Regeling vervallen per 01-01-2003

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting

Geldend van 06-12-2001 t/m 31-12-2002

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting

De raad van de gemeente Landerd;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

d.d. 20 oktober 1998;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende "Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting".

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, of of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Deze belasting wordt alleen geheven ter zake van:

  • a.

    het hebben van een terras bij een horeca-inrichting;

  • b.

    het hebben van een standplaats buiten de wekelijkse markt.

Artikel 2 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene, die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting bedraagt ter zake van:

  • a.

    een terras als bedoeld in artikel 1 ad a € 6,80 per m2 per jaar;

  • b.

    een standplaats als bedoeld in artikel 1 ad b € 113,-- per jaar.

Artikel 4 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 7 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in deze verordening genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de in beslag genomen gemeentegrond.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand, die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1999.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Precariobelasting 1999".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Landerd van 5 november 1998.

De raad voornoemd,

de secretaris
de voorzitter