Regeling vervallen per 12-01-2016

Bezoldigingsverordening gemeente Korendijk 2007

Geldend van 14-12-2007 t/m 11-01-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2007

Intitulé

Bezoldigingsverordening gemeente Korendijk 2007

BEZOLDIGINGSVERORDENING GEMEENTE KORENDIJK 2007

I Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar:

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk.

    • 2.

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk;

  • b.

    salaris:

het salaris als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk;

c.uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk;

d.schaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk, opgenomen in bijlage II (nieuwe salarisstructuur) van die regeling;

e.maximumsalaris:

het hoogste bedrag van een salarisschaal;

f. bezoldiging:

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk;

g.overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk

h.conversie:

de vertaling van de waarderingen naar salarisschalen;

i.volledige betrekking:

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk;

j.betrekking:

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk;

k. aanloopschaal:

de schaal die wordt toegekend indien de ambtenaar de functie nog niet volledig beheerst, dan wel nog niet voldoet aan de eisen, die aan de functievervulling worden gesteld;

l.functieschaal:

de schaal die wordt toegekend indien de ambtenaar geheel voldoet aan de eisen die aan de functievervulling worden gesteld, er sprake is van voldoende functioneren en volledige functievervulling;

m.uitloopschaal:

naasthogere schaal boven de functieschaal die wordt toegekend indien de ambtenaar de functie volledig vervult en gedurende meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd.

n.beoordeling:

een schriftelijk oordeel met betrekking tot de wijze van functievervulling op grond van de Regeling evaluatie en ontwikkeling persoonlijk functioneren.

II Salaris

Recht op salaris

Artikel 2

  • 1.

    Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2.

    Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Gebroken tijdvakken

Artikel 3

  • 1.

    Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

  • 2.

    Van het bepaalde in het vorige lid kan door het college worden afgeweken ingeval daartoe naar hun oordeel op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding bestaat.

Deeltijd betrekking

Artikel 4

Het salaris van de ambtenaar met een deeltijd betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een voltijds betrekking.

Salarisbedragen

Artikel 5

  • 1. De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk.

  • 2. Indien in de salarissen van het gemeentepersoneel een wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt, wijzigen met ingang van dezelfde datum en in dezelfde mate de bedragen in de salarisschalen.

  • 3. De in lid 2 bedoelde wijziging geldt overeenkomstig voor de in artikel 27 bedoelde ambtenaren.

  • 4. Op de bedragen genoemd in de artikelen 13 en 14 is lid 2 van overeenkomstige toepassing waarbij een afronding naar boven plaatsvindt op een veelvoud van vijf euro.

Artikel 5a

  • 1. Het college kan op verzoek van de ambtenaar zijn bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk, zijn eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3:6 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk, zijn vakantietoelage als bedoeld in artikel 6:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk of zijn vergoeding als bedoeld in artikel 4a:1, vijfde lid verlagen voor door het college vastgestelde bestedingsmogelijkheden;

  • 2. Bij regeling van het college kan voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid nadere voorschriften worden gesteld.

Artikel 6

  • 1.

    De toepassing van bijlage II van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk.

  • 2.

    Het college bepaalt met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4.

    Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

  • 5.

    Indien een ambtenaar voor bepaalde tijd wordt benoemd in een functie met een hogere functieschaal bestaat geen recht op een garantieschaal en keert de ambtenaar, na afloop van de periode van de tijdelijke benoeming, terug naar de salarisschaal en trede die op hem van toepassing was voor de benoeming in de tijdelijke functie.

Salaris bij aanstelling:

Artikel 7

  • 1.

    Een aanstelling vindt in de regel plaats in de bij de functie behorende aanloopschaal in verband met een noodzakelijke inwerkperiode en/of het nog niet voldoen aan de gestelde functie-eisen.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan bij een aanstelling een salaris worden toegekend volgens het functieniveau. Hierbij moet vaststaan dat de te benoemen ambtenaar in een soortgelijke functie voldoende ervaring heeft opgedaan om op korte termijn de functie op goede wijze te kunnen vervullen.

Salaris bij herwaardering van de functie

Artikel 8

  • 1.

    Ingeval de functieschaal ten gevolge van de herwaardering van de functie in een hogere functieschaal wijzigt en de ambtenaar al volgens de functieschaal wordt bezoldigd vindt horizontale inpassing plaats in de nieuwe functieschaal tenzij het functioneren van de ambtenaar zich daartegen verzet blijkend uit een beoordeling volgens de Regeling evaluatie en ontwikkeling persoonlijk functioneren.

  • 2.

    Ingeval de functieschaal ten gevolge van de herwaardering van de functie in een hogere functieschaal wijzigt en de ambtenaar volgens de aanloopschaal wordt bezoldigd vindt horizontale inpassing plaats in de nieuwe aanloopschaal.

  • 3.

    Indien als gevolg van een herwaardering van de functie de functieschaal in een lagere functieschaal wijzigt, behoudt de ambtenaar zijn huidige schaal.

  • 4.

    Op grond van bijzondere omstandigheden kan het college van het bepaalde in de leden 1 en 2 afwijken.

Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag in die schaal.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden jaarlijks toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand na een jaar van de aanstelling, tot het maximum van de schaal is bereikt.

  • 3.

    Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van het college aanleiding bestaat.

III Instrumenten van flexibele beloning

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 10

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 9 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

  • 3.

    De wijze waarop de ambtenaar functioneert als bedoeld in het eerste lid, zal worden vastgesteld door middel van een beoordeling volgens de Regeling evaluatie en ontwikkeling persoonlijk functioneren.

Geen periodieke verhoging

Artikel 11

  • 1.

    Bij onvoldoende bekwaamheid of geschiktheid of ijver van de ambtenaar blijkende uit een beoordeling volgens de Regeling evaluatie en ontwikkeling persoonlijk functioneren, kan het college bepalen dat de voor hem de in artikel 9 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2.

    Zolang ten aanzien van de ambtenaar het vorige lid toepassing vindt, wordt jaarlijks opnieuw bekeken in hoeverre er aanleiding bestaat deze toepassing te handhaven.

  • 3.

    Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 4.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval 1 maand voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

  • 5.

    Een verhindering wegens ziekte zoals bedoeld in hoofdstuk 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk kan geen aanleiding zijn om over te gaan tot toepassing van lid 1.

Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 12

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

a) voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

b) voor zover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 9 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

Gratificatie

Artikel 13

  • 1.

    Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk worden toegekend.

  • 2.

    De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal netto € 250, - per gebeurtenis.

  • 3.

    In incidentele gevallen kan een attentie worden verstrekt aan de ambtenaar als naar het oordeel van het college hiertoe aanleiding bestaat.

    .

Groepsgratificatie

Artikel 14

  • 1.

    Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd, kan een groepsgratificatie worden toegekend.

  • 2.

    De hoogte van een groepsgratificatie bedraagt maximaal netto € 500, - per gebeurtenis.

  • 3.

    In incidentele gevallen kan aan een groep ambtenaren een attentie worden verstrekt als naar het oordeel van het college hiertoe aanleiding bestaat.

Bevordering van aanloop- naar functieschaal

Artikel 15

.

  • 1.

    Bevordering van de aanloop- naar de functieschaal zalplaatsvinden als de ambtenaar:

    • a.

      voldoet aan de eisen, die aan de functie zijn verbonden en b. de functie volledig vervult en c. ten minste 12 maanden in de aanloopschaal dienst heeft gedaan;

  • 2.

    De wijze waarop de ambtenaar functioneert als bedoeld in het eerste lid onder b. zal worden vastgesteld door middel van een beoordeling volgens de Regeling evaluatie en ontwikkeling persoonlijk functioneren.

  • 3.

    De bevordering als bedoeld in het eerste lid vindt plaats met ingang van de eerste maand, volgende op de onder c van het eerste lid bedoelde periode.

  • 4.

    Indien daartoe aanleiding bestaat kan het college van het gestelde in lid 1 c afwijken.

Bevordering van functie- naar uitloopschaal

Artikel 16

1.Bevordering van de functieschaal naar de uitloopschaal kan plaatsvinden als de ambtenaar:

1. a. de functie volledig vervult en

1. b. uitstekend functioneert en

c. tenminste een bepaald aantal maanden het maximumsalaris van het bij zijn functie behorende functieschaal heeft genoten;

2. Het in lid 1 c bedoelde aantal maanden is:

  • -

    voor functies ingedeeld in hoofdgroep I en II: 12 maanden; -voor functies ingedeeld in hoofdgroep III: 24 maanden; -voor functies ingedeeld in hoofdgroep IV: 36 maanden; -voor functies ingedeeld in hoofdgroep V: 48 maanden;

    • 3.

      De wijze waarop de ambtenaar functioneert als bedoeld in het eerste lid onder b zal worden vastgesteld door middel van de Regeling evaluatie en ontwikkeling persoonlijk functioneren.

    • 4.

      De bevordering zal bedoeld in het eerste lid vindt plaats met ingang van de eerstvolgende maand volgende op de periode als bedoeld in het eerste lid onder c. van dit artikel.

Arbeidsmarkttoelage

Artikel 17

  • 1.

    Aan de ambtenaar die een functie vervult waarvan wordt vastgesteld, dat deze op een bepaald moment schaars is in de specifieke markt kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3.

    De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 10% van het voor de ambtenaar geldende salaris. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

  • 4.

    De toelage bedoeld in dit artikel vervalt in ieder geval geheel of gedeeltelijk bij het verkrijgen van een salaris in een hogere salarisschaal.

Persoonlijke toelage

Artikel 18

  • 1. Indien naar het oordeel van het college de toepassing van de instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 17 hierin niet voorzien, kan aan de ambtenaar een persoonlijke toelage worden toegekend.

  • 2. De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 10% van het voor de ambtenaar geldende salaris.

  • 3. De toelage als bedoeld in dit artikel vervalt in ieder geval geheel of gedeeltelijk bij het verkrijgen van een salaris in een hogere salarisschaal.

Artikel 19

Het college kan nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 18.

Geen afbouwregeling

Artikel 20

Bij het beëindigen van de arbeidsmarkttoelage als bedoeld in artikel 17 wordt geen afbouwregeling toegepast.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Waarnemingstoelage

Artikel 21

  • 1.

    Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk.

  • 2.

    Voor de ambtenaar wiens salaris hoger is dan het maximum van schaal 6 bestaat eerst aanspraak op deze vergoeding indien de waarneming in een aaneengesloten tijdvak van zes weken tenminste twintig volle werkdagen heeft geduurd.

  • 3.

    Bij definitieve plaatsing in een hogere functie die langer dan één jaar is waargenomen, vindt horizontale inpassing plaats in de hogere schaal vanuit de som van het salaris in de te verlaten schaal en de waarnemingstoelage met gelijktijdige intrekking van deze toelage.

Overwerkvergoeding

Artikel 22

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt tot en met schaal 11 wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk.

  • 2.

    De leden van het Managementteam komen niet in aanmerking voor declaratie en vergoeding van overwerk; ter compensatie hiervan wordt een vaste maandelijkse toelage verstrekt gebaseerd op 2 uur per week extra.

  • 3.

    In verband met de arbeidstijdenwet dient de pauze na beëindiging van de voor de ambtenaar vastgestelde werktijden en de aanvang van het overwerk tenminste een half uur te bedragen.

  • 4.

    Op vastgestelde ADV dagen wordt geen overwerk toegekend maar vindt een compensatie plaats van de gewerkte uren.

Toelage onregelmatige dienst

Artikel 23

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 8 en die anders dan bij wijze van overwerk regelmatig of voortdurend arbeid verricht op andere tijden dan op de dagen maandag tot en met vrijdag tussen 8 en 18 uur, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • a.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 7.30 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      40% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22 en 24 uur;

    • c.

      45% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 uur en 24.00 uur;

    • d.

      70% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk,

met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij schaal 7 van bijlage II.

3. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

Toelage bereikbaarheids en beschikbaarheidsdienst

Artikel 24

  • 1.

    Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 7 en die buiten de werktijdenregeling (buiten de uren tussen 8 en 18 uur op maandag tot en met vrijdag) als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk ingevolge een schriftelijke aanwijzing van het college zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2.

    De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur dat is afgeleid van het voor hem geldende salaris, met als maximum schaal 7, trede 11 en wel:

    • a.

      5% voor de uren op maandag tot en met vrijdag

    • b.

      10% voor de uren op zaterdag, zondag en op feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk.

  • 3.

    De op basis van het tweede lid berekende toelage wordt verhoogd met 100% over de uren waarop aan de opgedragen bereikbaarheid en beschikbaarheid een extra plaatsgebondenheid op of rond de plaats van tewerkstelling is verbonden.

  • 4.

    De ambtenaar die aangewezen is als ambtenaar rampenbestrijding subregio Hoeksche Waard komt in aanmerking voor een piketregeling zoals die voor deze ambtenaren door de deelnemende gemeenten is vastgesteld.

Afbouw toelage

Artikel 25

  • 1.

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 23 en 24 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door het college een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van het salaris en

    • b.

      de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 23 en 24 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage - als bedoeld in artikelen 23 en 24 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 23 en 24 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten. Voor de toepassing van voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 3.

    De afbouwtoelage als bedoeld in lid 1 kent het volgende verloop: a. het eerste jaar na de vermindering van de toelage ontvangt de ambtenaar 75% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het verminderen of vervallen van de toelage; b. het tweede jaar ontvangt de medewerker 50% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het verminderen of vervallen van de toelage; c. het derde jaar ontvangt de medewerker 25% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het verminderen of vervallen van de toelage.

  • 4.

    De hoogte van de toelage die als basis geldt voor de afbouwtoelage is het gemiddelde per jaar van de ontvangen toelagen over de 2 direct voorafgaande kalenderjaren.

EHBO toelage/BHV-toelage

Artikel 26

  • 1.

    Aan de ambtenaar die op grond van zijn functie in het bezit dient te zijn van een geldig EHBO-diploma wordt maandelijks een toelage toegekend, mits hij over dit diploma beschikt. De hoogte van deze toelage stemt overeen met het bedrag zoals die door Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de sector Rijk wordt vastgesteld.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die in het bezit is van een geldig certificaat bedrijfshulpverlening en door het college is aangewezen als BHV-er wordt maandelijks een toelage verstrekt. De hoogte van deze toelage stemt overeen met het bedrag zoals die door Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de sector Rijk wordt vastgesteld.

Stagiair(e)s

Artikel 27

  • 1.

    Wanneer een stageperiode 11 weken of langer duurt, ontvangt een scholier van een Mbo-opleiding een vergoeding van 1/5 deel van schaal 6, salarisnummer 0 (tabel II);

  • 2.

    Wanneer een stageperiode 11 weken of langer duurt, ontvangt een scholier van een HBO/WO opleiding een vergoeding van 1/5 deel van schaal 8, salarisnummer 0 (tabel II);

  • 3.

    Wanneer een afstudeerproject 396 uur of meer bedraagt ontvangt de scholier van een HBO//WO opleiding het bedrag genoemd in lid 2;

  • 4.

    De stagevergoeding als bedoeld in de leden 1,2 en 3 wordt bruto per maand uitbetaald;

  • 5.

    De hoogte van de stagevergoeding als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 wordt op hele euro’s naar boven afgerond.

  • 6.

    Bij het vervullen van een deeltijdstage wordt de vergoeding vastgesteld op een evenredig deel van de stagevergoeding dat voor hem zou gelden bij een voltijd stage.

Toelage toezichthouder

Artikel 28

  • 1.

    Aan de ambtenaar die belast is met toezicht houden op het gemeentelijk gymnastieklokaal Zuid-Beijerland wordt maandelijks een toelage verstrekt zoals is aangegeven op bijlage A van deze verordening;

  • 2.

    Aan de ambtenaar die belast is met het toezicht houden op het recreatieterrein Zuid-Beijerland wordt maandelijks een toelage verstrekt zoals aangegeven op bijlage A van deze verordening.

V Overige bepalingen

Overgangsbepalingen

Artikel 29

  • 1.

    Indien en voor zolang aan een ambtenaar ingevolge de Bezoldigingsverordening Korendijk 1984 een bepaald salaris of loon is gegarandeerd dan wel een garantietoelage is verleend en het gegarandeerde salaris, dan wel het salaris vermeerderd met bedoelde garantietoelage, meer bedraagt dan het salaris waarop ingevolge deze verordening aanspraak bestaat, wordt het meerdere als een vaste toelage gegarandeerd.

  • 2.

    Voor zover de ambtenaar die voor inwerkingtreding van deze verordening op de eerste dag van het kalenderjaar aanspraak heeft op een periodieke verhoging en het maximum van de voor hem geldende schaal nog niet heeft bereikt, blijft het tijdstip van het toekennen van de periodieke verhoging ongewijzigd.

  • 3.

    Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing indien voor de ambtenaar als bedoeld in lid 2 na inwerkingtreding van deze verordening als gevolg van inpassing of bevordering een nieuwe schaal wordt toegekend.

Onvoorziene gevallen

Artikel 30

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, kan het college een bijzondere regeling treffen.

Slotbepalingen

Artikel 31

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2007 en kan worden aangehaald als de ‘Bezoldigingverordening gemeente Korendijk 2007.

  • 2.

    De ‘Bezoldigingverordening Korendijk 1984’, zoals vastgesteld op 29 mei 1984 wordt ingetrokken.

Korendijk,

Burgemeester en wethouders,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Toelichting Bezoldigingsverordening

1 Algemeen

Deze bezoldigingsverordening is een gemoderniseerde versie van de bezoldigingsverordening uit 1984. De modernisering van de bezoldigingsverordening behelst niet alleen technische aanpassingen (aanpassing aan de nieuwe regelgeving) en modernere begrippen, maar ook meer beleidsmatige wijzigingen. Dit laatste type wijzigingen is uiteraard het meest voor discussie vatbaar. Een duidelijk voorbeeld hiervan is paragraaf III, Instrumenten van flexibele beloning. In de bezoldigingsverordening wordt verwezen naar bijlage II. In bijlage II zijn de schaalbedragen genoemd van de oude salarisstructuur en de nieuwe salarisstructuur. Bij de gemeente Korendijk werken geen ambtenaren meer die volgens de oude salarisstructuur worden bezoldigd. Vandaar dat uitdrukkelijk verwezen is naar de bedragen van de nieuwe salarisstructuur.

2 Hoofdstuksgewijs

Aanhef

In het kader van de dualisering dient de bezoldigingsverordening door het college te worden vastgesteld.

I Begripsbepalingen

Artikel 1

Bij onderdeel a wordt verwezen naar artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk

Bij het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Korendijk. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in het eerste lid van de bedoelde regeling [dus als omschreven in de lokale bezoldigingsverordening], alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van de hoofdstukken II en III onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen. Deze vallen niet onder het begrip bezoldiging.

II Salaris

Artikel 5

Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlage II van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Korendijk. Het voordeel is dat als de bijlage II wijzigt dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsverordening.

Bij de bezoldigingsverordening is bijlage A opgenomen waarin de toelagen zijn opgenomen voor de toezichthouders van het gemeentelijk gymnastieklokaal en het recreatieterrein. Deze bedragen worden automatisch aangepast aan de algemene salarisverhogingen van het gemeentepersoneel. Dit geldt ook voor de bedragen van de gratificaties.

Artikel 5a

Het artikel heeft betrekking op het cafetariamodel waardoor het mogelijk is om de bezoldiging te verlagen tegen de door het college vastgestelde bestedingsmogelijkheden. De bezoldigingsverordening mag zich hiertegen niet verzetten. Volledigheidshalve is deze bepaling dan ook uit de Arbeidsvoorwaardenregeling in de bezoldigingsverordening opgenomen.

Artikel 6

In het eerste lid wordt wat betreft de toepassing van bijlage II eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente.

Artikel 7

Bij aanstelling van nieuwe medewerkers zal de aanstelling over het algemeen plaatsvinden in de aanloopschaal. Als het om nieuwe medewerkers gaat die nog niet aan de functie-eisen voldoen is het raadzaam om in de aanstellingsbrief aan te geven wanneer bevordering kan plaatsvinden naar de functieschaal, bijv. als een bepaald diploma is behaald en de medewerker tot tevredenheid functioneert. Uiteraard moet altijd de mogelijkheid blijven bestaan om een medewerker direct in de functieschaal aan te stellen. Dit is afhankelijk van de marktsituatie, de onderhandelingspositie en of er sprake is van een zeer ervaren kandidaat. Deze bepaling is ook van toepassing als een interne kandidaat doorstroomt naar een zwaardere functie binnen de organisatie.

Voorbeeld:

Er wordt een advertentie geplaatst voor de functie van beleidsmedewerker op HBO-niveau. Voor deze functie is de functieschaal 10 vastgesteld. Er is een goede kandidaat die nog geen volledige HBO opleiding heeft maar over twee jaar het diploma hoopt te behalen. In principe kan deze kandidaat aangesteld worden in de aanloopschaal 9. In de benoemingsbrief wordt opgenomen dat bevordering kan plaatsvinden als wordt voldaan aan de functie-eisen en de functie volledig wordt vervuld. Hiervoor wordt verwezen naar artikel 15 van deze verordening.

Artikel 8

In artikel 8 is geregeld hoe de inpassing moet plaatsvinden als de functie wordt hergewaardeerd en deze herwaardering tot een hogere functieschaal leidt. Als de ambtenaar al volgens de functieschaal wordt bezoldigd dan wordt hij ingepast in de nieuwe functieschaal tenzij het functioneren zich hiertegen verzet hetgeen bijvoorbeeld blijkt uit een beoordeling. Als de ambtenaar nog volgens de aanloopschaal wordt bezoldigd en door herwaardering van de nieuwe functie ontstaat een hogere aanloopschaal dan vindt inpassing plaats in de nieuwe aanloopschaal.

De medewerker zal er niet in alle gevallen financieel op vooruit gaan omdat geen sprake is van bevordering. Daar staat tegenover, dat de vooruitzichten gunstiger zijn. Als de functieschaal als gevolg van de herwaardering lager uitvalt dan behoudt de ambtenaar zijn huidig salaris.

Voorbeeld:

De functie van ambtenaar Y wordt opnieuw gewaardeerd en de functie schaal wordt gewijzigd van schaal 8 naar schaal 9. Hij wordt al bezoldigd volgens de functie schaal 8. Als gevolg van de wijziging van zijn functieschaal wordt hij ingepast in schaal 9. Als ambtenaar Y niet tot tevredenheid functioneert en dat ook blijkt uit een beoordeling dan wordt zijn functieschaal 8 in de nieuwe situatie zijn aanloopschaal.

Ambtenaar Z heeft een functie waaraan een functie schaal is verbonden van schaal 7. Deze ambtenaar zit echter nog in de aanloopschaal 6. Als gevolg van herwaardering van de functie wordt de nieuwe functie schaal 8. Ambtenaar Z komt in aanmerking voor een nieuwe aanloopschaal 7.

De functie van ambtenaar K wordt gewijzigd van schaal 10 in schaal 9. Hij wordt momenteel bezoldigd volgens schaal 10. Hij blijft bezoldigd worden volgens schaal 10 maar kan niet meer in aanmerking komen voor een uitloopschaal 11.

Artikel 9

In dit artikel is geregeld, dat jaarlijks een periodieke verhoging wordt toegekend een jaar na indiensttreding en niet meer op 1 januari van elk jaar. Het is mogelijk om bij goed functioneren het tijdstip waarop de periodieke verhoging wordt toegekend te vervroegen.

Voorbeeld:

Op 1 september 2006 treedt ambtenaar L in dienst in schaal 7. Hij heeft nog niet het maximum bereikt. Op 1 september 2007 komt hij in aanmerking voor de eerste periodieke verhoging. Het is ook mogelijk om in het kader van goed functioneren de datum van 1 september 2007 te vervroegen naar 1 januari 2007. De volgende periodieke verhoging is dan op 1 januari 2008.

Artikel 10

Op grond van dit artikel is het mogelijk om een ambtenaar bij zeer goed functioneren een extra periodieke verhoging toe te kennen. De wijze waarop de ambtenaar functioneert, dient plaats te vinden aan de hand van een beoordeling volgens het geldende beoordelingssysteem.

Artikel 11

Dit artikel biedt de mogelijkheid om een slecht functionerende ambtenaar een periodieke verhoging te onthouden. Over het algemeen zal dit artikel zeer incidenteel worden toegepast. Jaarlijks zal opnieuw bekeken moeten worden of er nog sprake is van zeer slecht functioneren. Bij verhindering wegens ziekte wordt dit artikel niet toegepast.

Artikel 12

In dit artikel wordt de bevorderingssystematiek geregeld. Bij bevordering naar een hogere schaal wordt het bedrag in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in de nieuwe schaal. De verhoging moet wel tenminste 75% zijn van het verschil tussen het laatstelijk genoten salaris en het naasthogere bedrag in de oude schaal.

Voorbeeld:

Ambtenaar O is ingeschaald in schaal 5 periodiek 6 is € 1866,-. Hij wordt bevorderd naar schaal 6. Volgens deze bepaling moet hij ingepast worden in het naasthogere bedrag i.c. € 1901,-. Het verschil in salaris moet echter 75% zijn van het verschil tussen het bedrag dat hij laatstelijk genoot(= € 1866,-) en het naasthogere bedrag in de oude schaal (=€ 1937,-) d.i. € 53,25.

Het verschil tussen € 1901,- en € 1866,-= € 35,-.Hij moet dus ingepast worden in minimaal een salaris van € 1919,25. Het eerstvolgende salarisbedrag in de nieuwe salarisschaal is € 1973,-. Hij wordt dan ook op dit bedrag ingeschaald in schaal 6.

Artikel 13

Het is mogelijk om als de ambtenaar een individuele prestatie heeft geleverd hem een gratificatie toe te kennen van maximaal € 250, - per gebeurtenis. Ook is het mogelijk op grond van het derde lid om de ambtenaar een attentie te geven in de vorm van een geschenkenbon, een etentje, een bos bloemen e.d. Het verdient aanbeveling om deze gratificatie of attentie zo spoedig mogelijk na de prestatie toe te kennen.

Artikel 14

Hetgeen bepaald is in artikel 13 geldt ook voor artikel 14 echter met dien verstande dat het dan gaat om een groep ambtenaren. Hierbij kan gedacht worden aan de organisatie en uitvoering van een bijzonder project e.d. Het bedrag wordt dan over de groep verdeeld.

Artikel 15

In artikel 7 is geregeld, dat de ambtenaar in principe wordt aangesteld in de aanloopschaal. In artikel 8 is de inpassing geregeld als de functie van de ambtenaar wordt hergewaardeerd. De bevordering van de aanloop naar de functieschaal is geregeld in artikel 15. Om voor de functieschaal in aanmerking te komen moet aan de gestelde functie-eisen van de nieuwe functie worden voldaan, de functie volledig worden vervuld en moet de ambtenaar tenminste 12 maanden in de aanloopschaal dienst hebben gedaan. De onder a en c genoemde criteria zijn objectief vast te stellen. Om te beoordelen of de ambtenaar de functie volledig vervult zal een beoordeling opgesteld moeten worden. De bevordering naar de functieschaal vindt plaats op met ingang van het de eerste maand na die twaalf maanden.

Voorbeeld:

Ambtenaar A is met ingang van 1 september 2006 in dienst getreden in de functie van administratief medewerker. De functie-eis voor deze functie is een MBO opleiding en de functieschaal is vastgesteld op 7. De ambtenaar is op het moment van indiensttreding nog studerende voor het vereiste MBO diploma. Hij hoopt binnenkort het vereiste diploma te halen. Twee maanden later is hij geslaagd. Op 1 september 2007 voldoet hij aan de functie-eis van een MBO-opleiding. Bovendien heeft hij 12 maanden in de aanloopschaal dienst gedaan. Blijkens een personeelsbeoordeling vervult hij de functie volledig. Met ingang van 1 oktober 2007 kan hij bevorderd worden naar de functieschaal.

Artikel 16

Dit artikel biedt de mogelijkheid om een ambtenaar die afhankelijk van de zwaarte van zijn functie geruime tijd op het maximum van zijn functieschaal zit en uitstekend functioneert te bevorderen naar de uitloopschaal. De wijze waarop hij functioneert, zal vastgesteld moeten worden met behulp van een beoordeling. De wachttijd om bevorderd te kunnen worden naar de uitloopschaal is gekoppeld aan het werk-en denkniveau van de functie van de ambtenaar. De gedachte hierachter is dat hoe zwaarder de functie hoe meer tijd het kost om alles in de vingers te hebben. Hierbij is aansluiting gezocht bij het functiewaarderingssyteem van de gemeente Korendijk. Het functiewaarderingssysteem werkt onder meer met de hoofdgroepen I t/m V.

Voorbeeld:

Ambtenaar B staat vanaf 1 mei 2005 op het maximum van de voor zijn functie vastgestelde functieschaal 7. Het gaat om een functie waarvoor een MBO werk-en denkniveau is vereist (hoofdgroep III). Uit zijn personeelsbeoordelingen blijkt, dat hij al een aantal jaren tot zeer grote tevredenheid functioneert. Hij kan dan met ingang van 1 juni 2007 bevorderd worden naar de uitloopschaal 9. Immers hij staat per 1 mei 2007 dan 24 maanden op het maximum van zijn functieschaal en functioneert tot zeer grote tevredenheid.

Ambtenaar C staat vanaf 1 juni 2003 op het maximum van zijn functieschaal 9. Het gaat om een HBO functie die ingedeeld is in hoofdgroep IV. Uit de opgemaakte personeelsbeoordeling komt naar voren, dat hij uitstekend functioneert. Hij kan met ingang van 1 juli 2007 (48 maanden) bevorderd worden naar de uitloopschaal 10.

Artikel 17

Voor een periode van maximum drie jaar kan een arbeidsmarkttoelage worden toegekend van maximaal 10%. Het moet dan gaan om functies die als gevolg van de arbeidsmarkt moeilijk vervulbaar zijn. Na een periode van drie jaar vervalt de toelage tenzij wordt vastgesteld, dat de functie waarvoor deze toelage is verstrekt nog steeds moeilijk vervulbaar is.

Artikel 18

In uitzonderingsgevallen kan dit artikel worden toegepast als instrument voor flexibele beloning.

Artikel 19

In een beoordelingssysteem moet de procedure van beoordeling, de frequentie van het aantal beoordelingen en wanneer iemand voldoet aan de voorwaarden om bevorderd te kunnen worden naar de functie-en uitloopschaal zijn opgenomen.

Artikel 20

Artikel 20 regelt dat bij beëindiging van (een van) arbeidsmarkttoelage geen afbouwregeling wordt toegepast.

Artikel 21

In artikel 21 is de waarnemingsvergoeding geregeld. Om hiervoor in aanmerking te komen moet de ambtenaar volledig een andere betrekking waarnemen waarvoor een hogere functie schaal is vastgesteld.

Voorbeeld:

Ambtenaar A heeft een functie waarvoor een functieschaal is vastgesteld van schaal 8. Hij vervangt in een periode van zes weken tenminste twintig volle werkdagen volledig de functie van ambtenaar B wiens functie is ingeschaald in schaal 9. Gedurende de periode van vervanging ontvangt ambtenaar A een waarnemingstoelage van 8% van zijn eigen salaris.

Ambtenaar B heeft een functie waarvoor functieschaal 4 is vastgesteld. Hij vervangt volledig de functie van ambtenaar C wiens functie is ingeschaald in schaal 5. Voor elke volle dag van waarneming ontvangt hij een vervangingstoelage van 8% van zijn eigen salaris.

Artikel 22

Ambtenaren die volgens een salarisschaal worden bezoldigd tot en met schaal 11 komen in aanmerking voor overwerkvergoeding als hiervoor door de leidinggevende een opdracht is gegeven.

In principe wordt overwerk gecompenseerd in de vorm van verlof gelijk aan het aantal volle uren van overwerk. Daarnaast vindt compensatie plaats in geld door uitbetaling van de toeslagpercentages.

Voorbeeld:

Een ambtenaar werkt in één week in totaal 10 uur over.

De verdeling is als volgt:

Maandag van 19.00 tot 21.00 uur (twee uur);

Dinsdag van 17.00 tot 20.00 uur (drie uur);

Zaterdag van 09.00 tot 12.00 uur (drie uur);

Zondag van 09.00 tot 11.00 uur (twee uur);

De ambtenaar heeft aanspraak op een vergoeding bestaande uit verlof en een bedrag. De vergoeding in verlof is gelijk aan het aantal uren overwerk en bedraagt dus 10 uur.

Het bedrag van de vergoeding wordt als volgt bepaald:

Maandag: 1 uur à 25%;

1 uur à 50%;

Dinsdag: 3 uur à 25%;

Zaterdag: 3 uur à 75%;

Zondag: 2 uur à 100%

Indien het niet mogelijk is om het overwerk met verlof te compenseren vanwege onderbezetting van de afdeling dan worden deze uren volledig in geld gecompenseerd door de toeslagpercentages met 100% te verhogen.

Artikel 23

De regeling toelage onregelmatige dienst (TOD) kent als hoofdregel dat aanspraak op TOD gemaakt kan worden over vastgestelde werktijden die als onregelmatig kunnen worden beschouwd. Onregelmatig zijn werktijden die vallen op tijdstippen buiten de periode van 8.00 uur tot en met 18.00 uur op maandag tot en met vrijdag. Over het algemeen werken deze medewerkers volgens een vastgesteld rooster. De werkzaamheden moeten overigens wel voor 7 uur aangevangen respectievelijk na 19.00 uur worden beëindigd. De berekening van de toelage is wel aan een maximum gebonden van schaal 7ook als de ambtenaar volgens een hogere schaal wordt bezoldigd.

Artikel 24

In een nader vast te stellen regeling moet vastgelegd worden welke ambtenaren hieronder vallen.

In de artikelen 23 en 24 in lid 4 wordt de basis gelegd voor het treffen van aanvullende of afwijkende regelingen. Gedacht kan worden aan de situatie dat er in de functiebeschrijving en waardering reeds rekening is gehouden met het feit dat men in een bepaalde functie geregeld onregelmatig moet werken, dan wel zich geregeld bereikbaar en beschikbaar moet houden voor oproepen. In die gevallen is geen toelage meer nodig.

Artikel 25

In artikel 25 wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst, de toelage bereikbaarheids en beschikbaarheidsdienst. Er is juist voor gekozen om bij deze toelagen een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie. De afbouw vindt stapsgewijs plaats in vier jaar: het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50%, het derde jaar 25% en het vierde jaar niets meer.

Voorbeeld:

Ambtenaar X heeft 15 jaar een bedrag ontvangen aan onregelmatigheidstoeslag van € 250, - per maand. Door reorganisatie wordt niet meer onregelmatig gewerkt en is met ingang van 1 april 2007 in principe de TOD beëindigd. Volgens de afbouwregeling ontvangt de ambtenaar vanaf 1 april 2007 tot 1 april 2008 een bedrag van 75% van € 250,-= € 187,50 vanaf 1 april 2009 tot 1 april 2010: 50% van € 250, -= € 125, - en van 1 april 2010 tot 1 april 1011: 25% van € 250, - = € 62,50.

Artikel 26

De ambtenaar die uit hoofde van zijn functie een geldig EHBO diploma moet hebben en de ambtenaar die aangewezen is voor de BHV komen in aanmerking voor een toelage die door het rijk is vastgesteld en regelmatig met de salarisontwikkelingen worden aangepast.

Artikel 27

Voor stagiaires is een vergoedingsregeling opgenomen. De gedachte die hier achter zit dat stagiaires afhankelijk van de duur en het niveau ook een stukje productief werk verrichten. Aangesloten is bij het maximum van de schalen die vorkomen in bijlage II zodat de bedragen automatisch meelopen met de algemene salarisverhogingen.

Artikel 28

De salarisbedragen van de toezichthouders zijn opgenomen in een bijlage. Deze bedragen worden automatisch aangepast aan de algemene salarisverhogingen voor het gemeentepersoneel.