Verordening rioolaansluiting gemeente Krimpenerwaard

Geldend van 20-12-2016 t/m heden

Intitulé

Verordening rioolaansluiting gemeente Krimpenerwaard

Artikel 1

In deze verordening, en de daarop berustende bepalingen, wordt verstaan onder:

  • a)

    aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen, inclusief de hiervan onderdeel uitmakende voorzieningen;

  • b)

    aansluitpunt: het punt waar hetparticulier riool aansluit op het openbaar riool;

  • c)

    aanvrager: de rechthebbende of degene die namens de rechthebbende een aansluitvergunning aanvraagt;

  • d)

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard;

  • e)

    gebruiker: de perceeleigenaar, de zakelijk gerechtigde van het perceel of de huurder van het perceel die gebruik maakt van de aansluiting op het openbaar riool;

  • f)

    afvalwater: alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt ook afvloeiend regenwater en grondwater begrepen);

  • g)

    bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is;

  • h)

    drukriolering: rioolstelsel waarin het transport plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk, uitsluitend bestemd voor afvoer van huishoudelijk afvalwater;

  • i)

    gemeente: GemeenteKrimpenerwaard;

  • j)

    gemengd rioolstelsel: riolering ontworpen om zowel verontreinigd afvalwater als afgestroomd hemelwater, als overtollig grondwater (waarvoor geen andere, meer doelmatige manier van transport naar oppervlaktewater, beschikbaar is) in één leidingstelsel te transporteren;

  • k)

    gescheiden rioolstelsel: riolering die gewoonlijk bestaat uit twee leidingstelsels, waarbij het ene stelsel afvalwater en het ander afgestroomd hemelwater transporteert;

  • l)

    hemelwater: verzamelnaam voor water dat uit de hemel valt zoals regen, sneeuw en hagel;

  • m)

    huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden;

  • n)

    ontstoppingsstuk / erfscheidingsput: voorziening die toegang geeft tot het inwendige van een leiding en waarmee beheer en onderhoud van de leiding van binnenuit mogelijk wordt, gelegen op de grens tussen particulier en openbaar riool;

  • o)

    openbaar hemelwaterstelsel (HWA): voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • p)

    openbaar vuilwaterriool (VWA): voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • q)

    perceelaansluitleiding: deel van de aansluitleiding en de voorzieningen die deel uit maken van deze aansluitleiding, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente;

  • r)

    rechthebbende: de eigenaar, de vereniging van eigenaren of zakelijk gerechtigde van het perceel respectievelijk de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden of de vereniging van eigenaren van de percelen ten behoeve waarvan de aansluiting door middel van een aansluitleiding op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden alsmede de rechtverkrijgende(n) onder algemene of bijzondere titel van de hiervoor genoemden;

  • s)

    stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;

  • t)

    terreinleiding: deel van de aansluitleiding en de voorzieningen die deel uit maken van deze aansluitleiding vanaf het gebouw tot het aansluitpunt;

  • u)

    vergunning: aansluitvergunning voor het tot stand brengen, in stand houden of wijzigen van een aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool;

  • v)

    vrij verval riolering: rioolstelsel waarin afvalwater door de zwaartekracht wordt getransporteerd.

Figuur 1: Toelichting definities

afbeelding binnen de regeling

Artikel 2

De grens tussen het particulier riool en het openbaar riool, het aansluitpunt, is afhankelijk van de situatie ter plaatse.

  • a.

    Bij openbaar riool gelegen in openbaar terrein, is dit:

    • -

      Bij een perceel met een pand binnen de private perceelgrenzen, de perceelgrens;

    • -

      Bij een perceel met een pand met de gevel op de perceelgrens, is dit 0,50 meter uit de perceelgrens.

  • b.

    Bij openbaar vrij verval riool gelegen op privaat terrein, is dit de inlaat op het riool.

  • c.

    Bij openbaar drukriool gelegen op privaat terrein, is dit de aansluiting op de pompput van het drukrioleringsgemaal.

Artikel 3

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Het college verleent alleen vergunning voor het tot stand brengen van een aansluiting op de openbare riolering indien via de aansluiting lozing plaatsvindt die voldoet aan de regels volgens de Wet Milieubeheer (lozingenbesluiten) en waarbij de lozing plaatsvindt op het daarvoor bedoelde rioolstelsel.

  • 3. Voor het buiten gebruik stellen van een rioolaansluiting is een melding vereist. Belanghebbende maakt hiervoor gebruik van het “Aanvraagformulier rioolaansluiting”.

  • 4. Indien meer dan één rioolaansluiting van een belanghebbende op het gemeentelijk riool tot stand wordt gebracht, alsmede in het geval dat meer dan één rioolaansluiting wordt vervangen, gewijzigd of buiten gebruik wordt gesteld, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 5. Het college kan aan de vergunning nadere voorwaarden verbinden.

Artikel 4

  • 1. De vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt digitaal of schriftelijk door of namens de rechthebbende aangevraagd.

  • 2. Een aanvraag wordt in behandeling genomen als het “aanvraagformulier rioolaansluiting” volledig en naar waarheid is ingevuld en ingediend. Bij het ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen twee weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

  • 3. Het college kan aanvullende gegevens vragen.

  • 4. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 5. Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven omgevingsvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, kan bij doen van de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit perceel worden volstaan met het overleggen van een kopie van de omgevingsvergunning/ vergunning op grond van de Wet milieubeheer.

Artikel 5

  • 1. De aansluitvergunning wordt geweigerd indien aansluiting of wijziging van een particulier riool op het openbaar riool vanwege technische, juridische, milieutechnische of economische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      rechthebbende niet kan voldoen aan de technische eisen die opgenomen zijn in artikel 6.18 van het Bouwbesluit 2012;

    • b.

      via de aansluiting van het particulier riool lozing plaatsvindt welke niet voldoet aan de geldende milieuwetgeving en de daaruit voortvloeiende lozingenbesluiten.

  • 3. Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij het college nadere eisen aangeeft waaraan het particulier riool moet voldoen om voor vergunning in aanmerking te komen.

Artikel 6

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      bij de aanvraag van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      de bepalingen van deze verordening of de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen.

Artikel 7 Uitvoering aanleg of wijziging perceelaansluitleiding

  • 1. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding, vindt niet plaats anders dan door of vanwege het college.

  • 2. In geval van aansluiting op drukriolering bestaat de perceelaansluitleiding uit een pompput incl. de voorziening t.b.v. de aansluiting op het drukrioolsysteem. De aanleg of wijziging van het drukrioolgemaal incl. de voorzieningen t.b.v. de aansluiting op het drukrioolsysteem vindt niet plaats anders dan door of vanwege het college.

  • 3. De aansluiting van het particulier riool (terreinleiding) op de perceelaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van de bouwregelgeving gestelde eisen.

Artikel 8 Kosten van de realisatie van een nieuwe aansluiting

  • 1. Het college brengt geen kosten in rekening voor de behandeling van een vergunning.

  • 2. De aanvrager draagt de kosten voor de aanleg van de nieuwe perceelaansluitleiding (de aansluitleiding en de voorzieningen die deel uit maken van deze aansluitleiding, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt).

  • 3. De aanvrager draagt de kosten voor het aanbrengen en installeren van een nieuw drukrioolgemaal incl. de voorzieningen t.b.v. de aansluiting op het drukrioolsysteem.

  • 4. Het college maakt de kosten voor het realiseren van de aansluiting en de voorwaarden waaronder eventueel meerwerk wordt afgerekend vooraf inzichtelijk bij de aanvrager en realiseert de aansluiting pas nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met de offerte.

  • 5. Na realisatie van de aansluiting brengt het college de werkelijk gemaakte kosten in rekening bij de aanvrager.

  • 6. Mocht het gemeentelijk riool aangepast moeten worden om de aansluiting te kunnen realiseren, zijn de kosten van de aanpassingen aan het gemeentelijk riool voor rekening van de aanvrager.

Artikel 9 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging van een aansluiting

  • 1. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van het openbaar vrij verval riool inclusief de aansluitleiding tot en met het aansluitpunt (de perceelaansluitleiding) wordt uitgevoerd door of namens het college en is voor rekening van het college, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van de aansluitleiding, in welke de kosten voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 2. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van het particuliere riool (de terreinleiding) vanaf het aansluitpunt t/m de aansluiting op de gebouwriolering wordt uitgevoerd door of namens de rechthebbende en is voor rekening van de rechthebbende, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onvoldoende functioneren van de openbare riolering, in welke de kosten voor rekening van het college zijn.

  • 3. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van openbare drukriolering (zowel de persleiding als het minigemaal op privaat terrein) wordt uitgevoerd door of namens het college en is voor rekening van het college, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- dan wel herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van de drukriolering, in welke de kosten voor rekening van de rechthebbende zijn.

  • 4. Ongeacht het tweede lid wordt bij vervangen van het openbaar riool het vervangen van het particuliere riool (de terreinleiding) vanaf het aansluitpunt tot en met de aansluiting op de gebouwriolering uitgevoerd door of namens het college en is voor rekening van het college, mits:

    • a.

      de rechthebbende toestemming verleend voor het vervangen de terreinleiding;

    • b.

      in een strook met een breedte van 0,50 m aan weerzijden van de terreinleiding door of namens de rechthebbende en voor rekening van de rechthebbende vrij is gemaakt van belemmeringen. Onder belemmering wordt in ieder geval verstaan: obstakels op of in de bodem, verhardingen, beplanting, bomen, opstallen, kabels en leidingen, verontreinigingen, etc.;

    en waarbij geldt dat:

    • c.

      de lengte van de te vervangen terreinleiding maximaal 7 m bedraagt, gerekend vanaf het aansluitpunt;

    • d.

      indien er ondanks het gestelde onder b. een belemmering wordt aangetroffen, de terreinleiding enkel wordt vervangen tussen het aansluitpunt en de aangetroffen belemmering;

    • e.

      eventueel benodigde voorzieningen in de terreinleiding ter voorkoming van terugvloeiing van afvalwater voor rekening van de rechthebbende zijn;

    • f.

      het college kan besluiten de terreinleiding niet of met een kortere lengte dan 7 m te laten vervangen indien het vervangen ervan vanwege technische, juridische, milieutechnische of economische redenen bezwaarlijk is;

    • g.

      het niet vervangen van de terreinleiding is met redenen omkleed, en wordt tijdig met de particulier gecommuniceerd zodat de particulier, indien nodig, het vervangen van de terreinleiding zelf kan regelen;

    • h.

      na vervanging en in gebruik name van de terreinleiding blijft de rechthebbende eigenaar van de terreinleiding.

  • 5. Van onjuist gebruik, bedoeld in het eerste en derde lid, is in ieder geval sprake indien:

    • a.

      via de aansluitleiding stoffen worden geloosd die door hun aard of samenstelling verstoppingen in het openbaar riool kunnen veroorzaken;

    • b.

      via de aansluitleiding stoffen worden geloosd die door hun aard of concentratie, de constructie van het openbaar riool kunnen aantasten.

  • 6. Een wijziging van de hoogteligging van het aansluitpunt door het college is geen gebrek in het openbaar riool.

Artikel 10 Meldingsplichten

  • 1. Indien het college, voor het uitvoeren van haar onderhoudsplicht, bedoeld in artikel 9, eerste lid, toegang nodig heeft tot de dichtstbijzijnde, op particuliere grond gelegen ontstoppingsvoorziening, zal dit vooraf, door of namens het college, worden gemeld aan de rechthebbende en aan hem toestemming worden gevraagd haar toegang te verlenen tot de ontstoppingsvoorziening.

Artikel 11 Constatering van verstoppingen, lekkage of storingen

  • 1. Bij een verstopping of een andere storing in het particulier riool onderzoekt de rechthebbende of gebruiker, dan wel laat hij onderzoeken, of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool (terreinleiding) of in het openbare riool (perceelaansluitleiding).

    Wanneer een ontstoppingsstuk of inspectiemogelijkheid aanwezig is op de erfgrens van het particuliere perceel, zal dit worden geïnspecteerd door de rechthebbende om te kunnen constateren op wiens eigendom de oorzaak van de overlast zich bevindt. Wanneer geen ontstoppingsstuk aanwezig is op de erfgrens van het particuliere perceel, zal de rechthebbende op “basis van ongelijk’’ op zoek gaan naar de verstopping c.q. overlast.

  • 2. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelaansluitleiding, van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, of een verstopping of storing aan de bij het college in beheer zijnde installaties, neemt de rechthebbende of gebruiker contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke onderzoekswerkzaamheden om de verstopping of storing te lokaliseren. De rechthebbende of gebruiker dient er zorg voor te dragen dat de ontstoppingsvoorziening zonder graafwerk toegankelijk is voor de gemeente. Indien geen ontstoppingsstuk aanwezig is op de erfgrens dan zal deze op kosten van het college worden aangebracht op 0,5 meter binnen de erfafscheiding op particuliere grond.

  • 3. Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing voor eigen rekening zelf te (laten) verhelpen.

  • 4. Indien na het in lid 2 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het openbaar riool wordt de verstopping of storing door of namens het college verholpen.

  • 5. Indien de door of namens het college te verrichten werkzaamheden als gevolg van de in lid 2 bedoelde oorzaken te wijten zijn aan een onjuist gebruik of verzakking van het particulier riool kunnen de kosten alsnog voor rekening komen van de rechthebbende.

  • 6. Indien door of namens de rechthebbende of gebruiker zonder expliciete voorafgaande schriftelijke toestemming van het college werkzaamheden worden verricht aan de perceelaansluitleiding, zijn de kosten daarvan, en de kosten van eventuele gevolgschade aan het openbaar riool bij het college in beheer zijnde installaties, voor rekening van de rechthebbende of gebruiker, tenzij de rechthebbende middels bewijsmateriaal (inspectiebeelden van een door het college erkend ontstoppingsbedrijf), kan aantonen dat er sprake was van een verstopping of storing in het openbare riool.

  • 7. Indien een storing aan de aansluiting gelegen is in de perceelaansluitleiding en niet veroorzaakt wordt door foutief gebruik van de rechthebbende, worden onderzoekskosten als bedoeld in lid 1 vergoed door het college.

  • 8. Alvorens door of namens het college werkzaamheden zullen worden verricht op het perceel van een particulier, dient er, wanneer de melder niet de rechthebbende is, contact te zijn geweest tussen de gemeente en de rechthebbende, welke met de hier gestelde voorwaarden akkoord dient te gaan.

Artikel 12 (Sloop-) werkzaamheden, verwijdering aansluiting

  • 1. Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, treft de rechthebbende zodanige voorzieningen aan de aansluitleiding dat geen zand of grond instroomt in het openbaar riool.

  • 2. Indien de gemeente op enig moment constateert dat zand of grond instroomt vanaf een op het openbaar riool aangesloten perceel in het openbaar riool kan het college de aansluitleiding in het perceel dat de instroom veroorzaakt op kosten van de rechthebbende afsluiten. Tevens komen de kosten van eventuele gevolgschade aan het openbaar riool of aan de bij de gemeente in beheer zijnde installaties voor rekening van de rechthebbende.

  • 3. Indien het gebruik van een aansluitleiding op het openbaar riool definitief wordt beëindigd, stelt de rechthebbende het college hiervan schriftelijk in kennis. De rechthebbende treft duurzame, tijdsbestendige voorzieningen aan de terreinleiding ter voorkoming van instroom van zand en grond in het openbaar riool en perceelaansluitleiding.

Artikel 13 Strafbepalingen

  • 1. Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt, voor zover daarin niet is voorzien bij het Wetboek van Strafrecht of de Wet op de economische delicten, gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Het niet hebben van een aansluitvergunning heeft daarnaast als gevolg dat de rechthebbende verantwoordelijk blijft voor de aansluiting. Dit betekent dat de rechthebbende ook verantwoordelijk is voor de gevolgen die de illegale aansluiting kan hebben op het gemeentelijk rioleringsstelsel.

  • 3. Als het college geen gelegenheid krijgt om een revisie van de rioolaansluiting te maken, blijft de rechthebbende ook verantwoordelijk voor de aansluiting.

  • 4. Indien de aansluiting niet conform ontwerp of van onvoldoende kwaliteit is, krijgt de rechthebbende de gelegenheid dit te corrigeren. Mocht hier geen overstemming bereikt worden met het college, kan het college besluiten geen revisie op te maken van de aansluiting. In dit geval blijft de rechthebbende verantwoordelijk voor de aansluiting.

Artikel 14 Hardheidsclausule

  • 1. Indien een strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt, kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen van het gestelde in deze verordening afwijken.

  • 2. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 15 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep personen.

Artikel 16 Overgangsrecht

  • 1. De aanvragen tot wijziging of aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool, die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Op aansluitingen van particuliere riolen op het openbaar riool, die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan toe geldende regelgeving en voorschriften reeds zijn aangelegd, zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.

Artikel 17 Intrekking verordening rioolaansluiting

De verordeningen:

  • -

    “Rioolaansluitingsverordening van de gemeente Schoonhoven”, datum ondertekening: 23-02-1995 datum inwerkingtreding: 15-03-1995;

  • -

    “Verordening voor gemeentelijke bijdragen in de kosten van herstel van dienstleidingen van de riolering”, gemeente Schoonhoven, datum ondertekening: 23-02-1995, datum inwerkingtreding: 15-03-1995;

  • -

    “Huisaansluitingenbeleid Riolering”, gemeente Nederlek, datum ondertekening d.d. 25-09-2000, datum inwerkingtreding 01-01-2002;

worden ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van de Verordening rioolaansluiting gemeente Krimpenerwaard 2017.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rioolaansluiting gemeente Krimpenerwaard.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 13 december 2016.
de griffier, drs. K.E. Driehuijs
de voorzitter,mr. R.S. Cazemier