Regeling vervallen per 01-02-2019

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019

Geldend van 26-01-2019 t/m 31-01-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019

De raad van de gemeente Landsmeer

gelezen het voorstel van 20 november 2018,

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de:

verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘maand’: een kalendermaand;

  • c.

    ‘kwartaal’: een kalenderkwartaal;

  • d.

    ‘markt’: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • e.

    ‘standplaats’: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de openbare markt en voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een standplaats op de openbare markt is toegewezen, door wie een standplaats op die markt wordt ingenomen en van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de diensten worden verricht.

Artikel 4 Maatstaf en tarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt:

a.

per dag per standplaats:

€ 8,75

b.

per maand per standplaats:

€ 28,70

c.

per kwartaal per standplaats:

€ 79,35

d.

per marktkoopman per maand:

€ 10,00 (promotiegelden)

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving waarop de gevorderde bedragen zijn vermeld.

Artikel 6 Tijdstip van betaling

Het recht moet worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van de dag, de maand dan wel het kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien het recht wordt bepaald per kwartaal als bedoeld in artikel 4, letter c en de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het ingevolge artikel 4, letter c berekende bedrag als er na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht nog volle maanden overblijven.

Artikel 8 Kwijtschelding

Van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening marktgelden 2018’ van 21 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening marktgelden 2019'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 20 december 2018.