Regeling vervallen per 01-01-2024

Nadere regels toegang jeugdhulp gemeente Langedijk 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2023

Intitulé

Nadere regels toegang jeugdhulp gemeente Langedijk 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Langedijk,

gelet op de artikelen 3 en 4 van de verordening jeugdhulp gemeente Langedijk 2015 (hierna: verordening) waarin de gemeenteraad de bevoegdheid om nadere regels te stellen heeft gedelegeerd aan het college,

besluit vast te stellen de volgende:

Nadere regels toegang jeugdhulp gemeente Langedijk 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

De verordening Jeugdhulp geeft uitvoering aan de Jeugdwet. Deze wet zorgt voor de bestuurlijke en financiële decentralisatie van taken alsmede dat een omslag wordt gemaakt van een stelsel gebaseerd op een wettelijk recht op zorg (aanspraak), naar een stelsel op basis van een voorzieningenplicht voor gemeenten (voorziening).

In de verordening jeugdhulp heeft de gemeenteraad op onderdelen de bevoegdheid om nadere regels te stellen gedelegeerd aan het college.

Deze nadere regels zijn van toepassing op het onderwerp toegang tot jeugdhulp. Ter ondersteuning van de uitvoering kunnen nadere werkinstructies en protocollen worden opgesteld.

Alle definities die in deze nadere regels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de wet

en de verordening.

Artikel 2. Begripsbepalingen

  • 1. Ouder: een gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder (artikel 1.1 Jeugdwet),

  • 2. Jeugdige: een persoon die: (1) de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt; (2) de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is aangedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, of (3) de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, en voor wie de voortzetting van de jeugdhulp die was aangevangen, of voor wie het college voor het bereiken van de leeftijd van achttien jaar heeft bepaald dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp noodzakelijk is of voor wie, na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen voor het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is (artikel 1.1. Jeugdwet), .

  • 3. Individuele voorziening: een op de jeugdige of zijn ouders toegesneden, niet vrij toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2, lid 2 van de verordening.

  • 4. Overige voorziening: een vrij toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 2, lid 1 van de verordening.

  • 5. Andere voorziening: een voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen.

  • 6. pgb: een persoonsgebonden budget zoals bedoeld in artikel 8.1.1. van de Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken.

  • 7. Jeugd & gezin team: een netwerk van generalisten en professionals die nauw met elkaar samenwerken om de hulpvraag van de jeugdige en/of zijn ouder(s) zo efficiënt mogelijk op te lossen. Bij een meervoudige en/of complexe vraag gebeurt dit op basis van één huishouden, één ondersteuningsplan, één regisseur. Naast de functie van poortwachter richt het jeugd & gezin team zich op de sociale cohesie in de wijk of dorpskern en legt contacten met relevante samenwerkingspartners waaronder de partners van het Centrum voor Jeugd en Gezin.

  • 8. Familiegroepsplan: een hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren.

  • 9. Ondersteuningsplan: een plan dat de basis vormt voor het verlenen van jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 4.1.3 en hoofdstuk 6 van de Jeugdwet; in de Jeugdwet ook wel genoemd hulpverleningsplan of plan van aanpak.

  • 10. Hulpvraag: de behoefte van een jeugdige of zijn ouder(s) aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen, stoornissen, zintuigelijke en lichamelijke beperkingen, als bedoeld in artikel 2.3., lid 1 van de Jeugdwet.

  • 11. Melding: het eerste contact van een jeugdige en/of zijn ouder(s) met het college, in de praktijk met een deskundige van het jeugd & gezin team, om aan te geven dat zij behoefte hebben aan jeugdhulp.

  • 12. Het gesprek: het mondeling contact bij het onderzoek naar de hulpvraag waarin het college, in de praktijk een deskundige van het jeugd en gezin team, met degene die jeugdhulp vraagt zijn gehele situatie bespreekt ten aanzien van de ondervonden problemen en de gevolgen daarvan en de gewenste resultaten van de te kiezen oplossingen.

  • 13. Plan van Aanpak pgb: een door de jeugdige en zijn ouders op te stellen plan waarin in ieder geval wordt aangegeven welke jeugdhulp zij denken nodig te hebben, bij welke aanbieder, tegen welk tarief en met welk beoogd resultaat.

  • 14. Verklaring Omtrent Kwaliteit: een getekende verklaring van een aanbieder van jeugdhulp waarin de aanbieder aangeeft te voldoen aan de in de Jeugdwet gestelde kwaliteitseisen aan de aanbieders van jeugdhulp.

  • 15. Leefeenheid: de personen binnen één huishouden.

  • 16. Jeugd-BPK: Term gebruikt om producten voor jeugdigen uit de voormalige AWBZ aan te duiden, het betreft: begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf.

Hoofdstuk 2 Toegang tot jeugdhulp

Artikel 3. Melding

  • 1. Een hulpvraag kan door of namens de jeugdige en/of zijn ouder(s) bij het college worden gemeld.

  • 2. Het college bevestigt de hulpvraag schriftelijk.

  • 3. In spoedeisende gevallen treft het college na binnenkomst van de hulpvraag onverwijld een tijdelijke individuele voorziening.

  • 4. De jeugdige en/of zijn ouder(s) kan zich rechtstreeks melden tot een vrij toegankelijke voorziening

Artikel 4. Het gesprek

  • 1. De jeugdige en/of zijn ouders(s) stelt/stellen alle gegevens beschikbaar aan het college die voor het gesprek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De jeugdige en/of zijn ouder(s) verstrekt/verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.

  • 2. Het college brengt de jeugdige en/of zijn ouder(s) op de hoogte van de mogelijkheid een Familiegroepsplan op te stellen.

  • 3. Het college brengt de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid van een pgb en licht hen in over de gevolgen van de keuzen en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn.

  • 4. Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundige(n) van het jeugd & gezin team en de jeugdige en/of zijn ouder(s):

    • a.

      de behoeften, vragen, persoonskenmerken, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en/of zijn ouders en de hulpvraag;

    • b.

      wat de jeugdige en zijn ouders zelf hebben gedaan om een antwoord op de hulpvraag te vinden;

    • c.

      het vermogen van de jeugdige en of zijn ouder(s) om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een antwoord op de hulpvraag te vinden;

    • d.

      de mogelijkheden om met gebruikmaking van (een) overige voorzieningen een antwoord op de hulpvraag te vinden;

    • e.

      de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en met partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, zorg, maatschappelijke ondersteuning, wonen, werk en inkomen te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;

    • f.

      de wijze waarop het beste invulling kan worden gegeven aan de werkwijze van één huishouden, één ondersteuningsplan en de regie hierover;

    • g.

      de behoefte aan en de mogelijkheid om een individuele voorziening te verstrekken;

    • h.

      hoe rekening zal worden gehouden met godsdienstige gezindte, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders;

    • i.

      in de gevallen bedoeld in artikel 8.2.1 van de wet informeert de deskundige van het jeugd & gezin team de ouders over, afhankelijk van de vorm van jeugdhulp, een ouderbijdrage en hoe deze bijdrage wordt geïnd;

    • j.

      de deskundige van het jeugd & gezin team informeert de jeugdige en/of zijn ouder(s) over de gang van zaken bij het gesprek, diens rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt de jeugdige en/of zijn ouder(s) toestemming om zijn persoonsgegevens te verwerken.

Artikel 5. Cliëntondersteuning bij hulpvraag

  • 1. Het college zorgt ervoor dat een jeugdige en/of zijn ouders een beroep kunnen doen op kosteloze cliëntondersteuning, waarbij het belang van de jeugdige en/of zijn/haar ouders uitgangspunt is;

  • 2. Het team jeugd & gezin coaching wijst de jeugdige en/of zijn ouder(s) op de mogelijkheid gebruik te maken van kosteloze cliëntondersteuning.

Artikel 6. Het ondersteuningsplan / de aanvraag

  • 1. Alle informatie die van belang is voor het beantwoorden van de hulpvraag wordt vastgelegd in het ondersteuningsplan volgens een vastgesteld format.

  • 2. De jeugdige en/of ouders hebben het recht correcties en/of aanvullingen aan te brengen op het ondersteuningsplan.

  • 3. Het ondersteuningsplan fungeert als basis voor de jeugdhulp aan de jeugdige en/of zijn ouders.

  • 4. Als de jeugdige en zijn ouders een pgb willen aanvragen voegen zij aan het ondersteuningsplan een plan van aanpak pgb en een verklaring omtrent kwaliteit toe.

  • 5. Een getekend ondersteuningsplan is tevens een aanvraag voor een individuele voorziening. Als de jeugdige jonger dan 12 jaar is, ondertekenen/ondertekent de ouder(s) de aanvraag, tussen 12 en 16 jaar ondertekent/ondertekenen de jeugdige en de ouder(s) de aanvraag, vanaf 16 jaar kan de jeugdige de aanvraag ondertekenen.

Artikel 7. De beoordeling; beschikking

  • 1. Het college besluit binnen een passende termijn maar tenminste binnen 8 weken op de ingediende aanvraag.

  • 2. De jeugdige en/of zijn ouder(s) komen in aanmerking voor een individuele voorziening indien:

    • a.

      de jeugdige niet op eigen kracht, of met zijn ouders of andere personen uit zijn naaste omgeving, een antwoord op zijn hulpvraag kan vinden, en;

    • b.

      er geen antwoord gevonden kan worden op zijn hulpvraag door, al dan niet gedeeltelijk, gebruik te maken van (een) overige voorzieningen;

  • 3. Bij de beoordeling van aanvragen ten aanzien van begeleiding en persoonlijke verzorging wordt gebruik gemaakt van het protocol gebruikelijke zorg.

  • 4. In de beschikking tot verstrekking van niet vrij toegankelijke jeugdhulp[1] wordt in ieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb [2] wordt verstrekt.

    [1] Niet vrij-toegankelijke jeugdhulp voorziening  ó individuele (maatwerk) voorziening 

    [2] Zie nadere regels persoonsgebonden budget jeugdhulp 2015

  • 5. Bij het verstrekken van een individuele voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is;

    • b.

      wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;

    • c.

      hoe de voorziening wordt verstrekt en indien van toepassing;

    • d.

      welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn.

  • 6. Bij het verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      voor welke resultaat het pgb kan worden aangewend;

    • b.

      welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

    • c.

      wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;

    • d.

      wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld en

    • e.

      de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

  • 7. Als sprake is van een te betalen ouderbijdrage worden de jeugdige of zijn/haar ouder(s) daarover in de beschikking geïnformeerd.

Artikel 8. Verlenging niet vrij toegankelijke jeugdhulp

  • 1. De specialistische jeugdhulpaanbieder kan namens de jeugdige en/of zijn ouders eenmalig een met redenen omklede verlenging van de verstrekte voorziening in natura aanvragen bij het team jeugd & gezinscoach

  • 2. De jeugdige of zijn ouders kan met redenen omkleed verlenging van een pgb aanvragen bij het team jeugd & gezinscoach.

  • 3. Het college legt de verlenging dan wel de afwijzing daarvan binnen twee weken na ontvangst aanvraag vast in een aanvullende beschikking.

Artikel 9. Weigeringsgronden voor niet vrij toegankelijke jeugdhulp

Niet vrij toegankelijke jeugdhulp zal worden geweigerd indien:

  • 1.

    vrij toegankelijke jeugdhulp toereikend is;

  • 2.

    de jeugdige zelf dan wel zijn sociale omgeving de hulpvraag adequaat op zich kan nemen;

  • 3.

    de hulpvraag beantwoord kan worden bij een algemene of andere voorziening.

Artikel 10. Afstemming met andere voorzieningen

Het college stemt de behoefte aan andere voorzieningen af binnen het jeugd & gezin team en zo nodig met andere (externe) expertise.

Artikel 11. Informatie

Het college informeert de jeugdige en/of ouder(s) over de mogelijkheid en het belang om beroep te doen op jeugdhulp door middel van de gemeentepagina in de lokale huis-aan-huisbladen en de website van de gemeente.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels toegang jeugdhulp gemeente Langedijk 2015.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders gemeente Langedijk, 16 december 2014
de secretaris, de burgemeester,
E.Annaert drs. J.F.N. Cornelisse