Verordening welstandstoezicht Landgraaf 1994

Geldend van 23-12-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-1994

Intitulé

Verordening welstandstoezicht Landgraaf 1994

De raad der gemeente L a n d g r a af;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 24 mei 1994;

overwegende dat het wenselijk is een commissie van welstand in het leven te roepen;

gelet op artikel 42, lid 2 en artikel 48, lid 1 van de Woningwet, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gezien het advies van de commissie Grondgebiedszaken d.d. 6 juni 1994;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende verordening (Verordening welstandstoezicht Landgraaf 1994).

Artikel 1 Instelling van de Welstandscommissie

Als commissie van onafhankelijke deskundigen, zoals bedoeld in artikel 42, tweede lid en artikel 48, eerste lid van de Woningwet, wordt een Welstandscommissie ingesteld, verder te noemen: de commissie.

Artikel 2 Samenstelling en benoeming

  • 1. De commissie bestaat uit vier stemhebbende leden, waaronder de voorzitter.

  • 2. Als adviserend lid wordt aan de commissie de gemeentelijke stedebouwkundige toegevoegd, aan te wijzen door het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 3. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk sekretaris, aan te wijzen door het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 4. De stemhebbende leden dienen onafhankelijke deskundigen te zijn op het gebied van de architectuur en/of stedebouw, dan wel anderszins deskundig te zijn op het gebied van de ruimtelijke vormgeving.

    Tenminste één stemhebbend lid is deskundig op het gebied van monumentrestauraties.

  • 5. De stemhebbende leden worden benoemd en ontslagen door het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 6. De stemhebbende leden worden benoemd voor een periode van één jaar.

    Verlenging van deze periode vindt automatisch plaats voor de duur van één jaar I indien niet uiterlijk één maand voor het verstrijken van de betreffende periode aan het betreffende lid schriftelijk is kenbaar gemaakt, dat zijn benoeming beëindigd wordt.

  • 7. De stemhebbende leden zijn maximaal zes jaar lid van de commissie.

  • 8. Indien bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen, kan het college van Burgemeester en Wethouders in afwijking van het gestelde in lid 7, toestaan, dat een stemhebbend lid gedurende een langere periode dan zes jaar deel uitmaakt van de commissie.

  • 9. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders aan een lid tussentijds ontslag verlenen; dit ontslag wordt met redenen omkleed.

  • 10. De stemhebbende leden kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen.

    Degene, die ontslag neemt, blijft zijn werkzaamheden in de commissie verrichten totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.

    De verplichting tot het werkzaam blijven in de commissie eindigt in ieder geval 12 weken nadat het schriftelijk verzoek om ontslag bij de gemeente is ontvangen.

  • 11. Het college van Burgemeester en Wethouders kan zo nodig overgaan tot de benoeming van een plaatsvervangend stemhebbend lid, indien één of meerdere van de overige stemhebbende leden verhinderd zijn om de vergaderingen bij te wonen.

Artikel 3 De voorzitter

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor het goed functioneren van de commissie, neemt deel aan de beraadslagingen over de plannen en neemt de nodige initiatieven om inhoud te geven aan het gemeentelijk welstandsbeleid.

  • 2. De voorzitter draagt zorg voor een goede coördinatie en samenwerking tussen de commissie en het gemeentebestuur.

  • 3. Bij afwezigheid van de voorzitter treedt een door de commissie aangegeven stemhebbend lid in diens plaats.

Artikel 4 De sekretaris

  • 1. De sekretaris van de commissie bereidt de commissievergaderingen voor, en maakt de stukken klaar, die de commissie een indruk kunnen geven van de aan haar voorgelegde plannen.

    De sekretaris stelt de door de commissie uitgebrachte adviezen op schrift en zorgt voor een goede archivering en documentatie van alle voor het doelmatig functioneren van de commissie van belang zijnde bescheiden.

    De sekretaris doet verder al datgene, dat voor een goede uitoefening van de functie nodig wordt geacht.

  • 2. Burgemeester en Wethouders regelen de vervanging van de sekretaris.

Artikel 5 Externe adviseurs

Wanneer de commissie dat nodig oordeelt kan zij nadere informatie vragen bij door het college van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundigen op een specifiek vakterrein.

Artikel 6 Taakomschrijving

  • 1.

    De commissie brengt aan Burgemeester en Wethouders advies uit:

    • a.

      in de gevallen, waarin dit ingevolge de Woningwet, c.q. Bouwverordening is vereist;

    • b.

      met betrekking tot objecten, geen bouwwerken in de zin van de Bouwverordening zijnde, waarbij de welstand in het geding is of kan zijn;

    • c.

      in de gevallen waarin dit ingevolge de Monumentenwet 1988 c. q. de gemeentelijke Monumentenverordening vereist is;

    • d.

      met betrekking tot aanvragen om vergunning in het historisch dorpsgezicht Rimburg zoals bedoeld in het bestemmingsplan "Rimburg".

  • 2.

    De commissie brengt aan Burgemeester en Wethouders desgevraagd advies uit omtrent:

    • a.

      de vormgevingskwaliteit in plannen voor de inrichting van de openbare ruimte;

    • b.

      de vormgevingsaspecten van gebouwen en andere elementen van de openbare ruimte;

    • c.

      plannen van stedebouwkundige aard in relatie tot het element vormgeving.

  • 3.

    De commissie kan desgewenst uit eigen beweging aan Burgemeester en Wethouders adviseren over aangelegenheden, die de welstand betreffen.

  • 4.

    De commissie kan ten aanzien van bepaalde thema's (bij voorbeeld dakkapellen, tuinhuisjes, tuinkassen etc.) welstandscriteria formuleren.

Artikel 7 Samenwerking met het gemeentebestuur

  • 1. De commissie zendt jaarlijks een verslag van de werkzaamheden van het afgelopen jaar aan Burgemeester en Wethouders.

  • 2. De commissie voert tenminste éénmaal per jaar overleg over het gevoerde en te voeren welstandsbeleid met de betrokken raadscommissie.

  • 3. De commissie zendt een exemplaar van de agenda van de commissievergadering aan het college van Burgemeester en Wethouders en aan de gemeentelijke functionarissen, welke bij de welstandsadvisering betrokken zijn.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert volgens een door haar zelf vast te stellen en door Burgemeester en Wethouders goed te keuren vergaderschema.

  • 2. Burgemeester en Wethouders kunnen tussentijds aanpassing van het vergaderschema gelasten.

  • 3. De commissie vergadert niet, wanneer niet tenminste twee stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

  • 4. De sekretaris draagt zorg voor het voldoende bekend maken van de vergaderdata.

Artikel 9 Advisering

  • 1. Geen stemgerechtigd lid van de commissie mag deelnemen aan de beraadslaging over en de advisering over een plan, waarbij dit lid direct of zijdelings betrokken is. Een stemgerechtigd lid mag geen opdrachten aanvaarden tot het verbeteren van een in de commissie behandeld plan, dan wel tot het maken van een nieuw plan.

  • 2. De besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van stemmen beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Na afloop van de beraadslagingen over een plan verwoordt de commissie de inhoud van het advies. 

    Het advies dient te worden samengevat in één van de navolgende uitdrukkingen: "akkoord", "voorwaardelijk akkoord" of "niet akkoord". 

    Het advies dient met redenen te zijn omkleed, tenzij het strekt tot onvoorwaardelijke goedkeuring. 

    Waar dat zinvol wordt geacht, worden aan het advies suggesties toegevoegd of wordt de aanvrager c.q. de ontwerper verzocht in een commissievergadering aanwezig te zijn voor het voeren over overleg over het plan.

  • 4. Adviezen van de commissie over behandelde plannen worden zo spoedig mogelijk schriftelijk aan het college van Burgemeester en Wethouders en aan de aanvragers c.q. ontwerpers van plannen medegedeeld.

Artikel 10 Vergoedingen

  • 1. De stemhebbende leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen vergoeding, evenals een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.

  • 2. Tenzij anders overeengekomen, wordt de vergoeding van de stemhebbende leden vastgesteld aan de hand van de richtlijn "S.A.A.-uurtarieven" vastgesteld door B.N.A.

    De reiskostenvergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de vergoeding per kilometer, genoemd in het Reisbesluit Landgraaf 1983.

Artikel 11 Algemene bepalingen

In alle gevallen, waarin deze verordening, c.q. de welstandsbepalingen in de gemeentelijke Bouwverordening niet voorziet, alsmede bij elk geschil omtrent de toepassing van de bepalingen van deze verordening, beslissen Burgemeester en Wethouders, na de commissie hierover gehoord te hebben.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening welstandstoezicht Landgraaf 1994".

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1994.

  • 2. De Verordening welstandstoezicht Landgraaf 1992, zoals vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 29 oktober 1992, vervalt met ingang van 1 juli 1994.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 30 juni 1994.