Regeling vervallen per 31-12-2017

Nadere regels met betrekking tot het verlenen van een subsidie aan Stichting Kinderopvang Landerd voor het uitvoeren van het arrangement spelen en ontwikkelen in de kern Reek. Gemeente Landerd

Geldend van 21-02-2017 t/m 30-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Nadere regels met betrekking tot het verlenen van een subsidie aan Stichting Kinderopvang Landerd voor het uitvoeren van het arrangement spelen en ontwikkelen in de kern Reek. Gemeente Landerd

De raad van de gemeente Landerd;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 20 december 2016.

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene Subsidieverordening Gemeente Landerd.

BESLUIT:

  • 1.

    De ‘Nadere regels met betrekking tot het verlenen van een jaarlijkse subsidie aan Stichting Kinderopvang Landerd voor de periode 2015 – 2017’ in te trekken.

  • 2.

    Vast te stellen: ‘Nadere regels met betrekking tot het verlenen van een subsidie aan Stichting Kinderopvang Landerd voor het uitvoeren van het arrangement ‘spelen en ontwikkelen’ in de kern Reek’

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.Stichting Kinderopvang Landerd: Organisatie voor het uitvoeren van het arrangement

‘spelen en ontwikkelen in de kern Reek, hierna te noemen de Stichting.

  • 2.

    Subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Awb.

  • 3.

    Budgetsubsidie: subsidie waarbij de Stichting een maximumbedrag aan middelen

    krijgt toegewezen voor één jaar, om een tevoren overeengekomen

    activiteitenpakket uit te voeren.

  • 4.

    Ouderbijdrage: ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. Deze wordt

    bepaald aan de hand van de ‘Adviestabel ouderbijdragen peuterwerk’, die jaarlijks

door de VNG wordt opgesteld.

  • 5.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming voor ouders in de kosten van de

    kinderopvang.

  • 6.

    Doelgroepkinderen: Peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar die het risico lopen op een ontwikkelingsachterstand, met name op het gebied van spraak- taalontwikkeling en/of waarbij omgevingsfactoren de spraaktaalontwikkeling negatief beïnvloeden.

Artikel 2. Aanvullende voorschriften voor subsidiëring

  • 1.

    Uitvoeren van het arrangement ‘spelen en ontwikkelen’ in Reek, waarin de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing van jonge kinderen wordt bevorderd.

  • 2.

    Ouders die onder de Wet Kinderopvang vallen vragen bij de Belastingdienst een

    kinderopvangtoeslag aan.

  • 3.

    Het arrangement ‘spelen en ontwikkelen’ locatie Reek is alleen toegankelijk voor kinderen woonachtig in de gemeente Landerd.

  • 4.

    Uitvoering geven aan voorschoolse educatie conform de kwaliteitseisen die opgenomen zijn in het ‘Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’.

  • 5.

    Gebruik maken van het registratiesysteem KIJK voor het observeren en registreren van de ontwikkeling van kinderen.

  • 6.

    Afspraken met de partners om de doorgaande lijn te waarborgen om op die manier te realiseren dat kinderen een goede start maken voor zij aan de basisschool beginnen.

  • 7.

    Samenwerken met het Centrum Jeugd en Gezin / Basisteam Jeugd en Gezin, zodat ouders met opvoed- en opgroeivragen worden ondersteund.

  • 8.

    Uitvoering geven aan de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.

  • 9.

    Toepassen van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tabel ‘Peuterwerk’ van de VNG.

  • 10.

    Voor het uitvoeren van de activiteiten moeten de landelijk vastgestelde eisen die

opgenomen zijn in het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en de

Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen in acht worden genomen.

11.De gemeente houdt toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelzalen. De GGD voert dat toezicht uit in opdracht van de gemeente.

Artikel 3. Aanvullende administratieve voorschriften.

  • 1.

    De Stichting presenteert na ieder kwartaal, in de maand na afloop van het kwartaal, de werkelijke realisatie ten opzichte van de begroting aan de gemeente.

  • 2.

    De Stichting legt vóór 1 juni 2018 verantwoording af over het gevoerde beleid door middel van een door een accountant goedgekeurde jaarrekening en jaarverslag.

  • 3.

    Vóór 1 september 2017 dient de Stichting een jaarplan en begroting in voor het jaar 2018.

De begroting vermeldt de verwachte kosten, de verwachte opbrengsten, de verwachte financiële bijdragen van derden en het verwachte subsidiebeslag.

In het jaarplan staan de plannen omschreven waar het komend kalanderjaar de aandacht op wordt gevestigd. In het jaarplan staat minimaal opgenomen op welke wijze invulling wordt gegeven aan de punten genoemd onder artikel 2 in deze verordening.

Artikel 4. Doelgroep.

  • 1. Kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar.

  • 2. Doelgroepkinderen.

Artikel 5. Subsidie.

  • 1.

    De Stichting ontvangt in 2017 een budgetsubsidie, ad. € 11.171,-.

  • 2.

    Het subsidiebedrag van € 11.171,- betaalt de gemeente uit als voorschot. De voorschotten worden per kwartaal uitbetaald (januari – april – juli – oktober) ad.

€ 2.792,75 per kwartaal.

  • 3.

    De subsidie wordt achteraf verantwoord door de Stichting aan de hand van de jaarrekening 2017 met accountantsverklaring en daarna definitief vastgesteld door de gemeente.

  • 4.

    Indien de exploitatierekening met inbegrip van de ontvangen budgetsubsidie een positief saldo aanwijst, is de Stichting op grond van artikel 21 van de ‘Algemene Subsidieverordening gemeente Landerd’ gerechtigd om uit het positieve saldo een egalisatiereserve te vormen danwel aan te vullen. Het aldus gevormde, danwel aangevulde egalisatiereserve, mag na toevoeging van het resultaat niet meer bedragen dan 10% van de gemeentelijk subsidie 2017.

saldo aanwijst, is de Stichting op grond

  • 5

    Een eventueel negatief saldo dient door de Stichting zelf opgevangen te worden en ten laste te worden gebracht van de opgebouwde egalisatiereserve.

  • 6

    De samenwerkingsovereenkomst tussen Stichting Kinderopvang Landerd en De

Artikel 6. Bestuurlijk overleg

  • 1. Partijen verplichten zich tot het twee maal per jaar voeren van bestuurlijk overleg, en verder wanneer een van beide partijen een bestuurlijk overleg nodig acht.

  • 2. De gemeente is vertegenwoordigd door de verantwoordelijke wethouder. De wethouder laat zich vergezellen door de ambtenaar, die belast is met het adviseren van het gemeentebestuur op het beleidsterrein waarop de instelling werkzaam is.

  • 3. De Stichting is vertegenwoordigd door tenminste twee bestuursleden.

  • 4. De voorzitter van een bestuurlijk overleg is de wethouder, en is tevens initiatiefnemer.

  • 5. Afspraken tussen partijen gemaakt in dit bestuurlijk overleg maken onderdeel uit van de overeenkomst.

Artikel 7. Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2017 en geldt tot 31 december 2017.

Zeeland, 9 februari 2017

de griffier, de voorzitter,

E.E. Weijenberg M.C. Bakermans