Regeling vervallen per 09-02-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a. houdende regels omtrent lijkbezorgingsrechten Verordening lijkbezorgingsrechten 2019

Geldend van 29-12-2018 t/m 08-02-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

De raad van de gemeente Kollumerland c.a.;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2018;

gezien het advies van de Herindelingscommissie d.d. 17 oktober 2018;

gelet op de artikelen 216, 219, 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de gemeentelijke begraafplaats(en) van Noardeast-Fryslân:

    begraafplaats ”Damwâldsterreedsje 3 te Dokkum”;

    begraafplaats “Lindenhof, Metslawiersterweg 1A te Dokkum”;

    begraafplaats “Reidswâl, Reidswâl 1 te Metslawier”;

    begraafplaats “Molenzes, Holwerterdyk 11A te Ternaard”;

    begraafplaats Burum, Rosemastraat 36, 9851 AP, Burum

    begraafplaats Kollum, Adje Lambertszlaan 3, 9291 CX, Kollum

    begraafplaats Munnekezijl , Kerkstraat 0, 9853 PR, Munnekezijl

    begraafplaats Oudwoude, Nijenhof 2, 9294 KW, Oudwoude

    begraafplaats Burdaard, Steenendamsterweg 9, 9112 HS, Burdaard.

  • b.

    lijk: het lichaam van een overledene of doodgeborene;

  • c.

    doodgeborene: de na een zwangerschapsduur van tenminste 24 weken levenloos ter wereld gekomen menselijke vrucht;

  • c.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken en het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen en het doen verstrooien van as in een graf;

  • d.

    kindergraf: een particulier graf, waarvoor aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen met of zonder urnen en het doen verstrooien van as in het graf van kinderen tot en met 11 jaren;

  • e.

    urnengraf: een particulier graf, keldergraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen en het verstrooien van as;

  • f.

    urnenplaats: een bovengrondse plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van en geplaatst houden van urnen en asbussen;

  • g.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het zonder begrafenis of zonder asbestemming plaatsen van een gedenkteken om overledenen te gedenken;

  • h.

    keldergraf: een kunststof, betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet, wandgraven inbegrepen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een lijk;

  • j.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • k.

    urnennis: een nis in een urnenmuur, een columbarium daaronder begrepen, waarin de gelegenheid wordt geboden tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    strooiweide: terrein op de begraafplaats dat bestemd is om permanent as op te verstrooien;

  • m.

    grafbedekking: gedenktekens of vaste planten die op het graf of de urnenplaats zijn geplaatst;

  • n.

    gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sierurn, sluitplaat, of ander monument ter nagedachtenis;

  • o.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • p.

    beheerder: de functionaris, die door het college is belast met het (dagelijks) beheer van een begraafplaats;

  • q.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier (kelder-)urnengraf, een particuliere urnenplaats of een particuliere gedenkplaats;

  • r.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een urnennis is verleend;

  • s.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die met toestemming van de rechthebbende of gebruiker de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • t.

    belanghebbende: een verzamelnaam voor alle contactpersonen met een belang bij een graf, een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechthebbende;

  • u.

    aanvrager: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer – opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing, degene die de uitgifte van een graf, (kelder-)urnengraf of urnennis verzoekt en degene die om een gedenkplaats of gedenkteken verzoekt;

  • v.

    wet: Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving;

  • w.

    grafrecht: het gebruiksrecht op het gebruik van een ruimte in een urnennis en het uitsluitend recht op een particulier graf, urnenplaats of gedenkplaats;

  • x.

    plaatsingsrecht: het recht tot het doen aanbrengen van een naamplaatje op een algemene herdenkingszuil;

  • y.

    grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

  • z.

    lijkbezorging: een lijk laten begraven of cremeren of op een andere bij of krachtens de wet voorziene wijze;

  • aa.

    dubbelgraf: twee enkele graven naast elkaar van eenzelfde rechthebbende waar plaatsing van een gezamenlijke grafbedekking is toegestaan

Artikel 2 Belastbaar feit.

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen.

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of verwijderen van een asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder gelijktijdig in één graf worden begraven.

Artikel 5 Tarieven en maatstaven van heffing.

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de daarbij behorende bijzondere bepalingen.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingtijdvak.

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.1.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het belastingtijdvak in het jaar van aanvang van het gebruik gelijk aan het aantal in dat kalenderjaar nog aan te vangen kalendermaanden.

Artikel 7 Wijze van heffing.

De rechten worden geheven door middel van een aanslag of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een elektronisch bericht, nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt digitaal dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zodat later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Bij beëindiging van het uitsluitend recht op een particulier graf in de loop van het belastingjaar wordt geen restitutie verleend van reeds betaalde of nog verschuldigde rechten betreffende dat belastingjaar.

Artikel 9 Termijn van betaling.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en de invordering van graf- en begraafrechten 2018 van 21 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding, datum ingang heffing en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 31 december 2018.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2019'

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 november 2018
De griffier,
T. Toren
De burgemeester,
B. Bilker

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Kollumerland c.a. tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019 van 1 november 2018.

Tarieventabel