Flitsvergunning

Geldend van 01-07-2009 t/m heden

Intitulé

Flitsvergunning

Bijlage SNELTOETSCRITERIA

Inleiding

Deze criteria kunnen zowel voor aanvragen bouwvergunning als in het kader van vooroverleg worden toegepast. De sneltoetscriteria zijn gegoten in de vorm van overzichtelijke checklists, die een snelle en volledige toets door BWT mogelijk maken. Voor de volgende categorieën licht-vergunningplichtige bouwwerken is een dergelijk formulier gemaakt:

Aan- en uitbouwen Bijgebouwen en overkappingen Dakkapellen Erfafscheidingen Kozijn of gevelwijzigingen Rolhekken, luiken en rolluiken

De criteria zijn, voor zover zinvol, gegroepeerd per situatie:

Voorkant Naar de openbare weg of groen gekeerde zijkant Zijkant (niet naar de openbare weg gekeerd) Achterkant

Deze nieuwe set sneltoetscriteria vervangt de hoofdstukken 1.4 en 2 in de sneltoetscriteria uit 2003

Overige objectcriteria

Sneltoetscriteria zijn, conform art. 7 van de AMvB, alleen verplicht voor de categorieën bouwwerken die hierboven zijn genoemd. Aanvullend daarop heeft de gemeente tevens sneltoetscriteria vastgesteld voor rolhekken, luiken en rolluiken. Voor alle overige categorieën licht-vergunningplichtig bouwen acht de gemeente steeds een afweging per geval noodzakelijk. De vergunningsvrije mogelijkheden voor toepassing van  dakramen, spriet- staaf- en schotelantennes of zonnepanelen zijn reeds zo ruim dat een overschrijding van die mogelijkheden in vrijwel alle gevallen op ernstige bezwaren zal stuiten. Een eventueel positief advies op een dergelijk bouwwerk vergt dan ook altijd een deugdelijke en goed onderbouwde motivatie. 

Voor een aantal regulier vergunningplichtige bouwwerken is het, net als bij licht-vergunningplichtige bouwwerken, mogelijk om dermate concrete en objectieve criteria op te stellen dat in een groot aantal gevallen de mening van de commissie van tevoren vaststaat. Deze bouwwerken zoals mestsilo’s en dakopbouwen kennen een grote mate van standaardisatie en komen relatief vaak voor. Een beperkt aantal eenvoudige regels is hierbij in principe voldoende om een minimaal vereiste basiskwaliteit te waarborgen. Deze regels zijn, net als bij de sneltoets, onafhankelijk van de omgeving en het welstandsniveau.  Pas wanneer een plan niet aan deze criteria voldoet worden omgeving en niveau in de afweging betrokken. 

Daarnaast zijn ook voor reclame-uitingen op of aan gebouwen en bouwwerken concrete en objectieve criteria geformuleerd. Deze zijn terug te vinden in de “reclamenota”

Relatie met bestemmingsplan en monumentenzorg

De criteria zijn van toepassing als het bestemmingsplan zich daar niet tegen verzet, of wanneer burgemeester en wethouders overwegen daarvan vrijstelling/ontheffing te verlenen, of als duidelijk is dat het bestemmingsplan in deze zin zal worden gewijzigd. Indien een bouwplan/aanvraag om bouwvergunning betrekking heeft op een monument ((ver)bouwen op, aan of in de nabijheid van een monument), dan wordt deze altijd voor advies voorgelegd aan zowel de gemeentelijke Monumentencommissie als de Welstandscommissie.

Relatie met excessenregeling

Een evident ondeugdelijke uitvoering van het bouwplan kan achteraf aanleiding zijn voor toepassing van de excessenregeling, waarbij wordt bekeken of sprake is van ernstige strijdigheid met redelijke eisen van welstand.

Welstandsvrije bouwwerken

De volgende bouwwerken of aanpassingen zijn vrijgesteld van de welstandstoets:

-           niet-overdekte zwembaden gelegen op het achtererf van woningen;

-           interne verbouwingen, waarbij het uiterlijk van het bouwwerk niet wijzigt;

-           overkappingen en vrijstaande bijgebouwen met een maximale hoogte van 3 meter vanaf het aansluitende terrein op ingesloten situaties (niet zichtbaar vanaf de openbare weg of openbaar groen en niet op hoeklocaties). 

Werkwijze

Het bouwwerk is niet strijdig met redelijke eisen van welstand wanneer het voldoet aan de hierna volgende criteria. Bij bijzondere situaties of gerede twijfel over de toepasbaarheid van de criteria kan het bouwplan/ de aanvraag bouwvergunning aan de welstandscommissie worden voorgelegd.  Indien een of meer van de criteria met nee is/zijn aangekruist wordt het bouwplan/de aanvraag bouwvergunning voorgelegd aan de welstandscommissie. Deze beoordeelt a.d.h.v. het welstandsniveau, gebiedsgerichte en algemene criteria of het bouwplan/de aanvraag bouwvergunning desondanks voldoet aan redelijke eisen van welstand. De afweging zal door de commissie in haar advies worden gemotiveerd. De (door Bouw- en Woningtoezicht) ingevulde vinklijst wordt bij de stukken voor behandeling door de commissie bijgevoegd.