Regeling vervallen per 01-01-2020

Beleidsregels vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard

Geldend van 29-09-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Beleidsregels vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard

Burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard;

gelet op

  • ·

    de instemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 29 mei 2017;

  • ·

    hoofdstuk 6 van de CAR-UWO-regeling gemeente Krimpenerwaard;

b e s l u i t e n :

met ingang van 1 januari 2017 vast te stellen de volgende

Beleidsregels vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard

Artikel 1 Inleiding

Per 1 januari 2017 zijn twee bovenwettelijke verlofdagen vervallen, in geld omgezet en aan het Individueel Keuzebudget (IKB) toegevoegd. Als gevolg hiervan is hoofdstuk 6 van de CAR-UWO over de duur van het verlof aangepast. Die aanpassing werkt ook door in de lokale regeling vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard 2015. Dit heeft tot gevolg dat de lokale regeling wordt ingetrokken en herzien. De beleidsregels bevatten ook bepalingen over het toekennen van verlof op grond van bijzondere situaties. De verlofaanspraak in aantal uren betreft primaire arbeidsvoorwaarden. Het opstellen van de aanvullende beleidsregels over het aantal verlofuren is voorbehouden aan de commissie voor het Georganiseerd Overleg. De Ondernemingsraad heeft hierin geen rol. Vanuit de algemene informatieplicht worden de beleidsregels informatief toegezonden aan de Ondernemingsraad.

Artikel 2 Aanvragen en verlenen vakantie (artikel 6:1:1)

  • 1. De medewerker vraagt tijdig vakantie aan en dient dit in bij de leidinggevende via het personeelsinformatiesysteem (YouPP).

  • 2. De leidinggevende beslist over het verlenen van de vakantie en registreert die beslissing in het personeelsinformatiesysteem (YouPP).

Artikel 3 Duur vakantie (uitwerken artikel 6:2:1, lid 1)

De vakantie van de medewerker met een formele arbeidsduur van 36 uur per week bedraagt in afwijking van artikel 6:2, lid 1 ten minste 151,2 uren (waarvan 144 uren wettelijk en 7,2 uren bovenwettelijk verlof (extra lokale overeengekomen verlof dag ) ) per kalenderjaar. Voor deeltijdwerkers geldt dit aantal uren naar rato.

Artikel 4 Verhogen duur vakantie wegens leeftijd (uitwerken artikel 6:2:1, lid 3)

De vakantie van een medewerker met een formele arbeidsduur van 36 uur per week wordt vanaf het kalenderjaar waarin de aangegeven leeftijd wordt bereikt, als volgt verhoogd:

Leeftijd

Verhoging met

30 tot en met 39 jaar

07,2 uren

40 tot en met 44 jaar

14,4 uren

45 tot en met 49 jaar

21,6 uren

50 tot en met 54 jaar

28,8 uren

55 tot en met 59 jaar

36,0 uren

60 tot en met pensioengerechtigde leeftijd

43,2 uren

Voor deeltijdwerkers geldt de verhoging in aantal uren naar rato.

Artikel 5 Buitengewoon verlof (artikel 6:4, lid 2).

Naast de dag van het overlijden van een huisgenoot, bloed- en aanverwanten in eerste en tweede graad, bestaat aanspraak op een korte billijke periode met doorbetaling van salaris voor de lijkbezorging op grond van de Wet arbeid en zorg. De periode voor het regelen en bijwonen van de uitvaart (begrafenis of crematie) is als volgt:

  • 1.

    echtgenoot, geregistreerd partner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aangehuwde kinderen gedurende een aaneengesloten periode van vier werkdagen.

  • 2.

    (aangehuwde) grootouders, broers en zussen, zwagers en schoonzussen, (aangehuwde) kleinkinderen één werkdag.

  • 3.

    Voor het regelen van de nalatenschap bestaat aanspraak op maximaal vier werkdagen naar keuze voor de doelgroep onder 1 en 2 als de medewerker is aangewezen als executeur-testamentair (de medewerker maakt dit aannemelijk) . Zowel over hetaantal op te nemen dagen als het tijdstip waarop die worden opgenomen vindt overleg plaats met de afdelingsmanager. De afdelingsmanager beslist.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze beleidsregels niet of niet naar redelijkheid voorzien, kan afwijkend worden beslist. Het toepassen van bijzondere omstandigheden wordt gemeld aan de Ondernemingsraad.

Artikel 7 Overgangsbepaling (vanwege herindeling. Dit artikel vervalt op 1 januari 2019)

  • 1. De medewerker die in het kalenderjaar 2014 bij één van de rechtsvoorgangers een hogere verlofaanspraak had dan de aanspraak op grond van deze regeling, maakt aanspraak een afbouwregeling.

  • 2. Het aantal af te bouwen uren is gelijk aan het verschil tussen het aantal verlofuren over het kalenderjaar 2014 (peildatum) bij de rechtsvoorganger en de aanspraak over het kalenderjaar 2015 op basis van deze regeling. Het verschil wordt als volgt afgebouwd:

    • ·

      in het kalenderjaar 2015: 100%

    • ·

      in het kalenderjaar 2016: 75%

    • ·

      in het kalenderjaar 2017: 50%

    • ·

      in het kalenderjaar 2018: 25%

  • 3. Daarbij geldt dat de verlofaanspraak op basis van deze regeling, vermeerderd met de afbouw nooit meer kan zijn dan de verlofaanspraak uit 2014 (peildatum) bij de rechtsvoorganger.

  • 4. Het team P&O beschikt over een lijst met daarop de namen van alle medewerkers die in aanmerking komen voor deze overgangsbepaling.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregels vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard”.

  • 3. De “Regeling vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard 2015” zoals vastgesteld op 13 januari 2015 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Schoonhoven, 12 september 2017
Burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard,
De secretaris, mw. mr. M. Plantinga
de burgemeester, mr. R.S. Cazemier