BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13B LAARBEEK

Geldend van 20-02-2015 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13B LAARBEEK

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13B LAARBEEK

De burgemeester van Laarbeek

 

B e s l u i t

vast te stellen de beleidsregel ‘Handhavingsprotocol Opiumwet 13b Laarbeek’

 

Inleiding

Gemeenten worden vaker geconfronteerd met illegale verkooppunten van verdovende middelen en hennepteelt en Laarbeek is daarin geen uitzondering. Artikel 13b Opiumwet (ook wel Wet Damocles genoemd) biedt een bevoegdheid om op te treden tegen zich in de gemeente voordoende druggerelateerde situaties en daarvan wenst de burgemeester gebruik te gaan maken. Deze in regionaal verband opgestelde beleidsregel beschrijft hoe de burgemeester om wil gaan met zijn bevoegdheden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Het protocol geeft aan op welke wijze en onder welke omstandigheden de burgemeester bestuurlijke dwangmiddelen zal inzetten bij geconstateerde overtredingen van de Opiumwet.

In dit handhavingsprotocol staan de verschillende, in zwaarte oplopende, in te zetten maatregelen beschreven. Dit betekent dat in het kader van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit de burgemeester eerst moet putten uit minder vergaande maatregelen. Daarom is gekozen voor een getrapt optreden.

In het kader van de integrale aanpak wordt samengewerkt met Politie en het Openbaar Ministerie. Ook hun inzet is inzichtelijk gemaakt.

Juridisch kader

De Wet Damocles geeft de burgemeester de bevoegdheid om op grond van artikel 13b Opiumwet bestuursdwang toe te passen als een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I (harddrugs) of lijst II (softdrugs) wordt gekweekt, vervaardigd verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig is.

Sinds 1 november 2007 is artikel 13b Opiumwet verruimd naar woningen en erven. De bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang geldt zowel voor publieke lokalen, zoals winkels en cafés, als voor lokalen die niet voor publiek toegankelijk zijn, zoals loodsen, bedrijfsruimten en voor woningen.

Artikel 13b Opiumwet

De volledige tekst van artikel 13b van de Opiumwet luidt:

1. De burgemeester is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

2. Het 1e lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.

De bestuursrechter eist van de burgemeester een gedegen onderbouwing, bij voorkeur door middel van beleidsregels, in geval van toepassing van last onder bestuursdwang van lokalen of woningen op grond van artikel 13b Opiumwet.

Het bestuurlijk handhavingsbeleid ten aanzien van artikel 13b is onderverdeeld in de volgende categorieën:

I. al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven;

II. woningen en bijbehorende erven;

III. gedoogde coffeeshops met exploitatievergunning.

Hoewel er in de gemeente Laarbeek geen coffeeshops zijn, zijn de daarop betrekking hebbende passages in verband met de gewenste uniformiteit in de regio en in het belang van de samenhang van dit stuk, onverkort opgenomen.

 

Aanwijzing Opiumwet

De aanwijzing Opiumwet van het college van Procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie is eveneens van kracht. Voor coffeeshops worden in dit protocol de voor coffeeshops geldende AHOJGI-criteria gehanteerd. De AHOJGI-criteria zijn:

A: geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit.

H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden.

O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten.

J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: hiervoor geldt de leeftijdsgrens van achttien jaar.

G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram) en geen grote handelsvoorraad (> 500 gram).

Onder "transactie" wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.

I: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland. Onder ‘ingezetene van Nederland’ wordt verstaan een persoon die zijn woonadres heeft in een gemeente van Nederland.

Beleidscriteria

Dit handhavingsprotocol heeft tot doel:

  • 1.

    te realiseren dat geconstateerde overtredingen gevolgd worden door een reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de aard en de ernst van de overtreding (proportionaliteit en subsidiariteit);

  • 2.

    te zorgen dat er door de gekozen bestuursdwangmaatregel een einde komt aan de verboden situatie en dat herhaling van de overtreding wordt voorkomen;

  • 3.

    kenbaar te maken aan de burger welke maatregel hij van de overheid kan verwachten na een overtreding, waardoor er mogelijk tevens een preventieve werking vanuit gaat;

  • 4.

    door middel van integrale aanpak de handhavingsactiviteiten van politie, OM en gemeente op elkaar af te stemmen en waar mogelijk complementair te laten zijn (handhavingsarrangement);

Bestuursdwang

Op grond van artikel 5:21 en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

Ten aanzien van de uitoefening van de bevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet wordt er niet voor gekozen om de optie van dwangsom tot uitgangspunt voor beleid te verheffen.

Gelet op de aard van de overtreding en de te beschermen belangen, wordt een beleid voorgestaan, waarbij de overtreding onmiddellijk wordt beëindigd. Een feitelijke sluiting wordt door de burgemeester gezien als het meest geëigende middel om de beleidsdoelen te bereiken.

Uit het oogpunt van eisen van proportionaliteit en subsidiariteit is er gekozen voor een getrapt optreden. Er is voor een uitgewerkt protocol gekozen waarbij de zwaarte van de sanctie aansluit op de ernst van de overtreding. De getrapte sanctionering wordt in de matrix weergegeven.

Een vervolgstap uit de matrix wordt genomen indien de overtreding plaatsvindt binnen drie jaar na de eerdere overtreding. Er zijn echter situaties die dermate ernstig zijn, dat van het getrapt optreden kan worden afgeweken.

In het uiterste geval van sluiting voor onbepaalde tijd zijn er ook gevolgen voor een eventuele horecavergunning of exploitatievergunning. Op grond van artikel 31 lid 1d Drank- en Horecawet wordt de drank- en horecavergunning ingetrokken indien zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid.

De burgemeester is het bevoegde bestuursorgaan op grond van de Drank- en Horecawet. Een exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening kan eveneens door de burgemeester ingetrokken worden. Beide sancties zijn mede betrokken in de matrix.

Het is van belang dat slagvaardig kan worden opgetreden in het geval van overtredingen door coffeeshops, dan wel illegale verkoop op andere plekken, en in gevallen dat drugs en/of hennepplanten worden aangetroffen. Door dit handhavingsbeleid is het mogelijk voortvarend besluiten te nemen omtrent het overgaan tot sluiting.

 

I. Al dan niet voor publiek toegankelijk lokalen, bijbehorende erven en niet bewoonde woningen

Onder de in deze rubriek bedoelde panden vallen de niet gedoogde verkooppunten van drugs: drugshandel en hennepteelt, in al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen, dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven. Het betreft panden zoals winkels en horecabedrijven, loodsen, schuren, magazijnen of (andere) bedrijfsruimten en woningen die niet bewoond worden (dat kan blijk uit het feit dat er geen inschrijving is op dat adres in het gemeentelijke basisadministratie personen en/of het evident is dat er in het huis of appartement geen bewoning plaatsvindt omdat er geen spullen daartoe aanwezig zijn).

 

Overtredingen softdrugs

  • Overtredingen/ andere bepalingen

    Politie/toezichthouder

    OM

    Bestuur

    Softdrugs verkoop, aflevering of verstrekking, dan wel daartoe aanwezig of hennepteelt.

    Constatering overtreding en inbeslagname van de drugs. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: bestuurlijke waarschuwing met voornemen tot sluiting of overgaan naar stap 2 en direct sluiten ex art. 13b Opiumwet. (*)

    2e keer: Sluiting voor de duur van 6 maanden ex art. 13b Opiumwet.

    3e keer: Sluiting voor 12 maanden ex art. 13b Opiumwet.

    4e keer: Sluiting onbepaalde tijd ex art. 13b Opiumwet en intrekken van de horecavergunning en exploitatievergunning.

 

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) schrijft niet voor dat er vooraf moet worden gewaarschuwd. Het is een vorm van behoorlijk bestuur om dit wel te doen, maar dit betekent niet dat het in alle gevallen moet. Het hangt af van de ernst van de geconstateerde overtreding.

 

Uit jurisprudentie blijkt dat het bestuursorgaan uit het oogpunt van behoorlijk bestuur wel eerst dient te waarschuwen, wanneer het voornemens is een maatregel te treffen die voor de burgers schadelijk is en de burger zelf in staat is de noodzaak tot het treffen van de maatregel weg te nemen.

 

In beginsel sluit de zwaarte van de sanctie aan op de ernst van de overtreding. Het gaat om de proportionaliteit van de sanctie ten opzichte van de overtreding. Indien de situatie dermate ernstig is, kan de burgemeester besluiten de eerste stap van waarschuwing te laten vervallen en direct over te gaan op toepassing van stap twee.

 

(*) Bij de afweging of met een waarschuwing wordt volstaan of dat direct een sluiting wordt bevolen, zijn onder andere de volgende indicatoren van belang:

a. De hoeveelheid softdrugs die wordt aangetroffen; bij een handelsvoorraad van minder dan zes planten of minder dan 30 gram wordt in beginsel volstaan met een waarschuwing;

b. Indicatoren van enige professionaliteit: de professionaliteit wordt afgemeten aan de aanwezigheid van attributen in het lokaal die wijzen op regelmatige handel in verdovende middelen - zoals weegschalen, grote hoeveelheden cash geld, verpakkings- en versnijdingsmaterialen etc. – of attributen die wijzen op beroeps- of bedrijfsmatige teelt;

c. Antecedenten bij de exploitant c.q. leidinggevende;

d. Overlast gerelateerd aan handel in drugs;

e. Overige omstandigheden die duiden op drugshandel in georganiseerd verband.

f. Gevaarzetting, bijvoorbeeld  door het aftappen van stroom of een illegale verbouwing.

De genoemde indicatoren zijn niet limitatief: ook andere hier niet genoemde indicatoren kunnen meewegen bij de beslissing direct over te gaan tot sluiting.

 

Overtredingen harddrugs

  • Overtredingen/ andere bepalingen

    Politie/toezichthouder

    OM

    Bestuur

    Harddrugs verkoop, aflevering of verstrekking, dan wel daartoe aanwezig.

    Constatering overtreding en inbeslagname van de drugs. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Sluiting voor de duur van 12 maanden ex art. 13b Opiumwet.

    2e keer: Sluiting onbepaalde tijd ex art. 13b Opiumwet en intrekking van de horeca- en exploitatievergunning.

 

Handel in harddrugs is een dermate ernstige verstoring van de openbare orde dat er direct, zonder voorafgaande waarschuwing, tot sluiting kan worden overgegaan. Ook draagt het aanwezig hebben van harddrugs in een al dan niet voor publiek openstaand gebouw op zichzelf reeds het risico van negatieve effecten op de openbare orde in zich. Sluiting is gerechtvaardigd ter bescherming van de openbare orde en het woon– en leefklimaat. Om de naamsbekendheid teniet te doen en de aanloop eruit te krijgen is een termijn van twaalf maanden nodig.

 

II. Woningen en bijbehorende erven

Sinds 1 november 2007 wordt in artikel 13b Opiumwet gesproken over zowel lokalen als woningen. Hiermee wordt het mogelijk op te treden tegen kwekers en dealers die vanuit woonhuizen opereren. Het gaat hierbij om het kweken, bereiden, verkopen, afleveren, verstrekken of daartoe aanwezig hebben van softdrugs of harddrugs.

Woningcorporaties hebben in de huurcontracten bepalingen opgenomen m.b.t. overlast en hennep e.d. waarbij het huurcontract wordt ontbonden. De burgemeester hoeft in dat geval niet over te gaan tot sluiting van de woning, maar hij kan dit wel doen.

Indien sluiting van een woning door de burgemeester noodzakelijk wordt geacht, bijvoorbeeld aanvullend bij ontbinding of bij particuliere verhuur, kan de burgemeester besluiten dat de sluiting wordt opgeheven op het moment dat het huurcontract met de betreffende overlast gevende huurder is ontbonden.

Het uiteindelijk sluiten van een woning is een uiterst middel om de openbare orde te  herstellen. De overheid maakt hiermee inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM).

 

Overtredingen softdrugs

Indien in woningen of bij de woningen behorende erven een middel bedoeld in artikel 3 van de Opiumwet (softdrugs) wordt gekweekt, bereidt, verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is, met vanaf 6 planten of 30 gram of bij aanwezigheid van  indicatoren van enige professionaliteit, worden de volgende bestuursrechtelijke maatregelen getroffen:

 

  • Overtredingen/andere bepalingen

    Politie/toezichthouder

    OM

    Bestuur

    Softdrugs verkoop, aflevering of verstrekking, dan wel daartoe aanwezig of hennepteelt;

    Hoeveelheid: handelsvoorraad ≥ 6 planten of ≥ 30 gram;

    Indicatoren van enige professionaliteit.

    Constatering overtreding en inbeslagname van de drugs. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Bestuurlijke waarschuwing met voornemen tot sluiting of overgaan naar stap 2 en direct sluiten ex art. 13b Opiumwet.(*)

    2e keer: Sluiting voor de duur van 3 maanden ex art. 13b Opiumwet.

    3e keer: Sluiting voor 6 maanden ex art. 13b Opiumwet.

    4e keer: Sluiting onbepaalde tijd ex art. 13b Opiumwet.

 

(*) Bij de afweging of met een waarschuwing wordt volstaan of dat direct een sluiting wordt bevolen, zijn onder andere de volgende indicatoren van belang:

a. De hoeveelheid softdrugs die wordt aangetroffen; bij een handelsvoorraad van minder dan zes planten of minder dan 30 gram wordt in beginsel volstaan met een waarschuwing;

b. Indicatoren van enige professionaliteit: attributen die wijzen op regelmatige handel in verdovende middelen - zoals weegschalen, veel cash geld, verpakkings- en versnijdingsmaterialen etc. – of attributen die wijzen op beroeps- of bedrijfsmatige teelt;

c. Antecedenten bij de exploitant c.q. leidinggevende;

d. Overlast gerelateerd aan handel in drugs;

e. Overige omstandigheden die duiden op drugshandel in georganiseerd verband.

f. Gevaarzetting, bijvoorbeeld door het aftappen van stroom of een illegale verbouwing.

De genoemde indicatoren zijn niet limitatief: ook andere hier niet genoemde indicatoren kunnen meewegen bij de beslissing direct over te gaan tot sluiting. Als een sluiting voor onbepaalde tijd is opgelegd kunnen belanghebbenden, na het verstrijken van 2 jaren sinds de sluiting is bevolen, de burgemeester om opheffing van de sluiting verzoeken.

 

Overtredingen harddrugs

Indien in woningen of bij de woningen behorende erven een middel als bedoeld in als bedoeld in lijst I van de Opiumwet (harddrugs) wordt bereidt, verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is, met een handelsvoorraad vanaf 0,5 gram of 5 ml, waarbij geen sprake meer is van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik, worden de volgende bestuursrechtelijke maatregelen getroffen:

 

  • Overtredingen/andere bepalingen

    Politie/toezichthouder

    OM

    Bestuur

    Harddrugs verkoop, aflevering of verstrekking, dan wel daartoe aanwezig.

    Hoeveelheid: handelsvoorraad ≥ 0,5 gram of > 5 ml GHB

    Constatering overtreding en inbeslagname van de drugs. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Bestuurlijke waarschuwing met voornemen tot sluiting of directe sluiting voor 3 maanden (*).

    2e keer: Sluiting voor 6 maanden ex art. 13b Opiumwet.

    3e keer: Sluiting onbepaalde tijd ex art. 13b Opiumwet.

 

(*) Wanneer er harddrugs wordt aangetroffen in een woning kan de burgemeester, indien de situatie dermate ernstig is, besluiten de stap van waarschuwing te laten vervallen en direct over te gaan tot sluiting. In dit geval wordt niet direct overgegaan tot stap 2 van de matrix, maar wordt in eerste instantie volstaan met sluiting voor de duur van 3 maanden.

Bij de afweging of met een waarschuwing wordt volstaan of dat direct een sluiting wordt bevolen, wordt rekening gehouden met onder meer de handelsvoorraad, indicatoren van enige professionaliteit en overige feiten of omstandigheden die duiden op drugshandel in georganiseerd verband.

Ook hierbij geldt dat de zwaarte van de sanctie in beginsel aansluit op de ernst van de overtreding.

Als een sluiting voor onbepaalde tijd is opgelegd kunnen belanghebbenden, na het verstrijken van 2 jaren sinds de sluiting is bevolen, de burgemeester om opheffing van de sluiting verzoeken.

 

Wet Victoria

Naast artikel 13b van de Opiumwet geeft ook artikel 174a van de Gemeentewet de burgemeester de bevoegdheid om een woning te sluiten bij (ernstige vrees) voor verstoring van de openbare orde (wet Victoria). Bij gebruik van artikel 13b Opiumwet hoeft er bij de dossiervorming geen overlast aangetoond worden, bij gebruik van artikel 174a Gemeentewet moet dit wel. Er moet sprake zijn van langdurige vormen van overlast. Naast drugsoverlast kan er ook sprake zijn van activiteiten zoals gokken, wapenhandel, prostitutie, geweldsdelicten, burengerucht of andere illegale dan wel overlast veroorzakende activiteiten. Hiervoor kan de burgemeester het stappenplan voor de procedure tot sluiting van een woning o.g.v. artikel 174a Gemeentewet van het Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid (CCV) volgen.

 

Wet Victor

De wet Victor (artikel 14 Woningwet) regelt het natraject van een sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet dan wel artikel 174a Gemeentewet. Leegstaande panden kunnen aantasting van de leefbaarheid in de omgeving veroorzaken. De wet Victor geeft mogelijkheden hier tegen op te treden. Voor het natraject worden hier geen beleidsregels vastgelegd. Welke stappen in het natraject worden ondernomen zal afhangen van het specifieke geval.

 

Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen

De burgemeester is op grond van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (WKPB) verplicht om een besluit tot sluiting, dat is gegrond op artikel 13b Opiumwet dan wel op artikel 174a Gemeentewet, zo spoedig mogelijk in te schrijven in de openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (Kadaster).

 

III. Gedoogde coffeeshops met exploitatievergunning

  • Overtredingen/ andere bepalingen

    Politie/toezichthouder

    OM

    Bestuur

    Aanwezigheid en/of verkoop van harddrugs in en/of vanuit de inrichting (H-criterium).

    Constatering overtreding en inbeslagname van de drugs. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Sluiting voor 12 maanden. 2e keer: Sluiting onbepaalde tijd en intrekking exploitatievergunning.

    Affichering (A-criterium) of veroorzaken van overlast (O-criterium).

    Constatering overtreding. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Sluiting voor de duur van 1 maand. 2e keer: Sluiting 3 maanden. 3e keer: Sluiting 6 maanden. 4e keer: Sluiting onbepaalde tijd en intrekking exploitatievergunning.

    Verkoop van grote hoeveelheden per transactie (G-criterium) of toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland (I-criterium).

    Constatering overtreding en eventuele inbeslagname van de drugs. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: waarschuwing. 2e keer: Sluiting 3 maanden. 3e keer: Sluiting12 maanden. 4e keer: Sluiting onbepaalde tijd en intrekking exploitatievergunning.

    Het toelaten van een persoon onder de 18 jaar (J-criterium).

    Constatering overtreding. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Sluiting 6 maanden. 2e keer: Sluiting 12 maanden. 3e keer: Sluiting onbepaalde tijd en intrekking exploitatievergunning.

    Aanwezig zijn/verstrekken van en gebruik van alcohol.

    Constatering overtreding. De politie maakt altijd een proces verbaal op en stuurt deze aan het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Sluiting 3 maanden. 2e keer: Sluiting 6 maanden. 3e keer: Sluiting 12 maanden. 4e keer: Sluiting onbepaalde tijd en intrekking exploitatievergunning.

    Meer dan 500 gram handelsvoorraad.

    Constatering overtreding en in beslag name van de te grote handelsvoorraad. De politie maakt proces verbaal op voor het OM en stuurt een politierapportage aan de burgemeester.

    Onderzoek en waar mogelijk strafrechtelijke vervolging instellen ogv Aanwijzing Opiumwet.

    1e keer: Sluiting 3 maanden. 2e keer: Sluiting 6 maanden. 3e keer: Sluiting 12 maanden. 4e keer: Sluiting onbepaalde tijd en intrekking exploitatievergunning.

 

In deze beleidsregel worden de voor coffeeshops geldende AHOJGI-criteria gehanteerd. Het overtreden van de vergunningsvoorschriften uit de exploitatievergunning is geregeld in het handhavingsprotocol horeca.

 

Cumulatie

Bij cumulatie van op te leggen maatregelen, bijvoorbeeld als gevolg van overtredingen van verschillende AHOJGI-plus criteria, is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (afwijkingsbevoegdheid).

 

Flankerend beleid

Bij de exploitatie van (gedoogde) coffeeshops kan sprake zijn van strafbare feiten. Indien zich overtredingen of misdrijven voordoen op grond van bijvoorbeeld het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de economische delicten, de Vreemdelingenwet en de Wet Arbeid Vreemdelingen ligt de verantwoordelijkheid voor de vervolging en de opsporing door de politie bij het Openbaar Ministerie.

Van belang is dat het Openbaar Ministerie de gemeente tijdig inlicht over zaken die zich hebben voorgedaan zodat indien mogelijk als flankerend beleid ook bestuurlijke maatregelen kunnen worden getroffen.

 

Afwijkingsbevoegdheid

Er kunnen zich situaties voordoen die dermate ernstig zijn dat van de matrix moet worden afgeweken. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een schrijnend geval of juist een enorme overschrijding van de maximale handelsvoorraad in een coffeeshop is geconstateerd of indien zich een combinatie voordoet van een overtreding met bepaalde ernstige strafbare feiten, zoals bijvoorbeeld vuurwapenbezit, aanwezigheid van minderjarige kinderen of mensenhandel.

Ook kan er aanleiding zijn van de matrix af te wijken indien er geen sprake van is van herhaling van dezelfde overtreding, maar bij het tweede of derde vergrijp een overtreding uit een andere (matrix)categorie wordt begaan.

Uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid kan dus in bepaalde gevallen door de burgemeester, op grond van zijn discretionaire bevoegdheid, gemotiveerd worden afgeweken van de in de matrix vastgelegde sanctionering. Dat kan betekenen dat bij ernstige overtredingen of acute bedreiging van veiligheid een stap wordt overgeslagen of een lokaal of woning voor een langere periode wordt gesloten dan de matrix aangeeft.

 

Horen en begunstigingstermijn

Ingevolge artikel 4:8 Awb worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen op een te nemen beschikking. Hiervan kan, op grond van artikel 4:11 Awb, worden afgezien indien vereiste spoed zich daartegen verzet.

Ingevolge artikel 5:24 2e lid Awb wordt een termijn gesteld waarbinnen de belanghebbenden de tenuitvoerlegging van de last onder bestuursdwang, zijnde de daadwerkelijke sluiting van overheidswege, kunnen voorkomen door zelf tot sluiting over te gaan (begunstigingstermijn). Belanghebbende(n) krijg(en) hiervoor een termijn van 48 uur.

Afhankelijk van de aard en de ernst van de feiten kan spoedshalve bestuursdwang worden toegepast en hoeft geen termijn te worden gegund, indien de vereiste spoed zich daartegen verzet.

 

Toezicht en handhaving

Er wordt toezicht gehouden door de politie. Eventuele handhavingstrajecten en strafrechtelijke handhaving op basis van artikel 13b Opiumwet worden op basis van de politierapportages en processen-verbaal opgestart.

Gedoogde coffeeshops worden minimaal eenmaal per maand bezocht door de politie en er zal tweemaal per jaar een uitgebreide integrale controle plaatsvinden in HIT-verband. Daarnaast zal zo nodig vaker gecontroleerd worden op grond van signalen en meldingen.

 

Afstemming

Deze beleidsregel is afgestemd in het Driehoeksoverleg Peelland (overleg tussen de burgemeesters van de Peelgemeenten, de officier van justitie en de districtschef politie).

Elk van de partijen committeert zich aan de uitvoering van de afspraken en draagt er zorg voor dat binnen de eigen organisatie zorg wordt gedragen voor de effectuering van de afspraken.

Op 25 juni 2014 heeft het Driehoeksoverleg ingestemd met deze beleidsregel.

 

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel is op 2 februari 2015 door de burgemeester van Laarbeek vastgesteld en treedt in werking op de eerste dag na de datum van de bekendmaking.

 

Ondertekening

Besloten op 2 februari 2015

De burgemeester van Laarbeek,

F.H.G.M. Ronnes