Regeling vervallen per 03-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgings- rechten 2012

Geldend van 30-12-2011 t/m 02-01-2013

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGS- RECHTEN 2012

De raad van de gemeente Landgraaf

gezien het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 20 september 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

“VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGS- RECHTEN 2012”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    lijk: het stoffelijk overschot van een overledene of doodgeborene;

    het stoffelijk overschot na crematie wordt als lijk aangemerkt;

  • b.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen gelegen aan:

    • 1.

      de Kempkensweg;

    • 2.

      de Kleikoeleweg;

    • 3.

      de Steenenkruisweg;

  • c.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • d.

    algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • f.

    algemeen urnengraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • h.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • J.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • k.

    grafteken: het op een graf aanwezige kruis, grafsteen, gedenkteken en andere grafafdekking;

  • l.

    algemeen erkende feestdagen: de nieuwjaarsdag, de tweede paas- en pinksterdag, de hemelvaartsdag, de beide kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van hare majesteit de koningin wordt gevierd.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De jaarlijks verschuldigde rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de in het eerste lid bedoelde rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de in het eerste lid bedoelde rechten voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan de jaarlijks verschuldigde rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid genoemde termijn.

Artikel 10 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening lijkbezorgingsrechten Landgraaf 2011” van 10 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten Landgraaf 2012”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 10 november 2011.
De griffier, De voorzitter,

Bijlage

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ  DE “VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2012”

Rubriek

Omschrijving

Bedrag

1

VERLENEN VAN RECHTEN

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor een periode van 20 jaar.

€799,30

1.2

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een graf voor een periode van 10 jaar.

€399,60

1.3

 

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf of urnennis voor een periode van 20 jaar.

€799,30

1.4

 

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een urnengraf of urnennis voor een periode van 10 jaar.

€399,60

1.5

 

Indien op verzoek van de rechthebbende meerdere lijken in een bestemd graf worden begraven of bijgezet, gaat met ingang van de laatste begraving of bijzetting een nieuwe huurperiode:

-    van 20 jaar in voor zover het betreft de rechten als bedoeld onder de rubrieken 1.1 en 1.3;

-    van 10 jaar in voor zover het betreft de rechten als bedoeld onder de rubrieken 1.2 en 1.4.

€799,30

2

BEGRAVEN OF BIJZETTEN

 

2.1

 

2.1.1

2.1.2

2.1.3

 

Voor het begraven of bijzetten van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

in een eigen graf

in een algemeen graf

in een urnennis of een urnengraf, dan wel het verstrooien van de as op een gemeentelijk urnenveld

 

 

€479,55

€479,55

€171,25

2.2

 

2.2.1

2.2.2

Voor het begraven of bijzetten van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven:

in een eigen graf

in een algemeen graf

in een urnennis of een urnengraf, dan wel het verstrooien van de as op een gemeentelijk urnenveld

 

 

€199,75

€199,75

€ 57,05

 

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar doch boven één jaar wordt geheven:

in een eigen graf

in een algemeen graf

in een urnennis of een urnengraf, dan wel het verstrooien van de as op een gemeentelijk urnenveld

 

 

€285,55

€285,55

€114,20

 

2.4

De hiervoren onder de rubrieken 2.1 tot en met 2.3 vermelde tarieven gelden voor het begraven op maandag tot en met zaterdag, niet zijnde een algemeen erkende feestdag, tussen 08.00 uur en 16.00 uur.

 

2.5

De hiervoren onder de rubrieken 2.1 tot en met 2.3 vermelde tarieven worden verhoogd met 50%, indien het begraven geschiedt op andere tijd dan onder 2.4 genoemd.

 

2.6

De hiervoren onder de rubrieken 2.1 tot en met 2.3 vermelde tarieven worden verhoogd met 100% indien het begraven geschiedt op een zondag of op een algemeen erkende feestdag.

 

3

RECHT LICHTEN VAN EEN LIJK

 

3.1

Voor het lichten van een lijk, voor zover dit niet plaatsvindt krachtens rechterlijk bevel, wordt een recht geheven van.

€519,60

3.2

Voor het herbegraven of opnieuw bijzetten van een dergelijk lijk  is het van toepassing zijnde recht als bedoeld onder de  rubrieken 2.1 tot en met 2.3, opnieuw verschuldigd.

 

4

GRAFTEKEN

 

4.1

Voor het hebben van een grafteken wordt een eenmalig recht geheven van.

€ 57,05