Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omrent de rekenkamer (Verordening Rekenkamer Krimpen aan den IJssel 2020)

Geldend van 26-03-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Krimpen aan den IJssel houdende regels omrent de rekenkamer (Verordening Rekenkamer Krimpen aan den IJssel 2020)

De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

gelezen het voorstel van het Presidium van 15 januari 2020;

gelet op hoofdstuk IVa van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de “Verordening op de rekenkamer Krimpen aan den IJssel 2020”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    rekenkamer: de rekenkamer in de zin van artikel 81a e.v. van de Gemeentewet;

  • b.

    directeur: de directeur van de rekenkamer zoals bedoeld in artikel 4;

  • c.

    raad: de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel;

  • d.

    griffie: de griffie van de gemeente;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel;

  • f.

    organisatie: de ambtelijke organisatie van de gemeente;

  • g.

    betrokkene(n): degene(n) wiens taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest

  • h.

    begeleidingsgroep; de begeleidingsgroep Rekenkamer zoals bedoeld in artikel 3;

  • i.

    orgaan: ieder bestuursorgaan van de gemeente dan wel instelling als bedoeld in arti- kel 184, lid 1 Gemeentewet;

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer;

  • 2. De rekenkamer heeft één lid, dat wordt aangeduid met de titel ‘directeur van de rekenkamer Krimpen aan den IJssel’, en één plaatsvervangend lid, dat wordt aangeduid met de titel ‘plaatsvervangend directeur van de rekenkamer Krimpen aan den IJssel’;

  • 3. De directeur en de plaatsvervangend directeur zijn niet ondergeschikt aan enig orgaan van de gemeente.

  • 4. De rekenkamer voert onderzoek uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van door het bestuur gevoerde bestuur.

Artikel 3 Begeleidingsgroep Rekenkamer

  • 1. Er is een begeleidingsgroep voor de Rekenkamer, die bestaat uit drie door de raad uit zijn midden aangewezen leden.

  • 2. De begeleidingsgroep onderhoudt de contacten tussen de raad en de Rekenkamer.

  • 3. De griffier treedt op als ambtelijk secretaris van de begeleidingsgroep.

Artikel 4 Benoeming lid en plaatsvervangend lid

  • 1. Tot lid van de Rekenkamer wordt benoemd de directeur van de Rekenkamer Rotterdam.

  • 2. Tot plaatsvervangend lid van de Rekenkamer wordt benoemd het bureauhoofd van de Rekenkamer Rotterdam.

  • 3. Ten aanzien van het lid en het plaatsvervangend lid is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat het lid en plaatsvervangend lid of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamer;

    • c.

      wanneer het lid en/of het plaatsvervangend lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is/zijn veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid en/of het plaatsvervangend lid onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is/zijn gesteld, in staat van faillissement is/zijn verklaard, surseance van betaling heeft/hebben verkregen of wegens schulden is/zijn gegijzeld;

    • e.

      indien de overeengekomen periode is verstreken.

  • 3. Het lid en/of het plaatsvervangend lid van de Rekenkamer kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Nevenfuncties

  • 1. Het lid en het plaatsvervangend lid zijn niet tevens bestuurder van of persoon in dienst van een publiekrechtelijk samenwerkingsverband waarin de gemeente deelneemt.

  • 2. Het lid en het plaatsvervangend lid vervullen geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van het lidmaatschap.

  • 3. Het lid en het plaatsvervangend lid maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen.

  • 4. Openbaarmaking geschiedt door opneming van de in het derde lid bedoelde functies in het jaarverslag van de rekenkamer.

Artikel 7 Budget van de Rekenkamer

  • 1. De Rekenkamer wordt per jaar door de raad een budget beschikbaar gesteld ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Onderdeel van dit budget vormt de vergoeding van het lid dan wel het plaatsvervangend lid.

  • 3. De Rekenkamer is bevoegd binnen het haar beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 4. Het lid bepaalt hoe de uitgaven uit het budget worden verantwoord en stelt de raad in kennis van de wijze van verantwoording.

  • 5. De Rekenkamer verantwoordt de baten en lasten die in het kader van zijn taakuitoefening zijn ontstaan in het jaarverslag als bedoeld in artikel 185, derde lid van de Gemeentewet.

  • 6. De rekenkamer is gemachtigd een deel van het budget tot een maximum van 40% te reserveren als onderzoeksreserve.

  • 7. Het budget wordt jaarlijks gecorrigeerd voor prijs- en loonstijgingen.

Artikel 8 Onderzoeksplan

  • 1. Onderzoeksplannen worden -gehoord de begeleidingscommissie - ter kennisname aan de raad gebracht.

  • 2. In het onderzoeksplan wordt per onderwerp aangegeven:

    • a.

      de afbakening van het onderzoeksterrein

    • b.

      de formulering van de probleemstelling

    • c.

      de eventuele randvoorwaarden

    • d.

      de planning

Artikel 9 Overige bevoegdheden

  • 1. De Rekenkamer kan, voor zover dat naar haar oordeel ten behoeve van het onder zoek gewenst is en voor zover daartoe wettelijk gerechtigd, zonder toestemming alle plaatsen betreden van het betrokken orgaan dan wel de organisatie.

  • 2. Organen dan wel de organisatie dienen, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, bin- nen twee weken te reageren op verzoeken van de Rekenkamer.

  • 3. Indien informatie wordt verlangd van externen, beijvert de gemeentelijke organisatie zich voor de toegankelijkheid van deze informatie.

Artikel 10 Rapportage

  • 1. De Rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, binnen een termijn van twee weken hun zienswijze op de nota van bevindingen aan de Rekenkamer kenbaar te maken.

  • 2. Na ambtelijke hoor- en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals bedoeld in lid 1 formuleert de Rekenkamer haar conclusies en aanbevelingen in een concept-onderzoeksrapport.

  • 3. De Rekenkamer stelt het betrokken orgaan in de gelegenheid om, tenzij de Rekenkamer anders bepaalt, binnen een termijn van twee weken, zijn zienswijze op het concept-onderzoeksrapport kenbaar te maken. Het betrokken orgaan deelt, tenminste mee: a. welke aanbevelingen worden overgenomen; of b. indien aanbevelingen niet worden overgenomen, de motivering waarom aanbevelingen niet worden overgenomen.

  • 4. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de Rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief onderzoeksrapport op waarin de resultaten van haar onderzoek en de aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.

  • 5. De onderzoeksrapporten van de Rekenkamer zijn openbaar.

Artikel 11 Behandeling door de raad

  • 1. De griffie vormt voor de Rekenkamer het eerste aanspreekpunt voor praktische aangelegenheden aangaande de raad.

  • 2. Een onderzoeksrapport van de Rekenkamer wordt door de directeur schriftelijk aangeboden aan de raad.

  • 3. Na ontvangst van het rapport zendt de griffie het rapport onverwijld door naar alle raadsleden.

  • 4. De Rekenkamer wordt zo spoedig mogelijk na toezending van het onderzoeksrapport aan de raad in de gelegenheid gesteld het rapport toe te lichten in een vergadering van een raadscommissie en eventuele vragen te beantwoorden.

  • 5. De griffie verzorgt de agendering van de onderzoeksrapporten voor de raad en zijn commissies.

  • 6. Ten behoeve van de raadsbehandeling wordt door de griffie een raadsvoorstel opgesteld met conceptraadsbesluit. Het conceptbesluit bevat indien van toepassing een opdracht aan het onderzochte orgaan en/of betrokkenen om binnen een door de raad te stellen termijn met een plan van aanpak ter uitvoering van de door de raad overgenomen aanbevelingen te komen.

  • 7. De raad behandelt het onderzoeksrapport zo spoedig mogelijk, waarbij als uitgangspunt een termijn wordt gehanteerd van uiterlijk drie maanden na publicatie van het rapport.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking binnen acht dagen na bekendmaking ervan.

De Verordening rekenkamerfunctie Krimpen aan den IJssel 2018 wordt ingetrokken per dezelfde datum.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Rekenkamer Krimpen aan den IJssel 2020”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 5 maart 2020,

De griffier,

M. Verhoev

De voorzitter,

M.W. Vroom

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting op de verordening rekenkamer 2020

Artikel 1 begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in zijn geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2 rekenkamer

De raad kan op grond van de Gemeentewet een gemeentelijke rekenkamer instellen. Daarnaast moet de raad bepalen hoeveel leden de kamer zal hebben.

Artikel 3 Begeleidingscommissie rekenkamer

De raad stelt een commissie in die het aanspreekpunt is voor de rekenkamer. De taken van de begeleidingscommissie zijn het bespreken van het plan van aanpak, het adviseren over programmering en de politiek bestuurlijke afhandeling van de rapporten.

Artikel 4 Benoeming lid en plaatsvervangend lid

De leden leggen de eed of belofte af in de vergadering van de raad (conform art. 81g van de Gemeentewet)

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 6 Nevenfuncties

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 7 Budget van de Rekenkamer

Voor de hoogte van het budget wordt uitgegaan van € 1,50 per inwoner. De rekenkamer kan tot een maximum van 40% van het jaarbudget reserveren als egalisatiereserve. Met de reserve kan de rekenkamer de continuïteit alsmede haar onafhankelijkheid aangaande reikwijdte en diepgang waarborgen. Het is lastig om aan het eind van de periode precies op 0 uit te komen. Soms moeten net even wat meer dagen gedraaid worden, vanwege bijvoorbeeld een complexer wederhoor dan gedacht. Om te voorkomen dat een onderzoek dan opeens tijdelijk gestopt moet worden, is uitputting uit een reserve wenselijk.

Bij een gelijkblijvend budget zal in de loop der jaren er steeds “minder” onderzoek uitgevoerd kunnen worden. Vanwege prijsstijgingen en in het bijzonder CAO-loonsverhogingen nemen de kosten voor onderzoek immers toe. De bepaling over de correctie zorgt ervoor dat de onderzoekscapaciteit op peil blijft.

Artikel 8 Onderzoeksplan

De onafhankelijkheid van de rekenkamer blijkt onder andere uit het feit dat zij zelfstandig bepaalt welke onderzoeken worden ingesteld. De rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is daartoe niet verplicht. De rekenkamer betrekt de raadsleden via een stemkastsessie. Daar worden verschillende onderzoeksonderwerpen voorgelegd na een bezoek van de rekenkamer aan de fracties en college.

Artikel 9 Overige bevoegdheden

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 10 Rapportage

Rekenkamerrapporten zijn per definitie openbaar. Delen van een rapport geheim verklaren wordt door de Gemeentewet uitgesloten. Informatie die op grond van artikel 10 WOB vertrouwelijk is, mag simpelweg niet worden opgenomen.

Artikel 11 Behandeling door de raad

In dit artikel wordt de wijze voor agendering voor de raad vastgelegd. De griffie stelt het concept raadsvoorstel- en besluit op met als uitgangspunt het overnemen van alle aanbevelingen van de rekenkamer in het desbetreffende rapport.

Artikel 12 Inwerkingtreding en artikel 13 Citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting.