Regeling vervallen per 28-12-2017

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2017

Geldend van 29-12-2016 t/m 27-12-2017

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2017

De raad van de gemeente Landgraaf

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van  25 oktober 2016

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de

’VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2017’

(verordening precariobelasting 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, beginnend op 00.00 uur, of een gedeelte daarvan:

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • e.

    jaar: een kalenderjaar;

  • f.

    vergunning; een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of meer voorwerpen heeft, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

De belasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheden als volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een oppervlaktetarief voor voorwerpen boven de gemeentegrond is vastgesteld, wordt de belasting als volgt berekend. Er wordt uitgegaan van de oppervlakte van het grootste gemeten vlak of bij niet rechthoekige vlakken van twee denkbeeldig langs de uitersten van het vlak getrokken lijnen die loodrecht op elkaar staan.

  • 3. Indien een oppervlaktetarief voor voorwerpen op de gemeentegrond is vastgesteld, wordt de belasting als volgt berekend. Er wordt uitgegaan van de oppervlakte van de gemeentegrond die daadwerkelijk door de voorwerpen wordt ingenomen.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin het belastbare feit zich voordoet.

  • 2. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarop het belastbare feit zich voordoet, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit zelfstandig kan plaatsvinden.

Artikel 7 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • 1.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • 2.

    voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • 3.

    voorwerpen welke uitsluitend in een algemeen c.q. verkeersbelang voorzien zoals verkeerstekens, wegwijzers, standbeelden, kruisbeelden, banken en fonteinen.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting

  • 1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald:

    • a.

      Bii niet-automatische incasso:

      in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later;

    • b.

      Bij automatische incasso:

      ln zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste 4 en maximaal 10 bedraagt.

  • 2. ln afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,-. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De ’Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015’ van 16 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing , met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Voor zover op de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de belasting, belastbare feiten ontstaan die tevens als belastbare feiten worden aangemerkt ingevolge de "Legesverordening 2016" dan houdt de belastingplicht ingevolge die verordening op datzelfde tijdstip op te bestaan.

  • 3. In gevallen als bedoeld in het tweede lid, worden de reeds betaalde leges gerestitueerd voor zover betrekking hebbende op en naar rato van de volle tijdseenheden die nog niet verstreken zijn na de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de belasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de belasting is 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘verordening precariobelasting 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 december 2016
De voorzitter, De griffier

Bijlage Tarieventabel 2017 behorende bij de ’Precarioverordening 2017’

Nr.

Omschrijving belastbaar feit

Eenheid

Tijd

Bedrag

1

AUTOMATEN

 

 

 

1.1

Automatische verkoop-, weeg- of andere toestellen

Per stuk

Per jaar

€ 25,25

 

 

 

 

 

 

2

ETALAGES, VITRINES E.D.

 

 

 

2.1

Etalages, vitrines, uitstalkasten e.d.

Per stuk

Per jaar

€ 63,40

 

 

 

 

 

3

UITSTALLINGEN

 

 

 

3.1

Uitstallen van goederen langs en aan gevels

Per m2

Per jaar

€ 51,55

3.2

 

Per m2

Per kwartaal

€ 17,10

3.3

 

Per m2

Per maand

€ 9,40

 

 

 

 

 

4

TERRASSEN

 

 

 

4.1

Inrichten terras door middel van banken, tafels, stoelen, tochtschermen, bloemen- plantenbakken e.d.

Per m2

Per jaar

€ 14,30

4.2

 

Per m2

Per kwartaal

€ 4,25

4.3

 

Per m2

Per maand

€ 2,40

 

 

 

 

 

5

STANDPLAATSEN

 

 

 

5.1

Voor het innemen van een standplaats ten behoeve van de verkoop van waren met behulp van een kraam, verkoopwagen of enig ander middel, anders dan voor markthandel in de zin van de ‘Verordening Marktgelden 2017’

Per m2

Per dag

€ 1,15

 

5.2

Voor het innemen van een standplaats ten behoeve van de verkoop van kerstbomen, anders dan voor markthandel in de zin van de ‘Verordening Marktgelden 2017’

Per locatie

   

Per dag

   

€ 7,80

   

 

1. De tarieventabel behorende bij de ’Precarioverordening Landgraaf 2016’ vastgesteld bij

Raadsbesluit van 17 december 2015, wordt ingetrokken en vervangen door deze

tarieventabel

2. Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar bekendmaking.

3.  De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.