Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de toeristenbelasting 2012

Agendapunt:

Registratienummer: 2011/     

De raad van de gemeente Landerd;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 25 oktober 2011;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet

B E S L U I T:

Vast te stellen de:Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    door degene die:

    • a.

      verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Voor toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • b.

      Niet-beroepsmatige verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde kampeermiddelen of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden.

    • c.

      Vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde kampeermiddel of stacaravan.

  • 2.

    Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot:

    • a.

      Vakantieonderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, kampeermiddelen op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door één of meer leden van een zelfde huishouden gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december bepaald op 3 personen

    • b.

      Kampeermiddelen op seizoenstandplaatsen bepaald op 2,8 personen

  • 3.

    het aantal malen dat door de in het tweede lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden op vaste standplaatsen, bepaald op 55,1

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden op seizoenstandplaatsen, bepaald op 62

Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal.

Artikel 7 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,05.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,- worden niet opgelegd.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Meldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachtingen verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 14 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening Toeristenbelasting 1996’ van 2 november 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 1 november 2007, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2012'.

Ondertekening

De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
J.A.G. Huijs W.C. Doorn – van der Houwen