Regeling vervallen per 23-02-2018

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Geldend van 23-08-2016 t/m 22-02-2018

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2016,

inzake de subsidieverordening Landsmeer 2016;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

  • 2. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • Raad: de gemeenteraad van de gemeente Landsmeer

    • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer;

    • Subsidies: in de verordening worden de volgende subsidies onderscheiden:

      • o

        Budgetsubsidie: een subsidie waarbij de organisatie een bedrag krijgt toegewezenom prestatieafspraken uit te voeren. Na afloop dient verantwoording te wordenafgelegd over de omvang en de kwaliteit van de uitgevoerde prestatieafspraken.

      • o

        Stimuleringssubsidie: een subsidie voor activiteiten die voor de gemeente vanbelang worden geacht zonder deze naar aard of inhoud te willen beïnvloeden.

      • o

        Eenmalige subsidie: een subsidie die wordt toegekend ten behoeve van eeneenmalige activiteit.

Artikel 2. Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen

  • 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad kan subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepaalt het college de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 2. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag om een budgetsubsidie legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met de activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Hetdekkingsplan bevat een opgave van bij andere aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      als het een subsidie betreft die per kalenderjaar aan een rechtspersoon wordtverstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3. Bij de aanvraag om een stimuleringssubsidie legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met de activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een raming van het aantal te verwachten jeugdleden in de subsidieperiode, indien de subsidie (mede) gebaseerd is op het aantal jeugdleden.

  • 4. Bij de aanvraag om een eenmalige subsidie legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

  • 5. Het college kan, indien een aanvrager voor de eerste maal subsidie aanvraagt, verlangen dat deze een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, dejaarrekening en de balans van het voorgaande jaar aan de aanvraag toevoegt.

Artikel 5. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een budgetsubsidie of stimuleringssubsidie wordt uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 2. Een aanvraag om een eenmalige subsidie dient minimaal 10 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend.

Artikel 6. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een budgetsubsidie of stimuleringssubsidie uiterlijk op 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen acht (8) weken na indiening van de subsidieaanvraag.

Artikel 7. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert het college de subsidie in ieder geval als:

    • a.

      de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar inwoners of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar inwoners;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan de activiteiten of het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

    • d.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een partijpolitiek, religieus of levensbeschouwelijk karakter hebben;

    • e.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd reeds in voldoende mate in de gemeente Landsmeer worden aangeboden dan wel op andere wijze aan de inwoners van de gemeente Landsmeer worden aangeboden;

    • f.

      door de aanvrager van een subsidie niet is aangetoond dat de subsidie (financieel) noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • g.

      de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • h.

      de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • i.

      het bedrag van de subsidieverstrekking lager is dan € 150,00;

  • 2. Het college kan een subsidie in ieder geval intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

  • 3. Het college vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

Artikel 8. Verantwoording

Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 9. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan het college.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 10. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.

  • 2. Bij subsidies hoger dan € 50.000,- kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

Artikel 11. Uitvoeringsovereenkomst

Ter uitvoering van de beschikking tot verlening van een budgetsubsidie kan een uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten. In deze overeenkomst wordt in ieder geval bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend, alsmede de wijze waarop (tussentijds) verantwoording wordt afgelegd over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.

Artikel 12. Eindverantwoording budgetsubsidies tot € 5.000,-

  • 1. Budgetsubsidies tot € 5.000,- worden door het college verleend en gelijktijdig vastgesteld.

  • 2. In de aanvraag wordt de aanvrager verplicht om na afloop van de activiteit/subsidieperiode een financiele verantwoording af te leggen alsmede hoe/waar en wanneer de activiteit heeft plaatsgevonden. Bij niet nakoming behoudt de gemeente zich het recht voor de subsidie (deels) terug te vorderen.

  • 3. De beschikking bevat een aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, het bedrag van de subsidie, alsmede het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft.

Artikel 13. Eindverantwoording budgetsubsidies vanaf € 5.000,-

  • 1. Bij budgetsubsidies vanaf € 5.000,- dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 1 mei van het jaar dat volgt op de subsidieperiode.

  • 2. De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant, indien het gesubsidieerde bedrag gelijk of hoger is dan € 100.000,-.

Artikel 14. Eindverantwoording stimuleringssubsidies

  • 1. Stimuleringssubsidie worden door het college verleend en gelijktijdig vastgesteld.

  • 2. In de aanvraag wordt de aanvrager verplicht om na afloop van de activiteit/subsidieperiode een financiele verantwoording af te leggen alsmede hoe/waar en wanneer de activiteit heeft plaatsgevonden. Bij niet nakoming behoudt de gemeente zich het recht voor de subsidie (deels) terug te vorderen.

  • 3. De beschikking bevat een aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, het bedrag van de subsidie, alsmede het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft.

Artikel 15. Eindverantwoording eenmalige subsidies

  • 1. Eenmalige subsidies worden door het college verleend en gelijktijdig vastgesteld.

  • 2. In de aanvraag wordt de aanvrager verplicht om na afloop van de activiteit/subsidieperiode een financiele verantwoording af te leggen alsmede hoe/waar en wanneer de activiteit heeft plaatsgevonden. Bij niet nakoming behoudt de gemeente zich het recht voor de subsidie (deels) terug te vorderen.

  • 3. De beschikking bevat een aanduiding van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, het bedrag van de subsidie, alsmede het tijdvak waarop de subsidie betrekking heeft.

Artikel 16. Subsidievaststelling

  • 1. Het college stelt de subsidie vast uiterlijk op 1 augustus.

  • 2. Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in artikel 13, eerste lid, is ingediend, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend, dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.

Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1. Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij de subsidieverlening dan wel in de uitvoeringsovereenkomst voorgeschreven berekeningswijze.

  • 2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van bij de subsidieverlening dan wel bij uitvoeringsovereenkomst voorgeschreven definities.

Artikel 18. Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2. Toepassing van het eerste lid wordt gemotiveerd in de subsidiebeschikking.

Artikel 19. Slotbepalingen

  • 1. De Algemene subsidieverordening Landsmeer 2011 wordt per 23 juni 2016 ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor deze datum, zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Landsmeer 2011 van toepassing.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Landsmeer 2016.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Landsmeer op 23 juni 2016
De griffier
De voorzitter

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijving

In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt, die in de verordening

worden gehanteerd. In de verordening wordt het aantal subsidienamen beperkt tot drie, namelijk budgetsubsidies, stimuleringssubsidies, en eenmalige subsidies.

1. Budgetsubsidies

Budgetsubsidies worden gekenmerkt door een primair inhoudelijke sturing op prestaties en resultaten die met geleverde activiteiten worden bereikt. Het is de subsidievorm waarbij de gemeente kan sturen op activiteiten en/of prestaties en daarmee het beleid tot uitdrukking kan brengen.

2. Stimuleringssubsidies

Met deze subsidievorm wordt tot uitdrukking gebracht dat er activiteiten worden georganiseerd door een vereniging of organisatie. Dit betekent dat het voortbestaan van een instelling niet afhankelijk mag zijn van de subsidieverstrekking.

De subsidieverlening en –vaststelling vinden in één beschikking plaats. Er vindt achteraf geen verrekening van de subsidie plaats tenzij de instelling ophoudt te bestaan.

3. Eenmalige subsidies

Met deze subsidievorm wil de gemeente eenmalige activiteiten aanmoedigen. De subsidieverlening en –vaststelling vinden in één beschikking plaats. Er vindt achteraf geen verrekening van de subsidie plaats

Artikel 2. Reikwijdte

Met het eerste lid krijgt het college de bevoegdheid toegewezen om te besluiten over het verstrekken van subsidies waarop de Algemene subsidieverordening (hierna: ASV) van toepassing is.

Het tweede lid geeft het college de bevoegdheid om de ASV (deels) van toepassing te verklaren als daartoe aanleiding bestaat.

Artikel 3. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

In de Awb zijn in de artikelen 4:25 tot en met 4:28 de belangrijkste bepalingen omtrent het werken met een subsidieplafond gegeven. Het dient om de uitgaven te beheersen. Het subsidieplafond voorkomt een open einde financiering. De raad stelt het financiële kader vast met de gemeentebegroting.

Artikel 4. Aanvraag

In het eerste lid is bepaald dat een aanvraag voor subsidie schriftelijk dient te worden gedaan. In het tweede, derde en vierde lid is bepaald welke stukken en gegevens bij de aanvraag voor respectievelijk een budget-, stimulerings- en eenmalige subsidie in ieder geval overlegd dienen te worden.

Artikel 5. Aanvraagtermijn

In het eerste lid wordt bepaald dat een aanvraag om een budgetsubsidie of stimuleringssubsidie uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. In het tweede lid wordt bepaald dat de aanvraag om een eenmalige subsidie wordt ingediend minimaal tien (10) weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 6. Beslistermijn

Hier worden de termijn gegeven waarbinnen het college gehouden is te beslissen op een aanvraag voor subsidie. In de Awb staan geen strikte beslistermijnen op een aanvraag om subsidie.

Artikel 7. Weigerings- en intrekkingsgronden

De artikelen 4:25 en 4:35 bevatten dwingend recht, waarvan niet bij verordening kan worden afgeweken.

In het In het eerste lid zijn de facultatieve weigeringsgronden opgenomen.

Onderdelen a t/m i spreken voor zich.

Artikel 9. Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

Dit artikel bevat een meldingsplicht (eerste lid) en informatieplicht (tweede lid) die voor alle subsidieontvangers geldt.

Artikel 10. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

Dit artikel bevat een aanvullende bevoegdheidsgrondslag voor het college om aan de subsidie bepaalde ’bijzondere‘ verplichtingen te verbinden, in aanvulling op wat reeds mogelijk is direct op grond van de Awb (zie artikel 4:37 van de Awb).

De artikelen 4:38 en 4:39 van de Awb maken het verder mogelijk om nog andere verplichtingen aan een subsidie te verbinden, als de verordening daarvoor een grondslag biedt. Die grondslag is in artikel 10 gegeven met betrekking tot verplichtingen in het kader van het beheer en gebruik van datgene wat met de subsidie tot stand is gebracht.

Artikel 11. Uitvoeringsovereenkomst

In dit artikel is bepaald dat ter uitvoering van de beschikking tot verlening van een budgetsubsidie een overeenkomst kan worden gesloten.

Artikel 13. Eindverantwoording budgetsubsidies vanaf € 5.000,-

In dit artikel is bepaald op welke wijze ontvangers van budgetsubsidies aan het college dienen te verantwoorden.

Artikel 16. Subsidievaststelling

Het eerste lid bevat – overeenkomstig artikel 4:13 van de Awb – de termijn waarbinnen de beschikking gegeven dient te worden.

Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

Dit artikel schrijft voor dat als het college bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik maakt van uurtarieven, de berekeningswijze hiervan en de voorgeschreven definities bij de subsidieverlening vastgelegd dienen te worden.

Artikel 18. Hardheidsclausule

De toepassing van de hardheidsclausule dient beperkt te blijven tot individuele gevallen.

De te treffen voorziening, die niet in de verordening is voorzien, dient altijd binnen de doelstellingen van de subsidie te passen.