Regeling vervallen per 01-01-2021

treasurystatuut

Geldend van 27-03-2010 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

treasurystatuut

KNDK/2010/469

Treasurystatuut

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, de Financiële Verordening gemeente Korendijk en de Wet financiering decentrale overheden;

B E S L U I T :

vast te stellen het navolgende Treasurystatuut.

Begrippenkader

Artikel 1.

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Derivaten Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren;

  • -

    Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • -

    Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

  • -

    Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • -

    Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar;

  • -

    Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • -

    Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

  • -

    Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • -

    Liquiditeitenplanning Een overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid;

  • -

    Rating De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

  • -

    Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen;

  • -

    Renterisiconorm Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden;

  • -

    Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • -

    Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • -

    Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • -

    Solvabiliteitsratio van 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Unie aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

  • -

    Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

  • -

    Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

Doelstellingen van de treasuryfunctie

Artikel 2.

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het financieringsstatuut.

    Risicobeheer

Uitgangspunten risicobeheer

Artikel 3.

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    Het college van B&W mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies van de afdeling Middelen wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 2.

    Het college van B&W kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit financieringsstatuut;

  • 3.

    Het gebruik van derivaten is toegestaan maar deze worden uitsluitend toegepast ter beperking van financiële risico’s. Alvorens een derivatentransactie wordt afgesloten wint het college van B&W het advies in van een externe adviseur en zal hieromtrent melding maken aan de raad.

Renterisicobeheer

Artikel 4.

  • 1. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 2. De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;

  • 3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 5. Derivaten worden niet ingezet dan na advies externe adviseur en melding hieromtrent aan de raad.

  • 6. De rentevisie van de gemeente wordt jaarlijks bij de begroting opgesteld.

Koersrisicobeheer

Artikel 5.

  • 1. Het college van B&W beperkt de koersrisico’s op uitzettingen uit hoofde van financiering, door daarbij uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, en medium term notes (MTN).

  • 2. Tevens beperkt het college van B&W de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Kredietrisicobeheer

Artikel 6.

  • 1. Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie gelden de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

      • -

        Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%;

      • -

        Financiële instellingen met ten minste een AA-rating van één van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;

    • b.

      Bij uitzettingen korter dan drie maanden kan worden volstaan met een A-rating.

  • 2. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden indien mogelijk zekerheden of garanties geëist.

Intern liquiditeitsrisicobeheer

Artikel 7.

Het college van B&W beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar financieringsactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar).

Valutarisicobeheer

Artikel 8.

Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Gemeentefinanciering

Financiering

Artikel 9.

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico’s en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn: onderhandse leningen en medium term notes (MTN);

  • 4.

    Het college van B&W vraagt bij minimaal 2 instellingen informatie op alvorens een financiering wordt aangetrokken. Deze mondelinge offertes worden schriftelijk vastgelegd.

Langlopende uitzettingen

Artikel 10.

Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van de treasuryfunctie voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden;

  • 2.

    Het college van B&W vraagt bij minimaal 2 instellingen informatie op alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan. Deze informatie wordt schriftelijk vastgelegd.

Relatiebeheer

Artikel 11

.

Het college van B&W beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6;

  • 2.

    Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.

  • 3.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiele Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

    Kasbeheer

Geldstromenbeheer

Artikel 12.

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

  • 2.

    Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank;

Saldo- en liquiditeitenbeheer

Artikel 13.

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    Het college van B&W streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn rekening-courant, daggeld, spaarrekeningen en deposito’s;

  • 5.

    Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 6 genoemde tegenpartijen toegestaan.

    Administratieve organisatie en interne controle

Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Artikel 14.

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van financieringsactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    Bij de uit te voeren financieringsactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

    • b.

      de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

Verantwoordelijkheden

Artikel 15.

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

Functie

Verantwoordelijkheden

De Gemeenteraad

·Het vaststellen van financieringsdoelstellingen, het financieringsbeleid, beleidskaders en limieten;

·Het vaststellen van de financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening;

·Het houden van toezicht op het financieringsbeleid en de uitvoering hiervan;

·Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het financieringsbeleid;

·Het uitvoeren van de niet aan het college van B&W overgedragen financieringsactiviteiten.

Voorbereidende commissie

·Het uitbrengen van advies over beleidsvoorstellen en rapportages op het gebied van treasuryfunctie aan de Gemeenteraad.

Het college van B&W

·Het uitvoeren van het financieringsbeleid (formele en politieke verantwoordelijkheid);

·Het achteraf bekrachtigen van de afgesloten transacties (voor zover de Gemeenteraad dit niet aan zich heeft voorbehouden);

·Het rapporteren aan de Gemeenteraad over de uitvoering van het financieringsbeleid.

Hoofd Middelen, tevens comptabele

·Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van financiering;

·Het bewaken van de kwaliteit van de financieringsprocessen;

·Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie en hierover rapporteren aan het college van B&W;

·Het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde financieringsactiviteiten conform het financieringsstatuut en de financieringsparagraaf;

·Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem/haar gemandateerde financieringsactiviteiten;

·Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het financieringsbeheer;

·Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W;

·Het ontvangen van de orderbevestiging van derden en controleren of deze overeenkomt met de transactie-informatie zoals verstrekt door de Senior beleidsmedewerker Financiën .

De afdelingshoofden

·Het zorgdragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan de afdeling Middelen met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten.

·Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Middelen;

De budgethouders

·Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

Senior beleidsmedewerker Financiën

·Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit financieringsstatuut en de financieringsparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door het hoofd Middelen;

·Het opstellen van de rentevisie;

·Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;

·Het beheren van de geldstromen;

·Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

·Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

·Het schriftelijk vastleggen van de financieringstransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier;

·Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op financieringsgebied;

·Het adviseren van de afdelingen over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten;

·Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie;

·Het afleggen van verantwoording aan het hoofd Middelen over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

De kassier

·Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

·Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer;

·Het aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeentelijke administratie;

·Het rapporteren aan het hoofd Middelen belast met controle over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

Financiële administratie

·Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie;

De externe accountant

·Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het financieringsstatuut.

Bevoegdheden

Artikel 16.

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot financieringsactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

Bevoegd functionaris

(eerste handtekening)

Autorisatie door

(tweede handtekening)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1.Het uitzetten van middelen via callgeld, deposito en spaarrekening

Kassier

Comptabele

2.Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld

Kassier

Comptabele

3.Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Kassier

Comptabele

Bankrelatiebeheer

4.Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Senior beleidsmedewerker Financiën

hoofd Middelen

5.Bankcondities en tarieven afspreken

Senior beleidsmedewerker Financiën

hoofd Middelen

Risicobeheer

6.Het afsluiten van derivatentransacties

hoofd Middelen

College van B&W

Financiering en uitzetting

7.Het vaststellen van kredietfaciliteiten

Senior beleidsmedewerker Financiën

hoofd Middelen

8.Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen en T’s zoals vastgelegd in de financieringsparagraaf

Senior beleidsmedewerker Financiën

hoofd Middelen

9.Het uitzetten van middelen via (staats)obligaties, MTN’s, onderhandse geldleningen zoals vastgelegd in de financieringsparagraaf

Senior beleidsmedewerker Financiën

hoofd Middelen

10.Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

11.Het garanderen van middelen uit hoofde van de publieke taak

College van B&W

Gemeenteraad

Informatievoorziening

Artikel 17.

Met betrekking tot de financieringsactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

1.Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

halfjaarlijks

afdelingshoofden

Senior beleidsmedewerker Financiën

2.Liquiditeitenplanning

halfjaarlijks

Senior beleidsmedewerker Financiën

comptabele

3.Beleidsplannen treasuryfunctie in financieringsparagraaf van begroting

jaarlijks

comptabele

gemeenteraad

4.Evaluatie financieringsactiviteiten in financieringsparagraaf van de jaarrekening

jaarlijks

comptabele

gemeenteraad

5.Voortgang onderdelen financieringsparagraaf via de voor- en najaarsrapportage

halfjaarlijks

Senior beleidsmedewerker Financiën

gemeenteraad

6.Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido

kwartaal

Senior beleidsmedewerker Financiën

derden

7.Lenings- / uitzettings-/ garantiebesluiten

binnen 14 dagen na besluit

college van B&W

provincie

Inwerkingtreding

Artikel 18.

  • 1.

    Dit statuut treedt in werking per 17 februari 2010 en heeft terugwerkende kracht tot en met 01 januari 2010.

  • 2.

    Dit treasurystatuut treedt in de plaats van het op 12 februari 2008 vastgestelde Financieringsstatuut.

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Korendijk van 16 februari 2010

de secretaris, de burgemeester,