Marktreglement Krimpen aan den IJssel 2010

Geldend van 01-10-2010 t/m heden

MARKTREGLEMENT

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

gelet op artikel 160 eerste lid, sub h, van de Gemeentewet, de Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Krimpen aan den IJssel 2007 (Marktverordening 2007) en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot de uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt.

besluit:

gehoord de Commissie Marktzaken en de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel

vast te stellen de volgende:

Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening 2007 gegeven begripsomschrijvingen zijn tevens van toepassing op deze nadere regels.

Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markten

  • 1. De weekmarkt wordt gehouden op dinsdag van 08.00 uur tot 15.30 uur op het marktterrein aan de Nachtegaalstraat.

  • 2. De markt kan op grond van dringende redenen, dit ter beoordeling van het college in afwijking van het eerste en tweede lid, tijdelijk plaatsvinden op een andere dag, op andere tijd, op een andere plaats.

  • 3. Geen markt wordt gehouden op de dagen vermeld in artikel 7, eerste lid, sub a en b van de Winkeltijdenwet, behoudens het bepaalde in de artikelen 2 en 3 van de Verordening op de Winkeltijdenwet.

Artikel 3. Inrichting van de markt

  • 1.

    Het aantal standplaatsen is vastgesteld zoals aangegeven op de bij dit reglement behorende tekening van het marktterrein.

  • 2.

    De opstelling en indeling van de markt, waaronder begrepen de plaatsen voor

bakken en braden, plaatsen voor standwerken en het aantal beschikbare

meters voor het verhandelen van artikelen vanuit eigen materiaal is aangegeven

op de bij dit reglement behorende tekening van het marktterrein.

  • 3.

    De afmeting van de standplaats is bepaald op 4 strekkende meter of een veelvoud

    daarvan.

  • 4.

    Het college kan bij de toewijzing van de plaatsen afwijken van de standaardmaten.

Hoofdstuk II Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 4. Innemen van een standplaats met eigen materiaal

  • 1.

    Op verzoek kan in de vergunning van een vaste standplaatshouder toestemming

    worden verleend om met eigen materiaal zijn standplaats in te nemen.

  • 2.

    Het in het vorige lid vermelde verzoek omvat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;.

    • b.

      een gedetailleerde tekening van het eigen materiaal;

    • c.

      foto's van het eigen materiaal;

    • d.

      indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd kan worden: een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal alsmede de te gebruiken apparatuur.

  • 3.

    Het in het tweede lid, sub d genoemde bewijs moet jaarlijks opnieuw worden

overlegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan één jaar geleden mag hebben plaatsgevonden.

  • 4.

    Indien de in het tweede lid genoemde bewijsstukken ook na verzoek tot aanvulling van de aanvraag niet tijdig zijn ontvangen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 5.

    De toestemming wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      Het eigen materiaal technisch niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte

      op de markt zoals aangegeven op de in artikel 3 genoemde tekening.

    • b.

      Het eigen materiaal niet voldoet aan de in artikel 5 genoemde eisen.

Artikel 5. Eisen eigen materiaal

Het eigen materiaal moet aan de volgende eisen te voldoen:

  • a.

    Het eigen materiaal mag in opgestelde toestand niet dieper zijn dan de

    kramenrij (3 strekkende meter) en niet langer dan 12 strekkende meter.

  • b.

    Uitklapbare toonbanken en/of vitrines mogen niet buiten de staanders van de

    kramenrij uitsteken.

  • c.

    Aan de zijkanten van het eigen materiaal mogen geen zeilen, kleppen of andere

zaken zijn aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoopgelegenheid beperken.

d.Het eigen materiaal moet een minimale (klep-)hoogte hebben van 2.10 meter.

Artikel 6. Wachtlijst eigen materiaal

  • 1. Een vergunninghouder voor een vaste standplaats kan verzoeken hem op de wachtlijst van gegadigden die met eigen materiaal aan de markt willen deelnemen te plaatsen.

  • 2. Aan de hand van de in het vorige lid genoemde wachtlijst vindt de uitgifte van beschikbare meters voor eigen materiaal plaats.

    Hoofdstuk III OVERIGE BEPALINGEN

    Artikel 7. Obstakels en welstand

    • 1.

      Het is verboden de doorgang en de wandelgangen op en langs het marktterrein

      op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

    • 2.

      De kramen of andere verkoopinrichtingen die op het marktterrein worden gebruikt of geplaatst, alsmede de boven- en achterzeilen die worden aangebracht of gebruikt, moeten voldoen aan de eisen daaraan door of namens het college te stellen.

    Artikel 8. Parkeren voertuigen op het marktterrein

    Het is de vergunninghouder toegestaan om op het marktterrein zijn voertuig te parkeren onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      Het voertuig wordt achter de kraam geplaatst.

    • b.

      Het voertuig veroorzaakt geen hinder of beperkingen voor andere

      vergunninghouders.

    • c.

      Het geparkeerde voertuig wordt niet als extra ruimte voor het uitstallen van

    verkoopwaar gebruikt.

    Artikel 9. Algemene veiligheidsnormen

    • 1.

      In het kader van brandpreventie gelden de volgende regels:

    • a.

      elektrische gloeilampen moeten zo worden gemonteerd dat zij niet in aanraking kunnen komen met gemakkelijk brandbare stoffen;

    • b.

      losse kabels moeten zich op een hoogte van ten minste 2,5 meter boven de grond bevinden of kabels die in de looppaden op de grond liggen, moeten afgedekt worden met afdekmatten, dit ter goedkeuring van de marktmeester;

    • c.

      bij elke gelegenheid waar gebakken of gebraden wordt, moet een doelmatig blusapparaat alsmede een deksel voor afsluiting van de pan(nen) aanwezig zijn (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser met een vulling van 6 kilogram of een poederblusser met een vulling van ten minste 6 kilogram);

    • d.

      een gaskomfoor of een elektrisch komfoor moet zijn opgesteld op een plaats van onbrandbaar materiaal dat de warmte slecht geleidt;

    • e.

      een gaskomfoor moet door middel van een speciaal daarvoor geconstrueerde rubberslang met metalen klemmen of koppelingen aan de gasflessen) zijn verbonden;

    • f.

      lege of niet in gebruik zijnde gasflessen moeten buiten een kraam of wagen zijn opgesteld. In gebruik zijnde flessen moeten op een goed geventileerde plaats zijn opgesteld. De gasslang moet aan de norm ISO 2928, NEN 5654 of CE voldoen en moet iedere drie jaar worden vervangen;

    • g.

      emballage en verpakkingsmateriaal mag niet in of nabij open vuur aanwezig zijn;

    • h.

      ballonnen met brandbaar gas gevuld, mogen niet op het marktterrein aanwezig zijn;

    • i.

      het gebruik van LPG anders dan brandstof voor motorvoertuigen is niet toegestaan.

    Artikel 10. Afgelasting markt

    • 1.

      Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden en of calamiteiten de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, het publiek en/of objecten op of in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar kan komen of schade kan worden toegebracht aan derden, kan de burgemeester:

    • a.

      de vergunninghouder verplichten de noodzakelijk voorzorgsmaatregelen te

      treffen

    • b.

      beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten

    • c.

      beslissen de markt niet te laten aanvangen, of

    • d.

      beslissen de markt onmiddellijk te beëindigen.

    • 2.

      Van de in het vorige lid bedoelde situatie(s) is in ieder geval sprake indien:

    • a.

      er voor aanvang van de markt sprake is van weersomstandigheden boven

      windkracht 7 Beaufort, dan wel dat deze weersomstandigheden op korte termijn worden voorspeld.

    • b.

      er tijdens de markt sprake is van snel verslechterende weersomstandigheden zodanig dat sprake is van storm of orkaankracht, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn, voor het einde van de markt, worden voorspeld.

    HOOFDSTUK IV Overgangs- en slotbepalingen

    Artikel 11. Benaming

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als "Marktreglement Krimpen aan den IJssel 2010”

    Artikel 12. Inwerkingtreding

    Dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2010.

    Aldus vastgesteld in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders, gehouden op 28 september 2010.