Notitie Reserves en Voorzieningen 2018

Geldend van 03-03-2018 t/m heden

Intitulé

Notitie Reserves en Voorzieningen 2018

Hoofdstuk 1. Algemeen

Inleiding

In januari 2013 is de laatste notitie “reserves en voorzieningen” door de gemeenteraad vastgesteld. Tussentijdse ontwikkelingen ten aanzien van de reserves en voorzieningen zijn jaarlijks in of bij de Kadernota, begroting en bestuursrapportages gemeld. Op onderdelen is ook het beleid bijgesteld. Zoals bepaald in de financiële verordening moet de notitie “reserves en voorzieningen” om de vier jaar aan de raad worden voorgelegd. Artikel 11 uit de “Financiële verordening gemeente Landerd 2018”, dat handelt over de reserves en voorzieningen, is als toelichting in bijlage 3 opgenomen. De afgelopen jaren waren er diverse wijzigingen ten aanzien van de reserves en voorzieningen. In deze notitie zijn ook nog enkele (verbeter)voorstellen opgenomen. De opbouw van deze notitie wijkt niet af van de vorige notitie.

Hoofdstuk 2. Reserves

2.A. Waarom zijn reserves nodig?

De raad is ervoor verantwoordelijk dat de begroting sluit. Een precies sluitende begroting zonder aanwezige reserves betekent dat iedere tegenvaller een probleem gaat opleveren. In dat geval staan de programma’s en daarmee het beleid van de gemeente onder druk.

2.B. Wat is de relatie tussen reserves en het weerstandsvermogen?

Reserves maken onderdeel uit van het weerstandsvermogen van een gemeente. Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om tegenvallers op te vangen, zonder het beleid te moeten aanpassen. Een buffer is dus wenselijk om de risico’s op te vangen. Het is aan de gemeente zelf om te bepalen wat een passende omvang van de hoogte van de reserves is.

Voor een uitgebreide toelichting op de samenhang tussen de behoedzaamheidsreserve en de risico’s wordt naar de “Notitie Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2015” verwezen.

2.C. Wat betekenen de reserves op de balans?

Reserves behoren op de balans tot de bezittingen (eigen vermogen). Het eigen vermogen is het saldo van de bezittingen (activa), de vorderingen en liquide middelen minus de schulden. Met het eigen vermogen, en dan vooral met de liquide middelen die daarin zijn opgenomen, kunnen uitgaven worden gefinancierd zonder dat daarvoor geldleningen (vreemd vermogen) worden aangetrokken.

Naast de functie van het opvangen van risico’s hebben de reserves dus nog een functie. Het bezitten van eigen vermogen (en daarmee reserves) zorgt voor een goede financieringsstructuur (verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen). Dit is belangrijk voor de continuïteit van de gemeente. Indien investeringen gefinancierd worden met reserves (eigen vermogen) in plaats van met geldleningen (vreemd vermogen), dan hoeft er geen rente aan derden te worden betaald.

2.D. Mag er rente aan de reserves worden toegevoegd?

In het verleden werd er rente toegevoegd aan onze reserves. Dat is al jaren geleden afgeschaft en sluit ook aan bij het BBV. Daarin wordt geadviseerd geen rente meer toe te voegen aan reserves.

2.E. Wanneer mag er over bestemmingsreserves worden beschikt?

  • DKU’s.

    Dit zijn Reserves voor Dekking van Kapitaal Uitgaven (DKU). Een dergelijke reserve wordt gevormd ter dekking van de afschrijvingslasten van een investering. De meeste investeringen moeten op basis van het BBV geactiveerd worden op de balans en mogen dus niet in een keer worden afgeschreven of worden gedekt door een beschikking over een reserve. Dan kan er voor gekozen worden een bestemmingreserve te vormen waaruit jaarlijks een bedrag ter hoogte van de afschrijving aan de exploitatie wordt toegevoegd. Het afschrijvingsbedrag is dan gedekt. Een voorbeeld van de werking van een dergelijke reserve is hieronder opgenomen, waarbij ook de rentegevolgen zijn meegenomen.

    Voorbeeld:

    • Investering € 100.000

    • Vorming reserve DKU € 100.000 (bijvoorbeeld uit de behoedzaamheidsreserve).

  • Lasten

    baten

    Afschrijving (20 jaar)

    5.000

    Financieringsrente 1,7%

    1.700

    Beschikking over reserve

    5.000

    Totaal

    7.200

    5.500

    Per saldo als last op de exploitatie: € 1.700 (financieringsrente)

Voorstel: de systematiek van de DKU’s ongewijzigd handhaven.

Wij hebben een aantal bestemmingsreserves die gevormd zijn ter dekking van (toekomstige) uitgaven op de desbetreffende terreinen. Hoewel deze reserves duidelijk voor een bepaald doel bestemd zijn, mag er in de loop van een begrotingsjaar niet zomaar over beschikt worden om uitgaven te dekken. Daarom is vanaf 2013 het volgende geregeld in onze Financiële verordening:

  • De raad machtigt het college om tot een bedrag van € 50.000 per jaar uitgaven te doen die ten laste van een dergelijke reserve komen. De desbetreffende reserves worden ieder jaar expliciet genoemd in de begroting. Bestemmingsreserves die aan meerdere zaken uitgegeven kunnen worden, worden niet in deze lijst opgenomen.

  • De uitgaven moeten een direct verband hebben met het doel waarvoor de reserve is opgebouwd.

  • In de eerstvolgende Burap neemt het college deze uitgaven op en vraagt de raad het desbetreffende budget formeel beschikbaar te stellen ten laste van de desbetreffende bestemmingsreserve.

  • De raad stemt dus op voorhand in met deze procedure en formaliseert de uitgaven achteraf.

Indien er geen Burap meer komt, worden zulke uitgaven in de jaarrekening opgenomen en toegelicht.

De lijst van bestemmingsreserves waarvoor dit in 2018 geldt en die ook in de begroting 2018 is opgenomen:

• Reserve afvalstoffenheffing

• Reserve openbare verlichting

• Reserve Speeltoestellen

• Reserve Bomen

• Reserve Groen

De bestemmingsreserves waarvoor dit niet geldt, zijn de reserve egalisatie rioolheffing, de reserve uitkering HNG, de reserve reconstructiefonds BIO, de reserve Stimulering grondverkopen, de reserve Centrumplan Schaijk, de reserve I&A en de reserve bestemde budgetten. De reden hiervoor is dat er, in de meeste gevallen, al bestemmingen (uitgaven) geraamd zijn in de begroting t.l.v. deze reserves.

2.F. Aan welke criteria moeten onze reserves voldoen?

De raad is als enige bevoegd op het gebied van het instellen, storten en aanwenden van reserves. Daarbij kan de raad ook het minimum en maximum van de reserve bepalen. Vorming van een reserve moet geen doel op zich zijn. De behoedzaamheidsreserve wordt meestal gevoed uit rekeningoverschotten.

Om te voorkomen dat er te kust en te keur reserves worden ingesteld (of gehandhaafd) is het wenselijk een aantal basisregels vast te stellen waaraan een reserve moet voldoen. Deze regels zijn:

  • Een (wettelijke) verplichting (o.a. voorschriften BBV = Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten).

  • Bewust sparen om een bepaald doel te bereiken, bijvoorbeeld dekking voor een incidentele investering of dekking van afschrijvingslasten (DKU).

  • Het egaliseren van tarieven en/of bestedingen.

  • Een extra buffer vormen voor risicovolle activiteiten/deelnemingen/objecten zoals de grondexploitatie.

Bij iedere reserve die hierna wordt behandeld is aangegeven onder welke van de genoemde criteria deze valt.

In het BBV of uitwerkingen daarvan is ook een aantal regels opgenomen over het gebruik van reserves. Ook hebben wij daar zelf afspraken over gemaakt.

Belangrijk voor ons zijn:

  • Reserves mogen niet worden aangewend om de begroting structureel sluitend te maken. Wel mag er voor dekking van kapitaallasten een DKU worden gevormd ter dekking van de structurele kapitaallasten.

  • In het BBV is opgenomen dat toevoegingen en onttrekkingen aan reserves in de jaarrekening mogen worden verwerkt tot maximaal het geraamde bedrag. Andere toevoegingen of onttrekkingen of als zij boven het geraamde bedrag uitkomen worden in de resultaatbestemming betrokken.

    Daarnaast kunnen er raadsbesluiten zijn waarin expliciet is bepaald dat een overschot op een bepaald budget in het lopende jaar in een reserve wordt gestort zonder dat hiervoor een bedrag is geraamd. Ook in deze gevallen is het toegestaan dit al in de jaarrekening te verwerken vóór de resultaatbestemming.

2.G. Welke reserves heeft de gemeente Landerd?

De reserves zijn, op grond van het BBV, onder te verdelen in:

  • A.

    Algemene reserves

  • B.

    Bestemmingsreserves

2.G.1. Algemene reserves

De algemene reserve heet bij ons Behoedzaamheidsreserve. Per 1 januari 2018 bedraagt deze € 9,7 miljoen (bron = begroting 2018).

De behoedzaamheidsreserve bestaat uit een aantal onderdelen. Deze zijn:

  • Een algemene financiële buffer om daarmee te zorgen dat de gemeente Landerd een goede financieringsstructuur (verhouding eigen vermogen/ vreemd vermogen) blijft behouden. Beschikking over deze reserve ter dekking van uitgaven betekent meer rentelasten.

  • Een berekende buffer voor afdekking van bekende risico’s. Onze risico’s zijn gekwantificeerd (zie paragraaf A. Weerstandsvermogen begroting 2018). Daarom dient de behoedzaamheidsreserve minimaal het berekende risicobedrag te bevatten en omdat dit jaarlijks kan wijzigen en dus ook kan stijgen, is het aan te bevelen daar bovenop een extra bedrag te zetten. Volgens de berekening in de begroting 2018 bedraagt ons risico € 6,6 miljoen. In de paragraaf Weerstandsvermogen wordt gewerkt met een ratio. In de begroting 2018 is uitgegaan van een ratio van minimaal 1,2 (= voldoende). Dit betekent dat onze behoedzaamheidsreserve per 1 januari 2018 € 7,9 miljoen (€ 6,6 x 1,2) moet bedragen. Dit bedrag wijzigt jaarlijks bij de begroting en wordt als minimumbedrag van de behoedzaamheidsreserve ook in de paragraaf weerstandsvermogen genoemd. Indien de reserve onder het minimale bedrag raakt door beschikking over de reserve of door stijging van de risico’s kan er bij de begroting of jaarrekening een extra bedrag aan worden toegevoegd om het minimale niveau te blijven behouden. De ratio in de begroting 2018 is 1,25.

Criterium (waaraan een reserve moet voldoen, zie blz. 5): het vormen van een extra buffer voor risicovolle activiteiten. Er is geen maximum voor deze reserve.

Voorstel: de huidige systematiek handhaven

2.G.2. Bestemmingsreserves

Reserves voor dekking kapitaal uitgaven (DKU)

Deze reserves zijn gevormd om de kapitaallasten (afschrijvingslasten) die voortvloeien uit investeringen te dekken. Het betreft hier investeringen voor:

  • Bouw van de brandweerkazerne Zeeland

  • Infrastructuur

  • Bouw van scholen en de Morgenzon

  • Enkele sportaccommodaties

  • Aanleg van ecologische verbindingszones

  • Centrumplan Zeeland

  • Verbouwing gemeentehuis

  • Hardware ICL.

De totale omvang van deze reserves bedraagt € 9,7 miljoen per 1 januari 2018 (bron = begroting 2018).

Deze reserves kunnen niet aangewend worden omdat zij bij verandering van de bestemming leiden tot een tekort in de exploitatie (de afschrijvingslasten kunnen dan niet meer worden gedekt). Door het uitstellen van investeringen, goedkoper aanbesteden of het duurder uitvallen van een investering kan de reserve DKU op termijn een overschot of een tekort vertonen. Jaarlijks, bij het opstellen van de jaarrekening, wordt aan de hand van de werkelijke uitgaven in dat jaar bepaald of de DKU het juiste saldo heeft. Indien blijkt dat de reserve te hoog is, wordt het overschot van de reserve DKU, via de bestemming van het resultaat, toegevoegd aan de behoedzaamheidsreserve. Indien blijkt dat de reserve niet toereikend is, wordt deze bij de bestemming van het resultaat aangevuld ten laste van de behoedzaamheidsreserve, of wordt de jaarlijkse onttrekking verlaagd. In dit laatst geval treedt er een nadeel op voor onze exploitatie.

Criterium: Dekking van afschrijvingslasten (reserve daar bewust voor gevormd).

Voorstel: de huidige systematiek handhaven.

Reserves voor egalisatie van tarieven

• Reserve afvalstoffenheffing

De omvang van deze reserve bedraagt per 1 januari 2018 € 125.045. Dit kan de komende jaren ingezet worden ter egalisatie van de tarieven. Dit risico geldt vooral bij nieuwe aanbestedingen. Uitgangspunt is dat overschotten uit vorige jaren die in deze reserve zijn gestort in de volgende begrotingsjaren worden ingezet en dus worden “terugbetaald” aan de burger. Jaarlijks worden voor- of nadelen op het onderdeel afvalstoffenheffing aan deze reserve toegevoegd c.q. onttrokken (vóór bestemming resultaat). Er is geen minimumniveau voor deze reserve.

Het rijk is enkele jaren geleden gestart met een project in het kader van zwerfafval. Dit project loopt t/m 2022. Jaarlijks ontvangen wij een bedrag waarover wij na afloop van het project verantwoording moeten afleggen. De (nog) niet bestede gelden storten we ook in deze reserve afvalstoffenheffing. Tot en met 2016 is dat een bedrag van € 42.840. In de begroting 2018 is er van uitgegaan dat dit in 2017 wordt uitgegeven. Als dat niet het geval is, wordt dat overgeheveld naar een volgend jaar.

Deze reserve valt binnen de bestemmingsreserves waarover het college tot een bedrag van € 50.000 mag beschikken (zie eerder in deze notitie bij het onderdeel “Wanneer mag over bestemmingsreserves worden beschikt” op blz. 4”).

Criterium: egaliseren van tarieven.

Voorstel: de reserve en de beschreven systematiek handhaven.

• Reserve egalisatie rioolheffing

De omvang van deze reserve bedraagt per 1 januari 2018 € 136.437. Dit bedrag wordt in 2018 en 2019 ingezet om de tarieven voor de rioolheffing te verlagen c.q. minder te laten stijgen.

Deze reserve wordt jaarlijks gevoed als er bij de jaarrekening gelden niet zijn uitgegeven die in het rioolbeheerplan zijn opgenomen. Dat betreft vooral structureel geraamde uitgaven waarvoor in het volgende jaar nieuwe budgetten beschikbaar zijn. De afgelopen jaren was dat steeds een aanzienlijk bedrag. Deze zijn tot en met 2019 ingezet om de tarieven iets lager te houden. Als de reserve niet meer gevoed wordt, betekent dit ook dat de tarieven in enig jaar plotseling aanzienlijk moeten stijgen om de dekking voor het rioolbeheerplan in stand te houden.

Criterium: egaliseren van tarieven.

Voorstel: de reserve en de beschreven systematiek handhaven.

Reserve uitkering Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (HNG)

Deze reserve is in het verleden gevormd uit de verkoop van het HNG. Tot de verkoop werd jaarlijks een dividenduitkering ontvangen. Ter compensatie voor het wegvallen van deze dividenduitkering werd deze reserve gevormd uit de verkoopopbrengst die in 25 jaarlijkse termijnen wordt uitbetaald. Jaarlijks wordt deze reserve voor een bedrag van € 47.447 aangewend. Deze reserve bedraagt per 1 januari 2018 nog € 86.384. In 2019 vindt de laatste aanwending plaats en wordt het saldo nihil. De jaarlijkse dotatie aan de exploitatie vervalt daarom per 2020. Daarmee is in de meerjarenbegroting rekening gehouden.

Criterium: egaliseren van fluctuaties in de begroting

Voorstel: het huidige beleid betreffende deze reserve continueren.

Reserves egalisatie diverse vervangingen etc.

Voor de vervanging c.q. instandhouding van de openbare verlichting en speeltoestellen zijn dekkingsreserves gevormd. De vervanging vindt niet jaarlijks plaats maar gaat soms gepaard met hoge uitgaven in een bepaald jaar. Om geen grote fluctuaties te krijgen in de exploitatie wordt in de begroting jaarlijks hetzelfde bedrag geraamd. Dit jaarlijkse bedrag is het gemiddelde bedrag van de uitgaven over een langere periode zoals die zijn berekend. Er zijn dus jaren dat de uitgaven lager zijn dan dit bedrag. Het verschil wordt dan toegevoegd aan de reserve. Ook zijn er jaren dat de uitgaven de raming overstijgen. In dat geval wordt de reserve aangewend.

2018

Res. Openbare verlichting

56.835

Res. Speeltoestellen

75.000

Totaal

131.835

Deze reserves vallen binnen de bestemmingsreserves waarover het college tot een bedrag van € 50.000 mag beschikken (zie eerder in deze notitie het onderdeel “Wanneer mag er over bestemmingsreserves worden beschikt”, op blz. 4).

Voor beide reserves is een maximumbedrag vastgesteld. Voor de reserve Openbare Verlichting een bedrag van € 200.000 en voor de reserve Speeltoestellen € 75.000.

Ten aanzien van de reserve Speeltoestellen stellen we voor geen maximumbedrag meer op te nemen. Hieronder wordt dat voorstel verklaard:

Landerd beschikt over een groot aantal speelvoorzieningen, verspreid over de kernen. Het dagelijks beheer en onderhoud wordt uitgevoerd door de buitendienst. Ook het groot onderhoud/ vervanging wordt uitgevoerd door de afdeling R&B. Het areaal is vastgelegd in een bestand, waarin de datum van aanleg etc. is opgenomen. Vervanging wordt in principe vrijwel volledig bepaald op basis van beoordeling of het speeltoestel na afloop van de afschrijvingsperiode nog voldoet aan de veiligheidseisen. We beschikken inmiddels over in totaal € 678.000 aan speeltoestellen, skatebanen en kunstgrasveldjes. In de begroting is nu jaarlijks € 23.500 beschikbaar voor vervanging.

In de afgelopen jaren is na inspectie vaak vastgesteld dat er na de eerder vastgelegde afschrijvingstermijn nog steeds sprake was van een goed toestel. Daarom is de afschrijvingstermijn verlengd en mede als gevolg daarvan is meerdere jaren het beschikbare jaarbudget voor vervanging lang niet volledig uitgegeven. Het niet uitgegeven jaarbudget wordt gereserveerd in de voorziening, tenzij het daarin vastgelegde “plafond”, ter grootte van € 75.000, is bereikt. In dat geval vervalt het budget in de algemene middelen. Dat is nu al enkele jaren het geval.

Als gevolg van het inmiddels (gemiddeld) fors verlengen van de vervangingstermijn, gaat er naar de nabije toekomst een soort opduwend effect ontstaan, wat er toe gaat leiden dat over enkele jaren een forse piek gaat ontstaan in noodzakelijke vervanging van speeltoestellen. Dit speelt te meer daar er veel van de bestaande speelvoorzieningen, min of meer gelijktijdig zijn aangebracht in de periode 1990-2000. Om dit verwachte negatieve effect beter te kunnen opvangen, verdient het aanbeveling om het plafondbedrag van de voorziening te laten vervallen. Wel stellen wij voor om dit bij de volgende herziening van deze notitie, over 4 jaar, te evalueren.

Overigens is het zo dat er bij noodzakelijke vervanging (zoals aangegeven) eigenlijk ook een prima “natuurlijk” moment ontstaat om ook met de directe omgeving/ buurtvereniging in overleg te gaan over nut, noodzaak maar zeker ook aard en inrichting van de voorziening. Dat gebeurt nu veelal ook. Het is zeer wel denkbaar dat er als gevolg van een dergelijke structurele aanpak, ook (aanvullende en/ of verdergaande) wensen ontstaan voor een andere meer hedendaagse en bij de huidige buurt passende inrichting. Dat vergt aanvullend budget, terwijl er feitelijk door het verlengen van de levensduur, behoorlijk wat budget wegvloeit.

Criterium: egalisatie van bestedingen

Voorstel: de reserves en gehanteerde systematiek handhaven. Het maximumbedrag voor de reserve Speeltoestellen opheffen.

Reserve reconstructiefonds BIO/reconstructie

Deze reserve is gevormd uit een deel van de BIO-gelden (25%). De stand van deze reserve is € 65.934 per 1 januari 2018. Doel van deze reserve is om deze in te zetten voor “groen voor rood” en voorlopig als buffer te houden voor de dekking van eventuele tekorten binnen het grondexploitatiecomplex LOG Graspeel. Mocht het LOG Graspeel in de komende jaren worden afgerond en er resteert een bedrag in deze reserve, dan kan deze reserve worden opgeheven en het bedrag worden toegevoegd aan de reserve Groen.

Criterium: bewust sparen voor een bepaald doel en afdekken van risico’s.

Voorstel: de reserve handhaven. Mocht LOG Graspeel worden afgesloten en er resteert een bedrag in deze reserve, dan het restant aan de reserve Groen toevoegen.

Reserve Groen

Het saldo van deze reserve bedraagt € 347.076 per 1 januari 2018. Deze reserve wordt grotendeels ingezet ter dekking van projecten uit het landschapsbeleidsplan (LBP). Daarnaast voor een klein bedrag voor dekking van structurele lasten binnen de exploitatie die direct verband houden met “groenprojecten”. De jaarlijkse onttrekkingen zijn gebaseerd op het laatst vastgestelde LBP in 2012.

De reserve wordt o.a. gevoed door per vierkante meter verkochte bouwgrond binnen de GREX € 5 toe te voegen.

In 2018 wordt een herzien LBP aan de raad voorgelegd. Dan zal duidelijk zijn hoeveel jaren er nog budget beschikbaar is voor uitvoering van het LBP. In 2013 is bepaald dat het maximumbedrag voor deze reserve € 1,2 miljoen was. Dat was gebaseerd op een langjarige doorkijk in het plan. Inmiddels zijn de uitgaven zodanig dat het niet langer nodig is een maximum vast te stellen. We zitten ver onder de € 1,2 miljoen en de verwachting is dat het saldo verder afneemt.

Criterium: Bewust sparen voor een bepaald doel.

Voorstel: de reserve handhaven en het maximum bedrag opheffen

Diverse overige bestemmingsreserves

Naast de hiervoor vermelde reserves zijn er nog enkele kleinere reserves die hieronder samengevat worden.

  • Reserve bomen

    Het doel is de verbetering en instandhouding van het bomenbestand in Landerd. Het saldo per 1 januari 2018 bedraagt € 36.169.De reserve wordt gevoed door financiële compensatie door derden die bomen kappen op plaatsen waar geen herplant mogelijk is. Daarnaast worden ontvangen uitkeringen die voortvloeien uit verzekeringszaken na schades aan bomen in deze reserve gestort. Deze gelden worden dan voor het gestelde doel ingezet. Deze reserve valt binnen de bestemmingsreserves waarover het college tot een bedrag van € 50.000 mag beschikken (zie eerder in deze notitie onder “Wanneer mag over bestemmingsreserves worden beschikt” op blz. 4).

    Criterium: sparen voor een bepaald doel

    Voorstel: de reserve ongewijzigd handhaven

  • Reserve stimulering grondverkopen

    Het saldo van deze reserve bedraagt op begrotingsbasis € 0 per 1 januari 2018. Dat is gebaseerd op de verwachting dat alle uitgaven die we verwachten ook in 2017 worden gedaan. Als dat zo is, kan deze reserve vervallen. Het doel van deze reserve is het financieel stimuleren van grondverkopen binnen de GREX. Een groot deel van deze reserve is ingezet voor verkoop Den Omgang, Akkerwinde en Repelakker. Het gaat dan om kortingen voor ontwikkelaars en CPO’s. Als deze verkopen niet volgens de planning plaatsvinden, zal de reserve in 2018 daarvoor worden ingezet is de verwachting.

    Criterium: Bewust sparen voor een bepaald doel.

    Voorstel: de reserve ongewijzigd handhaven en opheffen zodra het saldo nihil is geworden.

  • Reserve Centrumplan Schaijk

    Het saldo van deze reserve bedraagt € 7.242 per 1 januari 2018. Deze reserve wordt gebruikt om een deel van de kosten die voor de herinrichting van het centrumplan Schaijk worden gemaakt, te dekken. Het gaat daarbij om grondaankopen, kosten communicatie en plankosten. Nadat het centrumplan is afgewikkeld kan de reserve, die dan nihil is, worden opgeheven.

    Criterium: Bewust sparen voor een bepaald doel.

    Voorstel: de reserve ongewijzigd handhaven en opheffen als het centrumplan Schaijk is afgewikkeld.

  • Reserve bestemde budgetten

    Het saldo van deze reserve is nihil per 1 januari 2018. Deze reserve wordt jaarlijks gebruikt voor incidentele budgetten die bij de jaarrekening worden overgeheveld. Deze worden in deze reserve gestort en het volgende jaar, als de werkelijke uitgaven plaatsvinden, daar als dekking uit onttrokken.

    Criterium: Bewust sparen voor een bepaald doel.

    Voorstel: de reserve ongewijzigd handhaven

  • Reserve I&A

    De reserve I&A wordt ingezet om incidentele projecten en aanschaffingen van software te dekken waarbij het uitgangspunt is om de jaarlijkse lasten zoveel als mogelijk gelijkmatig te ramen. De stand van de reserve per 1 januari 2017 is € 10.038 en de verwachting is dat deze per 1 januari 2018 nihil is.

    Deze reserve valt binnen de bestemmingsreserves waarover het college tot een bedrag van € 50.000 mag beschikken (zie eerder in deze notitie het onderdeel “Wanneer mag over bestemmingsreserves worden beschikt” op blz.4).

    Criterium: egalisatie van bestedingen (tot de reserve nihil is).

    Voorstel: de reserve kan in 2018, als deze nihil wordt, opgeheven worden.

2.H. Maximum/minimum saldo reserves

Zoals in hoofdstuk twee is vermeld, is een bepaalde buffer in de vorm van reserves nodig om risico’s op te vangen. Het is daarbij meestal aan de gemeente zelf te bepalen wat een passende omvang van de hoogte van de reserves is.

Hierboven zijn ten aanzien van deze saldi al enige voorstellen gedaan. In bijlage 2 hebben wij per reserve het doel, het huidige of voorgestelde maximum/minimum en de stand per 1 januari 2018 (uit de begroting 2018) samengevat. Ook zijn de in deze notitie voorgestelde wijzigingen daar per reserve vermeld.

2.I. Instellen van nieuwe reserves

Zoals in deze notitie al eerder wordt vermeld, is alleen de raad bevoegd reserves in te stellen of op te heffen. in deze notitie wordt voorgesteld om reserves (op termijn) op te heffen.

Aan de hand van de criteria voor reserves zullen de bestaande reserves kritisch gevolgd worden en alleen nieuwe reserves worden ingesteld als aan de criteria wordt voldaan. Ook dan blijft het echter aan de raad om hierover een besluit te nemen.

Reserve Sociaal Domein

Regelmatig worden er vragen gesteld over het reserveren van gelden voor het Sociaal Domein. Wij ramen momenteel op basis van verwachte uitgaven en niet op basis van budgettair neutraal (inkomsten – uitgaven gelijk).

In onze begroting hanteren wij de volgende uitgangspunten:

  • De inkomsten en uitgaven zo reëel mogelijk ramen (geen lucht in de begroting).

  • Onze risico’s zo goed mogelijk inschatten en kwantificeren. Als daarbij een ratio wordt gehanteerd van “ruim voldoende” niveau (1,4 volgens Notitie Weerstandsvermogen) kunnen we risico’s ook opvangen. In 2018 is tijdelijk 1,2 aangehouden.

  • Wij gaan uit van een financieel structureel gezonde gemeente. Met een ruim voldoende weerstandsvermogen en een structureel positief begrotingssaldo kunnen risico’s opgevangen worden. Overschotten of tekorten binnen het Sociaal Domein vormen een onderdeel van de gewone exploitatie en komen ten gunste of ten laste van de behoedzaamheidsreserve.

Wij stellen hiervoor dan ook geen wijziging in het bestaande beleid voor.

2.J. Samenvatting conclusies reserves

In deze notitie worden diverse voorstellen gedaan. De belangrijkste voorstellen worden hier kort weergegeven:

  • Het maximumbedrag voor de reserve speeltoestellen opheffen

  • Na afronding LOG Graspeel een eventueel overschot in de reserve Reconstructie BIO/LOG in de reserve Groen storten

Hoofdstuk 3. Voorzieningen

3.A. Wat zijn voorzieningen?

Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is in te schatten.

Voorzieningen behoren niet tot de bezittingen maar tot de schulden van de gemeente.

De meeste voorzieningen van de gemeente Landerd betreffen de onderhoudsvoorzieningen voor kapitaalgoederen. In de paragraaf kapitaalgoederen van de programmabegroting en –rekening wordt jaarlijks aandacht besteed aan de gemeentelijke kapitaalgoederen.

Naast de onderhoudsvoorzieningen zijn er nog een aantal overige voorzieningen waaronder de voorzieningen pensioenverplichtingen wethouders, verkeer en parkeren, onderhoud bossen, en drie voorzieningen in het kader van de grondexploitatie en het LOG.

3.B. Waarom zijn voorzieningen nodig?

Voorzieningen zijn nodig voor het afdekken van risico’s die redelijkerwijs kunnen worden ingeschat. Voorzieningen kunnen ook gevormd worden voor van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

Ook moeten er voorzieningen worden gevormd voor grondexploitatiegebieden waarvoor een tekort is geraamd. Dit is verplicht op grond van het BBV.

3.C. Tot welk niveau moeten voorzieningen worden aangehouden?

Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld. Dit betekent dat negatieve voorzieningen niet voor mogen komen. Toevoegingen moeten alleen zijn gebaseerd op de tijdige opbouw van de noodzakelijke omvang van de voorziening. Het is daarom niet toegestaan om rente toe te voegen aan voorzieningen tenzij daarmee bij de berekening van de storting in het onderhoudsplan ook rekening is gehouden (methode op basis contante waarde). Wij hanteren de methode zonder rentetoevoeging. Via de programma’s vinden stortingen plaats om de voorzieningen op peil te houden. Jaarlijks wordt, aan de hand van de vastgestelde plannen, bij de jaarrekening de noodzakelijke omvang getoetst en zonodig bij het bestemmen van het saldo aangepast (extra gestort of onttrokken). Periodiek wordt de hoogte van de voorzieningen en de jaarlijkse storting bij de vaststelling van het desbetreffende onderhoudsplan opnieuw vastgesteld.

3.D. Welke voorzieningen heeft de gemeente Landerd?

Voor een overzicht van de voorzieningen van de gemeente Landerd, verwijzen wij naar bijlage 1. Hieronder worden deze (in blokken) toegelicht.

Voorzieningen voor groot onderhoud

Deze voorzieningen zijn gebaseerd op een vastgesteld beheer- of onderhoudsplan.

Daarbij is berekend wat de onderhoudslasten in een bepaalde periode zijn en wat de gemiddelde onderhoudslast in die periode is. Dat gemiddelde bedrag wordt jaarlijks in de voorziening gestort ten laste van de exploitatie. Al die stortingen samen zorgen voor voldoende budget om het onderhoud te kunnen betalen. Door de jaarlijkse storting te ramen op hetzelfde bedrag worden fluctuaties in de exploitatie voorkomen.

Om welke voorzieningen gaat het:

2018

Wegbeheer gemeente Landerd 2016

506.924

Beleidsmeerjarenplan onderhoud gebouwen 2017

1.354.084

Verbreed Gemeentelijk Rioolbeheerplan (VGRP) 2017

1.352.220

Geïntegreerd bosbeheer in Landerd 2008

124.607

Totaal

3.337.835

Voorzieningen voor verliesgevende complexen binnen de GREX

Er zijn drie voorzieningen van in totaal € 3,8  miljoen voor grondexploitatiegebieden (incl. LOG) gevormd. Deze voorzieningen zijn gevormd om de geraamde exploitatietekorten voor deze gebieden te dekken. Het instellen van een voorziening voor dergelijke complexen, waarbij een nadeel wordt geraamd, is verplicht.

Het gaat om de volgende voorzieningen:

GREX 01-01-2017

Reek Zuid

2.940.036

Vensteeg

695.705

Log Graspeel

129.782

Totaal

3.765.523

Voorziening wethouderspensioenen

Oud-wethouders ontvangen een pensioen van de gemeente. Wij moeten zorgen dat we op het moment dat zij dat pensioen gaan ontvangen, voldoende geld beschikbaar hebben om die pensioenen te kunnen betalen. Wij moeten dat geld in een voorziening “sparen”. Jaarlijks vindt er een berekening plaats over het bedrag dat wij in totaal gespaard moeten hebben. Vooral het gebruikte rentepercentage is daarbij van belang. De laatste jaren is dat sterk gedaald en is er fors bijgestort. Jaarlijks bij de jaarrekening wordt dat saldo opnieuw berekend. Per 1 januari 2018 bedraagt het saldo van deze voorziening € 2.838.919.

Voorziening Verkeer en parkeren

Bij de ontwikkeling van plannen door derden moeten er soms parkeerplaatsen worden aangelegd. Als dat niet op het terrein van die ontwikkelaars kan, betalen zij een bijdrage aan ons. Van deze gelden leggen wij dan parkeerplaatsen aan binnen het openbaar gebied.

Het saldo van deze voorziening is per 1 januari 2018 nihil. In 2017 is wel een bijdrage ontvangen maar deze is (op begrotingsbasis) ook in 2017 weer ingezet (CP Schaijk). Ook na 2017 worden nog bijdragen ontvangen. Daarom wordt deze voorziening in stand gehouden.

3.E. Samenvatting conclusies voorzieningen

Ten aanzien van de voorzieningen kan geconcludeerd worden dat deze zijn gebaseerd op vastgestelde plannen of berekende risico’s en daarom (op de huidige saldi) gehandhaafd moeten worden.

Voorstel: de voorzieningen handhaven en jaarlijks bij de jaarrekening de (noodzakelijke) omvang blijven toetsen.

Hoofdstuk 4. Voorstel

  • 1.

    De Notitie Reserves en voorzieningen 2013 in te trekken

  • 2.

    De Notitie Reserves en voorzieningen 2018 vast te stellen

  • 3.

    De Notitie Reserves en voorzieningen treedt in werking op eerste dag na de bekendmaking.

Bijlage 1

Geraamde saldi begroting 1-1-2018 (excl. voorstellen in deze notitie)

Algemene reserves

bedragen x 1.000

-

Behoedzaamheidsreserve

9.668

Bestemmingsreserves

-

Reserve openbare verlichting

57

-

Reserve Speeltoestellen

75

-

Reserve bomen

36

-

Reserve Groen

344

-

Reserve afvalstoffenheffing

125

-

Reserve egalisatie rioolheffing

136

-

Reserve uitkering HNG

86

-

Reserve reconstructiefonds BIO/ reconstructie

66

-

Reserve stimulering grondverkopen

0

-

Reserve Centrumplan Schaijk

7

-

Reserve I&A

1

-

Reserve bestemde budgetten

0

-

Diverse reserves voor dekking kapitaal uitgaven (DKU)

9.922

Totaal reserves:

20.523

Voorzieningen

-

Onderhoud gebouwen gemeentelijke gebouwen/ scholen

1.354

-

Groot onderhoud wegen, straten en pleinen

507

-

Groot onderhoud c.q. verbetering van riolering

1.352

-

Onderhoud bossen

125

-

Voorzieningen grondexploitatie en LOG

3.766

-

Pensioenverplichtingen wethouders

2.839

-

Verkeer en parkeren

0

Totaal voorzieningen:

9.943

Bijlage 2

Overzicht van reserves en voorzieningen:

Wijzigingen uit de notitie zijn vermeld. De opgenomen saldi zijn per 1 januari 2018 (tenzij anders vermeld) en de bron daarvan is de begroting 2018.

De DKU’s zijn in deze bijlage niet opgenomen.

Bij reserves waar een wijziging wordt voorgesteld is dat voorstel opgenomen.

Algemene reserves

Behoedzaamheidsreserve

Doel

:

Algemene buffer en daarnaast een (gekwantificeerde) buffer voor afdekking risico’s.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Bedrag dat overeenkomt met vastgestelde ratio voor het weerstandsvermogen van 1,2 voor 2018. Voor de jaren daarna is een ratio van 1,4 het minimum.

Jaarlijkse toevoeging

:

Wordt gevoed uit voordelige rekeningresultaten

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 9.667.727.

Bestemmingsreserves

Reserve openbare verlichting

Doel

:

Dekking van uitgaven die moeten worden gedaan t.b.v. de vervanging van openbare verlichting met het doel fluctuaties in de exploitatie op te vangen.

Maximum

:

€ 200.000

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing. Wel egalisatie met de raming voor onderhoud op de exploitatie.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 56.835.

Reserve speeltoestellen

Doel

:

Dekking van uitgaven die moeten worden gedaan t.b.v. de vervanging van speeltoestellen met het doel fluctuaties in de exploitatie op te vangen.

Maximum

:

Niet van toepassing (was € 75.000)

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing. Wel egalisatie met de raming voor onderhoud op de exploitatie.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 75.000.

Voorstel: het maximumbedrag voor deze reserve opheffen.

Reserve bomen

Doel

:

Dekking van uitgaven ter verbetering en instandhouding van het bomenbestand.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing. Wel storting van ontvangen schadevergoedingen op de exploitatie en vergoedingen voor compensatie bij kappen.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 36.169.

Reserve Groen

Doel

:

Vormen van een reserve ter dekking van uitgaven voor het Landschaps Beleids Plan (LBP)

Maximum

:

Niet van toepassing (was € 1,2 miljoen)

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Varieert jaarlijks en betreft de eerder geraamde kapitaallasten van investeringen die nu opgenomen zijn in het LBP en € 5 per vierkante meter verkochte bouwgrond binnen de GREX.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 344.076.

Voorstel: het maximumbedrag voor deze reserve opheffen.

Reserve afvalstoffenheffing

Doel

:

Dekking van uitgaven die moeten worden gedaan t.b.v. de afvalverwerking en –verwijdering, ter egalisatie van de tarieven. Een deel van deze reserve bestaat uit van het Rijk ontvangen gelden voor projecten in het kader van zwerfafval.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing. Wel worden jaarlijkse overschotten of tekorten op het taakveld Afval aan deze reserve toegevoegd of onttrokken.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 125.045 (excl. rijksgelden zwerfafval).

Reserve egalisatie rioolheffing

Doel

:

Egaliseren van tarieven voor de rioolheffing door het inzetten van overschotten op dit beleidsterrein uit vorige jaren.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing. Wel worden eventuele jaarlijkse overschotten op het taakveld riolering aan deze reserve toegevoegd.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt €136.437. Dit is ingezet om de tarieven in 2018 en 2019 minder te laten stijgen. Daarna is deze reserve nihil (behoudens nieuwe toevoegingen uit de jaarrekening 2017 e.v.).

Reserve uitkering Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (HNG)

Doel

:

Compensatie in de exploitatie voor het wegvallen van de jaarlijkse dividenduitkering van het voormalig Hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten.

Maximum

:

De reserve is ontstaan als gevolg van kapitaliseren van de waarde van de jaarlijkse dividenduitkering van het HNG ad € 47.447 gedurende 25 jaar.

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

bij het kapitaliseren van de dividenduitkering is uitgegaan van een rente van 6,5%. Dientengevolge moet jaarlijks een bedrag, ter hoogte van 6,5% worden bijgeschreven om gedurende 25 jaar de vervallen dividenduitkering in de exploitatie te kunnen compenseren.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 86.384. De reserve blijft in stand tot 2019 waarna het saldo na aanwending nihil bedraagt.

Reserve reconstructiefonds BIO/reconstructie

Doel

:

Vormen van een reserve ter dekking van uitgaven voor de reconstructie en BIO in de zin van 25% t.b.v. groen en ter dekking van een eventueel tekort binnen LOG Graspeel.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 65.934.

Voorstel: De reserve handhaven. Mocht LOG Graspeel worden afgesloten en er resteert een bedrag in deze reserve, dan het restant aan de reserve Groen toevoegen.

Reserve stimulering grondverkopen

Doel

:

Het dekken van beschikbaar gestelde gelden voor maatregelen die genomen kunnen worden om grondverkopen voor woningbouw en bedrijven op gemeentelijke gronden te stimuleren.

Maximum

:

Enkele jaren geleden € 588.500 beschikbaar gesteld.

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 0.

Voorstel: De reserve opheffen zodra het saldo nihil is geworden.

Reserve Centrumplan Schaijk

Doel

:

Het dekken van een deel van de kosten die voor de herinrichting van het centrumplan Schaijk worden gemaakt.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing. Eenmalig zijn/worden bijdragen in plankosten en grondverkopen toegevoegd.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 7.242.

Voorstel: De reserve opheffen zodra het saldo nihil is geworden.

Reserve I&A

Doel

:

Het dekken van incidentele uitgaven voor projecten en aanschaffingen op het gebied van Informatisering en Automatisering zoals die zijn opgenomen in het I&A-plan, met het doel de jaarlijkse lasten zo min mogelijk te laten fluctueren.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 1.

Voorstel: Deze reserve kan worden opgeheven

Reserve bestemde budgetten

Doel

:

Vormen van een reserve voor overgehevelde bedragen uit vorige jaren via de jaarrekening.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Niet van toepassing

Jaarlijkse toevoeging

:

Niet van toepassing

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 0.

Voorzieningen

Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen/ scholen

Doel

:

Dekking van de uitgaven voor onderhoud gebouwen conform het vastgestelde beheerplan.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

De voorziening moet een positief saldo hebben.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 1.354.084.

Voorziening groot onderhoud wegen, straten en pleinen

Doel

:

Dekking van de uitgaven voor onderhoud wegen conform het vastgestelde beheerplan.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

De voorziening moet een positief saldo hebben.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 506.924.

Voorziening groot onderhoud c.q. verbetering van riolering

Doel

:

Dekking van de uitgaven voor onderhoud riolering conform het vastgestelde beheerplan.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

De voorziening moet een positief saldo hebben.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 1.352.220.

Voorziening onderhoud bossen

Doel

:

Dekking van de uitgaven voor onderhoud bossen conform het beheerplan.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

De voorziening moet een positief saldo hebben.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 124.607.

Voorziening pensioenverplichtingen wethouders

Doel

:

Dekking van toekomstige pensioenverplichtingen van huidige en gewezen wethouders.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Jaarlijks vindt een berekening plaats van het minimumbedrag (bij de jaarrekening).

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 2.838.919.

Voorzieningen exploitatietekorten grondexploitaties (incl. LOG)

Doel

:

Dekking van toekomstige tekorten binnen de grondexploitaties inclusief de exploitatie van het LOG.

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

Jaarlijks vindt een berekening van het minimumbedrag plaats bij de vaststelling van de grondexploitaties (bij de jaarrekening).

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 3.765.523.

Voorziening verkeer en parken

Doel

:

Het realiseren van parkeerplaatsen uit voor dat doel ontvangen bijdragen van derden

Maximum

:

Niet van toepassing

Minimum

:

De voorziening moet een positief saldo hebben.

Stand

:

De stand per 1 januari 2018 bedraagt € 0.

Bijlage 3

In de “Financiële verordening gemeente Landerd 2018” is het volgende opgenomen over de reserves en voorzieningen:

Artikel 11. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    In de beleidsbegroting, de financiële begroting, het jaarverslag en de jaarrekening vindt geen toerekening van rente over de reserves en voorzieningen aan de taakvelden plaats.

  • 2.

    Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota reserves en voorzieningen aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves;

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

  • 3.

    Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen (dekking kapitaaluitgaven) wordt minimaal aangegeven:

    • a.

      het specifieke doel van de reserve;

    • b.

      de voeding van de reserve;

    • c.

      de maximale hoogte van de reserve; en

    • d.

      de maximale looptijd.

  • 4.

    Als een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen (dekking kapitaaluitgaven) binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt de bestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

  • 5.

    Het college informeert de raad jaarlijks, gelijktijdig met de in lid 2 genoemde nota, over de actuele ontwikkelingen inzake reserves en voorzieningen.

  • 6.

    Het college is bevoegd voorzieningen in te stellen voor (meerjarige) doeluitkeringen waarvan het bedrag, rekening houdend met de looptijd / periode van de uitkering(en), gemiddeld genomen kleiner is dan € 50.000 op jaarbasis.

  • 7.

    De raad stelt de bedragen die gestort worden in de reserve bestemde budgetten direct bij het vaststellen van de jaarrekening beschikbaar aan het college.

  • 8.a.

    Het college is bevoegd om tot een bedrag van € 50.000 per jaar (per reserve) uitgaven te doen ten laste van de elk jaar in de begroting expliciet benoemde bestemmingsreserves.

  • 8.b.

    Het college rapporteert over deze uitgaven in de eerstvolgende Burap.