Regeling vervallen per 30-07-2019

Verordening Toetsingscommissie bestuurlijke integriteit

Geldend van 16-12-2010 t/m 29-07-2019

Intitulé

Verordening Toetsingscommissie bestuurlijke integriteit

De raad der gemeente L a n d g r a a f ;

gelezen het van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 november 2006;

en het college van Burgemeester en Wethouders;

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op de Gedragscode raadsleden gemeente Landgraaf 2006, de Gedragscode collegeleden gemeente Landgraaf 2006 en de Gedragscode ambtenaren gemeente Landgraaf 2006.

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende Verordening Toetsingscommissie bestuurlijke integriteit.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    toetsingscommissie : de toetsingscommissie bestuurlijke integriteit als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • b.

    lid : lid van de toetsingscommissie;

  • b.

    voorzitter : voorzitter van de toetsingscommissie;

  • c.

    ambtelijk secretaris : de secretaris als bedoeld in artikel 3, vierde lid;

  • d.

    gedragscodes : de Gedragscode raadsleden gemeente Landgraaf 2006, de Gedragscode collegeleden gemeente Landgraaf 2006 en de Gedragscode ambtenaren gemeente Landgraaf 2006.

Artikel 2 Instelling, samenstelling en taken toetsingscommissie

  • 1.

    Er is een toetsingscommissie bestuurlijke integriteit, die gelet op het bepaalde hieromtrent in de gedragscodes, tot taak heeft:

    • a.

      schriftelijk advies uit te brengen aan ambtenaren, college en raad over de interpretatie en de naleving van de gedragscodes;

    • b.

      schriftelijk advies uit te brengen aan het bestuursorgaan dat het aangaat indien, al dan niet anoniem, een mogelijke schending van de gedragscodes wordt gemeld en na onderzoek, de schending aanwezig wordt geacht;

    • c.

      onderzoek te doen en toezicht te houden op naleving van de gedragscodes;

    • d.

      advies uit te brengen aan de raad omtrent de jaarlijkse verantwoording over het gevoerde integriteitsbeleid en de naleving van de gedragscodes.

  • 2.

    De toetsingscommissie kan eigenerbeweging aanbevelingen doen aan bestuursorganen dan wel individuele ambtenaren, collegeleden of raadsleden tot bevordering of borging van de naleving van de gedragscodes.

  • 3.

    De toetsingscommissie brengt telkens na ommekomst van de benoemingstermijn, aan de raad een geanonimiseerd verslag uit van haar werkzaamheden.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De toetsingscommissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid van de commissie, en twee leden.

  • 2. De burgemeester van de gemeente Landgraaf is de voorzitter van de toetsingscommissie. Een lid en plaatsvervangend lid van de toetsingscommissie worden benoemd door het presidium en een lid en plaatsvervangend lid door het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Bij verhindering van de voorzitter wordt deze vervangen door de loco-burgemeester.

  • 4. De toetsingscommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris is het hoofd Bestuurlijke en Juridische zaken. De ambtelijk secretaris wordt vervangen door een medewerker juridische zaken en rechtsbescherming module 1.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. De toetsingscommissie, dan wel de ambtelijk secretaris, is bevoegd alle inlichtingen in te winnen die nodig worden geacht in verband met een onderzoek naar of toezicht op naleving van de gedragscodes.

  • 2. Indien door of namens de gemeentesecretaris als hoofd van de ambtelijke organisatie dan wel de griffier als hoofd van de griffie, onderzoek wordt gedaan naar mogelijke schending van de gedragscodes door een ambtenaar, wordt dit vooraf gemeld aan de toetsingscommissie. De gemeentesecretaris dan wel de griffier stelt de toetsingscommissie op de hoogte van de uitkomsten van het onderzoek.

  • 3. De toetsingscommissie brengt degene die het betreft, van een voorgenomen onderzoek in kennis tenzij hierdoor het onderzoek te zeer zou worden belemmerd dan wel de uitkomsten van het onderzoek door de ambtenaar, het collegelid of het raadslid te zeer zouden kunnen worden beïnvloed.

  • 4. De conceptuitkomsten van het onderzoek worden ter kennis gebracht van de ambtenaar, het collegelid of raadslid op wie het betrekking heeft. De ambtenaar, het collegelid of raadslid wordt in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze kenbaar te maken.

  • 5. Indien het onderzoek betrekking heeft op de voorzitter of een lid van de commissie laat deze zich vervangen door zijn plaatsvervanger.

  • 6. De toetsingscommissie bepaalt voor het overige haar eigen werkwijze.

Artikel 5 Horen

  • 1. Degene die bij de toetsingscommissie of ambtelijke secretaris schriftelijk of mondeling melding maakt van mogelijke schending van de gedragscodes door een ambtenaar, het collegelid of raadslid, wordt in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.

  • 2. Het horen vindt plaats door de voorzitter of bij diens verhindering, door twee leden van de toetsingscommissie, in aanwezigheid van de ambtelijk secretaris.

  • 3. De toetsingscommissie beslist of en zo ja op welk moment, degene op wie de mogelijke schending van de gedragscodes betrekking heeft, van de melding op de hoogte wordt gebracht. Indien de toetsingscommissie van oordeel is dat er redenen zijn voor een nader onderzoek, wordt degene op wie de melding betrekking heeft, in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.

  • 4. Indien een anonieme melding plaatsvindt van een mogelijke schending van de gedragscodes door een ambtenaar, een collegelid of raadslid, wordt degene op wie de melding betrekking heeft hiervan in kennis gesteld, tenzij de toetsingscommissie van oordeel is dat de melding geen enkele grond heeft dan wel geen doel dient.

  • 5. Het horen van ambtenaren, collegeleden, raadsleden of derden, inzake mogelijke schending van de gedragscodes, vindt achter gesloten deuren plaats.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsduur van de voorzitter eindigt in ieder geval na ommekomst van diens benoemingsduur als burgemeester. De zittingsduur van het door het presidium benoemde lid en plaatsvervangend lid eindigt in ieder geval na ommekomst van de zittingsperiode van de raad. De zittingsduur van het door het college benoemde lid en plaatsvervangend lid en de plaatsvervangend voorzitter, eindigt in ieder geval na het beëindigen van diens deelname aan het college.

  • 2. De leden en plaatsvervangende leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het presidium en het college van burgemeester en wethouders. Het ontslag gaat desgevraagd direct in dan wel op het moment dat een opvolger is benoemd.

  • 3. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat beslist het college van burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na algemene bekendmaking hiervan in Landgraaf Koerier.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toetsingscommissie bestuurlijke integriteit” .

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 februari 2007.
de griffier de voorzitter,
Aldus besloten door het college van Burgemeester en wethouders op 1 februari 2007.
de secretaris, de burgemeester,