Regeling vervallen per 12-01-2022

Verordening rekenkamercommissie gemeente Landerd

Geldend van 01-06-2005 t/m 11-01-2022

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Landerd

Verordening rekenkamercommissie gemeente Landerd

De raad van de gemeente Landerd,

Gelezen het advies van de driehoek burgemeester/secretaris/griffier d.d. 9 maart 2005;

Gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de navolgende Verordening rekenkamercommissie gemeente Landerd:

HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van Landerd;

  • b.

    Rekenkamercommissie: de commissie die wordt ingesteld bij deze verordening met als taak het verrichten van de in artikel 2, lid 2 van deze verordening aangegeven onderzoeken;

  • c.

    Doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • d.

    Doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;

  • e.

    Rechtmatigheid: de mate waarin rechtsregels op correcte wijze zijn geïnterpreteerd en toegepast;

  • f.

    Gemeentelijk bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester;

  • g.

    Commissievoorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie

  • h.

    De griffier: de griffier van de gemeente Landerd;

  • i.

    Ambtenaar: een ieder die in dienst van de gemeente werkzaam is.

HOOFDSTUK 2 – TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 2 Taak van de gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2. Deze rekenkamercommissie heeft als taak de in artikel 182 van de Gemeentewet aangeduide doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur te onderzoeken.

  • 3. De rekenkamercommissie voert de onderzoeken zoveel mogelijk zelf uit, met andere woorden slechts voor omvangrijke en/of diepgaande specialistische onderzoeken worden (mede) externe adviseurs/onderzoekers inschakeld.

  • 4. De rekenkamercommissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Dit verslag is openbaar.

Artikel 3 Benoeming en samenstelling gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1. Met ingang van 1 januari 2006 is er in Landerd een gemeentelijke rekenkamercommissie.

    De rekenkamercommissie bestaat uit een commissievoorzitter en 2 leden. Zij worden door de gemeenteraad benoemd voor een periode die eindigt op het moment dat de nieuwe raad aan treedt; de commissievoorzitter en de leden die tussen 1 januari 2006 en de aanvang van de eerstvolgende zittingsperiode van de raad aantreden, krijgen een benoeming tot en met de eerstvolgende zittingsperiode van de gemeenteraad. De benoeming door de raad geschiedt op voorstel van de voorzitter van de gemeenteraad en de griffier. De werving geschiedt door de voorzitter van de raad en de griffier, zulks aan de hand van de als bijlage aan deze verordening gehechte “Profielschets voorzitter en leden rekenkamercommissie gemeente Landerd”.

  • 2. De rekenkamercommissie wijst uit haar leden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. De commissievoorzitter en de leden mogen in Landerd niet politiek actief zijn en dienen woonachtig te zijn buiten Landerd.

  • 4. De commissievoorzitter draagt zorg voor het tijdig bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De commissievoorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de griffier.

  • 5. Voorafgaand aan het opstarten van tussentijdse benoemingen plegen de voorzitter van de gemeenteraad en de griffier overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van commissievoorzitter en leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    De gemeenteraad ontslaat de commissievoorzitter en leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissievoorzitter of een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      na het aflopen van de benoemingsperiode.

  • 3.

    De commissievoorzitter en de leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of andere gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de voorzitter en leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De commissievoorzitter en de leden genieten een door de gemeenteraad vast te stellen vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. Voor de door de commissievoorzitter en de leden zelf uit te voeren onderzoeken stelt de gemeenteraad een uurvergoeding vast.

  • 3. De commissievoorzitter en de leden ontvangen de bij de gemeente Landerd gebruikelijke reiskostenvergoeding per voor hun werkzaamheden gereden kilometer.

Artikel 7 Openbaarheid/geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. De rekenkamercommissie kan besluiten vergaderingen of bijeenkomsten in het openbaar te houden.

  • 2. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overlegd alsmede het in een besloten vergadering daaromtrent behandelde.

  • 3. De geheimhouding wordt door allen, die bij de behandeling aanwezig waren en van deze stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 8 Budget rekenkamercommissie

  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks de benodigde middelen ter beschikking voor een goede uitoefening van de werkzaamheden van de rekenkamercommissie. In dat kader stelt de gemeenteraad aan de rekenkamercommissie jaarlijks een afzonderlijk budget beschikbaar waaruit de in artikel 6 bedoelde vergoedingen worden betaald, alsmede de kosten van de door de rekenkamercommissie ingeschakelde externe deskundigen en de eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak. De overige kosten, zoals die van ambtelijke ondersteuning (met name griffier) en vergaderkosten, komen ten laste van de daarvoor gebruikelijke begrotingsposten.

  • 2. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het in het eerste lid bedoelde afzonderlijke budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 3 – DE WERKWIJZE VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 9 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 10 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. De rekenkamercommissie verzorgt de in artikel 2, lid 2 van deze verordening bedoelde onderzoeken.

  • 2. De gemeenteraad kan, al dan niet aan de hand van een initiatiefvoorstel of motie van een raadsfractie, de rekenkamercommissie verzoeken een bepaald onderzoek in te stellen.

    De rekenkamercommissie beslist binnen een maand na het genomen raadsbesluit in hoeverre aan het verzoek wordt voldaan; indien niet aan het verzoek wordt voldaan geeft de rekenkamercommissie daarvoor gegronde redenen.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt het werkprogramma van de rekenkamercommissie vast en beslist welke onderwerpen worden onderzocht.

  • 4. De rekenkamercommissie beslist, waar zij dit nodig acht in overleg met de raad, of en in hoeverre spoedeisende onderzoeksvragen het vastgestelde werkprogramma doorkruisen.

  • 5. De rekenkamercommissie kan zogenaamde quick scans uitvoeren die betrekking hebben op een beperkter terrein of gepaard gaan met kleinere acties dan de onderzoeken die normaliter worden uitgevoerd.

  • 6. De rekenkamercommissie kan de gemeenteraad, mede gebaseerd op de uitkomsten van de in het vorige lid genoemde quick scans, gevraagd en ongevraagd adviseren.

  • 7. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van een gemeentelijk bestuursorgaan en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van het onderzoek. De griffier kan de rekenkamercommissie daarbij vertegenwoordigen. De leden van het gemeentelijke bestuursorgaan en de ambtenaren verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 8. De rekenkamercommissie is bevoegd bij de besturen en of directies van de hierna genoemde organisaties de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek, het betreft:

    • a.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen ingesteld krachtens de Wet Gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt;

    • b.

      instellingen die een subsidie, lening of garantie van de gemeente ontvangen;

    • c.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen waarin de gemeente aandeelhouder is;

    • d.

      rechtspersonen die een bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen en daartoe geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit de opbrengst van bij of krachtens de wet ingestelde heffingen.

  • 9. De rekenkamercommissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.

  • 10. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de griffier en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

Artikel 11 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet;

  • 2. De rekenkamercommissie kan de raad tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek;

  • 3. De rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen, aan de gemeenteraad aangeboden. De rekenkamercommissie geeft daarbij aan vanaf welk moment, voorafgaande aan de openbare behandeling door de raad, deze stukken openbaar zijn.

  • 5. De gemeenteraad bespreekt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies en de aanbevelingen en velt daarover een oordeel.

HOOFDSTUK 4 – DE VERGADERINGEN VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE

Artikel 12 Vergaderfrequentie

  • 1. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

Artikel 13 Agenda

  • 1. De voorzitter roept de leden schriftelijk in vergadering bijeen, onder opgaaf van de punten die behandeld zullen worden.

  • 2. Hij zorgt dat stukken die op de agenda betrekking hebben tijdig aan de leden worden toegezonden of tijdig voor hen ter inzage worden gelegd.

  • 3. De rekenkamercommissie stelt bij aanvang van de vergadering de agenda vast.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 14 Vergaderquorum, stemmingsquorum

  • 1. Voor het houden van een vergadering is vereist dat tenminste twee leden, of een lid en de commissievoorzitter, aanwezig zijn.

  • 2. De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen; voor het geval de stemmen staken geeft de stem van de commissievoorzitter en bij diens afwezigheid, de stem van de waarnemend commissievoorzitter, de doorslag.

HOOFDSTUK 5 - ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSSIE

Artikel 15 Secretariaat

  • 1. De griffier is belast met het secretariaat van de rekenkamercommissie.

  • 2. De griffier staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De griffier legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De griffier draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, de vorming van dossiers en verder voor alles wat nodig is voor een goede ondersteuning van het werk van de rekenkamercommissie.

HOOFDSTUK 6 - SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Voorziening

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie, de gemeenteraad gehoord.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2005 met dien verstande dat de werkzaamheden van de rekenkamercommissie per 1 januari 2006 starten.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamercommissie gemeente Landerd.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Landerd d.d.

De griffier

J.A.G. Huijs

W.C. Doorn van der Houwen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Waar in deze verordening ‘’hij’’ staat, moet ook ‘’zij’’ gelezen worden.

Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o, hfst. IVB, van de Gemeentewet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie (in deze verordening wordt gesproken van rekenkamercommissie). Voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie zijn de artikelen 182 en 185 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

De gemeenteraad benoemt voor de rekenkamercommissie een voorzitter en twee leden. Zowel de commissievoorzitter als de leden zijn extern, dat wil zeggen in Landerd niet politiek actief en woonachtig buiten Landerd.

Op de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie is art. 81f van de Gemeentewet, behoudens het eerste lid, onder j en o, van overeenkomstige toepassing.

Voorzitter en leden worden voor steeds voor de lopende raadsperiode benoemd. Herbenoeming is mogelijk. Voor degenen die tussen 1 januari 2005 en de eerstvolgende raadsperiode starten met hun werkzaamheden is een overgangsregeling getroffen in die zin dat zij ook voor de aansluitende raadsperiode benoemd zijn.

Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de commissievoorzitter en de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat commissievoorzitter en/of leden worden ontslagen omdat de gemeenteraad de inhoudelijke analyses en oordelen van de rekenkamercommissie niet deelt.

Artikel 6

In dit artikel is vastgelegd dat de commissievoorzitter en de leden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen.

Artikel 7

De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Artikel 8

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat specifiek beschikbaar is gesteld voor de uitvoering van haar taak.

De kosten voor ambtelijke ondersteuning, vergaderkosten etc. worden niet apart gebudgetteerd.

Artikel 9

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde worden onderwerpen geregeld als de verhouding voorzitter-griffier, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, enzovoorts.

Artikel 10

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het in handen van de commissie leggen van de uitwerking van de vraagstelling, waar van toepassing, en de vaststelling van de onderzoeksopzet bevordert de onafhankelijkheid.

De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Het verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de Gemeentewet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek zal zij daarvoor goede gronden moeten aanvoeren. Doorgaans zal een raadsvoorstel tot het doen van een onderzoek via een initiatiefvoorstel of via een motie van een raadsfractie op de raadsagenda komen.

Het onderzoek van de commissie is gericht op structurele leereffecten en in mindere mate op incidenten. Toch kan een bepaald incident aanleiding een onderzoek (ad hoc) in te stellen, bijvoorbeeld als de commissie van mening is dat uit onderzoek van dit incident ook in meer structurele zin lering kan worden getrokken.

Ook andere overwegingen kunnen aanleiding zijn om een onderzoek in te stellen. Het is aan de commissie om hiervoor criteria te ontwikkelen en voorliggende onderzoeksvragen daaraan te toetsen. Daarin betrekt de commissie ook de afweging in hoeverre ad hoc-onderzoek reeds in gang gezet onderzoek kan doorkruisen c.q. doen vertragen. De commissie informeert in voorkomende gevallen de raad over haar besluit en de onderliggende overwegingen. Zie ook de toelichting bij artikel 14.

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek voor het vormen van objectieve oordelen over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is het van belang over zo ruim mogelijke bevoegdheden tot het inwinnen van informatie te beschikken. Daarom is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen bij alle leden c.q onderdelen van de gemeentelijke bestuursorganen en van alle ambtenaren.

De in lid 5 genoemde quick scans kunnen een vervolg krijgen door het geven van commentaar op ontwikkelingsprocessen die zich in de gemeentelijke organisatie afspelen. Dit commentaar wordt in een brief aan de betreffende gemeenteraad aangereikt.

Artikel 11

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij(en) de kans krijgt (krijgen) om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) concept-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden eruit te halen dan wel correcties voor te stellen. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder, het college of de raad de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen. Uitgebrachte rapporten zijn vanaf een door de rekenkamercommissie bepaalde datum openbaar.

Ook kan de rekenkamercommissie variatie aanbrengen in de manier waarop de uitkomsten van onderzoek naar buiten worden gebracht. Naast rapporten kan worden gedacht aan het organiseren van conferenties en workshops of zelfs het publiceren van handreikingen. Vanzelfsprekend zal hieraan een rapportage ten grondslag liggen.

Artikelen 12, 13 en 14

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

De commissie vergadert als regel in beslotenheid (zie art. 7, lid 1). Ten aanzien van het verhandelde is art. 86 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Overeenkomstig de gewenste profilering van de rekenkamercommissie wordt, waar dit dienstig is aan het onderzoek, maximale openheid en transparantie omtrent de werkwijze van de commissie nagestreefd. Uitgebrachte rapporten en het jaarverslag van de commissie zijn vanaf een door de rekenkamercommissie bepaalde datum openbaar.

Artikel 15

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door de griffier.

De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de griffier ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Artikel 16 tot en met 18

Deze artikelen behoeven geen toelichting.