.3.2.1

Bovenop de bedragen onder 1.20.3, 1.20.3.1 en 1.20.3.2 kan geheven worden:

 

 

Verzend- en administratiekosten:

5,25

 

Opdrachtkosten:

7,45

1.20.3.3

vervallen

 

1.20.3.4

 

Voor het afgeven van een exemplaar van een gemeentelijke verordening of

 plan per vier bladzijden geheel of gedeeltelijk bedrukt:

1,10

1.20.3.5

 

Voor het verlenen van hulp bij het opmaken van stukken, tekeningen, nodig bij

het aanvragen van vergunningen volgens wetten of verordeningen, hierna niet

afzonderlijk genoemd, per kwartier (of een gedeelte daarvan):

17,20

1.20.4

 

Voor het elders aanvragen van bewijzen, extracten, verklaringen of andere

stukken of uittreksels, onverminderd de daarop vallende legeskosten, per aan

te vragen stuk:

4,65

1.20.4.1

 

Voor het vertalen van een in het Fries opgesteld schriftelijk stuk naar

het Nederlands, is verschuldigd per kwartier (of een gedeelte daarvan):

17,20

1.20.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een

andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere

beschikking:

43,90

1.20.6

Indien de onder dit Hoofdstuk 20 genoemde stukken op verzoek van de aanvrager aan de aanvrager worden toegezonden, worden de aangegeven tarieven verhoogd met de door de gemeente te betalen portokosten.

 

1.20.7

Wob-verzoeken

 

1.20.7.1

 

Voor het verstrekken van kopieën van documenten op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wet openbaarheid van bestuur wordt een vergoeding in rekening gebracht.

 

1.20.7.2

 

De vergoeding die in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van schriftelijke stukken, bedraagt:

 

 

voor minder dan 6 kopieën:

Gratis

 

voor 6 tot 13 kopieën:

4,10

 

voor 14 of meer kopieën (bedrag per kopie):

0,30

1.20.7.3

Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van ander materiaal dat gegevens bevat, bedraagt deze niet meer dan de kostprijs.

 

1.20.7.4

Voor het verstrekken van een uittreksel van een document of een samenvatting van de inhoud van een document op grond van artikel 7, eerste lid, onder c, van de Wet openbaarheid van bestuur wordt een vergoeding in rekening gebracht.

 

1.20.7.5

 

Wanneer een vergoeding in rekening wordt gebracht, bedraagt deze 2,30 per pagina van het uittreksel of de samenvatting.

 

Zie volgende blad: ‘Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/

Omgevingsvergunning’

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/

 omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Bovengenoemde bouwkosten worden gecontroleerd aan de hand van het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde besluit van 5 januari 2010, genaamd: "Richtlijn bouwkosten en legeskosten" en dient als bodem voor de controle van de bouwkostenberekening

2.1.1.3

Vervallen

 

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

2.1.1.5

Gebruiksoppervlakte: gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580

 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag,

 

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een

voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

 155,30

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3.0

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de

verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling, of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd!

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

2.3.1.1.A

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor iedere € 1.000 van de kosten van het werk (bouwkosten), waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, met een minimum van 58,35:

“In afwijking van artikel 2.3.1.1. en artikel 4 lid l van de legesverordening, bedragen de leges voor de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteiten voor een opstelling van een zonnepanelenstellage op de grond € 202,80, indien het plan tot uitvoering wordt gebracht door een aanvrager welke in het bezit is van het keurmerk “MienskipsEnergie”.

 19,70

 

  

Extra welstandstoets

 

2.3.1.2

Het bedrag genoemd in de onderdeel 2.3.1.1. wordt, wanneer terzake van de aanvraag een advies wordt gevraagd van de commissie voor de welstandszorg en monumentenzorg verhoogd met het bedrag dat door de genoemde commissie bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht.

 

Verplicht advies agrarische commissie (n.v.t.)

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.3

Naast het normale tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wabo waarbij de aanvraag of het verzoek een gevolg is van geconstateerde illegale bouw en/of strijdig gebruik:

 135,05

 

 

 

 

Beoordeling aanvullende gegevens (n.v.t.)

 

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,

bedraagt het tarief:

 363,80

2.3.2.2

naast het normale tarief als bedoeld in nummer 2.3.2.1 waarbij de aanvraag of

het verzoek een gevolg is van geconstateerde illegale werkzaamheden.

 135,05

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit (n.v.t.)

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

(binnenplanse afwijking):

 327,50

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse kleine afwijking):

327,50

2.3.4.3a

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

(buitenplanse afwijking):

2.856,40

2.3.4.4

Vervallen met ingang van 1-1-2016.

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

Naast het normale tarief voor een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wabo waarbij de aanvraag of het verzoek een gevolg is van geconstateerde illegaal gebruik:

135,05

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

182,30

 

vermeerderd met een bedrag per gebruiksoppervlakte;

 

 

tot 100 m2

138,15

 

van 100 tot 500 m2 een bedrag per m2

1,29

 

van 500 tot 2.000 m een vast bedrag

423,60

 

vermeerderd met een bedrag per m2

0,55

 

van 2.000 tot 5.000 m2 een vast bedrag

1.188,40

 

vermeerderd met een bedrag per m2

0,16

 

van 5.000 tot 50.000 m2 een vast bedrag

1.755,20

 

vermeerderd met een bedrag per m2

0,05

 

vanaf 50.000 m2 een vast bedrag

2.389,95

 

vermeerderd met een bedrag per m2

0,04

          

 

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo bedraagt het tarief voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

     

149,65

 

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

58,80

 

 

 

 

Asbesthoudende materialen (n.v.t.)

 

 

 

 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

2.3.8.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

50,05

2.3.9

Uitweg/inrit

 

2.3.9.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen, of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

50,05

2.3.10

Reclamevergunning

 

2.3.10.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor een vergunning is vereist, bedraagt het tarief:

35,05

2.3.11

Kappen

 

2.3.11.1

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of als bedoeld in art. 20 van de gemeentelijke bomenverordening en artikel 2.2 lid 1, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

35,05

2.3.12

Opslag van roerende zaken (n.v.t.)

 

2.3.13

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (n.v.t.)

2.3.14

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet (n.v.t.)

 

 

Andere activiteiten

 

2.3.15

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.15.1

 

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

(nader in de Wabo in te vullen Amvb)

 

 46,85

2.3.15.2

 

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of

waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft:

 46,85

2.3.15.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:

 46,85

      

2.3.16

   

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen

plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.16.1

 

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.16.2

 

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.17

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.17.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

91,20

2.3.17.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

 91,20

2.3.17.3

voor het, op grond van een historisch vooronderzoek van de gemeente, verkrijgen van een ontheffing van het indieningsvereiste van een bodemrapport een tarief van:

 59,80

2.3.18

Akoestische rapporten

 

2.3.18.1

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het in behandeling nemen tot het beoordelen van een akoestisch rapport als bedoeld in het Bouwbesluit, artikel 3.1, lid 1 tot en met 3:

 130,70

2.3.19

Advies

 

2.3.19.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, het bedrag dat door het aangewezen bestuursorgaan of andere instantie bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht.

2.3.20

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.20.1

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo, het bedrag dat door het aangewezen bestuursorgaan bij de gemeente hiervoor in rekening wordt gebracht.

2.3.21

Niet ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning

 

2.3.21.1

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 door onvolledigheid niet in behandeling kan worden genomen:

 58,80

2.3.20

Overschrijven omgevingsvergunning

 

2.3.20.1

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

overschrijven van een verleende omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening:

 58,80

2.3.21

Het legestarief voor een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, en of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1,en of 2.3.7, wordt per activiteit verhoogd met een bedrag aan statiegeld van:

 101,40

2.3.21

Gedoogbeschikking

 

2.3.22.1

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek voor het verstrekken van een gedoogbeschikking, niet zijnde een gedoogbeschikking als bedoeld voor coffeeshops:

 844,65

2.3.22.2

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek zoals in 2.3.2.2.1 genoemd, in situaties waarin sprake is van calamiteiten, overmacht of omstandigheden, die niet aan de vergunningplichtige kunnen worden toegerekend:

 159,50

2.3.22.3

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om een persoonsgebonden gedoogbeschikking voor de onrechtmatige bewoning van een recreatieverblijf voor maximaal zes maanden:

 106,35

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Intrekking gedoogbeschikking

 

2.3.22.4

 

lndien een aanvrager zijn aanvraag om een gedoogbeschikking intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

2.3.22.5 

Weigering gedoogbeschikking

 

 

Als de gemeente een gedoogbeschikking weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Vervallen per 1-1-2015

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdeel 2.3.1, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een bedrag geheven van:

27,60

2.5.1.2

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een bedrag geheven van:

55,25

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op verzoek van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van de helft van de leges, mits het verzoek is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk

bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2,

of 2.3.7 weigert, wordt een bedrag geheven tot 1/2 van het tarief van de betreffende

bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten met een minimum van  € 54,55 en een maximum van € 2.578,60.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

2.6.1

Teruggaaf statiegeld

 

2.6.1.1

Indien de start werkmelding is gedaan overeenkomstig artikel 4.5 van de gemeentelijke bouwverordening wordt per bouw-, en of sloopactiviteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1,en of 2.3.7,  50,- terugbetaald.

2.6.1.2

2.7.1

 

Indien de einde werkmelding is gedaan overeenkomstig artikel 4.12 van de gemeentelijke bouwverordening wordt per bouw-, en of sloopactiviteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1,en of 2.3.7,  50,- terugbetaald.

“Als de gemeente voor een project, dat bestaat uit een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, ten behoeve van een zonnepanelenstellage een omgevingsvergunning heeft verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van artikel 2.3.1.1. geheven leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 jaren na verlening van de vergunning en de beschikking tot weigering van de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) wordt overlegd, met dien verstande dat een minimum van € 202,80 verschuldigd blijft”.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning: n.v.t.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project: n.v.t.

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

 5.493,85

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigingen respectievelijk uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening:

 958,20

 

Hoofdstuk 9 Sloopmelding: n.v.t.

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.10

Indien een aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 110 A van de Wet geluidhinder, wordt het berekende bedrag verhoogd met 85,00. Voor de verplichte inschrijving in de openbare registers wordt het bedrag door de gemeente verhoogd met het bedrag dat door het Kadaster bij de gemeente voor de verplichte inschrijving voor inschrijving van een overig stuk in rekening wordt gebracht.

2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

 58,40

Zie volgende blad: ‘Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn’

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

Een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ex artikel 3 van de Drank- Horecawet:

 127,25

3.1.2

Een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing ex artikel 35 van de Drank- Horecawet:

 27,85

3.1.3

Een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoel in artikel 4, vierde lid, van de Drank- Horecawet:

14,40

3.1.4

Een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank-horecawet

52,10

3.1.5

Een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

52,10

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

verkrijgen van een vergunning ex. Artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke

Verordening;

 

3.2.1

voor een horecabedrijf van categorie 1, overeenkomstig de 'richtlijnen

voor de exploitatievergunning horeca':

14,55

3.2.2

voor een horecabedrijf van categorie 2, overeenkomstig de 'richtlijnen

voor de exploitatievergunning horeca':

 69,90

3.2.3

voor een horecabedrijf van categorie 3, overeenkomstig de 'richtlijnen

voor de exploitatievergunning horeca':

 123,05

   

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Vervallen i.v.m. wijziging APV in 2012

 

3.2.2

‘Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening met bezoekers en/of deelnemers van:

 

 

0 - 100 (tarief indien niet voldaan aan de voorschriften van de APV):

 15,50

 

101 - 500:

 31,00

 

501 - 1.000:

 62,15

 

1.001 - 5.000:

 124,30

 

meer dan 5.000:

 186,45

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

ontheffing als bedoeld in artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening (live muziek):

 69,90

3.2.4

Vervallen i.v.m. wijziging APV in 2012

 

3.2.5

Indien voor afgifte van de vergunning een publicatie nodig is, dan worden de

tarieven genoemd onder 3.2.2. en 3.2.3 verhoogd met:

 34,15

     

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om;

 

3.3.1

een vergunning ex artikel 3.4 van de Algemene Plaatselijke verordening:

 279,65

 

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte: nvt.

  

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening: nvt.

    

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening: vervallen per 1 januari 2018

    

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6 Met ingang van 1-1-2013 vervallen.    

T. Toren, griffier B. Bilker, voorzitter