Verordening Lokaal Platform Vrijwilligerswerk Landgraaf 2005

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  vrijwilligerswerk: de activiteiten die vanuit sociale bewogenheid op vrijwillige basis en zonder tegenprestatie door een natuurlijk persoon worden verricht ten behoeve van een of meer anderen die verzorging dan wel hulp behoeven of die worden verricht ten behoeve van een leefbare samenleving;

• b.

  vrijwilliger: de natuurlijke persoon die vrijwilligerswerk verricht;

• c.

  vrijwilligersorganisatie: de organisatie of instelling die ondersteuning biedt bij dan wel uitvoering geeft aan activiteiten op het terrein van vrijwilligerswerk;

• d.

  vrijwilligersbeleid: het door de gemeente gevoerde beleid ter ondersteuning dan wel bevordering van vrijwilligerswerk binnen de gemeente;

• e.

  Lokaal Platform Vrijwilligerswerk: het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk te Landgraaf als bedoeld artikel 2.

• f.

  raad: de raad van de gemeente Landgraaf;

• g.

  college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf.

Artikel 2 Lokaal platform vrijwilligerswerk Taken

• 1.

  Er is een Lokaal Platform Vrijwilligerswerk.

• 2.

  Het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk heeft in elk geval tot taak:

  • a.

    het volgen van de lokale, provinciale en landelijke beleidsontwikkelingen op het terrein van het vrijwilligerswerk en hierover gevraagd dan wel ongevraagd advies uit te brengen aan de raad over het vrijwilligersbeleid in de gemeente.

  • b.

    het gevraagd, dan wel ongevraagd advies uitbrengen aan het college over:

    • -

      de uitvoering van het door de raad vastgestelde vrijwilligersbeleid.

    • -

      al die zaken die de optimale ontplooiing van het vrijwilligerswerk kunnen bevorderen.

  • c.

    het voeren van onderling overleg ter bevordering van een optimale afstemming, samenwerking, versterking en ondersteuning van vrijwilligerswerk;

  • d.

    het organiseren en promoten van lokale vrijwilligersactiviteiten;

  • e.

    het verwerven van fondsen ten behoeve van het vrijwilligerswerk;

  • f.

    het opstellen van een jaarlijks advies voor een vierjarig beleidskader waarin in elk geval is opgenomen:

    • -

      een omschrijving van de doelstellingen van beleid onderscheiden naar de verschillende vormen en achtergronden van vrijwilligerswerk;

    • -

      een aanduiding van de jaarlijkse taakstellingen daarbij;

    • -

      een omschrijving van de wijze waarop de onderlinge samenwerking en coördinatie tussen de vrijwilligersorganisatie zal worden bevorderd;

  • g.

    het telkens uiterlijk in de maand maart aan de gemeente uitbrengen van een verslag van activiteiten over het daaraan voorafgaande jaar.

Artikel 3 Samenstelling

• 1.

  Het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk bestaat uit acht leden onder wie een voorzitter.

• 2.

  Het college roept door middel van een algemene bekendmaking in een plaatselijk blad, vrijwilligersorganisaties op zich schriftelijk bij haar aan te melden met het oog op de in het derde lid bedoelde voordracht voor benoeming in het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk. Het college kan aan de melding nadere voorwaarden verbinden.

• 3.

  a. Een lid wordt voor benoeming voorgedragen door de bij de gemeente gemelde vrijwilligersorganisaties op het terrein van welzijnswerk.

  • b.

    Een lid wordt voor benoeming voorgedragen door de bij de gemeente gemelde vrijwilligersorganisaties op het terrein van sport, kunst en cultuur.

  • c.

    Een lid wordt voor benoeming voorgedragen door de bij de gemeente gemelde vrijwilligersorganisaties op het terrein van de zorg.

  • d.

    Een lid wordt voor benoeming voorgedragen door de bij de gemeente gemelde vrijwilligersorganisaties op het terrein van onderwijs en jeugd.

  • e.

    Een lid wordt voor benoeming voorgedragen door de bij de gemeente gemelde vrijwilligersorganisaties op het terrein van ouderenwerk.

  • f.

    Een lid wordt voor benoeming voorgedragen door de Landgraafse Organisatie voor Zelfstandige Ondernemers (LOZO).

  • g.

    Een lid wordt voor de benoeming voorgedragen door de door de gemeente aangewezen instellingen die op professionele basis actief zijn in vrijwilligerswerk.

• 4.

  De leden van het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk dragen een voorzitter buiten eigen kring voor benoeming voor aan het college. De voorzitter vertegenwoordigt het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk in en buiten rechte.

Artikel 4 Benoeming en Ontslag

• 1.

  De leden worden voor een periode van vier jaar benoemd door het college. De aftredende leden zijn opnieuw benoembaar. Bij benoeming in verband met een tussentijds opengevallen plaats wordt het voor benoeming voorgedragen lid benoemd voor de resterende benoemingsduur.

• 2.

  De leden kunnen door het college tussentijds worden ontslagen, al dan niet op voordracht van een meerderheid van het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk.

• 3.

  Ontslag kan plaatsvinden:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    op verzoek van het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk;

  • c.

    om overige redenen.

Artikel 5 Werkwijze

• 1.

  Het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter.

• 2.

  Het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk bepaalt met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 6, 7 en 8 haar eigen werkwijze en stelt hiertoe een reglement van werkzaamheden op.

• 3.

  Elk lid ontvangt voor het bijwonen van een vergadering van het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk een vergoeding van € 51,40 per vergadering, tot een maximum van 12 vergaderingen per jaar. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

• 4.

  Na 1 juli respectievelijk 1 januari van enig jaar kunnen de in het tweede lid bedoelde declaraties, over de voorafgaande 6 kalendermaanden, bij het college worden ingediend.

• 5.

  Bij indiening van declaraties als bedoeld in het vierde lid, worden de door de leden getekende presentielijsten overgelegd.

Artikel 6 Openbaarheid

De vergaderingen van het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk zijn openbaar.

Artikel 7 Secretaris

• 1.

  Het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk wordt ondersteund door een door het college aan te wijzen secretaris.

• 2.

  De secretaris heeft tot taak in overleg met de voorzitter, de bijeenkomsten van het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk voor te bereiden, die bijeenkomsten te notuleren en zorg te dragen voor een adequate secretariële ondersteuning, en overigens een bijdrage te leveren aan de in artikel 2 lid 2 sub f en g genoemde taken.

• 3.

  De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergaderingen en stelt hiertoe in overleg met de secretaris een agenda op.

• 4.

  Het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk komt zo vaak bijeen als de voorzitter zulks nodig acht, dan wel onder opgave van redenen, op voorstel van tenminste twee leden van het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk.

• 5.

  De gemeente stelt aan het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk om niet vergaderfaciliteiten beschikbaar.

Artikel 8 Stemming

• 1.

  Een besluitvormende vergadering kan worden geopend zodra tenminste vijf leden aanwezig zijn. Voor een besluitvoorbereidende vergaderingen is geen bepaald aantal leden vereist.

• 2.

  Bij verhindering van de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter wordt een voorzitter aangewezen uit het midden van de aanwezige leden.

• 3.

  Het Lokaal Platform Vrijwilligerswerk beslist bij meerderheid van stemmen. Desgewenst wordt het minderheidsstandpunt in het uit te brengen advies opgenomen.

• 4.

  Indien de stemmen staken wordt het agendapunt aangehouden en wordt het in een volgende vergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken de stemmen opnieuw dan beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Lokaal Platform Vrijwilligerswerk Landgraaf 2004”.

Artikel 10 Inwerkingtreding

• 1.

  De verordening Lokaal Platform Vrijwilligerswerk 2001 welke door de raad bij besluit van 28 juni 2001 onder nummer 57/ II is vastgesteld, wordt ingetrokken.

• 2.

  Deze verordening wordt bekendgemaakt in Landgraaf Koerier.

• 3.

  Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004, tenzij op de dag gelegen drie weken na de algemene bekendmaking van dit besluit in Landgraaf Koerier, een verzoek tot een referendum wordt ingediend. Alsdan vindt de inwerkingtreding op een nader door de raad te bepalen datum plaats.