Regeling vervallen per 17-12-2013

Drank- en horecaverordening

Geldend van 17-12-2013 t/m 16-12-2013

Intitulé

Drank- en horecaverordening

De raad van de gemeente Langedijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 april 1995, nr. 68;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 18 van de Drank- en Horecawet;

gehoord de Noordhollandse Raad voor Volksgezondheid en Welzijn en de Kamer van

Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier;

b e s l u i t :

1. in te trekken de Drank- en Horecaverordening;

2. te bepalen dat het besluit onder 1 van kracht wordt op de dag waarop de verordening

genoemd onder 3 in werking treedt;

3. vast te stellen de navolgende

DRANK- EN HORECAVERORDENING

Hoofdstuk 1 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

 

Artikel 1 Staat voorzieningen

De voorzieningen, bedoeld in de artikelen 8, 10 en 11 van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet, moeten bruikbaar zijn en in zindelijke staat verkeren.

Artikel 2 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 1 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 1 maand of geldboete van de eerste categorie. Artikel 70 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 BEPERKING VERSTREKKING ALCOHOLHOUDENDE/STERKE DRANK

 

Artikel 3 Verbod alcoholhoudende drank

Het is verboden anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten, worden verkocht;

b. waarin onderwijs wordt gegeven;

c. die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar-vervoerbedrijf.

Artikel 4 Verbod sterke drank

Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse of bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

a. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij

jeugdorganisaties of –instellingen;

b. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij

sportorganisaties of –instellingen;

c. die kan worden aangemerkt als dorpshuis, buurt- of wijkgebouw;

d. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij kerkelijke

instellingen of organisaties.

Artikel 5 Ontheffing

1. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de verboden gesteld in de artikelen 3 en 4.

2. Aan een ontheffing kunnen beperkingen of voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 6 Verbod sterke drank tijdens vermakelijkheid

 De burgemeester kan bepalen dat het verboden is anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse en bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in één of meer met name genoemde inrichtingen gelegen op of in de onmiddellijke nabijheid van een terrein waarop een kermis, een lunapark of een soortgelijke vermakelijkheid wordt gehouden, gedurende de tijd dat zulk een vermakelijkheid plaatsvindt.

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 7 Overgangsbepaling

Het verbod gesteld in artikel 3 geldt niet voor de inrichtingen bedoeld onder a van dat artikel, voorzover deze inrichtingen op 14 november 1992, zijnde de datum van inwerkingtreding van de Drank- en Horecaverordening, vastgesteld op 12 mei 1992, reeds in het bezit waren van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet.

Artikel 8 Nadere regels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Langedijk in zijn openbare vergadering van 2 mei 1995.
De voorzitter,
De secretaris,