Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Landsmeer 2015

Geldend van 10-03-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Landsmeer 2015

De raad van de gemeente Landsmeer,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

overwegende dat het noodzakelijk is regels te stellen over het verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten ook als de tegenprestatie niet direct samenhangt met arbeidsinschakeling;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet,

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Landsmeer 2015.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

  • b.

    korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

  • c.

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Hoofdstuk 2 Beleid

Artikel 2 Verslag over beleid

  • 1. Het college zendt jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid.

  • 2. Het verslag, zoals bedoeld in het eerste lid, bevat het oordeel van de cliëntenraad.

Hoofdstuk 3 De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 3 Inhoud van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

    • a.

      naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      niet zijn bedoeld als re-integratie instrument;

    • c.

      worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht, en

    • d.

      niet leiden tot verdringing.

  • 2. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast waarin wordt aangegeven welke aanvullende werkzaamheden het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daar voor gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

Artikel 4 Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1. Het college kan een uitkeringsgerechtigde met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie opdragen.

  • 2. Het college kan een uitkeringsgerechtigde met een korte afstand tot de arbeidsmarkt uitsluitend een tegenprestatie opdragen indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.

  • 3. Van het opdragen van een tegenprestatie wordt afgezien wanneer deuitkeringsgerechtigde:

    • a.

      aantoonbaar vrijwilligerswerk verricht dat naar aard en omvang vergelijkbaar is met een tegenprestatie als bedoeld in deze verordening;

    • b.

      mantelzorg verricht voor zover het verrichten van die mantelzorg naar het oordeel van het college redelijkerwijs noodzakelijk is, of

    • c.

      deelneemt aan activiteiten in het kader van een re-integratietraject.

  • 4. Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

    • b.

      de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende moeten in aanmerking worden genomen;

    • c.

      de persoonlijke wensen en kwaliteiten van een belanghebbende moeten in overwegingworden genomen;

    • d.

      als een belanghebbende al maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk verricht, moet daarmee rekening worden gehouden.

Artikel 5. Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1. De tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale duur van 13 weken.

  • 2. De tegenprestatie wordt opgedragen voor minimaal 8 uur per week.

  • 3. De tegenprestatie kan binnen een periode van 12 maanden slechts eenmaal worden opgedragen en omvat in die periode ten hoogste 13 dagen.

Artikel 6. Geen werkzaamheden voorhanden

  • 1. Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

  • 2. Indien het college geen tegenprestatie opdraagt omdat geen werkzaamheden voorhanden zijn, beoordeelt het college binnen 3 maanden of op dat moment wel werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Landsmeer 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Landsmeer, gehouden op 4 december 2014.
De raad voornoemd,
Mw. Drs. C. Heusingveld
Griffier
Mw. Mr. A. C. Nienhuis
burgemeester