Fraudeverordening WWB

Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Intitulé

Fraudeverordening WWB

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2005;

overwegende dat conform artikel 8a Wet werk en bijstand met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van het financieel beheer regels gesteld dienen te worden, welke in een verordening worden neergelegd;

besluit:

vast te stellen de "Fraudeverordening WWB"

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Landsmeer;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer;

  • c.

    de WWB: de Wet werk en bijstand;

  • d.

    de Abw: de Algemene bijstandswet.

Artikel 2 Opschorting, herziening,intrekking en terugvordering

  • 1. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het opschorten van het recht op bijstand zoals neergelegd in artikel 54 lid 1 WWB;

  • 2. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het herzien en intrekken van het besluit tot toekenning van bijstand zoals neergelegd in artikel 54 lid 3 WWB;

  • 3. Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van bijstand zoals neergelegd in de artikelen 58 tot en met 60 WWB.

Artikel 3 Opschortingstermijn

  • 1. In de situaties beschreven in artikel 54 lid 1 WWB schort het college het recht op bijstand op, onder het geven van een hersteltermijn. De hersteltermijn dient de belanghebbende redelijkerwijs in staat te stellen de ontbrekende gegevens of bewijsstukken alsnog te overleggen dan wel alsnog de gevraagde medewerking te verlenen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde opschorting duurt ten hoogste 8 weken.

Artikel 4 Terugvordering

  • 1. Kosten van bijstand worden teruggevorderd in de gevallen en volgens de regels vermeld in de artikelen 58 tot en met 60 WWB en deze verordening.

  • 2. De vordering die het gevolg is verwijtbaar gedrag en gedurende het lopende kalenderjaar niet volledig kan worden ingevorderd, wordt met toepassing van artikel 58 lid 4 WWB na afloop van voornoemd kalenderjaar verhoogd met de verschuldigde loonbelasting, premies volksverzekeringen en ziekenfondspremie.

  • 3. De vordering wordt verhoogd met de daadwerkelijk gemaakte incassokosten ingeval van niet vrijwillige aflossing.

  • 4. Van terugvordering kan worden afgezien ingeval van een terugvorderingsbedag tot EUR 200,00 op jaarbasis.

  • 5. Het college kan besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien indien zij daarvoor dringende redenen aanwezig achten.

  • 6. Een verzoek tot kwijtschelding van vorderingen wordt beoordeeld aan de hand van door het college vastgestelde criteria.

Artikel 5 Verhaal

  • 1. Tot het tijdstip genoemd in artikel 13 Invoeringswet WWB wordt bijstand verhaald overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 92 28 en 3e lid tot en met 105 en 141 Abw.

  • 2. Van verhaal van bijstand kan worden afgezien indien de maandelijkse verhaalsbedragen lager zijn dan EUR 100,00 per maand.

  • 3. Vanaf het tijdstip genoemd in artikel 13 Invoeringswet WWB wordt gebruik gemaakt van de bevoegdheden als genoemd in de artikelen 56, 61 en 62 WWB.

Artikel 6 Aflossing

Aflossing van vorderingen geschiedt conform de aflossingsregimes neergelegd in de beleidsnotitie over debiteurenbeleid.

Artikel 7 Rechtmatigheidscontrole

  • 1. Het college controleert de rechtmatigheid van de verstrekte bijstandsuitkeringen aan de hand van fraudeprofielen en themacontroleonderzoeken

  • 2. De coördinator handhaving draagt zorg voor de ontwikkeling van een controlesysteem op misbruik en oneigenlijk gebruik van voorzieningen die zijn verstrekt op grond van de WWB.

Artikel 8 Verantwoording

  • 1. Het college evalueert ten minste eenmaal per 2 jaar het gevoerde debiteurenbeleid en beleid over fraudebestrijding.

  • 2. De evaluatie wordt ter verantwoording aan de raad voorgelegd.

Artikel 9 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen, wanneer onverkorte toepassing van deze verordening zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van specifieke individuele situaties, kan het college gemotiveerd beslissen om af te wijken van een of meer bepalingen van deze verordening.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Fraudeverordening WWB".

Artikel 12 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking per 1 januari 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 november 2005
Landsmeer,
De griffier,
De voorzitter,