Woonschepenverordening Landsmeer

Geldend van 07-07-2010 t/m heden

Intitulé

Woonschepenverordening Landsmeer

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van 18 mei 2010, nummer 2010-55;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende Woonschepenverordening Landsmeer.

Artikel 1 Definities

  • 1. Deze verordening verstaat onder een woonschip:

    • a.

      elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen;

    • b.

      een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. in aanbouw;

    • c.

      een casco, dat tot vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. kan worden opgebouwd;

    • d.

      elk vaar- of drijftuig, waarin of waarop bedrijfsmatige of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of dat daartoe is ingericht;

    • e.

      een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. tot en met d. dat is ingegraven, aangeaard, op de wal getrokken of door andere oorzaak niet onmiddellijk kan varen of drijven;

    • f.

      de overblijfselen van een vaar- of drijftuig als bedoeld onder a. tot en met e.

  • 2. Deze verordening verstaat onder rechthebbende de eigenaar, andere zakelijk gerechtigde, de bezitter, de houder of de gebruiker van een woonschip.

Artikel 2 Verbod

Onverminderd het bepaalde in de woonschepenverordening Noord-Holland is het verboden met een woonschip ligplaats in te nemen in de gemeente op andere dan de daartoe in artikel 4 van deze verordening als zodanig aangewezen plaats(en).

Artikel 3 Ontheffing

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in artikel 2 ontheffing verlenen ten behoeve van woonschepen behorende bij in uitvoering zijnde werken die verblijven op een in de ontheffing aangewezen ligplaats.

  • 2. Een ontheffing als bedoeld in het vorige lid dient schriftelijk te worden aangevraagd.

Artikel 4 Aanwijzing woonschepenhaven

Als haven waar woonschepen bij verblijf binnen de gemeente ligplaats dienen in te nemen is aangewezen de als zodanig aangeduide woonschepenhaven aan de zuidelijke oever van de Gortesloot, voor wat betreft het gedeelte gelegen tussen het punt gelegen in het verlengde van de westelijke perceelgrens van het perceel Hazenweg nr. 1 en een punt op 100 meter daarvan in westelijke richting, zoals op de hierbij behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening is aangegeven.

Artikel 5 Vergunning

  • 1. Het is verboden met een woonschip ligplaats in te nemen op de in artikel 4 daartoe aangewezen plaats, zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2. Een vergunning wordt gesteld op naam van de hoofdbewoner dan wel die van de in het woonschip duurzaam samenwonende personen en vermeldt tevens de plaatsaanduiding van de ligplaats.

  • 3. De vergunning geldt zowel voor de daarin vermelde personen als voor dier rechtverkrijgenden.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. Vergunning voor het innemen van een ligplaats wordt geweigerd als:

    • a.

      geen ligplaats beschikbaar is of geen van voldoende grootte;

    • b.

      het woonschip belemmeringen zal kunnen veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • c.

      het woonschip in slechte staat van onderhoud verkeert of ernstige constructiegebreken heeft;

    • d.

      het uiterlijk van het woonschip zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • e.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat het woonschip niet wordt gebruikt voor permanente bewoning;

    • f.

      rechthebbende niet in het bezit is of kan komen van een vergunning als bedoeld in artikel 40 van de Woningwet.

    • g.

      niet aannemelijk is dat aanvrager binnen twee maanden na indiening van de aanvraag de toegewezen plaats kan innemen;

    • h.

      redelijkerwijs moet worden aangenomen dat niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschiften.

  • 2. Een besluit tot weigering van een vergunning is met redenen omkleed.

  • 3. Burgemeester en wethouders zenden een afschrift van hun besluit aan de aanvrager van de vergunning.

Artikel 7 Wachtlijst

  • 1. Indien de vergunning wordt geweigerd op grond van het bepaalde in artikel 6 lid 1 onder a. wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door burgemeester en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst, mits de aanvrager voldoet aan de eisen als gesteld in artikel 2 van de Woonruimte-verordening Landsmeer;

  • 2. Indien een ligplaats in de in artikel 4 genoemde woonschepenhaven vrijkomt dan stellen burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, per aangetekend schrijven in de gelegenheid een nieuwe aanvraag bij hun college in te dienen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van die volgorde af te wijken, indien er op grond van feiten of omstandigheden dringende reden bestaat om een lager op de lijst geplaatste gegadigde bij voorrang in de gelegenheid te stellen bedoelde aanvraag in te dienen.

  • 3. Indien een nieuwe aanvraag niet binnen twee weken na de datum van verzending is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op de vergunning wordt gesteld en wordt de naam van betrokkene van de wachtlijst geschrapt.

Artikel 8 Wijziging vergunning

  • 1. Indien de houder van de vergunning, als bedoeld in artikel 5, het in de vergunning vermelde woonschip vervangt door een ander woonschip of indien de overige gegevens, vermeld in de vergunning, niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie, dient hij vooraf aan burgemeester en wethouders te verzoeken de vergunning te wijzigen.

  • 2. Op een verzoek tot wijziging is het bepaalde in artikel 6 lid 1 aanhef en onder b. tot en met h. lid 2 en lid 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Intrekken vergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning, als bedoeld in artikel 5, intrekken indien:

    • a.

      De liplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

    • b.

      De gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

    • c.

      Niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

    • d.

      Het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

    • e.

      Het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan de eisen van veiligheid van veiligheid en gezondheid;

    • f.

      Het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 6 maanden aaneengesloten buiten de gemeente verblijft;

    • g.

      Op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning.

  • 2. Het met redenen omklede besluit tot intrekking wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk aan de vergunninghouder meegedeeld.

Artikel 10 Verbod bouwwerkzaamheden

Het is verboden een woonschip te verbouwen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders. Een aanvraag hiervoor dient te zijn voorzien van bouwtekeningen waaruit het uiterlijk van het woonschip na de verbouwing duidelijk blijkt.

Artikel 11 Nadere regelen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regelen stellen met betrekking tot het gebruik van ligplaatsen. Zij kunnen onder andere beperkingen stellen naar soort en aantal woonschepen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de rechthebbende verplichten een andere ligplaats in te nemen, als zulks noodzakelijk is met het oog op een evenredige verdeling van ligplaatsen. Zij gaan hiertoe niet over dan na overleg met de betrokken gebruiker. In dit geval wordt de vergunning ambtshalve gewijzigd.

Artikel 12 Nakomen aanwijzingen

  • 1. Bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats dienen de door of namens burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen in acht te worden genomen.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door of namens burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 13 Naleving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening en het opsporen van overtredingen zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde personen, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

  • 2. Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woonschip zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 14 Strafbepalingen

Overtreding van de bepalingen van deze verordening, alsmede overtreding van de regelen, door burgemeester en wethouders op grond van artikel 11 vastgesteld, wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 15 Evaluatiebepalingen

Het door de gemeente gevoerde beleid wordt éénmaal per vier jaar geëvalueerd; indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt de verordening aangepast.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Woonschepenverordening Landsmeer’.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 3 Met ingang van het in het tweede lid vermelde tijdstip wordt de Woonschepenverordening Landsmeer, d.d. 6 september 2005 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 28 juni 2010.
De griffier, De voorzitter,