Regeling vervallen per 05-04-2022

Regeling PGB jeugdhulp Krimpenerwaard 2016, eerste wijziging

Geldend van 03-05-2016 t/m 04-04-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2016

Intitulé

Regeling PGB jeugdhulp Krimpenerwaard 2016, eerste wijziging

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard;

Gelezen het voorstel 23 februari 2016;

Gelet op de artikelen 2.9, sub a en c en 8.1.1, derde en vierde lid, van de Jeugdwet en de artikelen 2, derde lid en 8, tweede en derde lid, van de Verordening Jeugdhulp Krimpenerwaard 2015;

besluit vast te stellen de

Regeling PGB jeugdhulp Krimpenerwaard 2016, eerste wijziging.

Artikel 1. Begripsbepaling

  • - Budgethouder: jeugdige of zijn ouders die een maatwerkvoorziening jeugdhulp ontvangt in de vorm van een persoonsgebonden budget.

  • - NAW: naam, adres, woonplaats.

  • - Persoon uit sociaal netwerk: persoon uit de huiselijke kring of andere persoon waarmee iemand een sociale relatie onderhoudt en die niet beroepshalve jeugdhulp levert aan de jeugdige of zijn ouders.

  • - PGB: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken.

  • - VAR wuo: Verklaring arbeidsrelatie, winst uit onderneming, een document van de Belastingdienst of – na afschaffing van deze VAR wuo – een daarvoor in de plaats tredende overeenkomst welke is goedgekeurd door de Belastingdienst.

  • - Zorgovereenkomst: overeenkomst waarin afspraken tussen hulpverlener en budgethouder worden vastgelegd volgens het model van de Sociale Verzekeringsbank.

Artikel 2. Waarvoor een PGB ingezet kan worden

  • a) Alle vormen van maatwerkvoorzieningen/individuele voorzieningen jeugdhulp die door beroepskrachten uitgevoerd worden komen in beginsel in aanmerking voor een PGB, tenzij dit in de Jeugdwet uitgesloten is.

  • b) Indien de jeugdhulp wordt verleend door een persoon uit het sociale netwerk, blijft deze hulp beperkt tot die activiteiten die personen uit het sociale netwerk gewoonlijk voor elkaar uitvoeren en waarvoor geen specifieke kwaliteitseisen gelden, in de vorm van begeleiding, dagactiviteiten, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf en vervoer. Deze zorg komt alleen in aanmerking voor een PGB voor zover deze naar oordeel van het college in tijd, duur of intensiteit het gebruikelijke overschrijdt.

  • c) Jeugdhulp die alleen kan worden uitgevoerd door een gekwalificeerd professional, kan niet worden uitgevoerd door een persoon uit het sociale netwerk, tenzij het college aannemelijk acht dat de persoon uit het sociale netwerk voldoet aan de van toepassing zijnde kwaliteitseisen uit de Jeugdwet, het Besluit Jeugdwet en overige regelgeving, en dat bovendien doel en resultaat van de behandeling voldoende worden gewaarborgd.

  • d) De kosten voor tussenpersonen of belangbehartigers, bemiddeling, administratie, lidmaatschappen, verlofdagen en feestdagenuitkering, reiskosten of verantwoordingsvrij bedrag voor jeugdhulp komen niet in aanmerking voor een PGB.

  • e) Een budgethouder die met meerdere hulpverleners een overeenkomst afsluit of die een PGB ontvangt voor meerdere producten, kan het hem ter beschikking gestelde budget voor zover mogelijk naar eigen inzicht inzetten over de gecontracteerde hulpverleners of producten, zolang de totale kosten voor deze hulp binnen het hem ter beschikking gestelde budget blijven. Het college kan de in dit lid genoemde mogelijkheid expliciet uitsluiten in de beschikking van de budgethouder indien het college het risico aannemelijk acht dat het gebruik maken van deze mogelijkheid zal leiden tot een budgetoverschrijding.

Artikel 3. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een PGB

  • a) De jeugdige of zijn ouders dienen bij de aanvraag om jeugdhulp een plan over te leggen waarin staat hoe het PGB wordt besteed en dat het toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede jeugdhulp in te kopen. In dit plan worden de volgende zaken vastgelegd: de reden waarom jeugdhulp in natura niet passend is, een korte situatieschets, de doelen, inhoud, soort en omvang van de jeugdhulp, een budgetplan voor de jeugdhulp, en de gegevens van de partij die de jeugdhulp verleent, zoals deze door Sociale Verzekeringsbank bij de van toepassing zijnde zorgovereenkomst gevraagd worden.

  • b) De keuze voor een PGB wordt door het college getoetst aan de criteria uit de Jeugdwet:

    • 1.

      De bekwaamheid van de aanvrager;

    • 2.

      De motivering door de aanvrager dat het bestaande aanbod van zorg in natura niet passend is;

    • 3.

      De hulpverlening moet voldoen aan de kwaliteitseisen van de Jeugdwet en het Besluit Jeugdwet en de overige regelgeving die op de hulpverlener van toepassing is.

  • c) De jeugdige of zijn ouders dienen een ingevulde zorgovereenkomst met de partij die de jeugdhulp verleent over te leggen. De overeenkomst wordt ondertekend door de budgethouder en de hulpverlener. Indien de overeenkomst wordt gesloten met een instantie, wordt de overeenkomst ondertekend door de budgethouder en de instantie. In deze zorgovereenkomst wordt naast de te verrichten activiteiten in ieder geval opgenomen:

    • 1.

      De NAW gegevens van de budgethouder inclusief het Burgerservicenummer, een overzicht van de dagen waarop door de hulpverlener is gewerkt, het uurtarief, het aantal te betalen uren en het rekeningnummer waarop facturen voldaan dienen te worden.

    • 2.

      Indien de overeenkomst is gesloten met een instantie: het btw-nummer van de instantie, een overzicht van de dagen waarop door de hulpverlener is gewerkt, het uurtarief, het aantal te betalen uren en de naam en het adres van de instantie.

    • 3.

      Indien de overeenkomst wordt gesloten met een hulpverlener die niet verbonden is aan een professionele organisatie: een verklaring omtrent het gedrag (VOG) waaruit blijkt dat er geen bezwaren zijn tegen de uitoefening van zijn/haar functie, informatie waaruit blijkt dat de hulpverlener een ingezetene van Nederland is, en het Burgerservicenummer van de hulpverlener. Indien de hulpverlener als zelfstandige professional (zzp’er) de zorg verleent, geldt als aanvullende voorwaarde dat deze ingeschreven dient te staan bij de Kamer van Koophandel en een VAR-wuo verklaring dient over te leggen.

  • d) Indien er sprake is van verlening van jeugdhulp door een persoon uit het sociaal netwerk dient uit de zorgovereenkomst te blijken dat deze in staat is de gevraagde jeugdhulp gedurende de afgesproken periode te leveren en op welke manier indien nodig vervanging geregeld is bij vakantie of ziekte. Tevens dient deze persoon in de zorgovereenkomst aan te geven dat de jeugdhulp aan de belanghebbende voor hem/ haar niet tot overbelasting leidt.

  • e) Indien binnen drie maanden na toekenning het PGB niet is ingezet kan het college de beschikking intrekken, indien de aanvrager het college niet weet te overtuigen van de noodzakelijkheid om het toegekende PGB vooralsnog niet in te zetten.

Artikel 4. Berekening van het PGB

  • a) De hoogte van het PGB is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld plan als bedoeld in artikel 3 sub a.

  • b) De tarieven voor zorg in natura (ZIN) zijn het resultaat van contractonderhandelingen tussen gemeenten en zorgaanbieders in de regio Midden Holland, die elk kalenderjaar plaatsvinden. Jaarlijks stelt het college deze ZIN-tarieven en de daarvan afgeleide PGB-tarieven voor het volgende kalenderjaar vast. De vastgestelde ZIN-tarieven worden per 1 januari van het volgende kalenderjaar toegepast. De vastgestelde PGB-tarieven worden niet eerder toegepast dan drie maanden, of zoveel maanden de cliënt in redelijkheid nodig heeft om de zorgafspraken met zijn zorgleverancier aan te passen aan de nieuwe situatie, nadat de nieuwe PGB-tarieven aan de cliënten zijn bekendgemaakt.

  • c) Het tarief voor het PGB jeugdhulp uitgevoerd door een beroepskracht of professionele instelling bedraagt ten hoogste 75% van het ZIN-tarief van het betreffende kalenderjaar. Het college kan besluiten om het PGB te verhogen tot ten hoogste 100% van het tarief voor ZIN indien de hulpverlener van keuze een marktconform tarief hanteert en indien de budgethouder aannemelijk kan maken dat aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

    • 1.

      75% van het ZIN-tarief is niet voldoende om de benodigde hulp in te kunnen kopen bij een daartoe gekwalificeerd professional;

    • 2.

      De budgethouder ontvangt reeds hulp van een hulpverlener die zijn tarieven verhoogt, waardoor deze boven de 75% van het ZIN-tarief uitkomen;

    • 3.

      Gezinsleden van de budgethouder ontvangen reeds hulp bij de hulpverlener van keuze die een tarief hanteert dat hoger is dan 75% van het ZIN-tarief en de budgethouder wil graag alle hulp bij dezelfde hulpverlener afnemen;

    • 4.

      De hulpverlener van keuze levert hulp vanuit een bepaalde levensovertuiging die niet door andere aanbieders wordt geboden (identiteitsgebonden zorg) en hanteert een tarief dat hoger is dan 75% van het ZIN-tarief.

  • d) Het tarief voor ZIN wordt indien het geen uurtarief is omgerekend naar een tarief per uur.

  • e) Het PGB voor jeugdhulp uitgevoerd door een persoon uit het sociale netwerk is gelijk aan het tarief hiervoor in de Wet langdurige zorg plus indien nodig de kosten voor het aanvragen van een Verklaring omtrent het gedrag. Indien een persoon uit het sociale netwerk jeugdhulp uitvoert die alleen kan worden uitgevoerd door een gekwalificeerd professional en hiervoor voldoet aan de in artikel 2 sub c genoemde voorwaarden, dan ontvangt deze persoon hiervoor het tarief voor jeugdhulp uitgevoerd door een beroepskracht of professionele instelling.

  • f) Het college volgt voor de indexering van hulp die wordt geleverd door een professional de toegestane indexering met de gecontracteerde partijen bij levering in natura. Bij het tarief voor jeugdhulp door een persoon uit het sociale netwerk volgt het college de ontwikkeling van het tarief hiervoor in de Wet langdurige zorg.

Artikel 5 Overgangsbepaling

Vervallen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2016.

Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de volgende regeling ingetrokken: Regeling PGB jeugdhulp Krimpenerwaard 2016, vastgesteld door het college van de gemeente Krimpenerwaard op 27 oktober 2015.

Artikel 7 Citeertitel

Deze Regeling wordt aangehaald als: Regeling PGB jeugdhulp Krimpenerwaard 2016, eerste wijziging.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden opdinsdag 8 maart 2016.
de secretaris, Mw. mr. M. Plantinga
de burgemeester,mr. T.P.J. Bruinsma