Regeling vervallen per 28-02-2019

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Landsmeer 2008

Geldend van 30-12-2008 t/m 27-02-2019

Intitulé

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Landsmeer 2008

De raad van de gemeente Landsmeer;

gelezen het voorstel van het college van ... (datum), nr. ...;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Marktcommissie;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Landsmeer 2008.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • f.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2. Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 5. Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6. Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

Artikel 7. Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 7 van het marktreglement van de gemeente Landsmeer de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 7 van het marktreglement van de gemeente Landsmeer is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. Intrekking oude regeling

De Marktverordening gemeente Landsmeer 2003, vastgesteld op 17 december 2003, wordt ingetrokken.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening gemeente Landsmeer 2003, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening gemeente Landsmeer 2003 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15. Evaluatie

Evaluatie van deze verordening vindt plaats 3 jaar na werktreding

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Landsmeer 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ... [datum].
De voorzitter,
De griffier,

Marktreglement 2008

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Landsmeer 2008, de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Landsmeer

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Landsmeer 2008 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige van toepassing op deze nadere regels.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2.

    Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 4. Inschrijving op de wachtlijst

  • 1.

    Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 van de Marktverordening gemeente Landsmeer 2008 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2.

    Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

    • d.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3.

    Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4.

    De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 5. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 Marktverordening gemeente Landsmeer 2008 wordt voldaan.

Artikel 6. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

  • b.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven uitbreiding van zijn standplaats te willen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

  • c.

    degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.

Artikel 7. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeeindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Artikel 8. Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 9.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 9. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 10. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 11. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 12. Ontheffing en vervanging

  • 1.

    In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 11. Deze tijdelijke ontheffing geld voor maximaal één half jaar met de mogelijkheid tot verlenging met nog één maal een half jaar.

  • 2.

    Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 13. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 14. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan één uur voor aanvang en meer dan één uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 9.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Hoofdstuk 4. Beleidsregels

Artikel 15. Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markt vindt plaats op vrijdag van 7.00 uur tot 16.00 uur op het parkeerterrein gelegen tussen Burgemeester Postweg en het Zuideinde (Indoor Sportcentrum Landsmeer).

  • 2.

    Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    • a.

      op een andere dag;

    • b.

      op een andere tijd;

    • c.

      op een andere plaats;

  • 3.

    Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 16. Inrichting van de markt

  • 1.

    Ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal mogelijke standplaatsen te bepalen op 44;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen vast te stellen op 2.50 meter diep x 4.00 meter lengte langs de zogenaamde “verkooplijn”;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt , alsmede de nummering van de standplaatsen vast te stellen conform de bij dit besluit behorende en aldus gewaarmerkte tekening “Bijlage 1 Marktindeling”

    • d.

      vooralsnog geen plaatsen op het marktterrein aan te wijzen, welke uitsluitend bestemd zijn voor standwerken.

  • 2.

    • a.

      Onder eigen materiaal wordt verstaan een eigen kraam, een instant kraam, verrijdbare kraam, een afzetcontainer, een verkoopwagen (truck met oplegger of gemotoriseerde verkoopwagen), dan wel een markavan. Vergunninghouders die voor het vaststellen van deze regeling rechten hebben om ander materiaal (parasols, verkoopwagens) te gebruiken, behouden deze rechten.

    • b.

      Het plaatsen van eigen kramen is niet toegestaan. Het college kan ontheffing verlenen van dit verbod, onder door hem te stellen voorwaarden.

    • c.

      Het onder punt a omschreven eigen materiaal dient wel technisch inpasbaar te zijn. Onder technisch inpasbaar wordt verstaan, dat het eigen materiaal binnen de vergunde ruimte inpasbaar moet zijn en waarbij de eventueel naastgelegen kramen hiervan geen hinder mogen ondervinden.

Artikel 17. De marktcommissie

  • 1.

    Het college stelt een commissie van advies in, die tot taak heeft het college, hetzij op verzoek, hetzij uit eigen beweging te adviseren inzake aangelegenheden met betrekking tot het marktwezen.

  • 2.

    De marktcommissie kan belanghebbenden, deskundigen en/of adviseurs horen.

  • 3.

    De marktcommissie is als volgt samengesteld:

    • -

      voorzitter (portefeuillehouder voor het marktwezen)

    • -

      secreatris (ambtenaar)

    • -

      marktmeester

    • -

      1 vertegenwoordiger van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel

    • -

      1 vertegenwoordiger van de marktkooplieden

    • -

      1 vertegenwoordiger van de middenstand

    • -

      1 vertegenwoordiger van een consumentenorganisatie als vertegenwoordiger van de consument.

  • 4.

    De marktcommissie komt in beginsel 4 keer per jaar bijeen.

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de werkwijze van de commissie.

Artikel 18. Verzorging standplaats

De vergunninghouder dient:

  • 1.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • 2.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen;

  • 3.

    voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten en het afval in de daarvoor bestemde afvalbakken te deponeren.

Artikel 19. Afvalbakken

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.

Artikel 20. Elektriciteit

Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:

  • 1.

    gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • 2.

    elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

Artikel 21. Geluidsapparatuur

  • 1.

    Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het aanwezig hebben van radio’s, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 22. Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

  • 1.

    Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2.

    Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 23. Overschrijving vergunning bij bijzondere omstandigheden

Van bijzondere omstandigheden (als bedoeld in artikel 7) wordt gesproken in de volgende gevallen:

  • 1.

    bij overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van beide ouders en het kind de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt;

  • 2.

    bij echtscheiding, indien door een rechtelijke uitspraak de desbetreffende markt wordt toegewezen aan degene die niet op de vergunning vermeld staat.

Artikel 24. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheid

  • 1.

    Van bijzondere omstandigheid wordt gesproken in de volgende gevallen:

    • a.

      afwezigheid door ziekte;

    • b.

      afwezigheid voor de uitoefening van kiesrecht, voor zoveel dit niet buiten de markttijden kan geschieden;

    • c.

      afwezigheid voor het voldoen aan een wettelijke verplichting;

    • d.

      afwezigheid in verband met huwelijk van de vergunninghouder dan wel van bloed- en aanverwanten van de eerste en tweede graad;

    • e.

      afwezigheid bij ernstige ziekte van echtgeno(o)t(e), levenspartner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aangehuwde kinderen en bloed- en aanverwanten tot de vierde graad

    • f.

      afwezigheid bij overlijden van echtgeno(o)t(e), levenspartner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aangehuwde kinderen en bloed- en aanverwanten tot de vierde graad;

    • g.

      afwezigheid bij bevalling van de vergunninghouder dan wel de echtgenote van de vergunninghouder;

    • h.

      de afwezigheid in verband met het vieren van het 25-, 40-, of 50 jarig huwelijksjubileum van de vergunninghouder dan wel zijn ouders, pleegoudres, stief- of schoonouders;

    • i.

      afwezigheid voor het bijwonen van (algemene) vergaderingen van verenigingen van marktkooplieden.

  • 2.

    Het college beslist in alle gevallen waarin de Marktverordening of het Marktreglement dan wel andere wetgeving niet voorziet.

Artikel 25. Brache-indeling

  • 1.

    Het aantal standplaatsen per branche als volgt vast te stellen:

Verdeling van goederen naar branche (branchepatroon)

Aantal standplaatsen

1

1.1

1.1.1

1.1.2

1.1.3

1.1.4

1.1.5

1.1.6

1.2

1.2.1

Textiel

Persoonsbekleding

Herenmodeartikelen

Damesmodeartikelen

Onder- en nachtkleding, lingerie en foundations

Baby-, kleuter-, en kinderkleding

Stoffen en fournituren

Beenbekleding

Interieurbekleding

Huishoudtextiel

2

2

2

2

2

2

2

2

2.1

2.1.1

2.2

2.2.1

2.3

2.4

2.4.1

2.5

2.5.1

2.5.2

2.6

2.7

2.8

2.9

2.10

Voedingsartikelen

Aardappelen, groenten en fruit

Aardappelen, groenten en fruit

Geringe eet- en drinkwaren

(Buitenlandse) snacks

Poelierswaren en eieren

Vis (gebakken, niet-gebakkken) en visproducten

Verse en bewerkte vis, haring en zuurwaren

Brood, koek, banket, chocolade- en suikerwaren

Brood, koek, banket

Chocolaterie en suikerwaren

Zuivelproducten

Vleeswaren

Noten, zuidvruchten, reformartikelen

Kruiden, specerijen, thee en koffie

Rijsttafel- en uitheemse artikelen

3

1

2

3

2

2

2

1

1

1

1

3

3.1

3.2

Schoeisel, lederwaren, reisartikelen

Schoeisel

Tassen, koffers, portefeuilles en lederwaren

3

1

4

4.1

Bezigheidsartikelen

Lectuur, posters, wenskaarten

3

5

5.1

Tuin- en plantartikelen, bloemen

Snijbloemen, potplanten en kamerplanten

2

6

6.1

Overige artikelen

Diervoeder en –benodigdheden

2

  • 2.

    Per vergunninghouder is slechts één branche toegestaan. Vergunninghouders die voor het vaststellen van deze regeling rechten hebben om meer branches te hebben, behouden deze rechten. Deze rechten worden in de vergunning opgenomen.

  • 3.

    Aanpassingen in de branche-indeling vinden plaats in overleg met de marktcommissie.

  • 4.

    . Per branche wordt slechts één vergunning verleend.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 26. Intrekken oude regeling

De Marktregeling 2003, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 oktober 2003, wordt ingetrokken.

Artikel 27. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de marktverordening gemeente Landsmeer 2008 in werking is getreden.

Artikel 28. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Landsmeer 2008.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer in hun vergadering van 11 november 2008,

burgemeester

secretaris