Regeling vervallen per 01-01-2013

Mandaatbesluit 2011 gemeente Langsingerland

Geldend van 10-02-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Mandaatbesluit 2011 gemeente Langsingerland

Hoofdstuk 1. Algemene mandaten

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en de adjunct-directeuren, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleiders accommodaties, beheer, projecten en buitendienst van de afdeling beheer en onderhoud:

  • 1.

    Overeenkomsten sluiten en verplichtingen aangaan tot een bedrag van € 50.000,-, mits:

  • a.

    de uitgave past in het begrotingsbudget of een gevoteerd krediet,

  • b.

    de budgethoudersregeling en het inkoop-en aanbestedingssbeleid in acht worden genomen, en

  • c.

    de gemandateerde vóór de uitoefening van het mandaat in overleg treedt het met de volgende, hogere functionaris, indien de uitvoering van dit mandaat, in verband staat met politieke of zwaarwichtige aangelegenheden.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en de adjunct-directeuren en de afdelingshoofden bestuurszaken, financiën, EMO, Pz, I&F, RO, B&O, V&H

  • 2.

    Overeenkomsten sluiten en verplichtingen aangaan tot een bedrag van € 200.000, mits de uitgave past binnen het begrotingsbudget of een gevoteerd krediet en met inachtneming van de budgethoudersregeling en het inkoop- en aanbestedingsbeleid.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, het afdelingshoofd projecten en de senior projectmanagers en teamleiders civiele techniek:

  • 3.

    Overeenkomsten sluiten en verplichtingen aangaan tot een bedrag van € 250.000, mits

  • a.

    passend binnen de vastgestelde en meest recente (grond) exploitatie, en

  • b.

    de gemandateerde vóór uitoefening van het mandaat in overleg treedt met de opdrachtgever indien de uitoefening van het mandaat, naar redelijkerwijs mag worden aangenomen, in verband staat met politiek gevoelige of zwaarwichtige aangelegenheden.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en het afdelingshoofd projecten:

  • 4.

    Overeenkomsten sluiten en verplichtingen aangaan tot een bedrag van € 750.000,-, mits

  • a.

    aan deze verplichting een vastgestelde (grond) exploitatie ten grondslag ligt dan wel een herziening van een (grond)exploitatie, en

  • b.

    de gemandateerde vóór uitoefening van het mandaat in overleg treedt met de opdrachtgever indien de uitoefening van het mandaat, naar redelijkerwijs mag worden aangenomen, in verband staat met politieke of zwaarwichtige aangelegenheden.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en alle afdelingshoofden:

  • 5.

    Aanbestedingsprojecten voorbereiden en uitvoeren, met inachtneming van de budgethoudersregeling en het aankoop- en aanbestedingsbeleid.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, alle afdelingshoofden en alle medewerkers:

  • 6.

    Correspondentie voeren over gemeentelijke aangelegenheden, zoals ontvangstbevestigingen, behandelings- en tussenberichten; uitnodigingen voor bijeenkomsten en hoorzittingen, besluiten van bestuursorganen mededelen, opdrachten verstrekken tot uitvoering van een besluit van een bestuursorgaan, behandelen verzoeken om informatie, deelneming aan enquêtes, dit alles voor zover de brief geen beschikking is.

Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, alle afdelingshoofden en alle medewerkers:

  • 7.

    Stukken doorzenden die verkeerd geadresseerd zijn of waar behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is, als onder meer bedoeld in artikelen 2:3 en 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 8.

    Gelegenheid stellen tot het aanvullen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, en besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 9.

    Een herhaalde aanvraag afwijzen met verwijzing naar de eerdere afwijzende beschikking, als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 10.

    Handelingen verrichten in het kader van de voorbereiding van door het bestuursorgaan te nemen besluiten.

Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en alle afdelingshoofden:

  • 11.

    Namens de gemeente of bestuursorganen bij de politie aangifte doen van strafbare feiten.

  • 12.

    De gemeente en de gemeentelijke bestuursorganen vertegenwoordigen in rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder f van de Gemeentewet.

  • 13.

    Een verzoek indienen bij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen, als bedoeld in artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht en een verzoek indienen bij de rechtbank om een onherroepelijk geworden uitspraak te herzien, als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 14.

    Alle conservatoire maatregelen nemen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit als bedoeld in artikel 160, vierde lid van de Gemeentewet.

Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, alle afdelingshoofden en alle medewerkers:

  • 15.

    Het bestuursorgaan vertegenwoordigen bij hoorzittingen voor bezwaarschriften, als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Algemene wet bestuursrecht, en klachten, als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en alle afdelingshoofden:

  • 16.

    Beslissen op aanvragen en verzoeken op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en aanverwante regelingen en meldingen doen bij het College bescherming persoonsgegevens.

  • 17.

    Aanwijzing doen voor perceelsgrenzen ten behoeve van het Kadaster, zoals bedoeld in de Kadasterwet en de op die wet gebaseerde regelgeving.

  • 18.

    Beslissen op een verzoek om informatie, als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, en zonodig deze beslissing verdagen.

  • 19.

    Het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van een te betalen dwangsom in het kader van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen zoals omschreven in artikel 4:18 van de Awb, alsmede het terugvorderen van onverschuldigd betaalde dwangsommen zoals omschreven in artikel 4:20 van de Awb.

Hoofdstuk 2. Mandaten met betrekking tot personeel en organisatie

Bij besluiten tot vaststelling en wijziging van de bepalingen van de CAR/UWO geldt dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn. De mandaten op grond van de CAR/UWO zijn talrijk; het zou niet inzichtelijk zijn al deze mandaten te vermelden. Er is daarom gekozen om in onderstaand overzicht alleen de uitzonderingen op te nemen, zijnde de bevoegdheden die het college aan zichzelf heeft gelaten, waarvan de algemeen directeur bij enkele bevoegdheden het voornemen uit mag spreken. Vervolgens worden nog drie bevoegdheden genoemd, die zijn gemandateerd aan externe organen ABP en Loyalis. De overige bevoegdheden op basis van de CAR/UWO zijn gemandateerd aan de algemeen directeur.

Bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders:

  • 1.

    besluiten tot benoemingen of tot het aangaan van aanstellingen of arbeidscontracten vanaf het niveau van adjunct-directeur.

  • 2.

    besluiten tot eervol ontslag of tot het beëindigen van aanstellingen of arbeidscontracten vanaf het niveau van adjunct-directeur.

  • 3.

    sluiten van een vaststellingovereenkomst strekkende tot het beëindigen van de aanstelling of het arbeidscontract van een medewerker vanaf het niveau van adjunct-directeur.

Bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de algemeen directeur de bevoegdheid heeft om het voornemen uit te spreken:

  • 4.

    beslissen over het (gedeeltelijk) vervallen verklaren van de uitkering als bedoeld in artikel 11:26, eerste lid.

  • 5.

    ontslag verlenen als bedoeld in artikel 8:3 (ontslag wegens reorganisatie), artikel 8:4 (ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid), artikel 8.5 (ontslag wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid), artikel 8:6 (ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), de artikelen 8:7, 8:8 en 8:9 (overige ontslaggronden, tenzij dit ontslag voortvloeit uit een overeenkomst strekkende tot het beëindigen van de aanstelling) alsmede artikel 8:13 (disciplinaire straf).

  • 6.

    beslissen over een schorsing, als bedoeld in artikel 8:15:1, eerste lid

  • 7.

    beslissen over het (gedeeltelijk) vervallen verklaren van het wachtgeld, als bedoeld in artikel 10:22, eerste lid.

  • 8.

    beslissen over het (gedeeltelijk) vervallen verklaren van de uitkering als bedoeld in artikel 11:26, eerste lid.

  • 9.

    een ambtenaar verplichten een andere betrekking te aanvaarden respectievelijk tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten of tijdelijk een andere betrekking waar te nemen, als bedoeld in artikel 15:1:10, eerste lid, respectievelijk artikel15:1:10, tweede lid, onder a.

  • 10.

    herplaatsingsbesluiten nemen.

  • 11.

    abusievelijk dubbele nummering, vervallen

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur VERVALLEN:

  • 12.

    Diciplinaire straffen opleggen, als bedoeld in artikel 16:1:2, eerste lid VERVALLEN

Bevoegdheden verleend aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds / Loyalis Maatwerkadministratie:

  • 13.

    bezwaarschriften behandelen en beslissingen nemen op bezwaar in het kader van de hieronder genoemde regelingen onder 14, 15 en 16.

  • 14.

    de bevoegdheid tot het uitvoeren van de FPU gemeenten als bedoeld in hoofdstuk 5a van de CAR/UWO en het behandelen van bezwaarschriften op grond van deze regeling.

  • 15.

    de bevoegdheid tot het uitvoeren van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling als bedoeld in hoofdstuk 10a en 10d van de CAR/UWO en het behandelen van bezwaarschriften op grond van deze regeling.

Bevoegdheid verleend aan Loyalis maatwerk-administraties:

  • 16.

    de bevoegdheid tot het uitvoeren van de suppletieregeling als bedoeld in hoofdstuk 11a.

Hoofdstuk 3. Mandaten met betrekking tot strategische ontwikkeling

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd ruimtelijke ontwikkeling:

  • 1.

    voorbereiden en uitvoeren van uitgifte en verwerving van onroerende zaken, waaronder begrepen onderhandelen over prijzen en voorwaarden, binnen de kaders van het beleid op het gebied van uitgifte en verwerving en, indien van toepassing, de betreffende grondexploitatie.

  • 2.

    overeenkomsten met betrekking tot onroerende zaken ondertekenen en uitvoeren, waaronder begrepen (ver)koop, al dan niet tijdelijke (ver)huur, ingebruikgeving, ingebruikneming, bruikleen, ruiling, pacht, inclusief de opzegging of verlenging van dergelijke overeenkomsten, dit alles uitsluitend ter uitvoering van een collegebesluit (ondertekeningsmandaat).

  • 3.

    handelingen verrichten ten behoeve van de afhandeling van transacties met onroerende zaken, zoals het overdragen of regelen van nutsvoorzieningen, sleutelbeheer, enzovoort.

  • 4.

    verzoeken tot registratie van stukken indienen bij de inspecties registratie en successie.

  • 5.

    beslissen op verzoeken over transacties met snippergroen, met inachtneming van het gemeentelijke beleid inzake snippergroen.

  • 6.

    verklaringen van geen bezwaar of goedkeuring, in de zin van de ruimtelijke ordeningswetgeving, aanvragen bij gedeputeerde staten.

  • 7.

    subsidies aanvragen bij organen van de Europese gemeenschap, de rijksoverheid en andere overheidsinstellingen.

  • 8.

    beslissen over aanvragen om vergunningen en meldingen op grond van de Wet milieubeheer en aanverwante regelingen.

  • 9.

    het beslissen op aanvragen voor vergunningen tot het aangaan van tijdelijke overeenkomsten van de verhuur van woonruimten, als bedoeld in de Leegstandswet.

  • 10.

    het beoordelen van een aanvraag om een splitsing- of onttrekkingvergunning zoals genoemd in de Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam op grond van procedurele en beleidsmatige regels alsmede het toetsen van de aanvraag aan het bestemmingsplan.

  • 11.

    het toetsen van een aanvraag voor een starterslening en die vervolgens door te zenden aan de stichting Stimuleringsfonds Nederlandse Gemeenten.

Hoofdstuk 4. Bestuurlijke mandaten

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd bestuurszaken en de secretarissen van de bezwaarcommissie:

  • 1.

    gelegenheid geven tot herstel van een verzuim in een bezwaarschrift, als bedoeld in artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    de beslistermijn op een ingediend bezwaarschrift verdagen en beslissen tot verder uitstel, als bedoeld in artikel 7:10, derde en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Bevoegdheid verleend aan het afdelingshoofd bestuurszaken:

  • 3.

    het nemen van een beslissing op bezwaar, mits:

  • a.

    het primaire besluit in mandaat is genomen, en

  • b.

    de beslissing op bezwaar het advies van de hoorcommissie bezwaarschriften volgt en

  • c.

    dit advies inhoudelijk niet afwijkt van het primaire besluit.

Deze mandatering is niet van toepassing indien het afdelingshoofd bestuurszaken zelf het primaire besluit heeft genomen.

Bevoegdheid verleend aan de algemeen directeur:

  • 4.

    Het nemen van een beslissing op bezwaar of het niet-ontvankelijk verklaren van een bezwaar in het geval dat deze bevoegdheid ex artikelen IV:3 of IV:3a van deze mandaatregeling is gemandateerd aan het afdelingshoofd Bestuurszaken, en het afdelingshoofd Bestuurszaken het primaire besluit zelf heeft genomen.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd bestuurszaken:

  • 5.

    het niet-ontvankelijk verklaren van een bezwaar tegen een primair besluit, tenzij het primaire besluit is genomen door het hoofd van de afdeling bestuurszaken zelf.

  • 6.

    derden aansprakelijk stellen, besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratiefrechtelijke procedures namens de gemeente of het gemeentebestuur, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder f van de Gemeentewet en bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g van de Gemeentewet waaronder begrepen opdracht geven tot procureurstelling en opdracht geven tot juridische bijstand, met inachtneming van de budgethoudersregeling en de interne richtlijnen over externe juridische adviezen.

  • 7.

    strafzaken voegen, als bedoeld in artikel 51a en 51b van het Wetboek van Strafvordering.

  • 8.

    erfstellingen, legaten en schenkingen aanvaarden en dadingen treffen.

  • 9.

    conservatoir beslag leggen en tijdens rechtszittingen dading treffen.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd bestuurszaken en de medewerker belast met verzekeringen:

  • 10.

    taken uitvoeren op het gebied van verzekeringen, zoals schadegevallen aanmelden en afwikkelen, de verzekeringsportefeuille beheren en daarbij overeenkomsten met verzekeringsmaatschappijen aangaan, wijzigen en opzeggen, op voorwaarde dat de opdracht past binnen het beschikbare krediet en met inachtneming van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid en de budgethoudersregeling.

Hoofdstuk 5. Mandaten met betrekking tot van vergunningverlening en handhaving

Mandaten ten aanzien van de Algemene Plaatselijke verordening

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, en aan adviseurs B en C, belast met bouwen, handhaving en APV-zaken:

  • 1.

    De beslistermijn op aanvragen voor vergunningen of ontheffingen verdagen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 2.

    Vergunningen of ontheffingen weigeren, intrekken of wijzigen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening. Ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking of wijziging kan uitsluitend ondermandaat worden verleend voor gevallen waarin sprake is van onjuiste dan wel onvolledige gegevens of in het geval dat de houder, of zijn rechtsverkrijgende, om intrekking dan wel wijziging verzoekt.

  • 3.

    Beslissen over ontheffingen van het verbod, als bedoeld in de Algemeen Plaatselijke Verordening, om ten behoeve van publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te treden op of aan door de burgemeester aangewezen wegen of gedeelten daarvan.

  • 4.

    Beslissen over aanvragen om vergunning voor het organiseren van evenementen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, en het afhandelen van meldingen van kleinere eendaagse evenementen zoals genoemd in de Algemene Plaatselijke verordening.

  • 5.

    Beslissen over aanvragen om exploitatievergunningen voor horecabedrijven, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening..

  • 6.

    Beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het verbod voor de houder van een horecabedrijf om dat bedrijf voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op de in de Algemene Plaatselijke Verordening aangegeven uren, indien bijzondere gebeurtenissen van incidentele aard hiertoe aanleiding geven.

  • 7.

    Beslissen over aanvragen om vergunning voor het in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 8.

    Beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het verbod om toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 9.

    Beslissen over ontheffingen voor het plaatsen van kampeermiddelen bedoeld voor recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen, als bedoeld in de APV.

  • 10.

    Beslissen over aanvragen om ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het parkeren van reclamevoertuigen en grote voertuigen.

  • 11.

    Beslissen over aanvragen voor collectevergunningen, standplaatsvergunningen en snuffelmarktvergunningen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij geldt dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat wordt verleend.

  • 12.

    Beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, op het verbod om in de openlucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

Mandaten ten aanzien van bijzondere wetten:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, en aan adviseurs B en C, belast met bouwen, handhaving en APV-zaken:

  • 13.

    Verzoeken om informatie indienen bij politie en justitie, in verband met de vergunning-aanvraag op grond van de Drank- en Horecawet.

  • 14.

    Beslissen over aanvragen om vergunningen en ontheffingen, als bedoeld in de Drank- en Horecawet, en overeenkomstig die wet voorschriften of beperkingen verbinden aan vergunningen voor paracommerciële instellingen.

  • 15.

    Gewijzigde vergunningen verstrekken, als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet.

  • 16.

    Beslissen over aanvragen om loterijvergunningen, als bedoeld in de Wet op de Kansspelen.

  • 17.

    Beslissen over aanvragen om aanwezigheidsvergunningen voor speelautomaten of behendigheidsautomaten, als bedoeld in de Wet op de Kansspelen.

  • 18.

    Beslissen over ontheffingen op grond van de Verordening winkeltijden Lansingerland 2007, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking van deze ontheffing geen ondermandaat kan worden verleend.

Mandaten ten aanzien van de markt:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, en aan adviseurs B en C, belast met bouwen, handhaving en APV-zaken:

  • 19.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de vigerende Marktverordening.

Bevoegdheden opgedragen aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:

  • 20.

    Overeenkomsten aangaan met kramenzettersbedrijven voor de plaatsing van marktkramen, op voorwaarde dat de opdracht past binnen het beschikbare krediet en met inachtneming van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid en de budgethoudersregeling.

Mandaten ten aanzien van bouwen en ruimtelijke ordening(zie voor aanvragen die ná 1 oktober 2010 zijn ontvangen ook de Wettelijke bepaling omgevingsvergunning in deze regeling).

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, de teamleiders en adviseur C senior.

  • 21.

    Handelingen verrichten ter voorbereiding en uitvoering van een bouwvergunningbesluit

  • 22.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten voor de afhandeling van informatieplannen, schetsplannen en principeverzoeken, voor zover het niet een definitieve aanvraag voor een bouwvergunning betreft, als bedoeld in de Woningwet.

  • 23.

    Beslissen over aanvragen om bouwvergunningen, met toepassing van de Woningwet en hierop berustende nadere wet- en regelgeving, het Bouwbesluit en de Bouwverordening, waaronder ook begrepen het beslissen op aanvragen betreffende het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk waarvoor reeds vergunning is verleend.

  • 24.

    Aanvragen en ontwerpen, in de zin van de ruimtelijke ordeningswetgeving, publiceren, in samenhang met het bepaalde in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 25.

    De tenaamstelling van vergunningen wijzigen, als bedoeld in de Bouwverordening.

  • 26.

    Het accepteren van sloopmeldingen zoals bedoeld in de Bouwverordening.

  • 27.

    Handelingen verrichten, nodig voor de voorbereiding op het verlenen van inspraak op grond van de Inspraakverordening, op beleidsvoornemens, als omschreven in artikel 2 eerste lid, onder a, b en c van die verordening.

  • 28.

    Beslissen over aanvragen om ontheffing van een beheersverordening ex artikel 3.38 lid 4 Wro.

  • 29.

    Het doorbreken van de aanhouding zoals bedoeld in artikel 50, derde lid, sub a en b, en artikel , derde lid van de Woningwet, mits de aanvraag is ingediend vóór 1 oktober 2010.

  • 30.

    Aan een gebouw, complex of ander object nummers toekennen, zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Verordening naamgeving en nummering gemeente Lansingerland.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:

  • 31.

    Beslissen over de ontvankelijkheid van een aanvraag om een bouwvergunning, mits de aanvraag is aangevraagd vóór 1 oktober 2010.

  • 32.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning, mits de aanvraag is ingediend vóór 1 oktober 2010.

  • 33.

    Beslissen over aanvragen om sloopvergunningen als bedoeld in artikel 3.42 van de Wro, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat kan worden verleend. Deze bepaling geldt voor aanvragen ingediend vóór 1 oktober 2010.

  • 34.

    Beslissen over aanvragen om aanlegvergunningen, als bedoeld in artikel 3.41 van de Wro, mits de aanvraag is ingediend vóór 1 oktober 2010.

  • 35.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten, nodig voor de voorbereiding van de ontheffingsprocedures, bedoeld in de Wro, waaronder begrepen bekendmaking en tervisielegging van stukken en mededeling doen aan bezwaarden, mits de aanvraag is ingediend vóór 1 oktober 2010.

  • 36.

    Beslissen over aanvragen om ontheffing van het bestemmingsplan, als bedoeld in de artikelen 3.6 lid 1 onder c, artikel 3.22 en artikel 3.23 van de Wro, mits de aanvraag is ingediend vóór 1 oktober 2010.

  • 37.

    Beslissen op aanvragen voor vergunningen tot het aangaan van tijdelijke overeenkomsten van de verhuur van woonruimten, als bedoeld in de Leegstandswet.

  • 38.

    Het beslissen op een aanvraag om een splitsing- of onttrekkingvergunning zoals genoemd in de Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam, mits de afdeling Strategische Ontwikkeling een positieve beoordeling van de aanvraag heeft afgegeven.

Mandaten ten aanzien van handhaving:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, adviseurs C (bouwvergunningen) en adviseurs B en C (bouwen, handhaving, APV).

  • 39.

    Het aanschrijven van overtreders door middel van een eerste aanschrijving waarin voornemens worden geuit met betrekking tot de uitoefening van een last onder bestuursdwang en dan wel de oplegging van een last onder dwangsom.

  • 40.

    Aanschrijven tot het treffen van voorzieningen dan wel tot het aanbrengen van verbeteringen, als bedoeld in de Woningwet.

Mandaten ten aanzien van de wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo), voor aanvragen die zijn ingediend vanaf 1 oktober 2010:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening, de teamleiders, adviseurs C en de senior coördinator.

  • 41.

    het ondertekenen van alle correspondentie in het kader van vergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht waarbij burgemeester en wethouders het bevoegd bestuursorgaan zijn met uitzondering van vergunningverlening tenzij in deze afdeling anders is vermeld.

  • 42.

    het nemen van een besluit tot het binnenplans dan wel buitenplans afwijken van een bestemmingsplan, dan wel het nemen van een besluit tot het tijdelijk afwijken van een bestemmingplan ex artikel 2.1 jo. 2.12 van de Wabo.

  • 43.

    Beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 Wabo.

  • 44.

    Beslissen op een gefaseerde aanvraag (inclusief het nemen van een besluit tot aanhouden van de beslissing) zoals bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo.

  • 45.

    Intrekken van een beschikking eerste of tweede fase zoals bedoeld in artikel 2.5 van de Wabo.

  • 46.

    Het nemen van een besluit tot een binnenplans revisievergunning ex artikel 2.6 van de Wabo.

  • 47.

    Het vragen en uitbrengen van adviezen zoals omschreven in artikel 2.26 van de Wabo en hoofdstuk 6 van de Bor.

  • 48.

    Het vragen van een verklaring van geen bedenkingen zoals omschreven in artikel 2.27 van de Wabo en hoofdstuk 6 van de Bor.

  • 49.

    Beslissen op aanvragen met betrekking tot het wijzigen of intrekken van een omgevingsvergunning ex artikel 2.31 en 2.33 Wabo.

  • 50.

    Besluiten tot aanhouden van de beslissing op aanvraag om omgevingsvergunning ex artikel 3.3 en 3.5 Wabo.

  • 51.

    Besluiten tot verlenging behandeltermijn aanvraag op grond van artikel 4:14 Wabo of artikel 3:18 Awb.

  • 52.

    De aanvrager verzoeken tot het schriftelijk aanvullen van gegevens binnen een bepaalde tijd ex artikel 4:5 Awb.

  • 53.

    De aanvrager schriftelijk verzoeken tot vertaling, binnen een bepaalde termijn, van een in vreemde taal gestelde teksten van de aanvraag en/of de aanvrager schriftelijk verzoeken om een samenvatting van de aanvraag te verstrekken binnen een bepaalde termijn ex artikel 4:5 Awb.

  • 54.

    Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag conform artikel 4:5 Awb.

  • 55.

    Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag conform artikel 3.18 Wabo in coördinatie met de Waterwet.

  • 56.

    Intrekken van een vergunning conform artikel 5.19 van de Wabo.

  • 57.

    Intrekken van een vergunning conform artikel 3.23 Wabo in coördinatie met de Waterwet.

  • 58.

    Het afwijken van regels in het exploitatieplan ex artikel 2.1 lid 1 onder b en c van de Wabo.

  • 59.

    Het afwijken van een verbod om bestaand gebruik te wijzigen op grond van voorbereidingsbesluit conform artikel 2.1 onder c en d van de Wabo.

  • 60.

    Toestemmingen uit gemeentelijke, provinciale of waterschapsverordening geven die via artikel 2.2 lid 2 van de Wabo in de verordening zijn aangewezen.

  • 61.

    Handelen in afwijking van de PMV op grond van artikel 13a Wet milieubeheer.

  • 62.

    Handelen in beschermd milieugebied en/of handelen in Habitatgebied op grond van hoofdstuk IX van de Natuurbeschermingswet.

  • 63.

    Opschorten van de beslistermijn op grond van artikel 4:15 Awb.

  • 64.

    Het voeren van alle correspondentie in het kader van de handhaving op grond van de Wabo, waarbij burgemeester en wethouders het bevoegde bestuursorgaan zijn met uitzondering van het opleggen van een last onder dwangsom dan het wel toepassen van bestuursdwang.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:

  • 65.

    Kennisgeving bij een omgevingsvergunning van rechtswege ex artikel 4:20 Awb.

  • 66.

    Het aanwijzen van toezichthouders in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, ter uitoefening van de toezichtbevoegdheden op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en artikel 5.2 lid 1 van de Wabo.

  • 67.

    Beslissen in gevallen waarin het onverwijld in werking treden als een beschikking als bedoeld in artikel 6.1 Wabo naar het oordeel van het bevoegd gezag nodig is, zodat zij terstond na bekendmaking in werking treedt.

  • 68.

    Op grond van artikel 5.1 juncto 5.7 van de Wabo een besluit nemen tot oplegging van een last onder bestuursdwang (aanzegging bouwstop), eventueel in combinatie met een last onder dwangsom, gericht op naleving van het bepaalde in artikel 5.1, voor zover het college van B&W op grond van de wet als bevoegd gezag is aangemerkt. Dit houdt in dat het bouwen, gebruiken of slopen van een bouwwerk wordt gestaakt of dat voorzieningen worden getroffen die zijn gericht op het tegengaan of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of veiligheid, met inbegrip van het slopen van een bouwwerk. Deze bevoegdheid kan niet worden ondergemandateerd.

Mandaten ten aanzien van de Wet milieubeheer:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:

  • 69.

    Beslissen over aanvragen om vergunningen en meldingen op grond van de Wet milieubeheer en aanverwante regelingen.

Hoofdstuk 6. Mandaten met betrekking tot financiën:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelinghoofd financiën:

  • 1.

    Derden aansprakelijk stellen, besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratiefrechtelijke procedures namens de gemeente of het gemeentebestuur, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder f van de Gemeentewet en bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g van de Gemeentewet waaronder begrepen opdracht geven tot procureurstelling en opdracht geven tot juridische bijstand met inachtneming van de budgethoudersregeling en de interne richtlijnen over externe juridische adviezen.

  • 2.

    Gemeentelijke belastingen oninbaar verklaren, als bedoeld in de Gemeentewet.

  • 3.

    Opdracht tot betaling verlenen aan de bank, in het kader van de salarisverwerking.

  • 4.

    Geldleningovereenkomsten voor korte-termijnfinanciering aangaan, wijzigen of opzeggen, met inachtneming van de beleidsregels en instructies inzake treasury, met dien verstande, dat ten aanzien van deze bevoegdheid geen ondermandaat kan worden verleend.

  • 5.

    Beslissen over financiële handelingen, waaronder wordt verstaan: daggeld en kasgeld aangaan of uitzetten, statistische uitgaven afhandelen, staat F (liquiditeitspositie), vorderingen afschrijven, uitstel van betaling verlenen, een betalingsregeling treffen, aanmaning en incasso doen van openstaande vorderingen, b.t.w.-aangiften doen, waarborgsommen bouwplaatsverordening invorderen, grondverkoopopbrengsten et cetera invorderen, betalingsopdrachten en facturen tekenen, declaraties indienen bij het Rijk, een provincie of andere overheidsorganen, voorschotbetalingen doen, kleine en routinematige investeringen doen en de jaarrekening ondertekenen.

  • 6.

    Kennelijk niet-gegronde verzoeken tot ontheffing van een anti-speculatiebeding afwijzen.

  • 7.

    Vorderingen afschrijven, Europese subsidies aanvragen, gelden verrekenen met derde instanties, informatie inwinnen, jaaropgaven aanleveren, saldobevestiging en rentenota doen, betalingsregelingen treffen en schulden buiten vordering stellen krachtens de Wet Werk en Bijstand, voor zover deze taken betrekking hebben op het taakveld van de afdeling Publiekszaken.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelinghoofd financiën en alle medewerkers van de afdeling financiën:

  • 8.

    Het indienen van declaraties bij ministeries, het doen van opgaven aan de fiscus en aan uitkeringsinstantie UWV, het treffen van maatregelen ten behoeve van de incasso van vorderingen, voor zover deze taken betrekking hebben op het taakveld van de afdeling Publiekszaken.

Hoofdstuk 7. Mandaten met betrekking tot beheer en onderhoud

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleider beheer:

  • 1.

    Beslissen over toestemming voor het leggen van kabels en leidingen in gemeentegrond ten behoeve van rechtstreekse aansluitingen van bedrijven of woningen.

  • 2.

    Beslissen over instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van door aanbieders van elektronische communicatienetwerken uit te voeren werkzaamheden, als bedoeld in de Telecommunicatiewet, met inachtneming van de Telecommunicatieverordening.

  • 3.

    Beslissen over vergunningen tot aansluiting op het gemeenteriool (uitvoering).

  • 4.

    Verkeersbesluiten nemen over verkeerstekens en onderborden, de inrichting van de weg, voorzieningen ter regeling van het verkeer en ontheffing verlenen, als bedoeld in de artikelen 15, 16 en 18, 148, eerste lid, aanhef en sub b, en artikel 149, eerste lid, aanhef en sub d, van de Wegenverkeerswet 1994.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleider accomodaties:

  • 5.

    Uitoefenen en voorbereiden van de bevoegdheden van burgemeester en wethouders zoals genoemd in de Verordening op beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Lansingerland 2009.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleiders accommodaties, beheer, projecten en buitendienst:

  • 6.

    Beslissen over aanvragen om vergunningen voor het plaatsen van voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg, waaronder het aanbrengen van reclames, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij geldt dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat wordt verleend.

  • 7.

    Beslissen over aanvragen om vergunning, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, voor verlichte handelsreclame, waarbij geldt dat ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking geen ondermandaat wordt verleend.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd beheer en onderhoud:

  • 8.

    Toestemming verlenen voor het incidenteel gebruik van gemeentelijke terreinen en gebouwen, in verband met openbare vermakelijkheden.

  • 9.

    Bij bestuursorganen van andere publiekrechtelijke rechtspersonen vergunning of toestemming aanvragen voor het verrichten van werkzaamheden in gronden van die rechtspersonen en de verkregen vergunning of toestemming aanvaarden.

  • 10.

    Vergunning of toestemming verlenen aan bestuursorganen van andere publiekrechtelijke rechtspersonen voor het verrichten van werkzaamheden in gronden van de gemeente Lansingerland.

  • 11.

    Beslissen over toestemming voor tijdelijke ingebruikneming van gemeentegrond (al dan niet onder nadere voorwaarden) in verband met bouwactiviteiten.

  • 12.

    Beslissen over aanvragen om vergunning voor het aanleggen, beschadigen en/of veranderen van een weg, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 13.

    Beslissen over aanvragen om vergunning voor het maken of veranderen van een uitweg, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening.

Hoofdstuk 8. Mandaten met betrekking tot publiekszaken:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd publiekszaken en alle medewerkers werkzaam bij publiekszaken:

  • 1.

    Gehandicaptenparkeerkaarten uitreiken, zoals bedoeld in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en beslissen over een gehandicaptenparkeerplaats, doch alleen na een positief advies van de afdeling Vergunningverlening & Handhaving.

  • 2.

    Het adviseren van het Ministerie van Justitie over verzoeken tot naturalisatie en het bevestigen van optieverklaringen tot het Nederlanderschap, zoals is bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap en het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap.

  • 3.

    Verklaring tot verkrijging en afstand van het Nederlanderschap in ontvangst nemen, als bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap.

  • 4.

    Beslissen over verlof tot uitstel van begraving of verbranding, als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging.

  • 5.

    Handelingen verrichten op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en hierop berustende nadere regelgeving.

  • 6.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten met betrekking tot reisdocumenten op grond van de Paspoortwet en aanverwante regelingen.

  • 7.

    Verklaringen verstrekken, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet betreffende de positie van Molukkers.

  • 8.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten met betrekking tot rijbewijzen, als bedoeld in het Reglement rijbewijzen, en beslissingen nemen en handelingen verrichten die te maken hebben met het afgeven en ongeldig verklaren van rijbewijzen, als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994.

  • 9.

    Handtekeningen legaliseren en bescheiden waarmerken.

  • 10.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de artikelen D 1, D 4, D 6, Y 32, Y 33 en Y 33a (registratie kiesgerechtigheid), J 8 (oproepingskaart), K 3 en K 4 (kiezerspas) van de Kieswet.

  • 11.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet op de Europese verkiezingen.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd publiekszaken:

  • 12.

    Beslissingen nemen op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie en hierop berustende nadere regelgeving, behoudens de in deze wet genoemde regelgevende bevoegdheden.

  • 13.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de artikelen D 1, D 4, D 6, Y 32, Y 33 en Y 33a (registratie kiesgerechtigdheid), E 2 (stemdistricten), E 4 en J 4 (stembureaus), J 7 en J 8 (oproepingskaart), K 3 en K 4 (kiezerspas) en Y 14 (verklaring Europese verkiezingen) van de Kieswet.

  • 14.

    (Huis)nummers geven aan gebouwen en onbebouwde terreinen, overeenkomstig de gemeentelijke regelgeving.

  • 15.

    Beslissen op verzoeken tot aanwijzing van een trouwlocatie en locaties eenmalig aanwijzen als ‘Huis der gemeente’, een en ander met inachtneming van de door burgemeester en wethouders vastgestelde uitgangspunten, een en ander met inachtneming van de door burgemeester en wethouders vastgestelde uitgangspunten.

Bevoegdheden verleend aan het afdelingshoofd publiekszaken:

  • 16.

    Het behandelen van aangiften van gevonden en verloren voorwerpen.

  • 17.

    Het verkopen, laten vernietigen of overdragen om niet van gevonden voorwerpen, zoals is omschreven in het beleid gevonden voorwerpen gemeente Lansingerland 2011.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd publiekszaken en de senior medewerker belast met sociale zaken:

  • 18.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet werk en bijstand en hierop berustende nadere regelgeving, waarin begrepen maatregelen opleggen, aangifte doen bij het Openbaar Ministerie, re-integratietrajecten behandelen en bijzonder onderzoek instellen.

  • 19.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaz) en hierop berustende nadere regelgeving.

  • 20.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning, voor zover die bevoegdheden zijn toebedeeld aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 21.

    Advies vragen aan het aangewezen indicatieorgaan en beschikkingen verlenen op aanvragen voor zorgwoningen.

  • 22.

    Beslissen over uitkeringen in het kader van het minimabeleid.

  • 23.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering en hierop berustende nadere regelgeving en beslissen over inburgerings-contracten, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot het opleggen van een boete, als bedoeld in de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering, geen ondermandaat kan worden verleend.

  • 24.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Regeling opvang asielzoekers, de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf en hierop berustende nadere regelgeving.

  • 25.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen.

  • 26.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten in verband met kinderopvang voor uitkerings-gerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden.

  • 27.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet sociale werkvoorziening.

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd publiekszaken en medewerkers en case managers belast met sociale zaken:

  • 28.

    Toestemming verlenen aan cliënten voor het opnemen van vakantie in de zin van de Wet werk en bijstand en hierop berustende nadere regelgeving.

  • 29.

    Toestemming verlenen aan cliënten voor het nemen van vakantie, als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaz) en hierop berustende nadere regelgeving.

Hoofdstuk 9. Mandaten met betrekking tot economische zaken en welzijn:

Bevoegdheden die zijn verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd economische zaken en welzijn:

  • 1.

    Beslissen over subsidies ten behoeve van sociaal-culturele activiteiten en sportactiviteiten op basis van de subsidieverordening, met uitzondering van subsidies waarvan toekenning voor de eerste keer plaatsvindt.

  • 2.

    Beslissen over subsidieverlening, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, en zonodig een subsidie gedeeltelijk weigeren, met dien verstande dat ten aanzien van deze bevoegdheid geen ondermandaat kan worden verleend.

  • 3.

    Beslissen over voorschotten aan subsidieontvangers, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, voorschotten opschorten, en zonodig verzoeken om af te wijken van de gebruikelijke wijze van voorschotverlening afwijzen, met dien verstande dat ten aanzien van deze bevoegdheid slechts gebruik kan worden gemaakt met inachtneming van de desbetreffende budgetvoorwaarden en dat er geen ondermandaat kan worden verleend.

  • 4.

    Bijdragen aanvragen en declareren bij andere overheidsinstellingen en fondsen.

  • 5.

    De gemeentelijke regelingen inzake onderwijs, waaronder begrepen de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs, de Verordening leerlingenvervoer en de Verordening procedure overleg lokaal onderwijsbeleid uitvoeren.

  • 6.

    Gemeentelijke regelingen inzake leerlingenvervoer uitvoeren.

  • 7.

    Beslissen over ontheffing van de Leerplichtwet.

  • 8.

    Beslissen over ontheffing van de toelatingsleeftijd, als bedoeld in de Tijdelijke regeling toelating voortgezet volwassenenonderwijs.

  • 9.

    Roosters van sociaal-culturele accommodaties, sport-, onderwijs- en gymnastieklokalen en sportvelden vaststellen en wijzigen, en alle beheerstaken uitvoeren die te maken hebben met deze accommodaties.

  • 10.

    Beslissen over toestemming tot gebruik van de hierboven genoemde accommodaties en zonodig sancties opleggen aan de gebruikers.

  • 11.

    Beslissingen nemen en handelingen verrichten met betrekking tot het register van gemelde kindercentra en gastouderbureaus, zoals bedoeld in artikel 46 van de Wet kinderopvang.

  • 12.

    Een aanwijzing geven aan een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau in het kader van de handhaving van de Wet op de Kinderopvang.

Hoofdstuk 10. Mandaten met betrekking tot projecten:

Bevoegdheden die zijn verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd projecten:

Voorbereiden en uitvoeren van uitgifte en verwerving van onroerende zaken, waaronder begrepen onderhandelen over prijzen en voorwaarden, binnen de kaders van het beleid op het gebied van uitgifte en verwerving en, indien van toepassing, de betreffende grondexploitatie.

Hoofdstuk 11. Mandaten met betrekking tot informatievoorziening en faciliteiten:

Bevoegdheden die zijn verleend aan de algemeen directer en het afdelingshoofd informatievoorziening en faciliteiten:

Beslissingen nemen en handelingen verrichten in het kader van archiefbeheer, zoals bedoeld in de Archiefwet 1995.

Hoofdstuk 12.Mandaten met betrekking tot de basisadministratie gebouwen (BAG), verleend aan de afdeling informatievoorziening en faciliteiten:

  • 1.

    Als beheerder van de basisregistratie adressen en gebouwen is aangewezen: medewerker informatievoorziening C (meer specifiek: medewerkers met de taakstelling ‘beheerder basisregistraties’).

  • 2.

    Als plaatsvervangend beheerder(s) van de basisregistraties adressen en gebouwen is aangewezen de medewerker Informatievoorziening B (meer specifiek Medewerker GEO-informatie/Vastgoed). Geschillen omtrent de toepassing van dit mandaat worden voorgelegd aan het college.

Bevoegdheden die zijn verleend aan de beheerder van de basisregistraties adressen en gebouwen: (Geschillen omtrent de toepassing van dit mandaat worden voorgelegd aan het college).

  • 3.

    :

    • a.

      Het opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’ behalve die bedoeld onder 3D.

    • b.

      Het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

    • c.

      Het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers.

    • d.

      Het, op grond van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inschrijven van de in of op grond van artikel 10, eerste lid van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister.

    • e.

      Het ingevolge artikel 9 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is.

    • f.

      Het, ingevolge artikel 14 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zorg dragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressen-registratie respectievelijk de gebouwenregistratie.

    • g.

      Het op basis van de brondocumenten opnemen van gegevens in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie overeenkomstig de voorschriften uit de artikelen 14A en 15 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

    • h.

      Het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

    • i.

      Het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistraties adressen en gebouwen zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

    • j.

      Het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwen-registratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.

    • k.

      Het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligings-maatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Als ambtenaren aangewezen voor de vaststelling van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen: Medewerker informatievoorziening C, meer specifiek: ‘Beheerder basisregistraties’ en Medewerker informatievoorziening B, meer specifiek: ‘Medewerker GEO informatie/Vastgoed’.

  • 5.

    Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van processen-verbaal van constatering, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zijn aangewezen: Medewerker informatievoorziening C, meer specifiek: ‘Beheerder basisregistraties’ en Medewerker informatievoorziening B, meer specifiek: ‘Medewerker GEO informatie/Vastgoed’.

Hoofdstuk 13. Mandaten met betrekking tot de basisadministratie gebouwen (BAG), verleend aan de afdeling vergunningverlening en handhaving:

Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument, zijn aangewezen: Medewerker handhaving (A, B, C, D en E), en Medewerker(s) Publieksdiensten, meer specifiek de taxateur(s) van WOZ objecten.

Geschillen omtrent de toepassing van dit mandaat worden voorgelegd aan het college.

Hoofdstuk 14. Mandaten aan niet-ondergeschikten:

Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en aan de directeur en manager van woondiensten 3B wonen:

  • 1.

    Het verlenen van urgentieverklaringen, na zichtbare juridische toetsing door de Teamleider woondiensten, als bedoeld in artikel 11 van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006.

  • 2.

    Het verlenen van voorrangsverklaringen verzorgd wonen, na zichtbare juridische toetsing door de Teamleider woondiensten, als bedoeld in artikel 11 van de Huisvestingsverordening stadregio Rotterdam 2006.

Hoofdstuk 15. Machtigingen:

Machtiging verleend aan de teamleiders door de afdelingshoofden Strategische ontwikkeling, Bestuurszaken, Vergunningverlening en Handhaving, Economische Zaken en Welzijn, Beheer en Onderhoud, Informatievoorziening en Faciliteiten, en Publiekszaken, voor het indienen van declaraties voor reis- en verblijfskosten, bij de afdeling Personeelszaken

Machtiging verleend aan de teamleider belasting/WOZ van de afdeling financiën door het afdelingshoofd financiën, voor de vertegenwoordiging in rechte.

Artikel Toelichting

Toelichting op de Mandaatregeling Lansingerland 2011

 

Inleiding

 

Er worden dagelijks in naam van de gemeente veel besluiten genomen, opdrachten verstrekt en overeenkomsten afgesloten. Het is voor een ieder van belang om te weten wie bevoegd is om zulke (rechts)handelingen te verrichten. De verdeling van deze bevoegdheden wordt geregeld in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Lansingerland (hierna: Mandaatregeling Lansingerland). Door het verlenen van mandaat worden het college en de burgemeester ontzorgd van besluitvormingstaken, zodat zij zich meer kunnen richten op de bepaling van de hoofdlijnen en het stellen van doelen voor de (middel-)lange termijn. Verder kan het verlenen van een bevoegdheid in mandaat ervoor zorgen, dat de administratieve procedures sneller doorlopen kunnen worden. Dit heeft tot gevolg dat de dienstverlening richting de burger kan verbeteren en de organisatie klantvriendelijker wordt, wat goed past in de doelstellingen van de gemeente Lansingerland, om de dienstverlening te verbeteren en de regeldruk te verminderen.

 

De mandaatregeling heeft verschillende gebruikersgroepen. Ten eerste zijn er externe gebruikers, die willen weten of iemand al dan niet bevoegd is. Daarnaast zijn er interne gebruikers, die bij het voorbereiden van een beslissing naar de juiste bevoegde functionaris zoeken. Tot slot is natuurlijk voor functionarissen zelf van belang te weten, waarvoor zij gemandateerd zijn c.q. welke bevoegdheden zij gemandateerd hebben.

 

Onderscheid mandaat, volmacht en machtiging

 

In de toelichting wordt het begrip mandaat gebruikt voor de verdeling van de bevoegdheden. Formeel worden de bevoegdheden van het college en de burgemeester onderverdeeld in het verlenen van mandaat voor het nemen van publiekrechtelijke besluiten (bijv. vergunningverlening), het verlenen van volmacht voor privaatrechtelijke rechtshandelingen (bijv. opdrachtverstrekkingen) en het verlenen van machtiging voor andere handelingen (bijv. de voorbereiding van besluiten, zitting nemen in overlegverbanden, het houden van een toespraak, het voeren van onderhandelingen).

 

Verantwoordelijkheid

 

Het college respectievelijk de burgemeester blijft altijd verantwoordelijk voor een in mandaat genomen besluit. Van een functionaris wordt dan ook verwacht dat er voldoende politieke sensitiviteit aanwezig is om te kunnen beoordelen of een besluit wel in mandaat genomen mag worden. Daarnaast dient een functionaris bij de uitoefening van in mandaat gekregen bevoegdheden de wet- en regelgeving in acht te nemen. Tenslotte dient een functionaris te handelen in overeenstemming met gemeentelijk beleid, zoals bijvoorbeeld het inkoop- en aanbestedingsbeleid.

 

Uitgangspunten van het mandaatbesluit

 

Het systeem

Het mandaatbesluit gaat uit van een systeem waarbij het college en de burgemeester het merendeel van haar bevoegdheden mandateert aan de algemeen directeur, (de 1ste functionaris). De gemeentesecretaris kan vervolgens ondermandaat verlenen voor bepaalde bevoegdheden aan de in het mandaatregister genoemde 2de functionarissen. Dit zijn over het algemeen afdelingshoofden.

In de meeste gevallen kan de 2de functionaris opnieuw ondermandaat verlenen aan de in het mandaatregister genoemde 3de functionarissen. Dit zijn over het algemeen teamleiders of medewerkers.

 

 

 

 

 

In schema:

De burgemeester en het college hebben krachtens de wet een aantal bevoegdheden.

De burgemeester en het college mandateren die bevoegdheden onder aan de algemeen directeur, behalve diegene die zij wensen te houden.

De algemeen directeur mandateert die bevoegdheden onder aan de afdelingshoofden, behalve diegene die hij wenst te houden.

De afdelingshoofden kunnen indien zij dat nodig achten voor een goede uitvoering van de taken bevoegdheden ondermandateren aan teamleiders en/of andere medewerkers.

De burgemeester en het college hebben krachtens de wet een aantal bevoegdheden.

De burgemeester en het college mandateren die bevoegdheden onder aan de algemeen directeur, behalve diegene die zij wensen te houden.

De algemeen directeur mandateert die bevoegdheden onder aan de afdelingshoofden, behalve diegene die hij wenst te houden.

De afdelingshoofden kunnen indien zij dat nodig achten voor een goede uitvoering van de taken bevoegdheden ondermandateren aan teamleiders en/of andere medewerkers.

 

 

Daarnaast is er nog een aantal bevoegdheden die gemandateerd zijn aan externe partijen.

 

Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie

Uitgangspunt is dat de bevoegdheden uiteindelijk zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Om integraal management serieus vorm te geven en toch de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie te leggen, worden de mandaten in principe verleend aan het afdelingshoofd (via de algemeen directeur), met de aantekening dat ondermandatering door het afdelingshoofd voor het dagelijkse werk wenselijk is. Dit brengt met zich mee dat een goede verantwoording van in mandaat genomen besluiten noodzakelijk is.

 

Verlenen ondermandaat

 

Een mandaatregeling is alleen zinvol als de daarin opgenomen informatie actueel is. De afdeling Bestuurszaken/juridische zaken houdt de verleende en ingetrokken ondermandaten bij in het register en publiceert deze. In de praktijk verstrekken de afdelingshoofden de besluiten tot het verlenen of intrekken van ondermandaten aan Bestuurzaken/juridische zaken. Ook ondermandaten zijn pas van kracht nadat deze bekendgemaakt zijn.

 

Budgetbevoegdheden

 

Degenen die bevoegd zijn opdrachten te verstrekken via het mandaatregister, mogen de gemandateerde begrotingsposten niet overschrijden. Onder het verlenen van een opdracht wordt verstaan het aangaan van een verplichting met financiële consequenties. De grensbedragen zijn genoemd in het register onder algemene mandaten.