Verordening Duurzaamheidslening Laarbeek 2020

Geldend van 29-05-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening Duurzaamheidslening Laarbeek 2020

De raad van de gemeente Laarbeek,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 februari 2020,

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening Duurzaamheidslening Laarbeek 2020

Artikel 1. Begrippen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Aanvraag: een verzoek om in aanmerking te komen voor een Duurzaamheidslening.

  • 2.

    Aanvrager: een permanente eigenaar-bewoner of huurder die een aanvraag voor een Duurzaamheidslening doet. Bij twee of meer eigenaren of huurders gelden deze gezamenlijk als aanvrager.

  • 3.

    Duurzaamheidslening: een lening die, na toewijzing door het college, door SVn kan worden verstrekt aan een aanvrager ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaarde werkelijke kosten van de duurzaamheidsmaatregelen die worden getroffen.

  • 4.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek.

  • 5.

    Duurzaamheidsmaatregelen: maatregelen en voorzieningen zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 van deze verordening.

  • 6.

    Werkelijke kosten: de kosten van materialen en werkzaamheden voor zover noodzakelijk voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen, eventueel vermeerderd met de kosten van een maatwerkadvies, de kosten van een energielabel, legeskosten en de kosten van door een deskundig vak bedrijf ter zake van de duurzaamheidsmaatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen (subsidies) in deze kosten.

  • 7.

    SVn: Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten, gevestigd te Hoevelaken, financiële dienstverlener, geregistreerd onder AFM-vergunningsnummer 12013647.

Artikel 2. Beleidsdoelen

Het college besluit aanvrager een Duurzaamheidslening toe te kennen voor het treffen van een of meer maatregelen zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 van deze verordening met als doel:

  • 1.

    Beperking van de energievraag dan wel een vermindering van de CO2-uitstoot en/of;

  • 2.

    Verhoging van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening van de woning.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op eigenaar-bewoners of huurders die duurzaamheidsmaatregelen in de bestaande woonruimte willen treffen gericht op het energiezuinig maken van deze woning dan wel het opwekken van duurzame energie.

  • 2. Voor huurders geldt de aanvullende voorwaarde dat schriftelijke toestemming van de verhuurder is verkregen voor het aanbrengen van de maatregelen, en dat er een afspraak is gemaakt met de verhuurder dat deze bij verhuizing van de huurder het resterende bedrag van de lening overneemt.

Artikel 4. Toepassingsbereik

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op bestaande woonruimten in eigendom in de gemeente Laarbeek die geschikt en bestemd zijn voor permanente bewoning.

Artikel 5. Maatregelen

  • 1. Tot de maatregelen worden gerekend:

    • a)

      Warmtepomp

    • b)

      Zonneboiler

    • c)

      Gevelisolatie (spouwmuurisolatie)

    • d)

      Dakisolatie

    • e)

      Groendaken/sedumdaken

    • f)

      Vloer-/bodemisolatie

    • g)

      Raamisolatie (hoogrendementsglas)

    • h)

      Installatie warmteterugwinning

    • i)

      Maatwerkadvies

    • j)

      Ledverlichting

    • k)

      Gelijkstroomventilator

    • l)

      Gelijkstroompomp

    • m)

      Hybride ketel

    • n)

      Micro warmtekrachtkoppeling

    • o)

      Deuren en gevelpanelen isolatie

    • p)

      Vraag gestuurde ventilatie

    • q)

      Waterzijdig inregelen van Cv-installatie.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid vermelde lijst van maatregelen gedurende de looptijd van de verordening op elk moment uitbreiden en/of inkorten.

Artikel 6. Budget

  • 1. De raad van de gemeente Laarbeek stelt het budget vast dat beschikbaar is voor het toewijzen van Duurzaamheidsleningen.

  • 2. Duurzaamheidsleningen worden alleen toegekend voor zover het vastgesteld budget hiervoor toereikend is.

  • 3. Aanvragen die in verband met het tweede lid niet kunnen worden toegekend, worden door het college afgewezen.

Artikel 7. Bevoegdheid college

Het college toetst de aanvraag aan artikel 2, 3, 4, 5 en 6 en is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening, de aanvrager naar SVn te verwijzen voor het aanvragen van een Duurzaamheidslening.

Artikel 8. Procedure aanvraag en toewijzing

  • 1. Een aanvraag voor een Duurzaamheidslening wordt bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier, schriftelijk danwel via een door de gemeente aangewezen website, en gaat onder opgave van:

    • a)

      De te treffen maatregelen zoals bedoeld in artikel 5 lid 1.

    • b)

      Een financiële onderbouwing van de te treffen maatregelen, bijvoorbeeld offertes.

    • c)

      Een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

    • d)

      Is de aanvrager een huurder: schriftelijke toestemming van de verhuurder voor het aanbrengen van de maatregelen.

    • e)

      Is de aanvrager een huurder: een schriftelijke afspraak met de verhuurder dat deze bij verhuizing van de huurder het resterende bedrag van de lening overneemt.

  • 2. Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken.

  • 3. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

  • 4. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, besluit het college de aanvraag buiten behandeling te stellen.

  • 5. Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 6. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel na het compleet worden daarvan, een beslissing en deelt die middels een toewijzings- of afwijzingsbesluit mee aan de aanvrager.

  • 7. Uit overschrijding van de in het zesde lid bedoelde termijn kan de aanvrager niet afleiden dat zijn aanvraag is of wordt gehonoreerd.

  • 8. De in lid 6 bedoelde beslissing is een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden.

Artikel 9. Afwijzen aanvraag/intrekken toewijzing

Het college wijst een aanvraag af of trekt een toewijzingsbesluit voor het aanvragen van een Duurzaamheidslening bij SVn in, indien:

  • a)

    het budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren;

  • b)

    de werkelijke kosten naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

  • c)

    er niet is voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen;

  • d)

    de werkelijke kosten minder bedragen dan € 2.500,-;

  • e)

    de Duurzaamheidslening is toegekend of vastgesteld op grond van onjuiste gegevens.

Artikel 10. Financiële toets, verstrekken en beheer Duurzaamheidslening door SVn

  • 1. De toewijzing door het college betreft een reservering voor een Duurzaamheidslening uit het gemeentelijke budget. De toewijzing voor het aanvragen van een Duurzaamheidslening vormt het startpunt voor een autonome financiële toetsing door SVn.

  • 2. De verordening is in overeenstemming met de productspecificaties Duurzaamheidslening van SVn en de samenwerking tussen de gemeente Laarbeek en SVn.

  • 3. SVn stelt de definitieve hoogte van de Duurzaamheidslening vast en bij en positieve financiële toets brengt SVn een offerte uit. Bij een negatieve financiële toets, wijst SVn de lening af en brengt de aanvrager en gemeente hiervan op de hoogte.

  • 4. SVn verstrekt en beheert een geoffreerde Duurzaamheidslening. Indien de aanvrager het niet eens is met de financiële toets van SVn, kan er een klachtenprocedure worden gestart bij SVn en vervolgens eventueel bij het KIFID of zich wenden tot de bevoegde burgerlijke rechter.

Artikel 11. Toezicht

Het college kan controleren in hoeverre de energiebesparende en/of duurzame maatregelen als bedoeld in artikel 5 lid 1 waarvoor de Duurzaamheidslening is aangevraagd, in of aan de woning zijn uitgevoerd.

Artikel 12. Nadere regels

Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Duurzaamheidslening Laarbeek 2020”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld te gemeente Laarbeek op 14 mei 2020, namens de raad:

De raad voornoemd,

de raadsgriffier,

M.L.M. Heijnsbergen

de burgemeester van Laarbeek,

F.L.J. van der Meijden