Verordening Cliëntenraad Participatiewet 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening Cliëntenraad Participatiewet 2020

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Cliëntenraad: de cliëntenraad Participatiewet als bedoeld in artikel 47 van de Participatiewet;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard;

  • c.

    de wet: de Participatiewet.

Artikel 2 Cliëntenraad

  • 1.

    De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een cliëntenraad met inspraak in de adviesraad Sociaal Domein. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. De cliëntenraad of het college kunnen kandidaten voordragen.

  • 2.

    De cliëntenraad is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat deze een afspiegeling is van de bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken personen.

  • 3.

    De cliëntenraad bestaat uit ten minste 4 en ten hoogste 7 personen.

  • 4.

    Op voordracht van de cliëntenraad benoemt het college een onafhankelijke voorzitter die maatschappelijk betrokken is, maar die geen functie heeft op bestuurlijk, beleid- of managementniveau in een politieke partij of een betaalde functie bij een organisatie die direct belang heeft bij de dienstverlening aan de doelgroepen of de gemeente. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van 3 jaar en kan eenmalig worden herbenoemd voor een termijn van 3 jaar.

  • 5.

    De cliëntenraad komt ten minste 6 en maximaal 10 maal per kalenderjaar in vergadering bij elkaar.

  • 6.

    De leden van de cliëntenraad worden benoemd voor een eenmalige termijn van 3 jaar.

  • 7.

    De cliëntenraad is verantwoordelijk voor het werven van de leden. In het derde zittingsjaar zoekt de cliëntenraad actief naar opvolging en zorgt voor een goede overdracht.

  • 8.

    Er wordt een rooster van aftreden gemaakt, waarbij roulerend wordt afgetreden.

Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college, de cliëntenraad en de ambtelijk secretaris

Artikel 3 Taken van het gemeentebestuur

  • 1.

    Het gemeentebestuur zorgt ervoor dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling en met name de gevolgen daarvan bij de uitvoering van de wet en het gevoerde beleid.

  • 2.

    In navolging van lid 1 zorgt het college ervoor dat jaarlijks voor 1 januari de beleidsagenda voor het betreffende jaar aan de cliëntenraad wordt overlegd.

  • 3.

    Op verzoek van de cliëntenraad wordt door de inhoudelijk beleidsadviseur bij vergadering toelichting gegeven op de geagendeerde en door de cliëntenraad geïnitieerde beleidsonderwerpen.

  • 4.

    Het college neemt door de cliëntenraad opgestelde aanbevelingen mee bij de beleidsontwikkeling en informeert de cliëntenraad beargumenteerd en schriftelijk.

Artikel 4 Ondersteuning cliëntenraad

Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad. Hiertoe:

  • a.

    stelt het een vergaderruimte ter beschikking;

  • b.

    geeft het de leden van de cliëntenraad toegang tot kantoormiddelen zoals een kopieermachine en een printer;

  • c.

    draagt het zorg voor de secretariële ondersteuning ter voorbereiding en afronding van de reguliere vergaderingen van de cliëntenraad. Hiervoor is 400 uur per jaar beschikbaar gesteld;

  • d.

    stelt het ambtenaren van de gemeente in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of uitleg, als daarom door de cliëntenraad is verzocht;

  • e.

    zorgt het ervoor dat aan de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt voor zover dat nodig is voor het naar behoren functioneren van de cliëntenraad;

  • f.

    verstrekt het de informatie, bedoeld onder e, op een zodanig tijdstip dat daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming.

Artikel 5 Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad voorziet het college gevraagd en ongevraagd van aanbevelingen over door het college of de gemeenteraad voorgenomen te ontwikkelen beleid en de gevolgen daarvan bij de uitvoering van de wet en het gevoerde beleid.

  • 2.

    De aanbevelingen als bedoeld in het eerste lid worden tijdig voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsafdeling.

  • 3.

    De voorzitter en een lid van de cliëntenraad nemen deel aan de vergaderingen geïnitieerd door de adviesraad Sociaal Domein.

  • 4.

    De personen zoals bedoeld onder lid 3 dragen naar vermogen zoveel mogelijk de standpunten van de cliëntenraad uit en dragen zorg voor de informatieoverdracht tussen de cliëntenraad en de adviesraad Sociaal Domein.

  • 5.

    De cliëntenraad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften, andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

  • 6.

    Ieder lid is bevoegd agendapunten aan te dragen.

Artikel 6 Taken van de ambtelijk secretaris

De ambtelijk secretaris:

  • a.

    draagt in overleg met de voorzitter en de cliëntenraad zorg voor een vergaderreglement en ziet toe op de naleving ervan;

  • b.

    stelt in overleg met de voorzitter van de cliëntenraad voorafgaand aan iedere vergadering de agenda samen;

  • c.

    verzendt de uitnodigingen en, indien van toepassing, conceptbeleid en verzoeken voor aanbeveling bij beleidsontwikkeling, met inachtneming van artikel 5, tweede lid, tijdig voordat de vergadering plaatsvindt aan de leden;

  • d.

    stelt in overleg met de voorzitter, indien van toepassing, op basis van input van de leden, een concreet voorstel voor aanbeveling op en stuurt deze tijdig door naar het college zodat deze bij de beleidsontwikkeling meegenomen kan worden; en

  • e.

    draagt zorg voor een verslag van de vergadering en zendt deze gelijktijdig met de uitnodiging van de volgende vergadering aan de leden.

Artikel 7 Budget cliëntenraad

  • 1.

    Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld.

  • 2.

    Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging (inclusief communicatie) en organisatiekosten.

Artikel 8 Vergoeding aan de voorzitter en de leden

  • 1.

    De leden van de cliëntenraad kunnen gebruik maken van de presentiegeld-regeling. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    De leden komen in aanmerking voor de vastgestelde vergoeding op basis van het bovengenoemde rechtspositiebesluit. De voorzitter komt in aanmerking voor een vergoeding van 200% van deze vastgestelde vergoeding.

  • 3.

    De onder lid 2 benoemde vergoeding die wordt verstrekt aan een lid die behoort tot de doelgroep van de Participatiewet (artikel 7 lid 1 van de Participatiewet) geldt er een maximalisering tot de hoogte van de vergoeding die, op grond van artikel 7 van de Regeling Participatiewet, mag worden vrijgelaten voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste de in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, genoemde gezamenlijke waarden per maand en per kalenderjaar.

  • 4.

    De vergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van de reiskosten naar/van de vergadering van de cliëntenraad of kantoorartikelen. Derhalve kunnen deze kosten dus niet afzonderlijk gedeclareerd worden door de leden van de cliëntenraad.

  • 5.

    Uitbetaling geschiedt op basis van een getekende presentielijst per vergadering.

Artikel 9 Overgangsbepaling zittingsduur

De leden die op het moment waarop deze verordening in werking treedt zitting hebben in de cliëntenraad ingesteld bij de Verordening Cliëntenraad Participatiewet 2015, behouden hun lidmaatschap van de cliëntenraad op grond van deze verordening voor de termijn van maximaal drie jaar na inwerkingtreding van deze verordening.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 10 Evaluatie

Jaarlijks wordt tussen de cliëntenraad en afdelingshoofd Sociale Zaken van de gemeente geëvalueerd of de gekozen opzet van de cliëntenparticipatie voldoet. De cliëntenraad brengt verslag uit van deze evaluatie aan de gemeenteraad.

Artikel 11 Intrekken verordening

Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening, wordt de Verordening Cliëntenraad Participatiewet 2015 ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 10 december 2019.

de griffier, dr. M-L van Muijen

de voorzitter, mr. R.S. Cazemier

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt, in combinatie met de verordening Adviesraad Sociaal Domein, uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • die algemene bijstand ontvangen;

  • als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdeel b, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdeel b, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • personen zonder uitkering;

  • en die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. Het college hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Artikel 2 Cliëntenraad

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college. Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.

Tweede lid

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste ld, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).

Vierde lid

Een goed functionerende cliëntenraad vraagt een grote inzet van haar leden. Wanneer leden deze inzet niet kunnen leveren heeft dit invloed op het functioneren van de gehele cliëntenraad. Het is de taak van de voorzitter om de inzet van de leden te bewaken. De ambtelijk secretaris, zie artikel 4 onder c van deze verordening, verzorgt met de voorzitter de agendering. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van drie jaar en kan worden herbenoemd voor eenzelfde termijn van drie jaar. Er is voor maximering gekozen om zo op passende wijze vernieuwing in het voorzitterschap te bevorderen.

Zesde lid

In het zesde lid wordt gesproken over de zittingstermijn van de cliëntenraad. Deze is eenmalig drie jaar. Ook hier is gekozen voor een maximering van de zittingsduur zodat daarmee vernieuwing in de samenstelling van de cliëntenraad wordt bevorderd.

Zevende lid

Dit lid regelt dat de leden van de cliëntenraad zelf verantwoordelijk zijn voor het tijdig werven van nieuwe leden voor afloop van de zittingsperiode. Het is van belang dat de overdracht tijdig en zorgvuldig plaatsvindt, zodat een nieuw lid vlot en goed geïnformeerd de taken kan overnemen.

De afdeling Communicatie kan helpen bij het opstellen van vacatureteksten, het inrichten van een eigen pagina op de website en andere communicatiemiddelen, zoals bijvoorbeeld een informatieve flyer. De vacatures kunnen daarnaast in Het Kontakt worden geplaatst, maar ook via de maandelijkse digitale nieuwsbrief van Sociale Zaken worden verspreid. Een flyer kan worden uitgereikt aan (nieuwe) cliënten.

Achtste lid

De cliëntenraad maakt een rooster van aftreden om zoveel mogelijk te voorkomen dat veel leden tegelijk aftreden en om zo de continuïteit te waarborgen.

Artikel 3 Taken van het gemeentebestuur

Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college advies vragen aan de adviesraad Sociaal Domein. De cliëntenraad levert een afvaardiging aan de adviesraad Sociaal Domein.

Het wordt belangrijk geacht dat de cliëntenraad tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het eerste lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat de cliëntenraad wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling. Hiertoe verstrekt het college voorafgaand aan elk jaar de beleidsagenda aan de cliëntenraad.

Artikel 4 Ondersteuning cliëntenraad

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de cliëntenraad wordt gefacilieerd. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de cliëntenraad.

Artikel 5 Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

De cliëntenraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd aanbevelingen te geven over het beleid, waarbij het accent ligt op de gevolgen voor de uitvoering. Is het in begrijpelijke taal verwoord, is het praktisch uitvoerbaar, ontstaan er geen tegenstrijdigheden in de uitvoering e.d. zijn vragen die daarbij gesteld kunnen worden. Het college neemt de aanbevelingen mee bij de beleidsontwikkelingen. De aanbevelingen worden gericht aan de betreffende beleidsafdeling en dienen in acht te worden genomen bij de beleidsontwikkeling. De cliëntenraad heeft geen adviesrecht. Dit recht is bij de adviesraad Sociaal Domein gelegd. De cliëntenraad heeft inspraak in de adviesraad Sociaal Domein.

Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de cliëntenraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.

Artikel 6 Taken van de ambtelijk secretaris

De ambtelijk secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen de gemeenteraad en het college en de cliëntenraad. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen.

Artikel 7 Budget cliëntenraad

Het budget is, na reservering van de kosten voor de ambtelijk ondersteuning en presentiegelden, ter vrije besteding van de cliëntenraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering van de cliëntenraad als geheel, maar ook van de individuele leden, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten (tweede lid). Deze kosten kunnen uitsluitend ten laste van het budget worden gebracht indien deze zijn beoordeeld en goedgekeurd door het college. Het ligt voor de hand dat het college dit beoordeelt voordat de kosten worden gemaakt. De cliëntenraad zal daarom vooraf om goedkeuring moeten vragen.

Artikel 8 Vergoeding aan de voorzitter en de leden

De leden van de cliëntenraad kunnen gebruik maken van de presentiegeld-regeling. De hoogte van dit bedrag wordt bepaald aan de hand van het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

De leden komen in aanmerking voor de vastgestelde vergoeding op basis van het bovengenoemde rechtspositiebesluit. De voorzitter komt in aanmerking voor een vergoeding van 200% van deze vastgestelde vergoeding. Deze regeling is conform dezelfde presentiegeld-regeling die van kracht is voor de adviesraad Sociaal Domein.

Voor cliënten van de afdeling Sociale Zaken geldt er een maximalisering tot de hoogte van de vergoeding die, op grond van artikel 7 van de Regeling Participatiewet, mag worden vrijgelaten voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste de in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, genoemde gezamenlijke waarden per maand en per kalenderjaar. Voor 2019 is dit ten hoogste € 170,- per maand en € 1.700,- per kalenderjaar. Hiermee wordt voorkomen dat vergoedingen worden verstrekt die op de uitkering weer in mindering moeten worden gebracht. De vrijlating voor vrijwilligers geldt niet voor jongeren tot 27 jaar (artikel 31 lid 5 van de Participatiewet). Voor hen komen, op basis van declaratie, alleen de daadwerkelijke kosten voor vergoeding in aanmerking.

De presentiegeldregeling geldt uitdrukkelijk voor de vergaderingen van de cliëntenraad. Andere door de cliëntenraad georganiseerde activiteiten, zoals achterbanraadpleging, of het bijwonen van congressen vallen hier niet onder.

Artikel 9 Overgangsbepaling zittingsduur

Dit artikel bepaalt dat bij inwerking treden van deze verordening de leden die op dat moment zitting hebben in de cliëntenraad, nog voor maximaal drie jaar aanblijven.

Om ervoor te zorgen dat er over drie jaar opnieuw een voltallige cliëntenraad is, is het van belang dat de cliëntenraad conform artikel 2 lid 8 een rooster van aftreden opstelt, zodat tijdig wordt voorzien in de vernieuwing van de samenstelling van de cliëntenraad.