Verordening Cliëntenparticipatie

Geldend van 01-10-2009 t/m heden

Ontwerp-besluit

De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 2009

b e s l u i t:

de Verordening Cliëntenparticipatie vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ);

  • 2.

    de gemeente: de gemeente Krimpen aan den IJssel;

  • 3.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

  • 4.

    belanghebbenden:

    • a.

      personen die een uitkering ingevolge de WWB of een inkomensvoorziening ingevolge de WIJ van de gemeente Krimpen aan den IJssel ontvangen;

    • b.

      personen die een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Anw ontvangen;

    • c.

      niet-uitkeringsgerechtigden voor wiens arbeidsinschakeling het college verant-woordelijk is;

    • d.

      personen die gesubsidieerde arbeid verrichten, personen die WSW geïndiceerd zijn of hun wettelijk vertegenwoordigers;

  • 5.

    maatschappelijke organisaties: instellingen die direct of indirect deel uitmaken van het dagelijkse leven van de belanghebbenden;

  • 6.

    cliëntenparticipatie WSW: de gestructureerde wijze waarop de gemeente WSW-gerechtigden betrekt in de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk WSW-beleid en – visie;

  • 7.

    gemeentelijk beleid arbeidsparticipatie: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de (mogelijkheden tot) deelname aan reguliere arbeid van WSW-gerechtigden en aangepaste arbeid waar nodig;

  • 8.

    cliëntenplatform: het door de gemeente als zodanig erkende en actief zijnde cliëntenplatform.

Artikel 2. Instellen en in stand houden cliëntenplatform

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert het cliëntenplatform aan het college over:

    • a.

      het gemeentelijk beleid op het terrein van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;

    • b.

      het overig gemeentelijk beleid op het terrein van sociale zaken behoudens het gehandicaptenbeleid.

  • 2. Het cliëntenplatform werkt mee aan de totstandkoming en uitvoering van klanttevreden- heidsonderzoeken.

  • 3. Het cliëntenplatform houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele cliëntzaken.

  • 4. Cliëntenparticipatie WSW heeft de volgende doelstellingen:

    • a.

      Het bewerkstelligen dat WSW-gerechtigden bij het gemeentelijk beleid en visie inzake de uitvoering van de WSW vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde beleid, zoals door het Algemeen Bestuur van Promen vastgesteld.

    • b.

      Het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het WSW-beleid, gericht op het bieden van gelijke arbeidsmogelijkheden aan burgers met een functiebeperking of chronische aandoening wat bijdraagt aan het realiseren van volwaardig burgerschap.

  • 5. In het kader van de cliëntenparticipatie WSW wordt het cliëntenplatform betrokken bij het gemeentelijke WSW-beleid en de gemeentelijke visie ten aanzien van de WSW.

Artikel 3. Leden van het cliëntenplatform

  • 1. Het cliëntenplatform bestaat uit belanghebbenden en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.

  • 2. Het cliëntenplatform bestaat uit maximaal 10 personen.

  • 3. Het college streeft naar een gelijke verdeling tussen het aantal belanghebbenden en het aantal vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in het cliëntenplatform.

  • 4. Het college laat zich vertegenwoordigen door de directeur van de afdeling Samenleving. De wethouder is op uitnodiging van de voorzitter aanwezig.

  • 5. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter.

    Artikel 4. Benoeming van de leden

    • 1.

      Het college benoemt de leden van het cliëntenplatform.

    • 2.

      De zittingsduur van de leden is vier jaar.

    • 3.

      De leden zijn herbenoembaar.

    Artikel 5. Beëindiging van het lidmaatschap

    • 1.

      Het lidmaatschap van het cliëntenplatform eindigt indien het lid geen belanghebbende of vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie meer is.

    • 2.

      Het lidmaatschap van het cliëntenplatform eindigt indien het lid aftreedt.

    • 3.

      Het lidmaatschap van het cliëntenplatform eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, tweede lid is verlopen.

    • 4.

      In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien.

    Artikel 6. Periodiciteit van de vergaderingen

    • 1.

      De reguliere vergaderingen van het cliëntenplatform vinden tweemaal per jaar plaats.

    • 2.

      Op verzoek van twee of meer van de leden van het cliëntenplatform kan er tussentijds een vergadering plaatsvinden.

    • 3.

      Een vergadering als bedoeld in het eerste lid wordt minimaal 4 weken voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.

    • 4.

      De op de vergadering betrekking hebbende stukken worden minimaal een week voor de vergadering bij de leden bezorgd.

    Artikel 7. Faciliteiten

    Artikel 7. Faciliteiten

    • 1.

      Kosten gemaakt in verband met deskundigheidsbevordering van de belanghebbenden komen voor rekening van de gemeente. Het college beoordeelt welke kosten voor vergoeding in aanmerking worden genomen.

    • 2.

      Onkosten, gemaakt door de leden van het cliëntenplatform ten behoeve van de werkzaamheden voor het cliëntenplatform, komen ten laste van de gemeente. Het college beoordeelt welke kosten voor vergoeding in aanmerking worden genomen.

    • 3.

      De belanghebbende die een WWB-uitkering ontvangt, krijgt voor het bijwonen van elke vergadering een forfaitaire vrijwilligersvergoeding.

    Artikel 8. Ambtelijk secretaris

    • 1.

      Het cliëntenplatform wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

    • 2.

      De ambtelijk secretaris draagt in ieder geval zorg voor:

    • a.

      uitnodiging voor de vergadering conform artikel 6, derde lid;

    • b.

      vaststelling van de agenda overeenkomstig de aangedragen voorstellen conform artikel 9;

    • c.

      verzending van de agenda;

    • d.

      informatievoorziening ten behoeve van de leden en de voorzitter van het cliëntenplatform;

    • e.

      reservering van de vergaderruimte.

    Artikel 9. Agendering

    • 1.

      De ambtelijk secretaris stelt in overleg met de voorzitter de agenda samen.

    • 2.

      De leden van het cliëntenplatform kunnen tot twee weken voor de termijnen als bedoeld in artikel 6, derde lid, onderwerpen op de agenda voor de vergadering plaatsen.

    • 3.

      Indiening geschiedt schriftelijk bij de ambtelijk secretaris van het cliëntenplatform.

    Artikel 10. Adviezen cliëntenplatform

    • 1.

      De adviezen van het cliëntenplatform aan het college worden gegeven overeenkomstig de mening van de meerderheid van het cliëntenplatform.

    • 2.

      Op verzoek kan het minderheidsstandpunt in het advies worden opgenomen.

    • 3.

      Het cliëntenplatform is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

    • 4.

      Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

    Artikel 11. Slotbepaling

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

    Artikel 12. Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2009. Per gelijke datum wordt de Verordening Cliëntenparticipatie Krimpen aan den IJssel 2005 ingetrokken.

    Artikel 13. Citeertitel

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Cliëntenparticipatie.

    Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 24 september 2009.

    De griffier,

    De voorzitter,

    Algemene toelichting

    De Wet investeren in jongeren en cliëntenparticipatie

    Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. 

    De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

    De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.

    Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De verordening cliëntenparticipatie is één van die verordeningen.

    De Wet werk en bijstand en cliëntenparticipatie

    Op grond van artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB) moet de gemeenteraad bij verordening regels stellen over de wijze waarop de uitkeringsgerechtigden, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a van de WWB, betrokken worden bij de uitvoering van de WWB. In deze verordening dient in ieder geval geregeld te worden, de wijze waarop:

    • ·

      Periodiek overleg wordt gevoerd met de uitkeringsgerechtigden of hun vertegenwoordigers.

    • ·

      De uitkeringsgerechtigden of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden.

    • ·

      Zij worden voorzien van de voor de adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

    Verordening cliëntenparticipatie

    Met een verordening cliëntenparticipatie wordt invulling gegeven aan de in artikel 47 WWB en artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie Krimpen aan den IJssel 2005. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als Verordening Cliëntenparticipatie door het leven gaan.

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1, 4, 5 en 8 t/m 13

    De artikelen spreken voor zich.

    Artikel 2. Instellen en in stand houden van een cliëntenplatform

    Het doel van cliëntenparticipatie is dat belanghebbenden en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties invloed moeten kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van sociale zaken. Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam het cliëntenplatform.

    Het college laat zich omtrent de opstelling en de uitvoering van het lokale gehandicapten-beleid adviseren door het Platform gehandicaptenbeleid. Daarom wordt dit beleidsterrein niet tot de werkingssfeer van het cliëntenplatform gerekend.

    Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met het Cliëntenplatform gehouden omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren.

Artikel 3. Leden van het cliëntenplatform

De omschrijving van wie tot de leden van het cliëntenplatform kunnen worden gerekend staat beschreven in artikel 1.

Mede ingegeven door het feit dat het bijzonder lastig is voldoende gegadigden voor dit overleg aan te trekken, staat een ruime uitleg van het begrip “maatschappelijke organisaties” voor ogen. In dat licht bezien staat het bijvoorbeeld de lokale kerken vrij een vertegenwoordiger af te vaardigen, evenals andere maatschappelijke organisaties.

Mocht deze ruime uitleg in de toekomst leiden tot een overschrijding van het maximale aantal deelnemers, dan zal in overleg met het cliëntenplatform een nader standpunt over het begrip “hun vertegenwoordigers” worden ingenomen.

Namens de gemeente zal de directeur van de afdeling samenleving in het cliëntenplatform zitting nemen. Waar nodig of gewenst zal de betreffende wethouder op uitnodiging ook bij de vergadering aanwezig zijn.

Artikel 7. Faciliteiten

De gemeente kent een regeling via welke deelnemers aan diverse gemeentelijke adviescommissies een vergoeding per vergadering kunnen krijgen.