Regeling vervallen per 01-01-2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Langedijk

gelet op de artikelen 11, 12, 17 en 18 van de  Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2015

 

besluit :

 

vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2015

HOOFDSTUK 1 EIGEN BIJDRAGE

Artikel 1. Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

  • 1. De hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig de systematiek, de bedragen en percentages zoals vastgelegd in artikel 3.8 van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015.De eigen bijdrage bedraagt:

    • a.

      voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a,eerste lid, van de AlgemeneOuderdomswet, nog niet heeft bereikt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.331 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 22.331;

    • b.

      voor de ongehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerstelid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.634 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 16.634;

    • c.

      voor de gehuwde personen indien een van beide de pensioengerechtigde leeftijd,bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 27.917 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 27.917;

    • d.

      voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld inartikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.046 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 23.046.

  • 2.

    • a.

      een eigen bijdrage is verschuldigd voor alle maatwerkvoorzieningen

    • b.

      in afwijking van artikel 1, lid 2 sub a is de eigen bijdrage is niet verschuldigd voor:

      • -

        rolstoelen

      • -

        een cliënt die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van een

        woningaanpassing

      • -

        voorzieningen die zijn verstrekt voor 1 januari 2015 waarvoor geen eigen bijdrage was

        opgelegd;

    • c.

      een eigen bijdrage voor een bruikleenvoorziening is verschuldigd zolang de voorziening in bruikleen is en onderhouden wordt;

    • d.

      een eigen bijdrage voor een koopvoorziening in eigendom verstrekt is verschuldigd zolang de voorziening in gebruik is tot dat de volledige kostprijs is bereikt;

    • e.

      voor eigen bijdragen opgelegd vóór 1 januari 2015 geldt:

      • -

        de eigen bijdrage voor bruikleenvoorzieningen is verschuldigd zolang de voorziening in

        bruikleen is en onderhouden wordt

      • -

        de eigen bijdrage voor koopvoorzieningen in eigendom verstrekt is maximaal 3 jaar (39 perioden).

  • 3.

    • a.

      Voor Hulp bij het Huishouden wordt de eigen bijdrage berekend aan de hand van de daadwerkelijke tarieven. Voor Zorg in natura zijn dit de uurtarieven zoals bij de aanbesteding vastgesteld. Voor PGB zijn dit de tarieven zoals vermeld in dit besluit.

    • b.

      Voor begeleiding wordt de eigen bijdrage voor overgangsklanten berekend aan de hand van een uurtarief van € 20,00. Dit tarief is lager dan de werkelijke kostprijs. Het zorgkantoor berekende de eigen bijdrage over een uurtarief van € 14,20. Het uurtarief van € 20,00 is om  de overgang naar een berekening van de eigen bijdrage over de daadwerkelijke kosten van begeleiding geleidelijk te laten verlopen.

HOOFSTUK 2 NADERE REGELS PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB) EN FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGEN

Artikel 2. Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een PGB

  • 1. Een maatwerkvoorziening in de vorm van een PGB wordt alleen verstrekt als de cliënt dit gemotiveerd aan de hand van een opgesteld plan vraagt. De cliënt moet motiveren dat het bestaande aanbod van zorg in natura niet passend is. in het plan moet duidelijk staan dat verstrekking van een PGB aantoonbaar leidt tot betere en effectievere ondersteuning en het moet doelmatig zijn. In dit plan moet ook aangetoond worden dat de in te zetten ondersteuning kwalitatief op vergelijkbaar niveau is als ondersteuning bij Zorg in natura. De gemeente beoordeeld of dit plan voldoet.

  • 2. Een PGB wordt niet verstrekt als er een ernstig vermoeden is dat de budgethouder problemen zal hebben met het omgaan met een PGB. Gedacht kan worden aan situaties waarbij de aanvrager:

    • -

      handelingsonbekwaam is

    • -

      onder budgetbeheer of bewindvoering staat

    • -

      bekend is met verslavingsproblematiek

    • -

      psychische , psychosociale of psychogeriatrische problematiek

    • -

      eerder misbruik heeft gemaakt van een PGB

    • -

      eerder sprake is geweest van fraude

      Bovenstaande opsomming is niet limitatief.

  • 3. De budgethouder is zelf verantwoordelijk voor:

    • -

      het inkopen van de maatwerkvoorziening

    • -

      onderhoud, reparaties en verzekering van het hulpmiddel

    • -

      doorgeven van gegevens aan de belastingdienst

Artikel 3. Vaststelling bedrag PGB

  • 1. Het PGB wordt uitbetaald aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Deze betaalt de

    hulpverlener die door de aanvrager wordt ingezet (trekkingsrecht).

  • 2. Bij inzet van een professionele organisatie is het bedrag maximaal het bedrag van het tarief voor de Zorg in natura, uitgaande van het goedkoopste tarief.

  • 3. Bij inzet van een professional is het bedrag maximaal 75% van het tarief voor de Zorg in natura, uitgaande van het goedkoopste tarief.

  • 4. Bij inzet van iemand uit het sociaal netwerk is het bedrag maximaal 50% van het tarief voor

    de Zorg in natura, uitgaande van het goedkoopste tarief met een maximum van € 20,00 per uur.

  • 5. Het bruto PGB Hulp bij het Huishouden is berekend op basis van de uurprijs Zorg in natura in

    het verleden. Uit controle van de PGB’s blijkt dat dit een reëel bedrag is zowel bij professionele

    inzet als bij inzet uit het netwerk.

  • 6. In verband met de overgangsbepaling in de “verordening maatschappelijke ondersteuning

    gemeente Langedijk 2015” blijven de indicaties Hulp bij het Huishouden gesteld voor 1 februari 2013 van kracht. Deze indicaties zijn gesteld in klassen. Na 1 februari 2013 is de omvang Hulp bij het Huishouden gesteld in uren.

  • 7. Het PGB voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

  • 8. Voor woonvoorzieningen geldt: De eigenaar-bewoner, die krachtens de verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van devoorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient bij verkoop volgens onderstaand afschrijvingsschema te worden terugbetaald.

    voor het 1e jaar 100% van de meerwaarde;

    voor het 2e jaar 90% van de meerwaarde:

    voor het 3e jaar 80 %van de meerwaarde;

    voor het 4e jaar 70% van de meerwaarde;

    voor het 5e jaar 60% van de meerwaarde;

    voor het 6e jaar 50% van de meerwaarde:

    voor het 7e jaar 40% van de meerwaarde;

    voor het 8e jaar 30% van de meerwaarde;

    voor het 9e jaar 20% van de meerwaarde:

    voor het 10e jaar 10% van de meerwaarde,

    In alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen.

  • 9. Het PGB voor een vervoersvoorziening of rolstoel wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de voorziening inclusief onderhoud, reparatie en verzekering zoals dat door het college aan de gecontracteerde aanbieder wordt betaald.

  • 10. Het PGB zoals genoemd in artikel 3 lid 9 kan getotaliseerd worden voor een periode van 5 jaar. Indien het PGB wordt verstrekt voor een periode van 5 jaar kan in die periode geen beroep gedaan worden op een gelijksoortige voorziening bij gelijk gebleven omstandigheden.

Artikel 4. Hoogte van het PGB

  • 1. Voor Hulp bij het Huishouden 1 (HH1) wordt in 2015 een bedrag beschikbaar gesteld dat per klasse per jaar bedraagt:

    klasse 1: € 1.494,34

    klasse 2: € 3.066,73

    klasse 3: € 4.875,35

    klasse 4: € 7.234,45

    klasse 5: € 9.593,56

    klasse 6: € 11.952,67

    Het uurtarief bedraagt € 15,12

  • 2. Voor Hulp bij het Huishouden 2 (HH2) wordt in 2015 een bedrag beschikbaar gesteld dat per klasse per jaar bedraagt:

    klasse 1: € 2.347,50

    klasse 2: € 4.818,40

    klasse 3: € 7.660,51

    klasse 4: € 11.366,32

    klasse 5: € 15.073,19

    klasse 6: € 18.780,05

    Het uurtarief bedraagt: € 23,76

  • 3. Begeleiding Individueel:

    inzet professional: € 36,00 per uur

    inzet netwerk: € 20,00 per uur maximaal

  • 4. Begeleiding Groep:

    zonder vervoer: € 44,00 per dagdeel

    met vervoer: € 50,00 per dagdeel

  • 5. Kortdurend verblijf:

    inzet professional: € 101,00 per etmaal

    inzet netwerk: € 30,00 per etmaal

  • 6. Persoonlijke Verzorging:

    inzet professional: € 27,00 per uur

    inzet netwerk: € 20,00 per uur maximaal

Artikel 5. Hoogte financiële tegemoetkomingen

  • 1. De maximale tegemoetkoming bedraagt voor:

    • a.

      verhuiskosten: € 2.155,58 eenmalig

    • b.

      bezoekbaar maken van de woning: € 2.155.58 eenmalig

    • c.

      gebruik eigen auto € 905,89 per jaar

    • d.

      gebruik bruikleenauto € 452,94 per jaar

    • e.

      gebruik taxi € 1.481,90 per jaar

    • f.

      gebruik rolstoeltaxi € 2.222,85 per jaar

    • g.

      collectieve vervoersvoorziening € 1776,25 voor 5 jaar

    • h.

      sportrolstoel € 2.735,90 voor 3 jaar

  • 2. Voor de onder artikel 5 lid 1 genoemde tegemoetkomingen is geen eigen bijdrage verplicht.

  • 3. Voor de onder artikel 5 lid 1 sub g geldt: Indien een persoon met beperkingen is geïndiceerd voor de collectieve vervoersvoorziening maar hiervoor niet in aanmerking wil komen, bestaat er de mogelijkheid voor een meerjarige budgettering. De stelpost voor deze voorziening is vastgesteld op € 355,25 per jaar. Deze post kan worden getotaliseerd voor een periode van 5 jaar tot een bedrag van € 1776,25. Het is een gemaximeerde vergoeding en wordt niet vaker dan eens per vijf jaar verstrekt. Het geldt tevens als bijdrage voor het onderhoud en reparatie van de betreffende voorziening. Deze financiële tegemoetkoming kan alleen verstrekt worden in plaats van het collectief vervoer als deze voor een periode van minimaal 5 jaar adequaat geacht wordt.

    De vergoeding kan alleen ingezet worden voor een voorziening die geschikt is voor gebruik voor vervoer waarvoor anders het collectief vervoer gebruikt zou worden.

  • 4. Voor de onder artikel 5 lid 1 sub h geldt: de tegemoetkoming is inclusief reparatie en onderhoud

HOOFDSTUK 3 WAARDERING MANTELZORGERS

Artikel 6. Mantelzorgcompliment

Het college draagt op passende wijze zorg voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de

mantelzorgers van cliënten en stelt hier nadere regels voor vast.

HOOFDSTUK 4 TEGEMOETKOMIING ZORGKOSTEN

Artikel 7. Compensatie ter vervanging van de oude WTCG en CER regeling

Voor inwoners met een inkomen tot en met 120% van de bijstandsnorm, biedt de gemeente een collectieve ziektekostenverzekering. Dit is een zorgverzekering van de zorgverzekeraar Univé in samenwerking met de gemeente. Het Univé GemeentePakket is hiervoor speciaal ontwikkeld. Deze verzekering vergoedt veel meer medische kosten dan andere zorgverzekeringen. Uit de aanvullende verzekering kan een extra vergoeding voor onder andere brillen, fysiotherapie, tandartskosten en de eigen bijdrage Wmo verstrekt worden. De uitvoering hiervan ligt bij HALTE WERK

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2015

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 december 2014.