Regeling vervallen per 15-12-2018

Verordening staangeld 2018

Geldend van 06-01-2018 t/m 14-12-2018

Intitulé

Verordening staangeld 2018

De raad van de gemeente Laarbeek;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2018.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'staangeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met die standplaats verband houden.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft.

Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Vrijstellingen

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.

Artikel 5 Tarieven

Het staangeld voor het innemen van een standplaats bedraagt per maand € 128,77.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de maand dat de belastingplichtige standplaats heeft dan wel, indien de belastingplicht in de loop van de maand aanvangt, bij de aanvang van dat gebruik.

  • 2. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van de maand, wordt het staangeld over zoveel vierde gedeelten geheven als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalenderweken in die maand overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van de maand eindigt wordt ontheffing verleend over zoveel vierde gedeelten van het ingevolge artikel 5 berekende bedrag, als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalenderweken overblijven.

Artikel 8 Betaling

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het staangeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. De Verordening staangeld 2017, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Laarbeek van 8 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2018.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening staangeld 2018'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Laarbeek van 7 december 2017.

De raad voornoemd,

griffier

M.L.M. vanHeijnsbergen

voorzitter

F.L.J. van derMeijden