Bestuurlijke handhaving Drank- en Horecawet en APV gerelateerde artikelen

Geldend van 15-11-2019 t/m heden

Intitulé

Bestuurlijke handhaving Drank- en Horecawet en APV gerelateerde artikelen

1. Inleiding

De gemeente houdt toezicht op de horecaondernemingen. In dit document wordt beschreven op welke wijze de wet- en regelgeving die van toepassing is op horecaondernemingen en andere alcoholverstrekkers, zoals supermarkten en (sport)verenigingen, in Laarbeek wordt gehandhaafd. Aangegeven wordt hoe bevoegdheden van de burgemeester worden toegepast. Dit handhavingsbeleid bevat een concreet stappenplan ten aanzien van de aanpak van overtredingen.

2. Toezicht

De verantwoordelijkheid voor het goed exploiteren van een horecaonderneming, het verantwoord verstrekken van alcohol, ligt bij de ondernemer, de vereniging of stichting. Een goede ondernemer, vereniging en stichting kent de wet- en regelgeving en weet welke voorwaarden worden gesteld. Horecaondernemers krijgen ruimte en vertrouwen om die eigen verantwoordelijkheid goed in te vullen. Degene die de regels goed naleeft, wordt minder gecontroleerd. Daar staat tegenover dat diegenen die de regels minder goed naleven meer toezicht krijgen.

Bij toezicht en handhaving van de in dit stappenplan opgenomen wet- en regelgeving zijn diverse partijen betrokken. Voor een belangrijk deel is het een bestuurlijke aangelegenheid waarbij diverse gemeentelijke disciplines in beeld zijn. Daarnaast speelt de politie een belangrijke rol in het toezicht op de horeca. Voor het toezicht op de Wet op de kansspelen is door de rijksoverheid een toezichthouder aangesteld, te weten de Kansspelautoriteit (KSA). Deze ziet toe op alle overtredingen van de Wet op de kansspelen, met uitzondering van Titel Va, paragraaf 2 van deze wet (aanwezigheidsvergunning).

De BOA’s zijn belast met het toezicht op hetgeen is bepaald bij of krachtens of krachtens de Drank- en Horecawet. Het treffen van bestuurlijke maatregelen zoals het opleggen van een last onder dwangsom of het toepassen van bestuursdwang wordt door het team toetsing en handhaving uitgevoerd.

De politie is belast met de handhaving van de openbare orde in het algemeen en het toezicht op en de (strafrechtelijke) handhaving van wet- en regelgeving met betrekking tot openbare inrichtingen. De politie kan bij overtredingen van de Drank- en Horecawet strafrechtelijk optreden. Va iedere constatering van een incident of een overtreding wordt een bestuurlijke rapportage gemaakt, die aan de burgemeester wordt overhandigd. In voorkomende gevallen wordt proces-verbaal opgemaakt ten behoeve van strafrechtelijke vervolging.

3. Handhaving

Het doel van dit stappenplan is met name dat:

  • -

    burgers, bedrijven en instellingen weten hoe de gemeente haar handhavingstaak uitvoert en welke sanctie volgt op welke overtreding;

  • -

    er passende maatregelen worden genomen bij geconstateerde overtredingen of incidenten, die qua aard zo goed mogelijk aansluiten bij de soort overtreding en qua zwaarte bij de ernst van de overtreding;

  • -

    de uitvoering van de handhaving leidt tot verbetering van het nalevingsgedrag, waarmee wordt beoogd de leefbaarheid, de openbare orde, de veiligheid en gezondheid en de eerlijke mededinging positief beïnvloeden;

Proportionaliteit en subsidiariteit

Een bestuurlijke handhavingsmaatregel moet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit voldoen. Dit houdt in dat de maatregel niet verder mag strekken dan noodzakelijk en dat bij de keuze uit verschillende bevoegdheden geen zwaardere bevoegdheid wordt gebruikt dan de concrete situatie vereist. De proportionaliteit en subsidiariteit zijn in het stappenplan ingebouwd. De burgemeester toetst elke zaak op zijn merites, aan de hand van dit stappenplan.

Belangenafweging

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer (en eventueel derden) af tegen het algemeen belang en het belang dat de betreffende geschonden regel beschermt, zoals de openbare orde, veiligheid of gezondheid. Het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid weegt daarbij zwaarder en prevaleert doorgaans boven het (veelal financiële) belang van de ondernemer of derden. De burgemeester heeft daarbij een beginselplicht tot handhaving. Dat wil zeggen dat in beginsel opgetreden moet worden tegen overtredingen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die niet optreden rechtvaardigen.

De ondernemer heeft een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Dat wil zeggen dat als door een incident of gedraging van derden de openbare orde is aangetast of de gezondheid in het geding is er een maatregel getroffen kan worden ongeacht de vraag of de ondernemer iets te verwijten valt. Wel wordt na een incident of overtreding gekeken naar de handelswijze van de ondernemer. Feiten en omstandigheden die relevant zijn bij een dergelijke op dit punt zijn onder andere (niet limitatief):

  • -

    hoe heeft een ondernemer gehandeld, voor, tijdens en na het incident;

  • -

    de aard, duur en omvang van het incident;

  • -

    wat is de geschiedenis ten aanzien van de inrichting en de ondernemer;

  • -

    betrokkenheid van de exploitant, portiers en/of barpersoneel;

  • -

    de medewerking bij het herstel van de openbare orde.

Op basis hiervan kan de burgemeester besluiten tot matiging van een bestuurlijke maatregel, of volstaan met een waarschuwing.

Afwijkingsbevoegdheid

In het verlengde hiervan geldt in zijn algemeenheid dat de burgemeester bij zijn besluitvorming over te treffen maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid heeft. De stappen in het onderstaande stappenplan gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien of te volstaan met een waarschuwing. De burgemeester kan echter ook besluiten een stap in het stappenplan over te slaan (en bijvoorbeeld wel een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen). De burgemeester zal dit in zijn besluit expliciet motiveren.

In geval van meerdere overtredingen die qua vorm gelijk zijn (bijvoorbeeld tijdelijke sluiting), maar qua zwaarte ongelijk, wordt de zwaarste sanctie opgelegd. Het samengaan van overtredingen en incidenten kan de burgemeester doen besluiten om een handhavingsstap over te slaan of een zwaardere maatregel te treffen. De burgemeester zal dit in zijn besluit expliciet motiveren.

Bestuursrecht en strafrecht

Vrijwel alle overtredingen zijn ook strafbaar gesteld, waardoor naast bestuursrechtelijke ook strafrechtelijke handhaving mogelijk is. De bestuurlijke boete is, hoewel ondergebracht in het bestuursrecht, punitief/straffend van aard. Combinatie van een strafrechtelijke aanpak (proces-verbaal, vervolging) met een bestuurlijke boete is daarom niet mogelijk. Bestuurlijke boetes kunnen wel worden gecombineerd met een bevel tot sluiting of het opleggen van een last onder dwangsom. Toepassen van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke instrumenten naast elkaar kan in bepaalde gevallen meerwaarde hebben. Beide aanpakken dienen namelijk (ten dele) verschillende doelen. Bij de strafrechtelijke aanpak gaat het om het bestraffen van degene die een overtreding heeft begaan om zodoende normconform gedrag te bewerkstelligen, terwijl het doel van de bestuursrechtelijke aanpak is om een overtreding te beëindigen en/of te voorkomen dat een overtreding zich opnieuw voordoet, of het herstellen van de openbare orde. Het gaat bij de laatste aanpak dus om het terugbrengen naar, of het houden in een toestand die in overeenstemming is met wet- en regelgeving. Bij het opleggen van een bestraffende sanctie past een ‘lik-op-stuk aanpak’, terwijl een bestuurlijke aanpak vaak een wat langere adem vergt. Het waarschuwen van een overtreder na een eerste overtreding en het bieden van gelegenheid voor het indienen van zienswijzen bijvoorbeeld zijn procedurele waarborgen die voorafgaand aan het daadwerkelijk opleggen van een bestuurlijke maatregel in acht moeten worden genomen.

Erfelijke belasting

Handhaving vindt plaats per ondernemer, vereniging of stichting en per locatie. Wanneer een nieuwe ondernemer of rechtspersoon het bedrijf overneemt, worden in beginsel de stappen in het stappenplan ‘gereset’ (teruggebracht naar de startsituatie). In een enkel geval kan het zo zijn dat de opvolger wordt belast met de “erfenis” van zijn voorganger(s). Dit geldt in ieder geval als een ondernemer zijn ondernemingsvorm wijzigt, bijvoorbeeld wanneer er een vennoot in de zaak bij komt. De nieuwe intredende ondernemer krijgt dan ook te maken met het verleden van zijn compagnon. Het stappenplan blijft in dat geval gewoon gelden. Dit geldt ook als een ondernemer in de tussentijd zijn vergunning wijzigt of vernieuwt en indien een leidinggevende op dezelfde locatie het gevestigde horecabedrijf overneemt. Ook kan het zo zijn dat er sprake is van nadere eisen aan de geluidsproductie of langdurige en steeds terugkerende locatie gebonden vormen van overlast of verstoringen van de openbare orde, die niet zomaar opgelost is met de komst van een nieuwe exploitant. In die gevallen kan voor een nieuwe exploitant direct een bijzonder beperking gelden. Een voorbeeld hiervan is de situatie waarbij het verschillende personen niet is gelukt op een bepaalde plek de overlast voor het woon- en leefklimaat te beteugelen. Dit wordt expliciet aan de nieuwe ondernemer, vereniging of stichting verteld bij de vergunningaanvraag en, voor zover van toepassing, ook als voorwaarde in de vergunning opgenomen.

Verjaring

Het zou niet redelijk zijn om overtredingen die in het verleden zijn begaan oneindig lang te laten meewegen bij het bepalen van de vervolgstap uit het stappenplan. Daarom geldt er een verjaringstermijn voor in het verleden gesanctioneerde overtredingen. Voor het stappenplan handhaving geldt in algemene zin dat een volgende stap wordt gezet in het stappenplan wanneer binnen twee jaar na een vorig incident of vorige constatering opnieuw een zelfde incident of overtreding plaatsvindt.

Systematiek handhaving

In algemene zin is het stappenplan handhaving opgebouwd aan de hand van de volgende principes:

  • -

    de maatregel past bij de overtreding;

  • -

    hoe ernstiger de overtreding, des te korter is het handhavingstraject (des te sneller wordt besloten tot de zwaarste sanctie).

  • -

    bij herhaling van een overtreding volgt een zwaardere sanctie.

4. Stappenplan

Stappenplan bestuurlijke handhaving Drank- en horecawet

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Stappenplan bestuurlijke handhaving Algemene Plaatselijke Verordening

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Vastgesteld op: 23 september 2019

de burgemeester van Laarbeek

F.L.J. van der Meijden