Marktreglement gemeente Landgraaf 2009

Geldend van 23-07-2009 t/m heden

Intitulé

Marktreglement gemeente Landgraaf 2009

Burgemeester en Wethouders van L a n d g r a a f ;

Gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Landgraaf 2008, en de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de bijeenkomst van de marktcommissie d.d. 20 april 2009;

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en);

b e s l u i t e n :

vast te stellen het volgende Marktreglement gemeente Landgraaf 2009

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Landgraaf 2008 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmeting daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 4. Inschrijving op de wachtlijst

  • 1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 van de Marktverordening gemeente Landgraaf 2008 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 5. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 van de Marktverordening Landgraaf 2008 wordt voldaan.

  • f.

    indien de ingeschrevene zich schuldig maakt aan intimidatie dan wel poging tot omkoping van de marktmeester of een andere toezichthouder.

Artikel 6. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;

  • b.

    degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst, met inachtneming van besluiten op grond van artikel 2, lid 2 sub a. (branche- indeling) en/of op grond van artikel 2, lid 2 sub b. (standplaatsverdeling) van deze verordening.

Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1. De vergunning voor een vaste standplaats kan worden overgeschreven in geval van:

    • -

      overlijden van de vergunninghouder;

    • -

      blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder;

    • -

      terugtrekking uit de ambulante handel van de vergunninghouder wegens pensionering.

  • 2. De overschrijving kan, in onderstaande volgorde, plaatsvinden op:

    • -

      de (achterblijvende) echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie de vergunninghouder duurzaam samenwoonde;

    • -

      een kind van de vergunninghouder;

    • -

      een medewerker van de vergunninghouder, mits wordt aangetoond dat deze medewerker minimaal drie jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt;

    • -

      een persoon van wie wordt aangetoond dat deze gedurende drie jaar als mede-eigenaar in het bedrijf van vergunninghouder heeft gefunctioneerd.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder, dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld, dan wel nadat de vergunninghouder zich wegens pensionering uit de ambulante handel heeft teruggetrokken.

  • 4. De vergunning kan niet worden overgeschreven indien degene op wie de vergunning moet worden overgeschreven al een vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt.

  • 5. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 8. wijziging/uitbreiding assortiment, omvang standplaats

  • 1. Op aanvraag van de vergunninghouder kan het assortiment gewijzigd dan wel uitgebreid worden en/of de omvang van de standplaatsvergunning uitgebreid worden. Er mag echter geen branchevermenging plaatsvinden.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt afgewezen indien de branche-indeling op grond van artikel 2, lid 2 sub a. van deze verordening zich hiertegen verzet of indien de standplaatsverdeling op grond van artikel 2, lid 2 sub b. van deze verordening dit naar het oordeel van het college niet toelaat.

Artikel 9. Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 10. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS

Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven, tenzij het college een ontheffing verleend op grond van artikel 12 van dit reglement.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 12. Vaste vervanger

  • 1. Het college kan de vergunninghouder van een vaste standplaats op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats persoonlijk in te nemen zoals opgenomen in artikel 11, lid 1 van dit reglement. In de ontheffing wordt maximaal één natuurlijk persoon aangewezen, die niet in het bezit is van een vaste standplaatsvergunning voor een van de markten in Landgraaf, die bij afwezigheid van de vergunninghouder voor rekening en risico van de vergunninghouder diens marktverplichtingen nakomt.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde natuurlijke persoon kan zijn:

    • a.

      de partner van de vergunninghouder;

    • b.

      een kind van de vergunninghouder;

    • c.

      de medevennoot in de VOF van de vergunninghouder;

    • d.

      een werknemer die meer dan drie jaar in loondienst is van de onderneming van de vergunninghouder.

  • 3. Bij het verzoek als bedoeld in het eerste lid worden de volgende stukken overgelegd:

    • -

      een geldig legitimatiebewijs van de aan te wijzen natuurlijke persoon;

    • -

      indien het om een persoon zoals genoemd in het tweede lid sub d. gaat: een loonbelastingverklaring niet ouder dan een jaar en een arbeidsovereenkomst voor minimaal het aantal uren dat de vergunninghouder op de markt zijn standplaats inneemt.

Artikel 13. Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats is gehouden om iedere marktdag, waarop de markt, waarvoor hem een vaste standplaats is toegewezen, zijn standplaats op de markt in te nemen, behoudens het bepaalde in de artikelen 14 en 15.

Artikel 14. Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 15. Ontheffing en vervanging

  • 1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting in artikel 11. In de ontheffing wordt vermeld welke met name genoemde persoon de standplaats gedurende de ontheffingsperiode zal innemen.

  • 2. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 13.

Artikel 16. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de in artikel 12 van de Marktverordening gemeente Landgraaf 2008 genoemde functionarissen aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 17. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk op de aanvangstijd van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 18. Gebruik eigen verkoopmateriaal

  • 1. Een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de verordening kan worden verleend op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder.

  • 2. Een verzoek om ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een opgave van de lengte, hoogte en breedte van het eigen materiaal;

    • b.

      een gedetailleerde tekening van het materiaal;

    • c.

      foto's van het eigen materiaal.

    • d.

      indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken gebraden of gefrituurd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal evenals de te gebruiken apparatuur worden overgelegd.

  • 3. Het college kan van de aanvrager nadere informatie verlangen binnen een door het college te stellen termijn indien dat voor de beoordeling van de ontheffing van belang is.

  • 4. Een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de verordening kan worden geweigerd indien:

    • a.

      het materiaal waarmee de vergunninghouder de standplaats wenst in te nemen qua aard en omvang niet past binnen de marktopstelling;

    • b.

      het eigen materiaal bij voorbaat reeds niet voldoet aan de in artikel 19 en 20 genoemde voorschriften.

Artikel 19. Eisen verkoopwagen

Aan een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de verordening voor het gebruik van een verkoopwagen worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    De verkoopwagen dient inpasbaar te zijn op de markt, volgens de vastgestelde tekening met maatvoering van de indeling van het marktterrein;

  • b.

    De verkoopwagen mag niet langer zijn dan de lengte die volgens de marktvergunning is toegewezen; c. De hoogte van de voorste begrenzing van de verkoopwagen dient tenminste 2.10 meter te zijn. De hoogte van de voorklep van de verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats dient tenminste 2.10 meter te zijn. Het hoogste punt van de verkoopwagen mag niet hoger zijn dan het hoogste punt van de huurkramen (3 meter);

  • d.

    De verkoopwagen mag niet breder zijn dan de breedte die voor huurkramen is toegewezen (2,5 meter);

  • e.

    Dissels, zij- en achterkleppen, deuren en andere voorwerpen mogen in verkoopopstelling niet uitsteken buiten de toegewezen standplaats;

  • f.

    De voorklep van de verkoopwagen mag, aan de zijde van het looppad, oversteken buiten de afmetingen van de toegewezen standplaats. De overschrijding van de standplaats door de voorklep mag ten hoogste de helft bedragen van de breedte van het vrije looppad vóór de standplaats; g. De voorklep van een verkoopwagen die oversteekt buiten de standplaats mag alleen open buiten de openingstijden van de betreffende markt indien alle in die rij staande vergunninghouders met hun voertuig onder de klep doorkunnen;

  • h.

    Aan of onder het onder f. omschreven gedeelte van de voorklep dat uitsteekt buiten de standplaats mogen geen zeilen of andere materialen worden bevestigd en mag geen koopwaar worden opgehangen of uitgestald;

  • i.

    De wijze van plaatsen van de verkoopwagen en het tijdstip waarop dit dient te geschieden moet in overleg met de marktmeester worden bepaald;

  • j.

    Het plaatsen of het verwijderen van een verkoopwagen kan slechts plaatsvinden op het tijdstip waarop de situatie op de markt dat toelaat en gebruikers van kramen niet onnodig worden belemmerd in het op- en afrijden;

Artikel 20. Ander eigen materiaal

  • 1. Aan een ontheffing als bedoeld in artikel 6a, lid 2 van de verordening voor het gebruik van een van een parasol of eigen kraam worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      Parasols of eigen kramen mogen niet uitsteken buiten de toegestane lengte en niet breder zijn dan de breedte van een huurkraam (2,5 meter).

    • b.

      Het hoogste punt van de parasol of eigen kraam mag niet hoger zijn dan het hoogste punt van de huurkraam (3 meter).

    • c.

      De doorloophoogte dient minimaal 2,10 meter te zijn.

  • 2. Voor het gebruik van de volgende soorten materiaal wordt geen ontheffing verleend: verlengers, verbreders of verhogers voor zover deze hulpmiddelen ruimte innemen boven de voor het publiek bestemde loopruimte (tevens doorgang voor hulpdiensten).

  • 3. Voor het gebruik van eigen materiaal dat niet beschreven is in deze regels, wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de inhoud en strekking van deze regels.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 21. Intrekken oude regeling

Het Marktbesluit Landgraaf 2000 wordt ingetrokken.

Artikel 22. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens het Marktbesluit Landgraaf 2000, gelden als besluiten genomen krachtens dit reglement.

  • 2. De anciënniteit- en wachtlijsten die van toepassing waren onder de Marktverordening Landgraaf 2000 worden geacht anciënniteit- en wachtlijsten in de zin van dit reglement te zijn.

Artikel 23. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag na publicatie.

Artikel 24. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Landgraaf 2009.

Ondertekening

Landgraaf, 7 juli 2009
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
de Secretaris, de Burgemeester,
mr. S.B.E. Willems-van Ulden mr. L.H.F.M. Janssen