Regeling vervallen per 01-01-2013

Inspraakverordening gemeente Lansingerland 2011

Geldend van 27-10-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Inspraakverordening gemeente Lansingerland 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 1.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 2.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

  • 3.

    Inspraak wordt verleend op ruimtelijke plannen onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) indien hierbij veel en/of grote belangen spelen. Bij omgevingsvergunningen, als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zal geen inspraak worden verleend.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

  • 3. De inspraakprocedure voor ruimtelijke plannen kent een termijn van terinzagelegging van vier weken en inspraakreacties kunnen alleen schriftelijk ingediend worden. Indien een inspraakavond voor een ruimtelijk plan wordt gehouden, kunnen tijdens deze avond mondelinge inspraakreacties ingediend worden.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Inspraakverordening van 25 juni 2009 van de gemeente Lansingerland wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening van kracht wordt.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening gemeente Lansingerland 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Lansingerland op 29 september 2011.
De griffier, De voorzitter,
Kees van ’t Hart, Ewald van Vliet

Toelichting inspraakverordening Lansingerland 2011

Artikel 4 Inspraakprocedure

Lid 1 en 2

Ter uniformering en deregulering is in het eerste lid afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. In artikel 3:10 tot en met 3:18 Awb is de inspraakprocedure te vinden. Na terinzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen. In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan op grond van het tweede lid de inspraakprocedure worden aangepast.

Lid 3

Op grond van het tweede lid is een derde lid toegevoegd voor de inspraakprocedure van het beleidsveld ruimtelijke ordening. Hierbij is de termijn gesteld op vier weken. Er is voor deze termijn gekozen, in afwijking van de termijn als hierboven opgenomen onder lid 1 en 2, om de procedurele voortgang bij ruimtelijke ordening plannen te bespoedigen.